Punten-vriie artikelen MDDE-AFDEELING deGro®t GEPROLONGEERD op veelvuldig verzoek LAAT It 11^ ZIJN" BELASTIN^OEppEDEN HOOGSTRATEN's BdefcHoudbureau Adverteert in De Leidsche Courant Heden overleed tot onze diepe droefheid, na een langdurig geduldig gedra gen lijden, voorzien van de H.H. Sacramenten der Stervenden, mij\ lieve HA deni o bijna 64Fjai fit aller naam: C. DE JONG. Rii* Seren, Kleinkin- jflor'en en Verloofden De H. Uitvaartdienst heeft plaats Maandag 22 Sept. a.s. te half 10 Parochiekerk van den H. Jacobus te Oude We tering. 1596 Oude Wetering, 17 Sept. 1941. N.V. Meelfabriek „de Rijn" v/h Fa.-Wed. T. J. BOTS (EIDEH. gewone'- algemeene ver- GADÉRItIG VAW^ANDEEL- HOU DEP SI der \Y. Meelfa briek Jde^Rijn,". v/b Fa. Wed. T. J^-rfOTÜB te'Leinen op Vrij dag 3 October 1941 des n.m. 4 uur, in ^afé Restaurant „In den vergulden Turk", Breestraat te Leiden. V' 1591 De agenda ligt ten kantore der Vennootschap ter inzage, vanaf den dag der oproeping, Aandeelhouders moeten, om toegang tot de vergadering te verkrijgen hun aandeelen vóór of op 26 September a.s. ten kantore der Vennootschap de- poneeren, DE DIRECTIE „is ergj deftig. Dat heeft ze nog iyan yroeger, toen dat getyonfe^was. Toch leefh ze rvam ee\ beschei den 'wenSpeh,. fmar klee- dingf. diefyltijdj&eer ver zorgd if,\aat ze maken door bnze^Shaaister. Maar ze staat op zelf de fourniturenr te koopen bij De Groot. Zij zegt: nergens vindt je zulke gedistingeerde knoopen, kraagjes, ceintuurs, enz. als bij: DONKERSTEEG 1 TEL. 20706 1594 LANGE MARE 104 - LÜÈ EN - EfËftpON 24668 UITSLUITEK^ v< IOR Ml |vERlfOGENDEN Spreekuren 1592 Maandag- en Q igmiddag 5 6 uur LEIMU1DEN Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door B. VERHEUGD Officieele publicatie van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart VERVAARDIGING VAN HOUTSKOOL Ingevolge bekendmaking in de Nederlandsche Staatscourant van 19 September 1941, no. 183, is het met ingang van 20 Sep tember 1941 verboden zonder vergunning van den Directeur van het Rijksbureau voor Hout, hout tot houtskool te verwerken of te doen verwerken. 1600 Het Rijksbureau voor Hout is gevestigd te Amsterdam, Drie- Koningenstraat 4. Officieelé publicatie van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart. HERIJK VAN MATEN EN GEWICHTEN Per 1 October a.s. moeten alle maten en gewichten van het goedkeuringsmerk zijn voorzien. Er wordt nogmaals de aandacht op gevestigd, dat alle maten en gewichten op 1 October 1941 voorzien moeten zijn van het goedkeuringsmerk n. Maten en gewichten, die dit goedkeuringsmerk nog niet dragen behooren zoo spoedig mogelijk en in elk geval vóór 1 October a.s. aan een ijkkantoor ten herijk te worden aangeboden. 1593 POLICLINIEK VOOR KLEINE HUISDIEREN Zaterdagmiddag 23 uur op Zondag 21 a.s. Aanvang 71/? uur Prijzen' f 0.75 en f 0.ÖD.jKaartenverkoop en Plaatsbespr. aan het Wilibrord Gebouw, Oegstgeest, op Zaterdag van 2—4 uur en van uurï °P Zondag van 10—I uur Inkomsten-ten Vermogensbelasting, Omzetbelasting, Loonbelastftig enz. 1481 CRONESTEINKADE ZO - TEL. 25754 geen maagpijn geen slijm of verstopping, dus geen hoofdpijn, /altijd fit... bij 't gebruik van MAAGVERSTERKENDE EN SLIJMAFDRIJVENDE P I L L i N van Apotheker GROÖTENDORST Eigere'rs URBANUSPILLEN 30 ct. Verkrijgbaar bij Apoth. A Drogisten. Spaarzaamheid is nu geboden. In deze tijden kan men juist door reclame (couran ten-reclajne) zijn cliëntèle een inzioht geven in den toestand van het bedrijf. g Men kan spaarzaamheid aanbevelen of andere ad viezen geven en bewaart bovendien ^et contact met zijn afnemers. Dit is in Uw voordeel, p Daarom tè couranten-reclame ook nu /niet te vervangen In onze indt U nog steeds een buitengewone keuze Nieuw Zwaar was de strijd om Viborg. Van een spoorwegovergang bleet De haveninstallatie van Reval is verwoest De terugtrekkende niet meer over dan een ruïne van steen en ijzer (Orbis-Holl.nd) Sovjet-troepen hadden op hun vlucht alles vernield (Orbi,-Holland) VERBOUW VAN STOPPELGEWASSEN GEEFT 3 OOGSTEN IN 2 JAM 1''/. '/v - f STOPPELGEWASSEN ooo.oóohó. 2.129.000 ha. KLOMPERTJE KLOMP, EEN ECHTE HOLLANDSCHE JONGEN 46. Vader Klomp kon goed lachen, dat alles zoo best ging, maar Piet lachte heele- maal niet. Die kreeg, evenals zij twee ka meraden het verdiende loon. Met een ge weldigen smak kwam hij op straat terecht, precies op een steenen paal, die natuurlijk niet meegaf. Daar zie je hem liggen. 47. Wat v/as dat avontuur goed afgeloo- pen. Klompertje was wel even heel be nauwd geweest, toen hij daar zoo vast ge bonden op een stoel tusschen de boeven zat, maar toen hij weer trots naast zijn gelukkigen vader liep, was alle leed al weer vergeten. 48. De wandeling naar huis was niet zoo ver, ^ant Palingdam is geen groot dorp, dus kwam het ouderlijk huis van Klomper tje al gauw in het zicht en de klein man had al dadelijk moeder aan de deur zien staan, die uitkeek, waar of vader en haar lekkere zoon toch wel bleven. FEUILLETON DE VLUCHTELING VA£I CAYENNE door OTTO BINNS. Geautoriseerde vertaling. 15) Alles wat hij bezat dankte hij aan dat eenvoudige echtpaar, dat hem, met gevaar voor eigen vrijheid, bijgestaan had in het uur van doodsgevaar. Zijn hart zwol van dankbaarheid, terwijl hij, vanwege zijn verbonden schouder nog een beetje onwen nig voortpagaaide, en toen hij een bocht in de rivier naderde, hield hij een oogenblik op en keek achterwaarts. Iienrillia zwaaide met een reusachtigen, felgekleurden doek, en zwaar klonk de stem van Ohristopjhe over het water: „Bon voyage, monsieur!" Adieu, Henrillia, adieu Christophe", schreeuwde hij terug en pagaaide dan de bocht om, uit het gezicht van de goede menschen. De tocht, dien hjj ging ondernemen was een wanhopig waagstuk, daarvan was hij zich ten volle bewust, maar het was een pleiziertochtje in vergelijking met zijn toestand van een week terug, toen hij, na zijn ontsnapping in de verongelukte boot weer tot bewustzijn was gekomen en be merkt had dat hij alleen was, met een aan geschoten schouder. Hij was vertrouwd met het oerwoud, en hij kende de gesteld heid van het binnenland zeer goed, daar hij er gedurende vele jaren als diamant- zoeker rondgezworven had. In de rivieren leefde visch in overvloed, en met behulp van strikken kon men gemakkelijk een aantal een aantal vogels vangen; er be stond slechter voedsel dan tapirvleesch, en gebakken aap was ook zeer smakelijk tenminste als men het geluk had een van die dieren te vangen. Het woud was een ware voorraadschuur, hij zou honing kun nen zoeken, en noten en andere wilde vruchten, als hij zuinig omging met het- ,geen hij van Henrillia meegekregen had, zou hij heusch niet van honger omkomen! Hij wist, dat hij ontelbare gevaren te gemoet ging, maar daar kon hij zich met wat geluk wel doorheen slaan, terwijl te ruggaan een zekeren dood zou beteeke- nen. Hoewel de bewaker niet door zijn hand gevallen was, zou men hem van me deplichtigheid beschuldigen en dan zou hij zijn straf niet ontloopen. Het woud, on danks al zijn gevaren, was ver-uit de vei ligste verblijfplaats voor hem. Naarmate hij voortroeide, verbreedde de rivier zich. In glanzende kleuren weer spiegelde het water de langs den kant staande hoornen. De muur van levend groen waar hij langs voer, was een ware verrukking voor het oog. Geweldige waaierpluimen verhieven zich tegen den donkeren achtergrond, afgewisseld door reusachtige bamboesteelen van ongekende omvang, en een enkelen stam van een he- melhoogen katoenboom. En tusschen dit alles slingerden zich de slanke guirlandes der lianen. Groote vlinders met schitterende kleur- schakeeringen fladderden rusteloos over het water en langs het groen, en groenge- vederde papegaaien vlogen krijschend heen en weer. Langdon schonk echter niet de minste aandacht aan dit alles; zelfs het gezicht van een jaguar, die aan een kleinen inham van de rivier stond te drinken en hem met woeste oogén begluurde liet hem onbewo gen. Er waren andere, kleinere dingen die hem hinderden. Heele zwermen steekvlie gen dansten boven de rivier op en neèr, waarvan vooral één soort hem zéér hinder lijk bleek, het bezat zulk een langen en spitsen angel, dat als de huid doorboord werd, het bloed oogenblikkelijk in een dun straaltje naar buiten kwam. Ondanks alle pogingen het ongedierte te verjagen, zaten zijn gelaat en armen binnen een paar uur vol geronnen bloed, en schrijnde zijn huid op alle mogelijke plaatsen door het ver gif dat zij naar binnen spoten. Het ergste was echter een zwerm uiterst kleine mug gen, zoo klein, dat ze bijna onzichtbaar waren, waardoor het onmogelijk was zich er tegen te verweren. Waar ze hem prikten voelde hij een uur lang een pijn als werd hij daar met een gloeiende naald gesto ken. Om -deze onophoudelijke kwelling zoo veel mogelijk te verminderen hield hij voortdurend zorgvuldig het midden van de rivier. Tgen den middag passeerde hij een open plek in het woud, waar een aantal India nen hun tenten hadden opgeslagen. Vanaf den oever begluurde zij hem nieuwsgierig, zonder hem evenwel een enkel woord toe te roepen. Dan voer hij weer urenlang tus schen de eindeloos schijnende groene mu ren door, terwijl de stilte van het oerwoud slechts verbroken werd door het ge- der schreeuw van de vogels en het insecten. Later op den middag begon de lucht te betrekken, de smalle streep van den he mel, die hij recht boven zich zien kon, werd donker van de dreigende wolkenmassa's, die zich na een tijdje openden, en de re gen daalde in dichte stroomen neer. Snel roeide hij naar den oever en zocht be scherming onder een paar geweldig groote varens. - Terwijl hij daar zat te wachten op het eind van de stortbui, dwaalden zijn ge dachten terug naar zijn vriend Jules en bezorgd vroeg hij zich af, wat er van dezen geworden kon zijn. Was hij weer gegrepen, en teruggevoerd naar die hel van Cayenne, of was hij nog steeds op vrije voeten, en dwaalde hij evenals hij zelf door de wou den, de gevaren hiervan verliezend boven de twijfelachtige genade van de gevange nisbestuurders? Hij kon er slechts naar raden; en daar hij zich ook niet kon her inneren hoe hij zelf de kust bereikt had, vreesde hij het ergste. Meer dan een uur lang regende het aan een stuk door, dan werd het eindelijk hel derder, het werd weer mogelijk iets te onderscheiden, en Langdon hervatte zijn tocht, snel roeiend om den verloren tijd in te halen. Den geheelen dag roeide hij ver der door, tot een uur voor zonsondergang toen hij het tijd oordeelde om een geschikte plaats te zoeken om er <£en nacht door te brengen. Na eenig zoeken ontdekte hij een smal beekje dat in de rivier uitmondde, hetwelk hij een halve mijl oproeide tot hij ver ge noeg uit het zicht van de rivier was. Zorg vuldig inspecteerde hij de oevers tot hij ten slotte vond wat hij zocht: een sindi- caspiboom, een van de weinige tropische hoornen, waar zonder al te veel moeite een vuurtje mee te onderhouden viel. Na aan wal geklommen te zijn, kapte hij met de bijl van Chistophe een kleine plek vrij van struikgewas en ging vervolgens den sindicaspi te lijf. Weldra oordeelde hij, dat er genoeg brandhout bij elkaar was en na een klein vuurtje ontstoken te hebben, begon hij aan een schuilplaats voor den nacht. Zorgvuldig zocht hij een aantal sterke, rechte takken uit, welke hij naar zijn kampplaats sleepte. Enkele armen vol palmbladeren en varens volgden en spoe dig had hij een kleine hut opgebouwd, die voldoende beschutting zou bieden voor een nacht. Zijn volgend werk was het afvisschen van het beekje en na zeer korten tijd was hij erin geslaagd een paar visschen te ver schalken, groot genoeg voor een maal, dat zijn hongerige maag ruimschoots zou be vredigen. Hij plaatste de visschen op stokken vlak voor het vuur om ze door de hitte te laten braden, at zijn aldus toebereid souper met graagte op, en bevestigde daarna de ver sleten hangmat, die hij van de Creolen meegekregen had, aan twee hoornen. Het was intusschen reeds geheel donker geworden, en na nieuwe brandstof op het vuur geworpen te hebben, ging hij er voor zitten om een pijp te rooken alvorens naar kooi te gaan. Van Christophe had hij een pijp en een kleinen voorraad tabak mee gekregen, waarmee hjj zuinig omging. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 4