DUITSCHLAND ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1941 OF LFIOSCHE COURANT TWEEDE BUD PAG. 5 STRIJDT VOOR EUROPA De omsingellngsslag beoosten Kieuw HOOFDKWARTIER VAN DEN FUEHRER, 19 Sept. (D.N.B.). Het op perbevel van de Duitsche weermacht maakte gisteren bekend: De geconcentreerde aanvalsoperaties van de legergroepen van generaal- veldmaarschalk van Rundstedt en van generaal-veldmaarschalk von Bock hebben thans, zooals reeds in een ex- trabericht is bekend gemaakt, geleid tot een nieuwen geweldigen omsinge lingsslag. In aansluiting op den slag bij Gomel waren sterke strijdkrachten opgedrongen naar den boven- en be nedenloop van den Desna om in hard nekkige gevechten den overgang over de rivier te forceeren. Van nier uit werd de aanval naar het Zuiden voort gezet om een verbinding tot stand te brengen met een afdeeling, die den Dnjepr aan weerszijden van Kre- mentsjoeg onder de moeilijkste om standigheden over een breedte van 120 kilometer had overwonnen en in den strijd was geworpen voor een aan val naar het Noorden. Sedert 13 Sep tember is de vereeniging van deze strijdkrachten, tweehonderd kilometer ten Oosten van Kief voltooid. Zoo doende is de ring om vier Sowjetlegers gesloten. Hun vernietiging is in volleli gang. Aan het schitterende verloop van deze operaties hebben de lucht vloten van generaloberst Loehr en van generaal-veldmaarschalk Kesselring een groot aandeel. Gevechtsvliegtuigen hebben in den nacht van 18 op 19 September Moskou alsmede de stad en de haven Odessa met goede uitwerking aangevallen. Er ontstonden talrijke branden. Aan de Britsche Oostkust bombar deerden gevechtsvliegtuigen verschil lende belangrijke militaire inrichtin gen. Bij pogingen van den vijand om gis termiddag naar Nederland en de be zette gebieden aan het Kanaal, te vlie gen schoten jagers, luchtdoelartillerie en mijnvegers twintig Britsche vlieg tuigen, waaronder vier bommenwer pers omlaag. De vijand heeft noch overdag, noch des nachts, geen mili taire acties boven het Duitsche gebied ondernomen. Een ooggetuige over de strijd bij Luga. S.S.-P.K. BERICHT NE. 3. S.S.-P.K. Nederlandi ergens na^ij Du- ga, 19 Sept. Luga is een groote stad. Zij staat op vrijwel alle kaarten aangegeven ergens midden in de onmetelijke Russische uitgestrektheid tusschen het Peiipus- en het Ilmenmeer. De. onbeschrijflijk slechte „rolweg", die van Pleskau daarheen leidt, verandert vijf kilometer voor Luga plotse ling in een welonderhouden asfaltweg, om eenige kilometers achter de stad even on verwacht weer te degradeeren tot middel- eeuwsch karrespoor; de hoofdverbindings weg met St. Petersburg. Luga is evenwel geen stad naar Euro- peesohe (begrippen. De eenige groote stee- nen gebouwen, die men er nog vrij wel on gerept aantreft, zijn de onvriendelijke, vele verdiepingen hooge, roodbaksteen en ka zernes. Vender vindt men er een verzame ling armoedige houten huisjes, die elke •beschrijving tarten. De huisjes zien er ver weerd uit, omdat men in de Sowjet-Unie verf (blijkbaar als overbodige luxe be schouwt. De vensters zijn klein en bezet met nog kleinere glasruitjes, waarvoor slechts bij uitzondering een linnen vod hangt als gordijn. De daken zijn met stroo gedekt of bezet met kleine houten dak pannen. Binnen deze huisjes hangt armoe de en spinrag. Meubelen ziet men er miet in. Alleen wat onoogelijke goedkocxpe fa- briekstoelen en met vuil imitatiezeil be spijkerde tafels. Eenige ijzeren ledikanten staan in elke kamer. Het stroo hangt uit de ruwjuten peluws en verder liggen er wat stroozafcken, zoo maar op den houten vloer. Een groote gemetselde schoorsteen met een gietijzeren vuurplaat is het eenige in deze kamers, waarin adht tot tien men- sohen van beiderlei kunne, kinderen en ouders door elkander heen, hun leven slij ten. En dit is nog wel het interieur der bé ter gesitueerden. In de krotten der min der -bedeelden, en deze vormen de meer derheid, is deze luxe totaal niet voorhan den. Daarin wordt uitsluitend op den vloer geslapen, onder wat stinkende vodden. Het artistieke eleiftent wordt in de hui zen van rijken en armen (want deze tegen stelling bestaat wel degelijk in dit para dijs van gelijkheid aller menschen!) uit sluitend vertegenwoordigd door wat goed- 't Ziekenfonds: lat Hjfp der Menschheld, Is In Leideni (kkjvoor U. Wacht dut niet tot rat te laat Is, Sluit U aany mferdoe het NU Ziekenfonds „Tot mlp der Menschheid'' zoeterwoudschh singel 2, tel. 25018 koope. oleografieën van Lenin en Stalin, die hun plaatsje aan den muur den wand luizen betwisten. De v straten zijn modderpaden, hier en daar bestrooid ^met de ongeklopte keien, die wij „kinderhoofdjes" noemen. Straat lantaarns bestaan er niet. Winkels zijn een onbekend; begrip en worden vervangen door groote regeeringsbarakken, waarin de vrouwen sinds jaar en dag dagelijks queue maken, om na eenige uren wachtens, het voedsel in ontvangst te nemen, dat de Sow- jetstaat zijn arbeiders genadiglijk toebe deelt. Denk niet, dat ik hier overdrijf. Honder den landgenooten-kameraden kunnen be vestigen, dat ik hier niets anders schets dan de simpele waarheid. De bevolking ziet er armoediger uit, dan woonwagenbewoners ten onzent. Het man nelijke deel loopt des zomers en winters in dezelfde kleeding. Dat is een vuile blouse, een jekker van doorgestikte gewatteerde stof, een grove bruine broek en laarzen, waarvan de schoen bestaat uit rubber, de schacht uit bruin canvas. Het hoofd is, ook in den felsten zonneschijn bedekt met de typische Sowjet-puntmuts, waarvan de bontgevoerde hals- en oorkleppen omhoog geslagen worden. Maar alles is even vies en versleten. Géén wonder, wanneer men bedenkt, dat alleen een nieuwe muts meer kost, dan de man in twee weken verdienen kan! Kinderen en vrouwen loopen barvoets. De vrouwen dragen overwegend een soort groote huishoudschort, bemorst en ge-* soheurd, een onooglijke boerinnenrok van gebloemd katoen en een hoofddoek. Dat is het straatbeeld van de „grooote" Sowjet- stad en de sociale toekomst, die de horden van Stalin ook in West-Europa wilden brengen, met het geweld van hun beest achtige wapenen Voor deze edele Sowjet-stad strekte zich een deel van de z.g. Stalin-linie uit. Daar voor was klaarblijkelijk wel allerlei beter bouwmateriaal beschikbaar. Massieve be tonnen bunkers waren hier ingericht met imeterddkke wanden in onafzienbare rijen en diep gestaffeld, ondersteund en onder ling verbonden door veldversterkingen en machinegeweernesten. Het voorterrein en de toegangswegen waren zoo ondermijnd als de krijgsgeschiedenis voorheen' niet kende. Tot dat doel werden niet alleen de békende metalen „teller-mimen" doch overwegend „holz-minen" gébruikt. Dat zijn eenvoudige houten kistjes, gevuld met pakjes springstof, die er uit zien als stuk jes gele zeep. Eenige malen hebben wij onverwacht plotseling tusschen deze mijnen gestaan, die zich slechts verraden door een recht hoekige verhooging in den bodem. Dan voelt men, dat de dood rondom loert, en is het zaak met rustige voeten en scherp- speurende oogen in ganzenmarsch den te rugweg te vinden naar den grooten weg. Hoewel ook deze zelf niet veilig is. Hout- mijnen zijn verraderlijke wapens, die bij hun explosie een oorverdoovenden knal geven en meestal de beenen afrukken van den ongelukkige die er op trapt. De Stalinlinie, die zich ongeveer 10 K.m. voor Luga uitstrekte, werd bij het krieken van den ochtennd bestormd door een in fanterie-divisie een S.S.-formatie,- waar bij een der secties onzer S.S.-Kriegsbe- riohteiikompanie was ingedeeld geno men en doorbroken. Om drie uur in den morgen werd de aanval ingezet. Om 3 uur 35 viel reeds de commandeur, generaal Muelverstaedt die eenvoudig gekleed als elk ander soldaat in een „tarnjacke" en staalhelm, zijn formatie in de voorste aan- valslinie aanvoerde door een voltreffer van een granaatwerper, welke hem in de borst trof. Een schoone heldendood voor dezen dapperen en geliefden legeraanvoer der. Eenige uren later hadden de Duitsche strijders hun 'generaal gewroken. Dwars dooor de mijnenvelden heen, dwars door het zwiepende en huilende machinegeweer- vuur, dat hen uit alle bunkers en veldver sterkingen tegenmoet spoot en dwars door het gierende en loeiende vuur der granaat werpers, die de bolsjewiek hier blijkbaar in ongekende massa samen had getrokken. Onze mannen leden zekerlijk smartelij ke verliezen, o.a. viel hier ook een der dap pere fotoverslaggevers van onze Duitsche zuster-P.K., Milert. Maar deze verliezen stonden niet in verhouding tot de massa slachting, welke werd aangericht onlder de Sowjet-horden, die zich hier offerden voor de sociale armoede, hen steeds als summum van beschaving aangeprezen door hun politieke commissarissen, die hen nu totdat ze zelf overijld de vlucht na men met 'het pistool in den rug, dwon gen tot een nutteloozen dood. S.S. Hauptstuermfuehrer, WOUTER HULSTIJN. Het rad van fortuin draait op do Amsterdamsche pleinen. Het is de moderne wijze, waarop de Winterhulp-loten op het oogenblik aan den man worden gebracht (Pax-Holland-De Haan m) fPxió toJcaie fbaeuen DE OMSINGELINGSSLAG IN HET OOSTEN. GROOTER DAN DIE VAN BIALYSTOK. Van Duitsche militaire zijde wordt aan het D.N.B. medegedeeld: Een indruk van den omvang vm den grooten slag, die in de omgeving van Kiew wordt gestreden, krijgt men, wanneer men weet, dat het ge bied, waarop strijd geleverd wordt en dat zich uitstrekt van de Desna (in het Noor den) tot den Dnjepr in het Westen en Zuidwesten, tot 200 kilometer ten Oosten van Kiew, een oppervlakte beslaat gelijk aan den driehoek MuenchenKeulen Stettin. Verder wordt medegedeeld, dat Duitsche gevechtsvliegtuigen den 19en September de ten Oosten van Poltawa terugtrekkende Sowjet-afdeelingen met succes hebben aangevallen. Gemotoriseerde colonnes wer den door scheervluchten uiteengejaagd en vernietigd. Belangrijke spoorlijnen en knooppunten in het gebied van den terug tocht der Sow jets werden vernield. De beteekenis van de operaties, die zich thans voltrekken in het gebied van den benedenloop van den Dnejpr en de Djesna is nog niet te overzien, aldus verneemt het D.N.B. in aanvulling op het weermacht- bericht van heden. Zooveel staat echter reeds vast, dat de Duitsche troepen een ring om vier Sovjet-armeeën gevormd heb ben en dat gerekend kan worden op de vernietiging van deze armeeën. Deze in Augustus aangevangen operaties gelijken eenigszins op den slag bij Bialystok in be gin Juli. met het onderscheid, dat de ge vechten van nu, zoowel wat gebied als tijd betreft, aanzienlijk omvangrijker zijn. De verliezen, welke de weermacht der Sow jets totdusver aan gevangenen geleden heeft, hebben het getal van 1.8 millioen overschreden. Hun aantal dooden is min stens even hoog, waarschijnlijk hooger. Hiertegenover probeert de vijandelijke pro paganda de uitwerking van deze Duitsche successen, die zij niet meer kan loochenen, aldus te verzwakken door de Duitsche ver liezen alleen aan dooden te stellen op een getal van 1.5 tot 2 millioen man. In wer kelijkheid bedragen onze verliezen, zooals nauwkeurig kon worden vastgesteld voor de periode van 22 Juni tot 31 Augustus 1941, bij het leger: (met inbegrip van de Waffen-SS) 84.354 dooden, 292.690 gewon den, 18.921 vermisten. Bij de luchtmacht: 1,542 dooden, 3.980 gewonden, 1.378 vermisten. Het Duitsche luchtwapen verloor tijdens den veldtocht in het Oosten tot den 31sten Augustus slechts een deel van de productie per maand, n.l. 725 vliegtuigen. HOE DE BOLSJEWISTEN IN LETLAND HUISHIELDEN. Volgens constateeringen van het Letland- sche Roode Kruis bedraagt tot dusver het aantal tijdens de bolsjewistenheerschappij in Letland weggevoerde, gearresteerde en omgebrachte personen 25.950, waarvan 16.237 mannen, 5:950 vrouwen en 3.315 be neden de 16 jaar. Slechts 351 personen kon den teruggevondén worden. Aangezien voortdurend nog gevallen bekend worden, raamt men het aantal slachtoffers op het dubbele van het reeds bekende aantal. DE OORLOG IN DE LUCHT ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN DUITSCHLAND. Britsche bommenwerpers hebben in den nacht van 19 op 20 September geprobeerd verschillende steden in Noord-Duitschland aan te vallen. De uitgeworpen brisant- en brandbommen veroorzaakten schade in woonwijken en eischten eenige slachtoffers aan dooden en gewonden onder de burger bevolking. Hevig, goed gericht luchtdoelge schut dwong den vijand zijn bommenlast van groote hoogte lukraak uit te werpen. Eenige vliegtuigen, die tot Berlijn probeer den door te dringen, slaagden er niet in door de luchtdoelversperring van de rijks hoofdstad heen te dringen. Een vijandelijk vliegtuig werd door het luchtdoelgeschut neergehaald. Van militaire-zijde wordt aan het D.N.B. medegedeeld, dat onder de aan het Weste lijke front en boven het Rijksgebied neer geschoten Britsche bemanningen den laat- sten tijd in toenemende mate niet-Engel- schen worden aangetroffen. Op eenige da gen in den laatsten tijd werden opvallend talrijke Canadeesche, Australische en Nieuw-Zeelandsche bemanningen met hun vliegtuigen door den Duitschen afweer neergeschoten. Terwijl de meeste van deze doodsvliegers uit de Dominions slechts als lijken konden worden geborgen, is een klein deel in Duitsche gevangenkampen op gesloten. Alleen onder de bij hun mislukten aanval op Berlijn neergeschoten 20 Brit sche vliegtuigen werden 5 bemanningen, d.w.z. 25 pet., van Canadeezen en Austra liërs geteld. DUITSCHE AANVAL OP SUEZ. Naar het D.N.B. verneemt, hebben Duit sche vliegtuigen in den afgeloopen nacht aanvallen op de reede van Suez gedaan. Petroleumraffinaderijen werden getroffen, waardoor brand ontstond. Te Port Said en in de havenwerken van Alexandrië werden eenige belangrijke militaire objecten ge troffen. IN 'N PAAR REGELS Menschensmokkel. Voor het Antwerpsche gerechtshof heeft een uit vijf personen bestaande bende te rechtgestaan, wegens het langs illegalen weg Joden naar het onbezette Frankrijk of naar Portugal brengen. Het bedrag, dat elk der langs dezen weg in veiligheid gebrachte Joden moest betalen, bedroeg 500.000 tot 800.000 francs. De Joden in Slowakije. Het Slöwaaksche ministerie van binnen- landsche zaken heeft een verordening uit gegeven, waarbij alle Joden verplicht wor den op de linkerzijde van hun costuum de Jodenster in gele kleur te dragen. De ontploffing op de Zweedsche torpedojagers. Het aantal dooden bij het ernstige ont ploffingsongeluk, waarbij drie Zweedsche torpedojagers zijn gezonken, is thans tot 35 gestegen. De opvatting, dat de oorzaak van de ramp gelegen is in het ontploffen van een torpedo, wint steeds meer aanhan gers. Ontsnappen was niet mogelijk. Een vluchtende sovjet-pantsertrein werd doo- het moordend vuur van de Duitsche troepen achterhaald en in brand geschoten (Orbis-Holland) DE RECTOR KOMT OP BEZOEK. Een mand, waar de bodem uitzak te Studenten worden aan den tand gevoeld Onrustbarende en verblijdende verschijnselen. 19 September. De vorige brief u herinnert zich mis schien: over kerkmeesters, modderslootjes, boerenjongens, langpootmuggen en radio toestellen heeft geen succes gehad. Het is diep-treurig dit te moeten vaststellen, maar het is in 't geheel niet ontmoedigend. Zoo spoedig zijn w« niet uit het veld ge- alagen. Een rector uit de buurt kwam eens ken nis maken. (Z.E. arriveerde in de oud-mo- dische koets van het gesticht, die ter plaatse en ver daarbuiten de „rollende bedstee" wordt genoemd). Toen het ge sprek op Leiden (waarmee hij door de engste familiebanden is verbonden) was uitgeloopen, speelde ik den goeden rector de krant in handen met den brief van vorige week 'Zaterdag. „Moet je dat lezen!" zei ik onverschillig- spottend. De rector knipte zijn brilledoos, zoo groot als een vioolkist, open. Na de goud omrande verrekijker met liturgische praal op zijn neus en achter zijn ooren te hebben vastgehaakt, begon hij verslonden te le zen. „Dat bestaat niet!" zei hij halfweg. „Wat bestaat niet?", hoorde ik nieuws gierig uit. „Dat een boerenkneggie zulke diepzin nige gedachten uitslaat". „Ik heb het toch zelf meegemaakt" flapte ik er uit, mezelf bijna op de tong bijtend om deze verregaande loslippigheid. De rector had echter nooit naar den heer Vlijmscherp geluisterd en wandelde er zonder vermoedens overheen. ,,'t Is wel aardig verzonnen", hield hij vol. ,,'t Lijkt me niet verzonnen", liet ik me wat omzichtiger uit. „Menschen, die den ganschelijken dag in de eenzaamheid zit ten, krijgen meer gelegenheid tot naden ken dan praatjes-makende handelsreizigers en hollende zakenlui". De rector was echter niet zoo gemakke lijk van zijn. a-propos af te brengen: „Toch geloof ik, dat het boerenkneggie maar een fantasietje is" tartte hij, on derwijl zijn bril wederom met zorg en toe wijding in het fluweel-gevoerde foedraal neer vleiend en met een zeemen lapje toe dekkend. „Laat het met dien boerenjongen zijn wat het is" zei ik, mijn geduld verlie zend (doch onder ons gezegd: het verhaal is historisch), „het is een feit, dat aan het geloof van heele eerbare en fatsoenlijke Christenen dikwijls de twijfel knaagt". „Daar heb ik nooit iets van gemerkt" antwoordde de rector. „De Zusters van het gesticht...." „Neen, de eerwaarde nonnen zullen niet zooveel moeilijkheden hebben" gaf ik toe. „Maar menschen in de wereld, en je behoeft daarbij niet eens aan de groote steden te denken, kunnen trouw hun ker kelijke plichten waarnemen, terwijl toch aan hun geloofszekerheid een en ander ha pert, dikwijls zelfs een heele boel". „Op /de manier van dat verzonnen boe renkneggie!" knipoogde de rector. „Het was niet verzonnen!" riep ik met kracht van overtuiging. „Hoe weet u dat?" hoorde de rector uit, thans zijn rechteroog toedrukkend, ge lijk hij eerst met het linker had gedaan. Mijn incognito begon te sidderen en te bibberen en viel met masker-en-al door de mand. De rector was nu in het Groot Geheim ingewijd, en daarmede tegelijkertijd in de samenzwering opgenomen. Het dramati sche verloop van het gesprek had echter in zooverre geen gevolgen, dat de rector, na een lange Gouwenaar gestopt te hebben (die in de rollende bedstee op wonderba re wijze ongeknakt was gebleven) onver droten op het thema door-praatte. „Die geloofstwijfels" zei hij, aan zijn. pijp trekkend en hijschend, „kunnen slechts ontstaan door een gebrek aan ge loofskennis, en ofschoon ik niet zoo bar lang in de zielzorg heb gestaan, is 't me wel gebleken dat daaraan soms iets ont breekt". „Zeg maar gerust: dikwijls en veel, zelfs bij menschen, die zich tot de ontwik kelden rekenen en ook gerekend mogen worden". En ik deed de rector verslag van een proefboring, die' onder Katholieke oudere-j aars studenten was gehouden, en van wie verscheidene niet wisten,wat transsubstantiatie beteekende, of die er vlak naast waren als er gevraagd werd naar de Onbevlekte Ontvangenis". „Dat is sterk" vond de rector. „Zouden we het niet eerder een zwakte noemen?" dacht ik. „En als zoo het „Groene Hout" is. begon de rector. Een verwaarloosd gedeelte van den Horstermeerpolder in het Noordelijk deel van Utrecht wordt herontgonnen en geschikt gemaakt voor bouw- en tuingrond (Pax-Holland-De Haan m) „Is het God-zij-dank wat minder-studen- tikoze deel der bevolking betreft, iets gun stiger gesteld" stelde ik hem gerust. „Ofschoon die jonge boer, die aan het stekelen pikken wasreed de rector genoegelijk-lachend op zijn stokpaardje voort. „In 't geheel geen onrustbarend ver schijnsel kan heeten. Een jongeman in zijn groeijaren legt af wat des kinds is; hij bezint zich op de geloofswaarheden, die hem van kindsbeen af zijn geleerd, en on derzoekt ze. Doch daarbijheeft hij voor lichting noodig, want alléén komt hij met zijn moeilijkheden niet uit de knoop". „De congregaties en de Zondagsmis zijn daartoe de geëigende bijeenkomsten" zei de rector. „Bij voorbeeld. En het verspreiden onder de jongelui (doch even goed onder de vol wassenen) van ontwikkelende lectuur. Er is enorme belangstelling voor dat blijkt wel uit de afname van het Canisius-bijbel- tje. Die belangstelling, die zucht tot ge loofsverdieping moeten de ouders aanmoe digen, terwijl ze er zelf óók profijt van kunnen trekken, en daarbij het voorbeeld kunnen geven". „Je kimt de menschen ook te veel ken nis willen instoppen", merkte de rector op, bedachtzaam aan zijn Gouwenaar zuigend. „Alles kan overdreven wórden" be aamde ik. „Maar ieder Katholiek in een land als het onze en in een tijd als de onze moet er onwrikbaar van overtuigd zijn, dat de Kerk de Kerk van Christus is, en Chris tus de Zoon van God, God-zelf". ,TOns geloof is een redelijk geloof" onderschreef de rector, „het berust niet op vrome gemoedsstemmingen, doch op de koele gedachtengang van het verstand". „Inderdaad; het klopt als een bus. En wanneer het verstand de grondwaarheden heeft aangenomen" deed ik er een schepje op „laait de geestdrift vanzelf op; de trouwe verknochtheid-tot-in-de- dood aan de waarheid en een alles beheer- schende,, het geheele leven beheerschende heldenvereering voor den Christus". „Wanneer u dat gesprek ook al aan de krant uitlevert" zei de rector „be sluit dan met de brief, die op Christus' be vel gericht werd tot de Kerk te Laodicea, en die precies op ons allen let we!: op ons allen, ook op ons beiden van toepas sing is". Dat beloofde ik hem. Hier is een verma ning uit den brief (ontleend aan het Boek der Openbaring), die op Christus bevel geschreven werd tot onze geloofsgenooten te Laodicea: „Ik ken uw werken, en weet, dat ge koud zijt noch warm. Och, waart ge maar koud of warm! Omdat ge lauw zijt, warm nóch koud, daarom zal Ik u uitspuwen uit mijn mond. Ik bestraf en tuchtig al, die Ik liefheb. Doe dus uw best en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en klop: wanneer iemand luistert naar mijn stem en de deur zal ont sluiten, dan zal Ik bij hem binnenkomen, den maaltijd met hem houden, en hij met Mij. Wie overwint zal'ik naast Mij op mijn troon doen zitten, zooals Ik zelf heb over wonnen, en met mijn Vader op zijn troon ben gezeten. Wie ooren heeft, hoore wat de Geest zegt tot de kerken". Amen. Het zij zoo. Pastoor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5