DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN SS-P. K. WOENSDAG 10 SEPTEMBER 1941 32ste Jaargang No. 10047 Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. Bureaux: "apengracht 32. DE STRIJD AAN HET OOSTFRONT SSP. K. Nederland. Ergens tusschen Pleskau en Luga. Pikhouweelen slaan rythmisch, duizenden spaden werpen de bruine Russische leem op, reusachtige steenklopmachines vermorzelen de aange sleepte steenbrokken tot steenslag, vracht wagencolonnes rijden af en aan. Dat is het leger der wegenbouwcolonne, dat de Duit- sche oorlogsmachine in het leven heeft ge roepen, vlak achter het front der zegevie rende aanvalsdivisies. De Nederlander, die des avonds rustig zijn krant leest en wel licht nu en dan een blik slaat in zijn school atlas, maakt de opmerking: „Wat gaat het toch langzaam met den Duitschen opmarsch in Rusland". De Nederlander, die deze re gels neertikt op zijn schrijfmachine, geze ten op de treeplank van zijn auto, weet wel beter. Het gaat snel, het gaat ongeloofelijk snel, wanneer men maar eenig begrip heeft van Russische afstanden en wegen. De eenige rijweg, die over Pleskau en Luga naar St. Petersburg voert, verdient naar Hollandsche begrippen nauwelijks dien naam. Het is een bruin leemlint, dat zich uitstrekt tusschen moerassen en oerwou den, bezaaid met scherpe steenbrokken, doorkloofd met verraderlijke kuilen en groeven, soms ruw en hard en adembene mend stoffig. Veelal taai en papperig ber gend. Auto's zakken in deze kleverige mas sa tot over de assen weg en vrijwel elke kilometer moet de spade te hulp komen, alsmede het beroemde „knuppeltapijt'', dat elke Duitsche legerauto met zich mede voert, als redder uit de modderellende. De arbeid wordt verricht door die wonder baarlijke instelling, welke bekend en be roemd is geworden als „organisatie Todt". In samenwerking met militaire wegenbouw bataljons en met behulp van duizenden Russische krijgsgevangenen, die in hun on aanzienlijke leemkleurige Sovjet-uniformen nauwelijks te onderscheiden zijn van den bruinen modder, waarin zij rondklodderen. Russen van het klassieke type, zooals men zich die nog herinnert uit den wereldoor log, ziet men er niet meer onder. De man nen met de stoere gestalte, het hooge voor hoofd, de edele gelaatstrekken en de me lancholieke oogen boven den vollen blon den baard zijn door het Sovjet-regime uit geroeid. In plaats daarvan vindt men kleine scheefoogige bastaarden met touwrafel- baardjés. Ongelooflijk vies en onoogelijk. Kennelijke bastaarden van Malmoeken, Kirgiezen, Tartaren en andere gekleurde Aziaten. Zij hebben loerende bloedbeloopen oogen en meestal een wezenlóoze, afge stompte uitdrukking op het verdierlijkte gezicht. In de rustpauze zitten zij bij elkan der en kakelen en twisten meer of min op gewekt, want zij hebben thans tenminste behoorlijk te eten. Een toestand van luxe voor deze lieden, die zich dagenlang heb ben gevoed met enkele rauwe witte en wa terige aardappelen. Tegen deze ondermen- schen heeft het Duitsche leger gestreden en het is nauwelijks denkbaar, dat zij zoo hardnekkig verzet hebben geboden. Men begrijpt het slechts, wanneer men met eigen oogen de plaatsen ziet, waar deze verdier lijkte stumpers door hun Sovjet-commissa rissen waren vastgebonden of ingegraven, in den rug bedreigd met het machinepistool van den politieken commissaris, geen an dere mogelijkheid dan machinaal de be wegingen aan het geweer of machinege weer te verrichten, die hun waren bijge bracht. Millioenen van deze wezens stonden klaar om Europa binnen te vallen, uitge rust met het zwaarste aanvalsmateriaal, dat de krijgsgeschiedenis ooit bijeen zag. Zware en zwaarste artillerie, waarvan de kardoe zen en granaten thans links en rechts den terugtochtweg garneeren. Pantserwagens als oorlogsschepen voorzien van geschutto- rens, waaruit kanonnen loeren, die een kleine kruiser zouden kunnen sieren. Thans liggen deze logge gevaarten links en rechts van den weg. Soms in eindelooze rijen, veelal met vieren of vijven bij elkan der, de rupswielen vernield, de geschutto- rens krampachtig verdraaid, de stalen wan den opengescheurd, als reuzenspeelgoed, dat stuk getrapt werd. Wat ware er van Europa terecht gekomen, wanneer deze millioenenhorde van nauwelijks mensche- lijke wezens met deze vernielingsmachines over onze westelijke beschaving heengeval- len Was. Men durft het zich niet indenken. En men zou wenschen, dat alle Nederlan ders even in de gelegenheid waren, om dit alles met eigen oogen te zien, opdat zij ein delijk eens beseffen, aan welken ondergang zij ontsnapt zijn door het dapper opoffe rend toeslaan van het Duitsche wapen! Op offerend! Dit woord krijgt een nieuwe ont roerende beteekenis, wanneer men links rechts van den eenzamen opmarschweg in het hart van Rusland de kleine ruwhouten kruizen ziet, gekroond met den grauwen stalen helm. Liefderijke kameraden hebben op elk graf wat bloemen geplant of soms enkel maar wat groen. Dat is de laatste rustplaats der mannen, die huis en haard verlieten, doch die vrouwen, kinderen, va der en moeder niet zullen weerzien. Duitschland verdedigt Europa gn de ge- heele Europeesche beschaving, dus alles, wat ons lief en dierbaar is, op dit Oost front. Moge de tijd snel komen, dat mijn verblinde landgenooten weer zullen zien. Dan zullen zij zekerlijk met schaamte in het hart dank weten aan deze helden, deze dappere mannen, wier lichamen thans op gelost worden in de bruine humus, de eeuwige Russische aarde, doch wier daden zullen blijven lichten in de geschiedenis der Europeesche beschaving. Dat zijn de eerste indrukken van den commandant der Ne- derlandsche propagandacompagnie, die thans zelf aan het front vertoeft, om een juist inzicht te krijgen van de moeilijkhe den, die den oorlogscorrespondenten straks wachten, wanneer hun opleiding zal zijn voltooid en ook zij geroepen zullen zijn, DE SOVJET-RUSSISCHE METAAL- EN SCHEEPSBOUWINDUSTRIE BEDREIGD In aansluiting op het weermachtsbericht van gisteren verneemt het D. N. B., dat door de omsingeling van St. Petersburg de Sovjetscheepvaart over de Newa naar het Ladogameer en over het kanaal naar de Witte Zee onmogelijk is geworden. St. Petersburg is na Moskou het belang rijkste centrum van metaalnijverheid, che mische en electro-technische industrie. Bo vendien is de helft van de scheepsbouwnij- verheid te Petersburg gevestigd. De ener gievoorziening der stad is zeer geschaad door den Duitschen opmarsch en de Fin- sche successen bij de Swir. De productie zal dan ook binnenkort gestaakt moeten worden en dit verlies kan niet door andere industriegebieden gecompenseerd worden. De lucht- en marinebasis in het gebied van Petersburg worden eveneens bedreigd, waardoor ook de aanvoer van voorraden voor de Sovjets te Hangoe en op Oesel en Dagoe opnieuw beperkt wordt. SNELLE OPMARSCH DER FINNEN De inneming van de stad Aunus aan het Zuidoostelijke front van Finland, die reeds is gemeld, kwam tot stand door een aanval bij verrassing. Toen de bolsjewistische li nies bij Tuulos werden doorbroken, was de divisie-commandant aldaar doodelijk ge wond. De Sovjets waren na zeven uur taaien tegenstand omsingeld. Daarmee was het lot der stad beslist. De Finsche troepen dreven uiteengeslagen bolsjewistische af- deelingen in een wilde vlucht voor zich uit en ofschoon de bolsjewiki erin slaagden een belangrijke brug op te blazen, werd de Fin sche opmarsch hierdoor niet tegengehou den. In de stad woedden eenige branden, maar de Sovjets hadden blijkbaar niet vol doenden tijd gehad voor vernielingen op groote schaal. Door den verrassenden aan val werd een groote oorlogsbuit veroverd. In de stad Aunus zelf veroverden de Fin nen negen stukken zwaar geschut, een aan tal zware èn lichte granaatwerpers, trac tors en machinegeweren. Voorts werden verscheidene pantserauto's vernield. Kort na de inneming begon de bevolking reeds terug te keeren en overal op straat ziet men colonnes bewoners, die de bevrij ders blij verwelkomen. Omtrent de aantallen gevangenen zijn er geen definitieve gegevens beschikbaar, maar alleen tijdens de omsingeling bij Tuu los werden 1200 soldaten gevangen geno men. De Finsche troepen zijn bij hun snel len opmarsch terstond voorbij Aunus door getrokken naar de Swir. Volgens een Exchange Telegraph-bericht uit Moskou heeft de opperste raad der Sovjet-Unie krachtens een door Kalinin ge- teekend decreet op 28 Augustus besloten alle Wolga-Duitschers naar Siberië over te plaatsen. Hiermede is men, naar in dit be richt verder wordt gezegd, reeds begon nen. Deze overplaatsing staat onder leiding van den verdedigingsraad, waarvan Stalin voorzitter is. Hieromtrent schrijft het Duitsche Nieuwsbureau: „Dit wegsturen vormt een nieuwe afgrij selijke misdaad der Sovjets. Deze over plaatsing komt, wanneer men rekening houdt met het organisatorische onvermo gen en de maar al te dikwijls bewezen to tale gewetenloosheid der bolsjewieken, neer op een poging tot welbewuste vernietiging". VLIEGTUIGVERLIEZEN DER SOVJETS Volgens tot dusver bij het D. N. B. ont vangen berichten hebben de Sovjets op 8 September in totaal 86 vliegtuigen verlo ren, waarbij 81 werden neergeschoten en 5 op den grond vernield. V<\N ANDERE FRONTEN Het Italiaansch weermachtbericht van gisteren luidt als volgt: Aan het front van Tobroek levendige activiteit van onze artillerie. Duitsche en Italiaansche formaties van het luchtwapen hebben in Tobroek, Mersa Matroe, Giara- bub en Sidi el Barrani met succes munitie opslagplaatsen, artilleriestellingen, militai re installaties, troepenonderkomens en ge parkeerde vrachtauto's gebombardeerd. Duitsche jagers hebben bij een aanval op het vliegveld van Sidi el Barrani een op den grond staande Hurricane vernield. In den afgeloopen nacht hebben vijan delijke vliegtuigen opnieuw boven Paler mo gevlogen en eenige bommen neerge worpen, die bijna alle in zee vielen. Er ontstond geringe schade, de aanval eisch- te geen slachtoffers De verliezen onder de bevolking van Palermo, ontstaan door den vijandelijken aanval in den vooraf- gaanden nacht, zijn gestegen tot 27 doo- den en 58 gewonden. De houding der be volking was voorbeeldig door kalmte en discipline. In Oost-Afrika hebben onze vooruitge schoven afdeelingen van het steunpunt aan den pas van Culquabgrt op 6 September een uitval gedaan en de vijandelijke troe pen uiteengejaagd, die tegenover hen stonden. In het gebied van Woltsjefit zijn bij een aanval uit de lucht den vijand zware verliezen toegebracht. Het s.s. „Esperia" is door een vijande lijke duikboot in het middendeel van de Middellandsche Zee tot zinken gebracht. De begeleidende eenheden redden bijna alle op het schip zijnde personen en leden der bemanning. In den afgeloopen nacht hebben forma ties van het Italiaansche luchtwapen de zee- en luchtsteunpunten van het eiland Malta aangevallen. Er ontstonden bran den en groote schade werd veroorzaakt. Een van onze vliegtuigen is niet van deze actie teruggekeerd. DE AANVALLEN OP ENGELAND. Naar van bevoegde zijde wordt gemeld, heeft de Duitsche luchtmacht ook de laat ste 72 uur overdag en 's nachts het Brit- sche eiland zóó zwaar gebombardeerd, de Londensche berichtendienst zware verwoestingen op spoorwegempla cementen aan de Schotsche kust, aan de militaire installaties langs Tyne en Hum- ber en in de havenbedrijven aan de Brit- sche Oostkust, benevens op de vliegvelden van het eiland moet bekennen. De Duit- schers hebben voorts bommen laten val len op Britsche vrachtbooten. De Britgche installaties en bedrijven in Afrika werden eveneens zwaar getroffen. Te Ismailia, op de vlootbasis Suez, te Aboe Soerir en te Alexandrië deden de Duit- schers luchtaanvallen met bommen van zwaar kaliber. De Britsche bommenwerpers hebben daarentegen bij hun aanvallen op het Ka naal en hun beide tochten aar Duitsch land, benevens bij hun aanvalspogingen op Noorwegen zware verliezen geleden. ENGELSCHEN BEZETTEN SPITSBERGEN NOORS CHE MIJNWERKERS NAAR ENGELAND OVERGEBRACHT. Het D. N. B. meldt uit Stockholm: Naar uit een bericht van Reuter blijkt zijn korten tijd geleden Britsche en Ca- nadeesche troepen op Spitsbergen aan land gegaan. Naar uit de Engelsche berichten verder blijkt is een groot deel der aldaar wonende mijnwerkers met hun familie naar Engeland overgebracht. Naar het heet zullen zij daar worden ingeschakeld in de „oorlogsinspanning der geallieerden". Naar de Engelsche berichtendienst aan gaande de expeditie naar Spitsbergen meldt, had men er zich tevoren van over tuigd, dat geen Duitschers op Spitsber gen aanwezig waren. Na de landing der troepen, in hoofdzaak Canadeezen, werd de bevolking genoodzaakt naar Engeland te gaan. Meerendeels betreft het hier mijn werkers, die nu blijkbaar in ce Engelsche mijnen moeten werken. Naar het A. N. P. van welingelichte zijde te Berlijn verneemt moet in de be zeting van Spitsbergen door Engelsche en Canadeesche troepen naar de meening van toonaangevende Duitsche kringen zonder twijfel een nieuw bewijs worden gezien voor de toenemende behoefte aan prestige der Engelschen, wien men met deze nieu we „landaanwinst" met het oog op de ruwheid van den winter aldaar „veel ge noegen" wenscht. Als naar Duitsche mee ning aan dit gebied inderdaad militaire beteekenis moest worden toegekend, zou men zeker niet, naar men hier verklaart, den Engelschen den voorrang hebben ge laten. Uit een bericht van S. P. T. uit Ber lijn blijkt, dat niet alleen Britsche en Ca nadeesche, maar ook Noorsche troepen Spitsbergen hebben bezet. De Berlijnsche V. P. B.-correspondent meldt: Pe Engelsche bezetting van Spitsber gen wordt in de Duitsche bladen beschouwd als een actie, welke slechts een bijkom stige beteekenis heeft en waarop alleen maar ironische commentaren dienen te worden gegeven. In het bijzonder v/ordt in de Duitsche pers gewezen op het ty pisch karakter van deze operatie der Engel sche vloot, waarmede men in Londen de populariteit der Engelsche offensieven wil versterken. Deze actie heeft de Engelschen nog een stapje nader tot de Noordpool gebracht. De economische beteekenis van Spitsbergen is buitengewoon klein. De daar voorhanden zijnde voorraden kolen, kwamen uitslui tend ten goede aan de bevolking van Noord-Noorwegen. Daar de havens van Spitsbergen slechts enkele maanden van het jaar vrij van ijs zijn, kan men de ge- heele actie beschouwen als een poging de Britsche vloot weer wat meer populair te maken. Van Duitsche zijde wordt er nog op ge wezen, dat Spitsbergen reeds lang door de Duitsche troepen zou zijn bezet, wanneer dat gebied eenige beteekenis had gehad. de bladzijden van het groote geschiedenis boek te vullen met de documentaire bewij zen van dezen grootsten oorlog aller be- schavingsoorlogen. SS-P. K.-frontberichtgever WOUTER HULSTIJN. Schweiz Press Tel. meldt uit Berlijn: In Berlijn is gisteren bekend gemaakt, dat een Amerikaansch koopvaardijschip in de Roode Zee door een vliegtuig van onbekende nationaliteit in den grond is geboord. De bemanning, die uit 20 koppen bestond, kon worden gered. In de Wil- helmstrasse ziet men in dit bericht niets bijzonders en wijst men op het feit, dat de Roode Zee reeds lang tot oorlogsgebied is verklaard. Uit legerberichten is dan ook reeds gebleken, dat Duitsche en Italiaan sche vliegtuigen in de Roode Zee meerma len schepen hebben aangevallen. Volgens United Press betreft het hier de Steel Seafaren, een schip van 5719 ton, thuis behoorend in New York. Als de strijd gestreden is... Als de strijd gestreden is, blijven de gewonden op het slagveld achter. De oprukkende troepen gaan hen voorbij, doch niet, nadat een hulpverband is aangelegd. Daarbij wordt er niet ge keken of het een vriend of een vijand is: iedere gewonde krijgt de eerste hulp van de met de strijdende troepen meetrekkende hospitaalsoldaten. Doch lang blijven deze mannen niet aan hun lot overgelaten. Doch achter het front werken de ambulances, die de gewonden verzamelen en hen ver der achter de vuurlinie brengen, waar zij in hospitalen en veldlazarets ver pleegd worden. Tallooze ambulances arbeiden op het oogenblik zoo aan het Oostfront. Bin nenkort zal daarbij ook een Neder- landsche ambulance zijn. Nederland- sche dokters en ziekenverplegers zul len hier hun menschlievenden arbeid gaan verrichten, een arbeid, welke mogelijk gemaakt is door de offervaar digheid van het Nederlandsche volk. Honderden hebben hun plicht reeds gedaan en droegen bij aan de tot standkoming van deze ambulance. Uw bijdrage wordt nog verwacht. Stort haar nog heden op giroreke ning 8-7-6-0-0 Nederlandsche ambulance, Koningin negracht 22, 's-Gravenhage. DE KATHOLIEKEN IN IERLAND. De herderlijke brieven der bisschoppen van Down en Connor en van Derry, die te Lissabon zijn aangekomen, protesteeren in scherpe bewoordingen tegen het optreden der Noord-Iersche politie in de woningen van Roomsch-Katholieke gezinnen. Ma- geean, bisschop van Down en Connor, zegt o.m., dat te Belfast huiszoekingen zijn verricht in een aantal als men zich bijna niet kan voorstellen. Zij begonnen in Sep tember 1939 en duren nog steeds voort. Bij de „Irish News" werden tot eind Sep tember 1940 52 politie-invallen gedaan, dus gemiddeld één per week. Andere inval len zijn nooit bekend gemaakt. Op 18 Juli werden 100 woningen doorzocht. De politie treedt des nachts of bij het aanbreken van den dag op. Deuren worden geforceerd. Met de wapens in de hand dwingt men de bewoners tot het beantwoorden van vra gen. Daarbij worden talrijke mannen ge arresteerd. Velen, voor wier arrestatie geen motief kan worden aangevoerd, krij gen na hun vrijlating in hun werkkring te hooren, dat hun plaats reeds bezet is. De bisschop van Derry, Mgr. Farren, schrijft o.m.: „Ik ken den geraffineerden vorm der vervolging, waaraan onze men- schen blootstaan, zeer goed. Ik weet, hoe de private sfeer van hun woningen ge schonden wordt, hoe in openbare zieken huizen zelfs in overwegend Roomsch-Ka tholieke streken geen Katholieke ver pleegsters werken, hoe in de rapporten, die voor bepaalde betrekkingen zoo belang rijk zijn, de uitdrukkingen „slecht" en katholiek" vrijwel synoniem zijn". Deze bisschop komt tot de conclusie, dat men door dit systeem rebellen kweekt. TOEPASSINGSVERBOD VOOR NON- FERRO METALEN IN DEN MACHINE BOUW. In de Nederlandsche Staatscourant van 9 September 1941, No. 175 is opgenomen een beschikking van den secretaris-gene raal van het departement van handel, nij verheid en scheepvaart, betreffende het toepassingsverbod voor ono-ferro metalen in den machinebouw. Dit toepassingsverbod, dat het gebruik van non-ferro metalen in den machine bouw regelt, is zeer uitvoerig en bestrijkt niet alleen den machinebouw in engen zin, doch tevens aanverwante terreinen als b.v. den bouw van apparaten en vervoer middelen, de fabricage van appendages en pijpleidingen en de lasch- en soldeertech- niek. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de Nederlandsche normaalbladen, waar naar in dit toepassingsverbod wordt ver wezen, te verkrijgen zijn bij de hoofdcom missie voor de normalisatie. Het toepassingsverbod zelve kan bij de landsdrukkerij worden besteld. STROOMBESPARING BIJ GEBRUIK VAN LIFTEN. De vereeniging „Het Nederlandsche in stituut voor lifttechniek", publiceert in haar jongste „mededeeling" het een en ander over stroombesparing bij het ge bruik van liften. De voornaamste besparing is te verkrij gen door het verminderen van het aantal ritten. Bij liften met een bestuurder is veel te bereiken door b.v. te wachten op een voldoend aantal passagiers, dan tel kens één of twee passagiers te vervoeren. Bij parallel werkende liften kan nagegaan worden of het mogelijk is één of meer lif ten permanent op vaste tijdstippen buiten bereik te zetten. Wat betreft het voorschrift, dat soms ge geven wordt, waarbij het gebruik van de lift in neerwaartsche richting wordt ver boden, hierdoor worden slechts weinig rit ten uitgespaard, want iedereen, die om hoog wil, moet eerst de kooi omlaag ha len, waarmee tijd verloren gaat, en tevens veel energie verbruikt wordt. Wil men het gebruik beperken, dan is sleutelbediening aan te bevelen. Geldige bonnen Elk der volgende bonnen geeft recht op het koopen van: 7 Sept. t/m 13 Sept. 1941: 34-4 brood 1 rants, brood of gebak 34 brood 1 rants, brood of gebak 34 vleesch rants, vleesch of vlw. 34 vlw. 1 rants, vleesch of vlw. 34 kaas 100 gram kaas 34 melk I 1% liter melk 35 reserve 3 kg. aardappelen 33 eieren één ei 7 Sept. t/m 4 Oct. 1941: 114 algem. 1 kg. suiker 115 algem. 250 gr. koffie-surrogaat 116 algem. 500 gr. jam 34-35 bloem Vi rants, bloem, brood 36-37 bloem of gebak C rijst 250 gr. rijst C haverm. 250 gr. havermout 117 algem. 250 gr. havermout 118 algem. 250 gr. gort 119 algem. 100 gr. vermic. of maiz. 7 Sept. t/m 24 Sept. 1941 34-35 boter 250 gr. boter 34-35 vet 250 gr. boter m. reduct. 31 Aug. t/m 30 Sept. 1941: algem. één rantsoen zeep PROCES TEGEN COMMUNISTI SCHE FUNCTIONARISSEN Op het oogenblik wordt voor het Duit sche Obergericht te 's-Gravenhage een proces gevoerd tegen leidende functiona rissen van de illegale C. P. N. (Communis tische Partij Nederland). Allen zijn aan geklaagd wegens hoogverraad; zij hebben o.a. in Februari en Maart van dit jaar aangespoord tot een algemeene staking. Aangezien alle strafbare handelingen zijn gepleegd vóór 22 Juni 1941, dus vóór het tijdstip, waarop het Duitsche Rijk in oorlog is met de Sovjet Unie, worden zij niet beschouwd als begunstiging van den vijand en wordt het proces niet gevoerd voor de militaire rechtbank. VERLENGING PACHTOVEREENKOMSTEN. Recht van den pachter. In de Nederlandsche Staatscourant van 9 September 1941, no. 175, is gepubliceerd het besluit van de secretarissen-generaal van Justitie en van Landbouw en Vis- scherij betreffende pachtovereenkomsten, welke reeds vóór 1 Januari 1936 van kracht waren. Dit besluit geeft den pach ter het recht om na afloop van den over eengekomen pachttermijn aan de Pacht- kamer een verlenging van de overeen komst te vragen voor den tijd van twee jaar. Ten gevolge van dit besluit is het mo gelijk geworden, dat de pachter na afloop van de overeenkomst nog op het gepachte blijft en zijn bedrijf voortzet. De pacht- rechter kan daartoe onder bepaalde voor waarden de pachtovereenkomst verlengen en indien zulks noodig is daarin wij zigingen aanbrengen. Het verzoek daartoe moet van den pachter zelf uitgaan en wel binnen een maand na het verstrijken van den overeengekomen termijn. De termijn van twee jaar, waarmede de pachtovereenkomst verlengd kan worden, doet vermoeden, dat binnen dien tijd een nadere regeling ten aanzien van overeen komsten als de onderhavige tot stand zal komen. Een gemoedelijk gesprek tijdens een korte marsch-pauze in het Sovjet gebied. De bewoners der veroverde streken zijn goede vrienden met de Duitsche soldaten (Atlantic-Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1