DUITSCHLAND
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1941
OF LFIOSCHE COURANT
TWEEDE BUD PAG. 5
STRIJDT VOOR EUROPA
De omsingellngsslag
beoosten Kieuw
HOOFDKWARTIER VAN DEN
FUEHRER, 19 Sept. (D.N.B.). Het op
perbevel van de Duitsche weermacht
maakte gisteren bekend:
De geconcentreerde aanvalsoperaties
van de legergroepen van generaal-
veldmaarschalk van Rundstedt en van
generaal-veldmaarschalk von Bock
hebben thans, zooals reeds in een ex-
trabericht is bekend gemaakt, geleid
tot een nieuwen geweldigen omsinge
lingsslag. In aansluiting op den slag
bij Gomel waren sterke strijdkrachten
opgedrongen naar den boven- en be
nedenloop van den Desna om in hard
nekkige gevechten den overgang over
de rivier te forceeren. Van nier uit
werd de aanval naar het Zuiden voort
gezet om een verbinding tot stand te
brengen met een afdeeling, die den
Dnjepr aan weerszijden van Kre-
mentsjoeg onder de moeilijkste om
standigheden over een breedte van
120 kilometer had overwonnen en in
den strijd was geworpen voor een aan
val naar het Noorden. Sedert 13 Sep
tember is de vereeniging van deze
strijdkrachten, tweehonderd kilometer
ten Oosten van Kief voltooid. Zoo
doende is de ring om vier Sowjetlegers
gesloten. Hun vernietiging is in volleli
gang. Aan het schitterende verloop
van deze operaties hebben de lucht
vloten van generaloberst Loehr en van
generaal-veldmaarschalk Kesselring
een groot aandeel.
Gevechtsvliegtuigen hebben in den
nacht van 18 op 19 September Moskou
alsmede de stad en de haven Odessa
met goede uitwerking aangevallen. Er
ontstonden talrijke branden.
Aan de Britsche Oostkust bombar
deerden gevechtsvliegtuigen verschil
lende belangrijke militaire inrichtin
gen.
Bij pogingen van den vijand om gis
termiddag naar Nederland en de be
zette gebieden aan het Kanaal, te vlie
gen schoten jagers, luchtdoelartillerie
en mijnvegers twintig Britsche vlieg
tuigen, waaronder vier bommenwer
pers omlaag. De vijand heeft noch
overdag, noch des nachts, geen mili
taire acties boven het Duitsche gebied
ondernomen.
Een ooggetuige over de
strijd bij Luga.
S.S.-P.K. BERICHT NE. 3.
S.S.-P.K. Nederlandi ergens na^ij Du-
ga, 19 Sept. Luga is een groote stad. Zij
staat op vrijwel alle kaarten aangegeven
ergens midden in de onmetelijke Russische
uitgestrektheid tusschen het Peiipus- en
het Ilmenmeer. De. onbeschrijflijk slechte
„rolweg", die van Pleskau daarheen leidt,
verandert vijf kilometer voor Luga plotse
ling in een welonderhouden asfaltweg, om
eenige kilometers achter de stad even on
verwacht weer te degradeeren tot middel-
eeuwsch karrespoor; de hoofdverbindings
weg met St. Petersburg.
Luga is evenwel geen stad naar Euro-
peesohe (begrippen. De eenige groote stee-
nen gebouwen, die men er nog vrij wel on
gerept aantreft, zijn de onvriendelijke, vele
verdiepingen hooge, roodbaksteen en ka
zernes. Vender vindt men er een verzame
ling armoedige houten huisjes, die elke
•beschrijving tarten. De huisjes zien er ver
weerd uit, omdat men in de Sowjet-Unie
verf (blijkbaar als overbodige luxe be
schouwt. De vensters zijn klein en bezet
met nog kleinere glasruitjes, waarvoor
slechts bij uitzondering een linnen vod
hangt als gordijn. De daken zijn met stroo
gedekt of bezet met kleine houten dak
pannen. Binnen deze huisjes hangt armoe
de en spinrag. Meubelen ziet men er miet
in. Alleen wat onoogelijke goedkocxpe fa-
briekstoelen en met vuil imitatiezeil be
spijkerde tafels. Eenige ijzeren ledikanten
staan in elke kamer. Het stroo hangt uit
de ruwjuten peluws en verder liggen er
wat stroozafcken, zoo maar op den houten
vloer. Een groote gemetselde schoorsteen
met een gietijzeren vuurplaat is het eenige
in deze kamers, waarin adht tot tien men-
sohen van beiderlei kunne, kinderen en
ouders door elkander heen, hun leven slij
ten. En dit is nog wel het interieur der bé
ter gesitueerden. In de krotten der min
der -bedeelden, en deze vormen de meer
derheid, is deze luxe totaal niet voorhan
den. Daarin wordt uitsluitend op den vloer
geslapen, onder wat stinkende vodden.
Het artistieke eleiftent wordt in de hui
zen van rijken en armen (want deze tegen
stelling bestaat wel degelijk in dit para
dijs van gelijkheid aller menschen!) uit
sluitend vertegenwoordigd door wat goed-
't Ziekenfonds: lat Hjfp der Menschheld,
Is In Leideni (kkjvoor U.
Wacht dut niet tot rat te laat Is,
Sluit U aany mferdoe het NU
Ziekenfonds „Tot mlp der Menschheid''
zoeterwoudschh singel 2, tel. 25018
koope. oleografieën van Lenin en Stalin,
die hun plaatsje aan den muur den wand
luizen betwisten.
De v straten zijn modderpaden, hier en
daar bestrooid ^met de ongeklopte keien,
die wij „kinderhoofdjes" noemen. Straat
lantaarns bestaan er niet. Winkels zijn een
onbekend; begrip en worden vervangen
door groote regeeringsbarakken, waarin de
vrouwen sinds jaar en dag dagelijks queue
maken, om na eenige uren wachtens, het
voedsel in ontvangst te nemen, dat de Sow-
jetstaat zijn arbeiders genadiglijk toebe
deelt.
Denk niet, dat ik hier overdrijf. Honder
den landgenooten-kameraden kunnen be
vestigen, dat ik hier niets anders schets
dan de simpele waarheid.
De bevolking ziet er armoediger uit, dan
woonwagenbewoners ten onzent. Het man
nelijke deel loopt des zomers en winters in
dezelfde kleeding. Dat is een vuile blouse,
een jekker van doorgestikte gewatteerde
stof, een grove bruine broek en laarzen,
waarvan de schoen bestaat uit rubber, de
schacht uit bruin canvas. Het hoofd is, ook
in den felsten zonneschijn bedekt met de
typische Sowjet-puntmuts, waarvan de
bontgevoerde hals- en oorkleppen omhoog
geslagen worden. Maar alles is even vies
en versleten. Géén wonder, wanneer men
bedenkt, dat alleen een nieuwe muts meer
kost, dan de man in twee weken verdienen
kan!
Kinderen en vrouwen loopen barvoets.
De vrouwen dragen overwegend een soort
groote huishoudschort, bemorst en ge-*
soheurd, een onooglijke boerinnenrok van
gebloemd katoen en een hoofddoek. Dat
is het straatbeeld van de „grooote" Sowjet-
stad en de sociale toekomst, die de horden
van Stalin ook in West-Europa wilden
brengen, met het geweld van hun beest
achtige wapenen
Voor deze edele Sowjet-stad strekte zich
een deel van de z.g. Stalin-linie uit. Daar
voor was klaarblijkelijk wel allerlei beter
bouwmateriaal beschikbaar. Massieve be
tonnen bunkers waren hier ingericht met
imeterddkke wanden in onafzienbare rijen
en diep gestaffeld, ondersteund en onder
ling verbonden door veldversterkingen en
machinegeweernesten. Het voorterrein en
de toegangswegen waren zoo ondermijnd
als de krijgsgeschiedenis voorheen' niet
kende. Tot dat doel werden niet alleen de
békende metalen „teller-mimen" doch
overwegend „holz-minen" gébruikt. Dat
zijn eenvoudige houten kistjes, gevuld met
pakjes springstof, die er uit zien als stuk
jes gele zeep.
Eenige malen hebben wij onverwacht
plotseling tusschen deze mijnen gestaan,
die zich slechts verraden door een recht
hoekige verhooging in den bodem. Dan
voelt men, dat de dood rondom loert, en
is het zaak met rustige voeten en scherp-
speurende oogen in ganzenmarsch den te
rugweg te vinden naar den grooten weg.
Hoewel ook deze zelf niet veilig is. Hout-
mijnen zijn verraderlijke wapens, die bij
hun explosie een oorverdoovenden knal
geven en meestal de beenen afrukken van
den ongelukkige die er op trapt.
De Stalinlinie, die zich ongeveer 10 K.m.
voor Luga uitstrekte, werd bij het krieken
van den ochtennd bestormd door een in
fanterie-divisie een S.S.-formatie,- waar
bij een der secties onzer S.S.-Kriegsbe-
riohteiikompanie was ingedeeld geno
men en doorbroken. Om drie uur in den
morgen werd de aanval ingezet. Om 3 uur
35 viel reeds de commandeur, generaal
Muelverstaedt die eenvoudig gekleed
als elk ander soldaat in een „tarnjacke" en
staalhelm, zijn formatie in de voorste aan-
valslinie aanvoerde door een voltreffer
van een granaatwerper, welke hem in de
borst trof. Een schoone heldendood voor
dezen dapperen en geliefden legeraanvoer
der.
Eenige uren later hadden de Duitsche
strijders hun 'generaal gewroken. Dwars
dooor de mijnenvelden heen, dwars door
het zwiepende en huilende machinegeweer-
vuur, dat hen uit alle bunkers en veldver
sterkingen tegenmoet spoot en dwars door
het gierende en loeiende vuur der granaat
werpers, die de bolsjewiek hier blijkbaar
in ongekende massa samen had getrokken.
Onze mannen leden zekerlijk smartelij
ke verliezen, o.a. viel hier ook een der dap
pere fotoverslaggevers van onze Duitsche
zuster-P.K., Milert. Maar deze verliezen
stonden niet in verhouding tot de massa
slachting, welke werd aangericht onlder
de Sowjet-horden, die zich hier offerden
voor de sociale armoede, hen steeds als
summum van beschaving aangeprezen
door hun politieke commissarissen, die hen
nu totdat ze zelf overijld de vlucht na
men met 'het pistool in den rug, dwon
gen tot een nutteloozen dood.
S.S. Hauptstuermfuehrer,
WOUTER HULSTIJN.
Het rad van fortuin draait op do Amsterdamsche pleinen. Het is de moderne
wijze, waarop de Winterhulp-loten op het oogenblik aan den man worden
gebracht (Pax-Holland-De Haan m)
fPxió toJcaie fbaeuen
DE OMSINGELINGSSLAG
IN HET OOSTEN.
GROOTER DAN DIE VAN BIALYSTOK.
Van Duitsche militaire zijde wordt aan
het D.N.B. medegedeeld: Een indruk van
den omvang vm den grooten slag, die in
de omgeving van Kiew wordt gestreden,
krijgt men, wanneer men weet, dat het ge
bied, waarop strijd geleverd wordt en dat
zich uitstrekt van de Desna (in het Noor
den) tot den Dnjepr in het Westen en
Zuidwesten, tot 200 kilometer ten Oosten
van Kiew, een oppervlakte beslaat gelijk
aan den driehoek MuenchenKeulen
Stettin.
Verder wordt medegedeeld, dat Duitsche
gevechtsvliegtuigen den 19en September
de ten Oosten van Poltawa terugtrekkende
Sowjet-afdeelingen met succes hebben
aangevallen. Gemotoriseerde colonnes wer
den door scheervluchten uiteengejaagd en
vernietigd. Belangrijke spoorlijnen en
knooppunten in het gebied van den terug
tocht der Sow jets werden vernield.
De beteekenis van de operaties, die zich
thans voltrekken in het gebied van den
benedenloop van den Dnejpr en de Djesna
is nog niet te overzien, aldus verneemt
het D.N.B. in aanvulling op het weermacht-
bericht van heden. Zooveel staat echter
reeds vast, dat de Duitsche troepen een
ring om vier Sovjet-armeeën gevormd heb
ben en dat gerekend kan worden op de
vernietiging van deze armeeën. Deze in
Augustus aangevangen operaties gelijken
eenigszins op den slag bij Bialystok in be
gin Juli. met het onderscheid, dat de ge
vechten van nu, zoowel wat gebied als tijd
betreft, aanzienlijk omvangrijker zijn.
De verliezen, welke de weermacht der
Sow jets totdusver aan gevangenen geleden
heeft, hebben het getal van 1.8 millioen
overschreden. Hun aantal dooden is min
stens even hoog, waarschijnlijk hooger.
Hiertegenover probeert de vijandelijke pro
paganda de uitwerking van deze Duitsche
successen, die zij niet meer kan loochenen,
aldus te verzwakken door de Duitsche ver
liezen alleen aan dooden te stellen op een
getal van 1.5 tot 2 millioen man. In wer
kelijkheid bedragen onze verliezen, zooals
nauwkeurig kon worden vastgesteld voor
de periode van 22 Juni tot 31 Augustus
1941, bij het leger: (met inbegrip van de
Waffen-SS) 84.354 dooden, 292.690 gewon
den, 18.921 vermisten.
Bij de luchtmacht: 1,542 dooden, 3.980
gewonden, 1.378 vermisten. Het Duitsche
luchtwapen verloor tijdens den veldtocht
in het Oosten tot den 31sten Augustus
slechts een deel van de productie per
maand, n.l. 725 vliegtuigen.
HOE DE BOLSJEWISTEN IN LETLAND
HUISHIELDEN.
Volgens constateeringen van het Letland-
sche Roode Kruis bedraagt tot dusver het
aantal tijdens de bolsjewistenheerschappij
in Letland weggevoerde, gearresteerde en
omgebrachte personen 25.950, waarvan
16.237 mannen, 5:950 vrouwen en 3.315 be
neden de 16 jaar. Slechts 351 personen kon
den teruggevondén worden. Aangezien
voortdurend nog gevallen bekend worden,
raamt men het aantal slachtoffers op het
dubbele van het reeds bekende aantal.
DE OORLOG IN DE LUCHT
ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
DUITSCHLAND.
Britsche bommenwerpers hebben in den
nacht van 19 op 20 September geprobeerd
verschillende steden in Noord-Duitschland
aan te vallen. De uitgeworpen brisant- en
brandbommen veroorzaakten schade in
woonwijken en eischten eenige slachtoffers
aan dooden en gewonden onder de burger
bevolking. Hevig, goed gericht luchtdoelge
schut dwong den vijand zijn bommenlast
van groote hoogte lukraak uit te werpen.
Eenige vliegtuigen, die tot Berlijn probeer
den door te dringen, slaagden er niet in
door de luchtdoelversperring van de rijks
hoofdstad heen te dringen. Een vijandelijk
vliegtuig werd door het luchtdoelgeschut
neergehaald.
Van militaire-zijde wordt aan het D.N.B.
medegedeeld, dat onder de aan het Weste
lijke front en boven het Rijksgebied neer
geschoten Britsche bemanningen den laat-
sten tijd in toenemende mate niet-Engel-
schen worden aangetroffen. Op eenige da
gen in den laatsten tijd werden opvallend
talrijke Canadeesche, Australische en
Nieuw-Zeelandsche bemanningen met hun
vliegtuigen door den Duitschen afweer
neergeschoten. Terwijl de meeste van deze
doodsvliegers uit de Dominions slechts als
lijken konden worden geborgen, is een
klein deel in Duitsche gevangenkampen op
gesloten. Alleen onder de bij hun mislukten
aanval op Berlijn neergeschoten 20 Brit
sche vliegtuigen werden 5 bemanningen,
d.w.z. 25 pet., van Canadeezen en Austra
liërs geteld.
DUITSCHE AANVAL OP SUEZ.
Naar het D.N.B. verneemt, hebben Duit
sche vliegtuigen in den afgeloopen nacht
aanvallen op de reede van Suez gedaan.
Petroleumraffinaderijen werden getroffen,
waardoor brand ontstond. Te Port Said en
in de havenwerken van Alexandrië werden
eenige belangrijke militaire objecten ge
troffen.
IN 'N PAAR REGELS
Menschensmokkel.
Voor het Antwerpsche gerechtshof heeft
een uit vijf personen bestaande bende te
rechtgestaan, wegens het langs illegalen
weg Joden naar het onbezette Frankrijk of
naar Portugal brengen. Het bedrag, dat elk
der langs dezen weg in veiligheid gebrachte
Joden moest betalen, bedroeg 500.000 tot
800.000 francs.
De Joden in Slowakije.
Het Slöwaaksche ministerie van binnen-
landsche zaken heeft een verordening uit
gegeven, waarbij alle Joden verplicht wor
den op de linkerzijde van hun costuum de
Jodenster in gele kleur te dragen.
De ontploffing op de Zweedsche
torpedojagers.
Het aantal dooden bij het ernstige ont
ploffingsongeluk, waarbij drie Zweedsche
torpedojagers zijn gezonken, is thans tot
35 gestegen. De opvatting, dat de oorzaak
van de ramp gelegen is in het ontploffen
van een torpedo, wint steeds meer aanhan
gers.
Ontsnappen was niet mogelijk. Een vluchtende sovjet-pantsertrein werd
doo- het moordend vuur van de Duitsche troepen achterhaald en in brand
geschoten (Orbis-Holland)
DE RECTOR KOMT OP BEZOEK.
Een mand, waar de bodem uitzak
te Studenten worden aan den
tand gevoeld Onrustbarende en
verblijdende verschijnselen.
19 September.
De vorige brief u herinnert zich mis
schien: over kerkmeesters, modderslootjes,
boerenjongens, langpootmuggen en radio
toestellen heeft geen succes gehad. Het
is diep-treurig dit te moeten vaststellen,
maar het is in 't geheel niet ontmoedigend.
Zoo spoedig zijn w« niet uit het veld ge-
alagen.
Een rector uit de buurt kwam eens ken
nis maken. (Z.E. arriveerde in de oud-mo-
dische koets van het gesticht, die ter
plaatse en ver daarbuiten de „rollende
bedstee" wordt genoemd). Toen het ge
sprek op Leiden (waarmee hij door
de engste familiebanden is verbonden)
was uitgeloopen, speelde ik den goeden
rector de krant in handen met den brief
van vorige week 'Zaterdag.
„Moet je dat lezen!" zei ik onverschillig-
spottend.
De rector knipte zijn brilledoos, zoo
groot als een vioolkist, open. Na de goud
omrande verrekijker met liturgische praal
op zijn neus en achter zijn ooren te hebben
vastgehaakt, begon hij verslonden te le
zen.
„Dat bestaat niet!" zei hij halfweg.
„Wat bestaat niet?", hoorde ik nieuws
gierig uit.
„Dat een boerenkneggie zulke diepzin
nige gedachten uitslaat".
„Ik heb het toch zelf meegemaakt"
flapte ik er uit, mezelf bijna op de tong
bijtend om deze verregaande loslippigheid.
De rector had echter nooit naar den heer
Vlijmscherp geluisterd en wandelde er
zonder vermoedens overheen.
,,'t Is wel aardig verzonnen", hield hij
vol.
,,'t Lijkt me niet verzonnen", liet ik me
wat omzichtiger uit. „Menschen, die den
ganschelijken dag in de eenzaamheid zit
ten, krijgen meer gelegenheid tot naden
ken dan praatjes-makende handelsreizigers
en hollende zakenlui".
De rector was echter niet zoo gemakke
lijk van zijn. a-propos af te brengen:
„Toch geloof ik, dat het boerenkneggie
maar een fantasietje is" tartte hij, on
derwijl zijn bril wederom met zorg en toe
wijding in het fluweel-gevoerde foedraal
neer vleiend en met een zeemen lapje toe
dekkend.
„Laat het met dien boerenjongen zijn
wat het is" zei ik, mijn geduld verlie
zend (doch onder ons gezegd: het verhaal
is historisch), „het is een feit, dat aan het
geloof van heele eerbare en fatsoenlijke
Christenen dikwijls de twijfel knaagt".
„Daar heb ik nooit iets van gemerkt"
antwoordde de rector. „De Zusters van
het gesticht...."
„Neen, de eerwaarde nonnen zullen niet
zooveel moeilijkheden hebben" gaf ik
toe. „Maar menschen in de wereld, en
je behoeft daarbij niet eens aan de groote
steden te denken, kunnen trouw hun ker
kelijke plichten waarnemen, terwijl toch
aan hun geloofszekerheid een en ander ha
pert, dikwijls zelfs een heele boel".
„Op /de manier van dat verzonnen boe
renkneggie!" knipoogde de rector.
„Het was niet verzonnen!" riep ik
met kracht van overtuiging.
„Hoe weet u dat?" hoorde de rector
uit, thans zijn rechteroog toedrukkend, ge
lijk hij eerst met het linker had gedaan.
Mijn incognito begon te sidderen en te
bibberen en viel met masker-en-al door
de mand.
De rector was nu in het Groot Geheim
ingewijd, en daarmede tegelijkertijd in de
samenzwering opgenomen. Het dramati
sche verloop van het gesprek had echter
in zooverre geen gevolgen, dat de rector,
na een lange Gouwenaar gestopt te hebben
(die in de rollende bedstee op wonderba
re wijze ongeknakt was gebleven) onver
droten op het thema door-praatte.
„Die geloofstwijfels" zei hij, aan zijn.
pijp trekkend en hijschend, „kunnen
slechts ontstaan door een gebrek aan ge
loofskennis, en ofschoon ik niet zoo bar
lang in de zielzorg heb gestaan, is 't me
wel gebleken dat daaraan soms iets ont
breekt".
„Zeg maar gerust: dikwijls en veel,
zelfs bij menschen, die zich tot de ontwik
kelden rekenen en ook gerekend mogen
worden". En ik deed de rector verslag van
een proefboring, die' onder Katholieke
oudere-j aars studenten was gehouden, en
van wie verscheidene niet wisten,wat
transsubstantiatie beteekende, of die er
vlak naast waren als er gevraagd werd
naar de Onbevlekte Ontvangenis".
„Dat is sterk" vond de rector.
„Zouden we het niet eerder een zwakte
noemen?" dacht ik.
„En als zoo het „Groene Hout" is.
begon de rector.
Een verwaarloosd gedeelte van den
Horstermeerpolder in het Noordelijk
deel van Utrecht wordt herontgonnen
en geschikt gemaakt voor bouw- en
tuingrond (Pax-Holland-De Haan m)
„Is het God-zij-dank wat minder-studen-
tikoze deel der bevolking betreft, iets gun
stiger gesteld" stelde ik hem gerust.
„Ofschoon die jonge boer, die aan het
stekelen pikken wasreed de rector
genoegelijk-lachend op zijn stokpaardje
voort.
„In 't geheel geen onrustbarend ver
schijnsel kan heeten. Een jongeman in zijn
groeijaren legt af wat des kinds is; hij
bezint zich op de geloofswaarheden, die
hem van kindsbeen af zijn geleerd, en on
derzoekt ze. Doch daarbijheeft hij voor
lichting noodig, want alléén komt hij met
zijn moeilijkheden niet uit de knoop".
„De congregaties en de Zondagsmis zijn
daartoe de geëigende bijeenkomsten"
zei de rector.
„Bij voorbeeld. En het verspreiden onder
de jongelui (doch even goed onder de vol
wassenen) van ontwikkelende lectuur. Er
is enorme belangstelling voor dat blijkt
wel uit de afname van het Canisius-bijbel-
tje. Die belangstelling, die zucht tot ge
loofsverdieping moeten de ouders aanmoe
digen, terwijl ze er zelf óók profijt van
kunnen trekken, en daarbij het voorbeeld
kunnen geven".
„Je kimt de menschen ook te veel ken
nis willen instoppen", merkte de rector op,
bedachtzaam aan zijn Gouwenaar zuigend.
„Alles kan overdreven wórden" be
aamde ik. „Maar ieder Katholiek in een
land als het onze en in een tijd als de onze
moet er onwrikbaar van overtuigd zijn, dat
de Kerk de Kerk van Christus is, en Chris
tus de Zoon van God, God-zelf".
,TOns geloof is een redelijk geloof"
onderschreef de rector, „het berust niet op
vrome gemoedsstemmingen, doch op de
koele gedachtengang van het verstand".
„Inderdaad; het klopt als een bus. En
wanneer het verstand de grondwaarheden
heeft aangenomen" deed ik er een
schepje op „laait de geestdrift vanzelf
op; de trouwe verknochtheid-tot-in-de-
dood aan de waarheid en een alles beheer-
schende,, het geheele leven beheerschende
heldenvereering voor den Christus".
„Wanneer u dat gesprek ook al aan de
krant uitlevert" zei de rector „be
sluit dan met de brief, die op Christus' be
vel gericht werd tot de Kerk te Laodicea,
en die precies op ons allen let we!: op
ons allen, ook op ons beiden van toepas
sing is".
Dat beloofde ik hem. Hier is een verma
ning uit den brief (ontleend aan het Boek
der Openbaring), die op Christus bevel
geschreven werd tot onze geloofsgenooten
te Laodicea:
„Ik ken uw werken, en weet, dat ge
koud zijt noch warm. Och, waart ge maar
koud of warm! Omdat ge lauw zijt, warm
nóch koud, daarom zal Ik u uitspuwen uit
mijn mond.
Ik bestraf en tuchtig al, die Ik liefheb.
Doe dus uw best en bekeer u. Zie, Ik sta
aan de deur en klop: wanneer iemand
luistert naar mijn stem en de deur zal ont
sluiten, dan zal Ik bij hem binnenkomen,
den maaltijd met hem houden, en hij met
Mij.
Wie overwint zal'ik naast Mij op mijn
troon doen zitten, zooals Ik zelf heb over
wonnen, en met mijn Vader op zijn troon
ben gezeten.
Wie ooren heeft, hoore wat de Geest
zegt tot de kerken".
Amen. Het zij zoo.
Pastoor.