DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
SS-P. K.
WOENSDAG 10 SEPTEMBER 1941
32ste Jaargang No. 10047
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
Bureaux: "apengracht 32.
DE STRIJD AAN HET
OOSTFRONT
SSP. K. Nederland. Ergens tusschen
Pleskau en Luga. Pikhouweelen slaan
rythmisch, duizenden spaden werpen de
bruine Russische leem op, reusachtige
steenklopmachines vermorzelen de aange
sleepte steenbrokken tot steenslag, vracht
wagencolonnes rijden af en aan. Dat is het
leger der wegenbouwcolonne, dat de Duit-
sche oorlogsmachine in het leven heeft ge
roepen, vlak achter het front der zegevie
rende aanvalsdivisies. De Nederlander, die
des avonds rustig zijn krant leest en wel
licht nu en dan een blik slaat in zijn school
atlas, maakt de opmerking: „Wat gaat het
toch langzaam met den Duitschen opmarsch
in Rusland". De Nederlander, die deze re
gels neertikt op zijn schrijfmachine, geze
ten op de treeplank van zijn auto, weet wel
beter. Het gaat snel, het gaat ongeloofelijk
snel, wanneer men maar eenig begrip heeft
van Russische afstanden en wegen. De
eenige rijweg, die over Pleskau en Luga
naar St. Petersburg voert, verdient naar
Hollandsche begrippen nauwelijks dien
naam. Het is een bruin leemlint, dat zich
uitstrekt tusschen moerassen en oerwou
den, bezaaid met scherpe steenbrokken,
doorkloofd met verraderlijke kuilen en
groeven, soms ruw en hard en adembene
mend stoffig. Veelal taai en papperig ber
gend. Auto's zakken in deze kleverige mas
sa tot over de assen weg en vrijwel elke
kilometer moet de spade te hulp komen,
alsmede het beroemde „knuppeltapijt'', dat
elke Duitsche legerauto met zich mede
voert, als redder uit de modderellende. De
arbeid wordt verricht door die wonder
baarlijke instelling, welke bekend en be
roemd is geworden als „organisatie Todt".
In samenwerking met militaire wegenbouw
bataljons en met behulp van duizenden
Russische krijgsgevangenen, die in hun on
aanzienlijke leemkleurige Sovjet-uniformen
nauwelijks te onderscheiden zijn van den
bruinen modder, waarin zij rondklodderen.
Russen van het klassieke type, zooals men
zich die nog herinnert uit den wereldoor
log, ziet men er niet meer onder. De man
nen met de stoere gestalte, het hooge voor
hoofd, de edele gelaatstrekken en de me
lancholieke oogen boven den vollen blon
den baard zijn door het Sovjet-regime uit
geroeid. In plaats daarvan vindt men kleine
scheefoogige bastaarden met touwrafel-
baardjés. Ongelooflijk vies en onoogelijk.
Kennelijke bastaarden van Malmoeken,
Kirgiezen, Tartaren en andere gekleurde
Aziaten. Zij hebben loerende bloedbeloopen
oogen en meestal een wezenlóoze, afge
stompte uitdrukking op het verdierlijkte
gezicht. In de rustpauze zitten zij bij elkan
der en kakelen en twisten meer of min op
gewekt, want zij hebben thans tenminste
behoorlijk te eten. Een toestand van luxe
voor deze lieden, die zich dagenlang heb
ben gevoed met enkele rauwe witte en wa
terige aardappelen. Tegen deze ondermen-
schen heeft het Duitsche leger gestreden
en het is nauwelijks denkbaar, dat zij zoo
hardnekkig verzet hebben geboden. Men
begrijpt het slechts, wanneer men met eigen
oogen de plaatsen ziet, waar deze verdier
lijkte stumpers door hun Sovjet-commissa
rissen waren vastgebonden of ingegraven,
in den rug bedreigd met het machinepistool
van den politieken commissaris, geen an
dere mogelijkheid dan machinaal de be
wegingen aan het geweer of machinege
weer te verrichten, die hun waren bijge
bracht. Millioenen van deze wezens stonden
klaar om Europa binnen te vallen, uitge
rust met het zwaarste aanvalsmateriaal, dat
de krijgsgeschiedenis ooit bijeen zag. Zware
en zwaarste artillerie, waarvan de kardoe
zen en granaten thans links en rechts den
terugtochtweg garneeren. Pantserwagens
als oorlogsschepen voorzien van geschutto-
rens, waaruit kanonnen loeren, die een
kleine kruiser zouden kunnen sieren.
Thans liggen deze logge gevaarten links en
rechts van den weg. Soms in eindelooze
rijen, veelal met vieren of vijven bij elkan
der, de rupswielen vernield, de geschutto-
rens krampachtig verdraaid, de stalen wan
den opengescheurd, als reuzenspeelgoed,
dat stuk getrapt werd. Wat ware er van
Europa terecht gekomen, wanneer deze
millioenenhorde van nauwelijks mensche-
lijke wezens met deze vernielingsmachines
over onze westelijke beschaving heengeval-
len Was. Men durft het zich niet indenken.
En men zou wenschen, dat alle Nederlan
ders even in de gelegenheid waren, om dit
alles met eigen oogen te zien, opdat zij ein
delijk eens beseffen, aan welken ondergang
zij ontsnapt zijn door het dapper opoffe
rend toeslaan van het Duitsche wapen! Op
offerend! Dit woord krijgt een nieuwe ont
roerende beteekenis, wanneer men links
rechts van den eenzamen opmarschweg in
het hart van Rusland de kleine ruwhouten
kruizen ziet, gekroond met den grauwen
stalen helm. Liefderijke kameraden hebben
op elk graf wat bloemen geplant of soms
enkel maar wat groen. Dat is de laatste
rustplaats der mannen, die huis en haard
verlieten, doch die vrouwen, kinderen, va
der en moeder niet zullen weerzien.
Duitschland verdedigt Europa gn de ge-
heele Europeesche beschaving, dus alles,
wat ons lief en dierbaar is, op dit Oost
front. Moge de tijd snel komen, dat mijn
verblinde landgenooten weer zullen zien.
Dan zullen zij zekerlijk met schaamte in het
hart dank weten aan deze helden, deze
dappere mannen, wier lichamen thans op
gelost worden in de bruine humus, de
eeuwige Russische aarde, doch wier daden
zullen blijven lichten in de geschiedenis der
Europeesche beschaving. Dat zijn de eerste
indrukken van den commandant der Ne-
derlandsche propagandacompagnie, die
thans zelf aan het front vertoeft, om een
juist inzicht te krijgen van de moeilijkhe
den, die den oorlogscorrespondenten straks
wachten, wanneer hun opleiding zal zijn
voltooid en ook zij geroepen zullen zijn,
DE SOVJET-RUSSISCHE METAAL- EN
SCHEEPSBOUWINDUSTRIE
BEDREIGD
In aansluiting op het weermachtsbericht
van gisteren verneemt het D. N. B., dat
door de omsingeling van St. Petersburg de
Sovjetscheepvaart over de Newa naar het
Ladogameer en over het kanaal naar de
Witte Zee onmogelijk is geworden.
St. Petersburg is na Moskou het belang
rijkste centrum van metaalnijverheid, che
mische en electro-technische industrie. Bo
vendien is de helft van de scheepsbouwnij-
verheid te Petersburg gevestigd. De ener
gievoorziening der stad is zeer geschaad
door den Duitschen opmarsch en de Fin-
sche successen bij de Swir. De productie
zal dan ook binnenkort gestaakt moeten
worden en dit verlies kan niet door andere
industriegebieden gecompenseerd worden.
De lucht- en marinebasis in het gebied
van Petersburg worden eveneens bedreigd,
waardoor ook de aanvoer van voorraden
voor de Sovjets te Hangoe en op Oesel en
Dagoe opnieuw beperkt wordt.
SNELLE OPMARSCH DER FINNEN
De inneming van de stad Aunus aan het
Zuidoostelijke front van Finland, die reeds
is gemeld, kwam tot stand door een aanval
bij verrassing. Toen de bolsjewistische li
nies bij Tuulos werden doorbroken, was de
divisie-commandant aldaar doodelijk ge
wond. De Sovjets waren na zeven uur
taaien tegenstand omsingeld. Daarmee was
het lot der stad beslist. De Finsche troepen
dreven uiteengeslagen bolsjewistische af-
deelingen in een wilde vlucht voor zich uit
en ofschoon de bolsjewiki erin slaagden een
belangrijke brug op te blazen, werd de Fin
sche opmarsch hierdoor niet tegengehou
den. In de stad woedden eenige branden,
maar de Sovjets hadden blijkbaar niet vol
doenden tijd gehad voor vernielingen op
groote schaal. Door den verrassenden aan
val werd een groote oorlogsbuit veroverd.
In de stad Aunus zelf veroverden de Fin
nen negen stukken zwaar geschut, een aan
tal zware èn lichte granaatwerpers, trac
tors en machinegeweren. Voorts werden
verscheidene pantserauto's vernield.
Kort na de inneming begon de bevolking
reeds terug te keeren en overal op straat
ziet men colonnes bewoners, die de bevrij
ders blij verwelkomen.
Omtrent de aantallen gevangenen zijn
er geen definitieve gegevens beschikbaar,
maar alleen tijdens de omsingeling bij Tuu
los werden 1200 soldaten gevangen geno
men. De Finsche troepen zijn bij hun snel
len opmarsch terstond voorbij Aunus door
getrokken naar de Swir.
Volgens een Exchange Telegraph-bericht
uit Moskou heeft de opperste raad der
Sovjet-Unie krachtens een door Kalinin ge-
teekend decreet op 28 Augustus besloten
alle Wolga-Duitschers naar Siberië over te
plaatsen. Hiermede is men, naar in dit be
richt verder wordt gezegd, reeds begon
nen. Deze overplaatsing staat onder leiding
van den verdedigingsraad, waarvan Stalin
voorzitter is.
Hieromtrent schrijft het Duitsche
Nieuwsbureau:
„Dit wegsturen vormt een nieuwe afgrij
selijke misdaad der Sovjets. Deze over
plaatsing komt, wanneer men rekening
houdt met het organisatorische onvermo
gen en de maar al te dikwijls bewezen to
tale gewetenloosheid der bolsjewieken, neer
op een poging tot welbewuste vernietiging".
VLIEGTUIGVERLIEZEN
DER SOVJETS
Volgens tot dusver bij het D. N. B. ont
vangen berichten hebben de Sovjets op 8
September in totaal 86 vliegtuigen verlo
ren, waarbij 81 werden neergeschoten en 5
op den grond vernield.
V<\N ANDERE FRONTEN
Het Italiaansch weermachtbericht van
gisteren luidt als volgt:
Aan het front van Tobroek levendige
activiteit van onze artillerie. Duitsche en
Italiaansche formaties van het luchtwapen
hebben in Tobroek, Mersa Matroe, Giara-
bub en Sidi el Barrani met succes munitie
opslagplaatsen, artilleriestellingen, militai
re installaties, troepenonderkomens en ge
parkeerde vrachtauto's gebombardeerd.
Duitsche jagers hebben bij een aanval op
het vliegveld van Sidi el Barrani een op
den grond staande Hurricane vernield.
In den afgeloopen nacht hebben vijan
delijke vliegtuigen opnieuw boven Paler
mo gevlogen en eenige bommen neerge
worpen, die bijna alle in zee vielen. Er
ontstond geringe schade, de aanval eisch-
te geen slachtoffers De verliezen onder
de bevolking van Palermo, ontstaan door
den vijandelijken aanval in den vooraf-
gaanden nacht, zijn gestegen tot 27 doo-
den en 58 gewonden. De houding der be
volking was voorbeeldig door kalmte en
discipline.
In Oost-Afrika hebben onze vooruitge
schoven afdeelingen van het steunpunt aan
den pas van Culquabgrt op 6 September
een uitval gedaan en de vijandelijke troe
pen uiteengejaagd, die tegenover hen
stonden. In het gebied van Woltsjefit zijn
bij een aanval uit de lucht den vijand
zware verliezen toegebracht.
Het s.s. „Esperia" is door een vijande
lijke duikboot in het middendeel van de
Middellandsche Zee tot zinken gebracht.
De begeleidende eenheden redden bijna
alle op het schip zijnde personen en leden
der bemanning.
In den afgeloopen nacht hebben forma
ties van het Italiaansche luchtwapen de
zee- en luchtsteunpunten van het eiland
Malta aangevallen. Er ontstonden bran
den en groote schade werd veroorzaakt.
Een van onze vliegtuigen is niet van deze
actie teruggekeerd.
DE AANVALLEN OP ENGELAND.
Naar van bevoegde zijde wordt gemeld,
heeft de Duitsche luchtmacht ook de laat
ste 72 uur overdag en 's nachts het Brit-
sche eiland zóó zwaar gebombardeerd,
de Londensche berichtendienst
zware verwoestingen op spoorwegempla
cementen aan de Schotsche kust, aan de
militaire installaties langs Tyne en Hum-
ber en in de havenbedrijven aan de Brit-
sche Oostkust, benevens op de vliegvelden
van het eiland moet bekennen. De Duit-
schers hebben voorts bommen laten val
len op Britsche vrachtbooten.
De Britgche installaties en bedrijven in
Afrika werden eveneens zwaar getroffen.
Te Ismailia, op de vlootbasis Suez, te Aboe
Soerir en te Alexandrië deden de Duit-
schers luchtaanvallen met bommen van
zwaar kaliber.
De Britsche bommenwerpers hebben
daarentegen bij hun aanvallen op het Ka
naal en hun beide tochten aar Duitsch
land, benevens bij hun aanvalspogingen
op Noorwegen zware verliezen geleden.
ENGELSCHEN BEZETTEN
SPITSBERGEN
NOORS CHE MIJNWERKERS NAAR
ENGELAND OVERGEBRACHT.
Het D. N. B. meldt uit Stockholm:
Naar uit een bericht van Reuter blijkt
zijn korten tijd geleden Britsche en Ca-
nadeesche troepen op Spitsbergen aan land
gegaan. Naar uit de Engelsche berichten
verder blijkt is een groot deel der aldaar
wonende mijnwerkers met hun familie
naar Engeland overgebracht. Naar het heet
zullen zij daar worden ingeschakeld in de
„oorlogsinspanning der geallieerden".
Naar de Engelsche berichtendienst aan
gaande de expeditie naar Spitsbergen
meldt, had men er zich tevoren van over
tuigd, dat geen Duitschers op Spitsber
gen aanwezig waren. Na de landing der
troepen, in hoofdzaak Canadeezen, werd
de bevolking genoodzaakt naar Engeland
te gaan. Meerendeels betreft het hier mijn
werkers, die nu blijkbaar in ce Engelsche
mijnen moeten werken.
Naar het A. N. P. van welingelichte
zijde te Berlijn verneemt moet in de be
zeting van Spitsbergen door Engelsche en
Canadeesche troepen naar de meening van
toonaangevende Duitsche kringen zonder
twijfel een nieuw bewijs worden gezien
voor de toenemende behoefte aan prestige
der Engelschen, wien men met deze nieu
we „landaanwinst" met het oog op de
ruwheid van den winter aldaar „veel ge
noegen" wenscht. Als naar Duitsche mee
ning aan dit gebied inderdaad militaire
beteekenis moest worden toegekend, zou
men zeker niet, naar men hier verklaart,
den Engelschen den voorrang hebben ge
laten.
Uit een bericht van S. P. T. uit Ber
lijn blijkt, dat niet alleen Britsche en Ca
nadeesche, maar ook Noorsche troepen
Spitsbergen hebben bezet.
De Berlijnsche V. P. B.-correspondent
meldt:
Pe Engelsche bezetting van Spitsber
gen wordt in de Duitsche bladen beschouwd
als een actie, welke slechts een bijkom
stige beteekenis heeft en waarop alleen
maar ironische commentaren dienen te
worden gegeven. In het bijzonder v/ordt
in de Duitsche pers gewezen op het ty
pisch karakter van deze operatie der Engel
sche vloot, waarmede men in Londen de
populariteit der Engelsche offensieven wil
versterken.
Deze actie heeft de Engelschen nog een
stapje nader tot de Noordpool gebracht. De
economische beteekenis van Spitsbergen is
buitengewoon klein. De daar voorhanden
zijnde voorraden kolen, kwamen uitslui
tend ten goede aan de bevolking van
Noord-Noorwegen. Daar de havens van
Spitsbergen slechts enkele maanden van
het jaar vrij van ijs zijn, kan men de ge-
heele actie beschouwen als een poging de
Britsche vloot weer wat meer populair te
maken.
Van Duitsche zijde wordt er nog op ge
wezen, dat Spitsbergen reeds lang door de
Duitsche troepen zou zijn bezet, wanneer
dat gebied eenige beteekenis had gehad.
de bladzijden van het groote geschiedenis
boek te vullen met de documentaire bewij
zen van dezen grootsten oorlog aller be-
schavingsoorlogen.
SS-P. K.-frontberichtgever
WOUTER HULSTIJN.
Schweiz Press Tel. meldt uit Berlijn:
In Berlijn is gisteren bekend gemaakt,
dat een Amerikaansch koopvaardijschip
in de Roode Zee door een vliegtuig van
onbekende nationaliteit in den grond is
geboord. De bemanning, die uit 20 koppen
bestond, kon worden gered. In de Wil-
helmstrasse ziet men in dit bericht niets
bijzonders en wijst men op het feit, dat de
Roode Zee reeds lang tot oorlogsgebied is
verklaard. Uit legerberichten is dan ook
reeds gebleken, dat Duitsche en Italiaan
sche vliegtuigen in de Roode Zee meerma
len schepen hebben aangevallen.
Volgens United Press betreft het hier de
Steel Seafaren, een schip van 5719 ton,
thuis behoorend in New York.
Als de strijd gestreden is...
Als de strijd gestreden is, blijven de
gewonden op het slagveld achter. De
oprukkende troepen gaan hen voorbij,
doch niet, nadat een hulpverband is
aangelegd. Daarbij wordt er niet ge
keken of het een vriend of een vijand
is: iedere gewonde krijgt de eerste
hulp van de met de strijdende troepen
meetrekkende hospitaalsoldaten.
Doch lang blijven deze mannen niet
aan hun lot overgelaten. Doch achter
het front werken de ambulances, die
de gewonden verzamelen en hen ver
der achter de vuurlinie brengen, waar
zij in hospitalen en veldlazarets ver
pleegd worden.
Tallooze ambulances arbeiden op het
oogenblik zoo aan het Oostfront. Bin
nenkort zal daarbij ook een Neder-
landsche ambulance zijn. Nederland-
sche dokters en ziekenverplegers zul
len hier hun menschlievenden arbeid
gaan verrichten, een arbeid, welke
mogelijk gemaakt is door de offervaar
digheid van het Nederlandsche volk.
Honderden hebben hun plicht reeds
gedaan en droegen bij aan de tot
standkoming van deze ambulance.
Uw bijdrage wordt nog verwacht.
Stort haar nog heden op giroreke
ning
8-7-6-0-0
Nederlandsche ambulance, Koningin
negracht 22, 's-Gravenhage.
DE KATHOLIEKEN IN IERLAND.
De herderlijke brieven der bisschoppen
van Down en Connor en van Derry, die te
Lissabon zijn aangekomen, protesteeren in
scherpe bewoordingen tegen het optreden
der Noord-Iersche politie in de woningen
van Roomsch-Katholieke gezinnen. Ma-
geean, bisschop van Down en Connor, zegt
o.m., dat te Belfast huiszoekingen zijn
verricht in een aantal als men zich bijna
niet kan voorstellen. Zij begonnen in Sep
tember 1939 en duren nog steeds voort.
Bij de „Irish News" werden tot eind Sep
tember 1940 52 politie-invallen gedaan,
dus gemiddeld één per week. Andere inval
len zijn nooit bekend gemaakt. Op 18 Juli
werden 100 woningen doorzocht. De politie
treedt des nachts of bij het aanbreken van
den dag op. Deuren worden geforceerd.
Met de wapens in de hand dwingt men de
bewoners tot het beantwoorden van vra
gen. Daarbij worden talrijke mannen ge
arresteerd. Velen, voor wier arrestatie
geen motief kan worden aangevoerd, krij
gen na hun vrijlating in hun werkkring te
hooren, dat hun plaats reeds bezet is.
De bisschop van Derry, Mgr. Farren,
schrijft o.m.: „Ik ken den geraffineerden
vorm der vervolging, waaraan onze men-
schen blootstaan, zeer goed. Ik weet, hoe
de private sfeer van hun woningen ge
schonden wordt, hoe in openbare zieken
huizen zelfs in overwegend Roomsch-Ka
tholieke streken geen Katholieke ver
pleegsters werken, hoe in de rapporten, die
voor bepaalde betrekkingen zoo belang
rijk zijn, de uitdrukkingen „slecht" en
katholiek" vrijwel synoniem zijn". Deze
bisschop komt tot de conclusie, dat men
door dit systeem rebellen kweekt.
TOEPASSINGSVERBOD VOOR NON-
FERRO METALEN IN DEN MACHINE
BOUW.
In de Nederlandsche Staatscourant van
9 September 1941, No. 175 is opgenomen
een beschikking van den secretaris-gene
raal van het departement van handel, nij
verheid en scheepvaart, betreffende het
toepassingsverbod voor ono-ferro metalen
in den machinebouw.
Dit toepassingsverbod, dat het gebruik
van non-ferro metalen in den machine
bouw regelt, is zeer uitvoerig en bestrijkt
niet alleen den machinebouw in engen zin,
doch tevens aanverwante terreinen als
b.v. den bouw van apparaten en vervoer
middelen, de fabricage van appendages en
pijpleidingen en de lasch- en soldeertech-
niek.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
de Nederlandsche normaalbladen, waar
naar in dit toepassingsverbod wordt ver
wezen, te verkrijgen zijn bij de hoofdcom
missie voor de normalisatie.
Het toepassingsverbod zelve kan bij de
landsdrukkerij worden besteld.
STROOMBESPARING BIJ GEBRUIK
VAN LIFTEN.
De vereeniging „Het Nederlandsche in
stituut voor lifttechniek", publiceert in
haar jongste „mededeeling" het een en
ander over stroombesparing bij het ge
bruik van liften.
De voornaamste besparing is te verkrij
gen door het verminderen van het aantal
ritten. Bij liften met een bestuurder is
veel te bereiken door b.v. te wachten op
een voldoend aantal passagiers, dan tel
kens één of twee passagiers te vervoeren.
Bij parallel werkende liften kan nagegaan
worden of het mogelijk is één of meer lif
ten permanent op vaste tijdstippen buiten
bereik te zetten.
Wat betreft het voorschrift, dat soms ge
geven wordt, waarbij het gebruik van de
lift in neerwaartsche richting wordt ver
boden, hierdoor worden slechts weinig rit
ten uitgespaard, want iedereen, die om
hoog wil, moet eerst de kooi omlaag ha
len, waarmee tijd verloren gaat, en tevens
veel energie verbruikt wordt.
Wil men het gebruik beperken, dan is
sleutelbediening aan te bevelen.
Geldige bonnen
Elk der volgende bonnen geeft recht
op het koopen van:
7 Sept. t/m 13 Sept. 1941:
34-4
brood
1 rants, brood of gebak
34
brood
1 rants, brood of gebak
34
vleesch
rants, vleesch of vlw.
34
vlw.
1 rants, vleesch of vlw.
34
kaas
100 gram kaas
34
melk I
1% liter melk
35
reserve
3 kg. aardappelen
33
eieren
één ei
7 Sept.
t/m 4 Oct. 1941:
114
algem.
1 kg. suiker
115
algem.
250 gr. koffie-surrogaat
116
algem.
500 gr. jam
34-35
bloem
Vi rants, bloem, brood
36-37
bloem
of gebak
C
rijst
250 gr. rijst
C
haverm.
250 gr. havermout
117
algem.
250 gr. havermout
118
algem.
250 gr. gort
119
algem.
100 gr. vermic. of maiz.
7 Sept.
t/m 24 Sept. 1941
34-35
boter
250 gr. boter
34-35
vet
250 gr. boter m. reduct.
31 Aug. t/m 30 Sept. 1941:
algem. één rantsoen zeep
PROCES TEGEN COMMUNISTI
SCHE FUNCTIONARISSEN
Op het oogenblik wordt voor het Duit
sche Obergericht te 's-Gravenhage een
proces gevoerd tegen leidende functiona
rissen van de illegale C. P. N. (Communis
tische Partij Nederland). Allen zijn aan
geklaagd wegens hoogverraad; zij hebben
o.a. in Februari en Maart van dit jaar
aangespoord tot een algemeene staking.
Aangezien alle strafbare handelingen
zijn gepleegd vóór 22 Juni 1941, dus vóór
het tijdstip, waarop het Duitsche Rijk in
oorlog is met de Sovjet Unie, worden zij
niet beschouwd als begunstiging van den
vijand en wordt het proces niet gevoerd
voor de militaire rechtbank.
VERLENGING
PACHTOVEREENKOMSTEN.
Recht van den pachter.
In de Nederlandsche Staatscourant van
9 September 1941, no. 175, is gepubliceerd
het besluit van de secretarissen-generaal
van Justitie en van Landbouw en Vis-
scherij betreffende pachtovereenkomsten,
welke reeds vóór 1 Januari 1936 van
kracht waren. Dit besluit geeft den pach
ter het recht om na afloop van den over
eengekomen pachttermijn aan de Pacht-
kamer een verlenging van de overeen
komst te vragen voor den tijd van twee
jaar.
Ten gevolge van dit besluit is het mo
gelijk geworden, dat de pachter na afloop
van de overeenkomst nog op het gepachte
blijft en zijn bedrijf voortzet. De pacht-
rechter kan daartoe onder bepaalde voor
waarden de pachtovereenkomst verlengen
en indien zulks noodig is daarin wij
zigingen aanbrengen. Het verzoek daartoe
moet van den pachter zelf uitgaan en wel
binnen een maand na het verstrijken van
den overeengekomen termijn.
De termijn van twee jaar, waarmede de
pachtovereenkomst verlengd kan worden,
doet vermoeden, dat binnen dien tijd een
nadere regeling ten aanzien van overeen
komsten als de onderhavige tot stand zal
komen.
Een gemoedelijk gesprek tijdens een
korte marsch-pauze in het Sovjet
gebied. De bewoners der veroverde
streken zijn goede vrienden met de
Duitsche soldaten (Atlantic-Holland)