ffoótaxaCe fadeueti ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941 DE LEIDSCHE COURAfh TWEEDE BLAD ?AG. 5 Storing op de korte golf Een wandeling door de weiden. Ontmoeting met een roodgehoofden boerenjongen. Een geheimzin nige stem weerklonk. 6 September. Aan het paradijselijke herfstweer is het te wijten, dat van de apologie-in-een-note- dop welke op de verlanglijst stond van een inwoner van Wassenaar nog niets is terecht gekomen. Mina is bezig de door de verhuizing ontstane achterstand in te halen („Kan Mgr. geen beter tijd uitzoeken voor overplaatsingen!" mopperde dé vrome ziel in volslagen opstand), en alles wat maar groen is in het zoute vat te stoppen. Het Wassenaarsche begeeren komt daar ook bij, doch ik geef de heilige verzekering: het ligt boven-op, vlak onder de houten vol ger met de zware steen. De middag, aanvankelijk bestemd om „in een vloek en een zucht" de geheele apologie van het Christendom van achter naar vo ren en van voren naar achteren door te rennen, werd thans besteed aan een bezoek bij een van de kerkmeesters, met welke heeren ik reeds den eersten dag den beste kennis had gemaakt, doch die erop rekenen, dat zij vóór alle anderen hun nieuwen her der op visite zullen krijgen. Nu woont een van de leden van dit edel achtbaar college ergens ver-weg, in een uit hoek van den polder. De boerderij is zomers wel te bereiken, maar na de onstelpbare huilbuien van de Augustusmaand was de weg erheen tot een Russische bagger-boel losgeweekt. Het wachten was dus op een paar droge dagen om deze kleffe diplomatieke stappen te doen, en met laarzen aan en een brevier op zak toog ik de wijdsohe weiden-zee in. Van brevieren is geen spaan terecht ge komen. De wereld was zoo wonder-mooi, schoongey/asschen na de weken-lange zondvloed. Als een tweede Noë stapte ik op gewekt door het groene gras als over een eindeloos uitgestrekt, dik en zwaar tapijt, waarin de voeten zacht en mollig weg zakken. Een boerenjongen met een rood hoofd boven een. blauwe kiel, welk hoofd bij de nadering van den zwarten herder van kar mozijn tot vermiljoen verschoot, had me een sluipweggetje door deh polder gewe zen over wiebelende planken en dwars door smeuige koofenbochten. Het volgen van dat flauwe spool' vereischte al mijn aandacht. Met één oog op den grond en één,, in het brevier was ik goed op weg in de Lauden en naar mijn kerkmeester toen ik bij het „ad dirigendos'pedes nostros in viam pacis" over een molshoop struikelde, aan het paard van stadhouder WillemIII dacht, en, om erger te voorkomen, het gebedenboek reso luut dichtklapte. De boerenjongen, die me het kronkel paadje wees, was een bijzondere jongeman. Hij was den geheelen middag in de blauw groene eenzaamheid aan het stekelen- pikken, doch de rust van het beschouwend leven had hem blijkbaar op een geestelijk kronkelpaadje gevoerd. Hij was een van mijn parochianen en ik had hem eiken Zon dag aan de communiebank gezien (Pastoors hebben namelijk hun oogen niet in hun zak). Om toch aan iemand uiting te kunnen geveh van mijn post-diluviale bewondering, zei ik, na een praatje over.de flinke groei van het gras: „De aarde is vandaag zoo prachtig of het de hemel is". De blauw-gekielde jongeman rukte ver strooid met'zijn houten tang aan een distel: „Zou er wel een hemel zijn, meneer Pas toor?" Te lang in de zielzorg zijnde om van eeni- ge verbazing blijk te geven, antwoordde ik: „In ieder geval is er een aarde!" De distel scheen buitengewoon hardnek kig te zijn: „Zou er achter deze aarde wel iets an ders steken, meneer Pastoor?" „Laten we vroolijk veronderstellen" antwoordde ik „dat er niets anders is dan deze aarde, ronddolend in een mateloos heelal" en ik zwaaide met breede zwier mijn hand naa,r den machtigen, blauwen hemel, die hét groene tapijt overkoepelde „vertel ihe dan eens, hoe het in vredesnaam mogelijk is, dat wij met z'n tweeën hier staan te praten, of er misschien iets anders achter steekt". „Is dat zoo iets bizonders" vroeg hij, een kleinigheid in zijn wiek geschoten. „Integendeel" stelde ik onmiddellijk gerust „het zijn maar zoutzakken 'van jongelui, die zich nooit eens afvragen over de diepste diepten van hun bestaan. Wat ik bedoelde is dit: we staan hier beiden op de wereldbol, die eigenlijk nog nietiger is dan een zandkorreltje in vergelijking met de peillooze afgronden van het heelal, en op dat zandkorreltje staat een onnoemelijk klein menschje, die zich afvraagt: is er een God, is er een hemel, is er een ongeziene wereld. Er is, dunkt me, geen sterker be vestiging van je vraag dan het stellen van -de vraag zelf'. „Ik voel wel, waar u heen wilt, maar het gaat toch iets boven mijn pet, Pastoor" laohte hij frank-uit. „Veronderstel, dat je aan het stekelen- pikken bent, in de grootste verlatenheid, en je hoort plotseling een stem weerklin ken: „Bestaat er een God, of bestaat er geen God?", wat zou je dan denken?'' H$'beet op zijn duim: „Dat een geest tot me sprak, tenminste als er niet ergens een radio-toestel in den slootkant lag". „Diezelfde gewaarwording onderging ik, toen je me zoo even vroeg: Steekt er wel iets achter deze aarde? Het feit, dat op deze aarde, die uit stof, doode elementen is geschapen, een stem weerklinkt, die deze vraag stelt, is een afdoend bewijs, dat een onstoffelijke geest tot met spreekt". „Maar u ziet me toch?" riep hij uit. „Maar je ziel niet!" „Het wordt een beetje griezelig" vond hij, terwijl hij zijn oogen neersloeg, en met zijn klomp door het gras woelde, waaruit een zwerm langpoot-muggen opsteeg. „Een mensch is een samen-papsel van geest en stof", vervolgde ik. „Eens zal de stof vergaan en tot de aarde terugkeeren, maar de ziel kan niet tot de aarde terug keeren, omdat Je niet van deze wereld is. Toen deze langpoot-muggen onder de grond zaten en als vette emelten de wortels van je gras beknaagden, meenden zij, dat er niets anders was dan aarde en duisternis, maar nu vliegen zij omhoog in de glorie van het zonnelicht. Zoo zal het ook ons vergaan". „Dus wij zijn emelten?" vroeg hij spot- FINSCHE VREDES- GERUCHTEN DE ACTIVITEIT IN DE FINSCHE GOLF. BRITSCHE PROPAGANDA Onze V.P.B.-correspondent meldt uit Berlijn: Het gerucht, dat Finland voornemens zou zijn om met Sovjet-Rusland een af zonderlijk vredesverdrag te sluiten wordt in toonaangevende kringen te Berlijn be schouwd als een poging van Britsche zijde, om de voor den Sovjet-bondgenoot steeds gevaarlijker wordende militaire situatie in het Noorden te verlichten. Zulks te meer, daar /men te Londen ingezien schijnt te hebben, dat directé militaire steun vrijwel onmogelijk is geworden. Door een afzonder leken vrede tusschen Sovjet-Rusland en Finland zou de situatie voor het sterk be dreigde St. Petersburg ongetwijfeld gun stiger worden. Indien de Finnen met de herovering van de oorspronkelijke grens van hun land genoegen zouden nemen, zou immers Petersburg in den rug vrijko men. Bovendien zou.in dat geval de ver binding van de Sovjët-Unie met Engeland in het Noorden via Moermansk vrijblijven. Zooals bekend is, wordt deze Engelsche bewering van officieele Finsche zijde na- drukelijk als onjuist van de hand gewezen. Inmiddels heeft ook het dementi van Sov jet-Russische zijde de tendentieuze strek king van dezen Britschen wensch bevestigd Men schijnt deze directe verbinding in het Noorden noodzakelijk geacht te hebben, daar het thans bereikte contact in Iran stellig niet van blijvende aard zal blijken te zijn. VAN ANDERE lfRONTEN HET ITALIAANSCHE WEERMACHTS- BERICHT Het Italiaansche Weermachtsbericht van gisternamiddag luidt: „Italiaansche af deelingen jagers hebben bij operaties boven Malta en de Straat van Sicilië met haar bekende dapperheid in een reeks zware gevechten den strijd aange bonden met aanzienlijke afdeelingen vij andelijke jagers. Zij hebben 22 vijandelijke vliegtuigeh neergeschoten en talrijke an dere door machinegeweervuur beschadigd. Drie Italiaansche vliegtuigen zijn niet op hun basis teruggekeerd. Vele anderen keer den beschadigd en met gewonden aan boord terug. Bij deze gevechten hebben zich bij zonder onderscheiden de kolonel Carlo Romagnoli, die aan het hoofd van zijn eigen afdeeling heldhaftig streed en vermist wordt, majoor Francessco Beccaria, kapi tein Valentino Festa en kapitein Franco Lucchino. In den afgeloopen nacht is het vliegveld Miccabba op Malta opnieuw door onze bommenwerpers aangevallen. Vijandelüke vliegtuigen hebben aanvallen gedaan ,7op het gebied van Catania, terwijl vier bom menwerpers Cotrone aanvielen. De schade is gering. De luchtafweer te Cotrone heeft twee Bristol-Blenheims neergeschoten, een daarvan viel in de haven. Uit het wrak heeft men de lijken van drie leden der be manning geborgen. In Noord-Afrika, aan het front van To- broek, zijn aanvalspogingen van Britsche afdeelingen verijdeld door onze troepen, die door pantserwagens en artillerievuur gesteund werden. Duitsche en Italiaansche vliegtuigen hebben installaties en verster kingen te Marsamatroeh gebombardeerd, alsmede vijandelijke autocolonnes bij Dzjaraboeb. In Oost-Afrika heben vijandelijke lucht aanvallen op Wolsjefit alleen onder de in- heemsche bevolking eenige verliezen ver oorzaakt. Onze afdeelingen overrompelden in den sector Koelkwabert vijandelijke detachementen, verstrooiden haar en brach ten haaj verliezen toe. De vijand liet wapenen en met levens middelen beladen lastdieren in onze han den achter". ENGELSCHE OVERVAL OP GRIEKSCHE KUSTVAARTUIGEN Drie kleine Grieksche kustzeilvaartuigen zijn bij den overtocht naar een eiland in het Oostelijk deel der Middellandsche Zee aangehouden door een Britsche duikboot,, die plotseling aan de oppervlakte kwam. Twee der scheepjes werden van korten af stand door kanonskogels getroffen en vlo gen in brand. De vijandelijke duikboot voer naar de zinkende vaartuigen toe en beschoot de bemanning met mitrailleurs. Vier matrozen vonden hier den dood. VERDRAGEND DUITSCH GESCHUT BESCHIET KANAAL Batterijen verdragend geschut der Duit sche marine hebben' gistermiddag vijande lijke scheepsdoelen aan de Kanaalkust met succes onder vuur genomen. tend. „Noem het zoo. En het zal niet zoo lang duren, of ook wij zullen groote oogen op zetten (maar dat zijn niet onze stoffelijke oogen), wanneer onze geest niet meer ver zwaard en gehinderd wordt door het vleesch". „Is het lichaam dan een gevangenis, waarin we opgesloten zitten?" „Dat zeker niet. Lichaam en ziel zijn één, maar het aardsche van het lichaam stoort op een geweldige manier de ontvangst op de korte golf, zoodat we slechts flauw tjes en ver-weg het geestelijke kunnen be luisteren". „U schijnt een |joed radio-toestel te heb ben", zei hij met een mengeling van diep zinnigheid en boosaardige toespelingen. Deze opmerking liet ik daarom wijselijk blauw-blauw. „Als het lichaam ons ontvalt, zal de ontvangst niet" meer gestoord wor- den". „Is de oorlog dan voorbij?" vroeg hjj mijmerend. „Dan is de oorlog voorbij, en de eeuwige vrede geteekend'fc Het was later dan ik gedacht had, toen ik aan de woning van mijn kerkmeester aankwam. De geweldige omvang van de laatste ge beurtenissen in de Finsche galf zal men nooit met zekerheid kunnen vaststellen, daar het aantal gezonken en beschadigde vijandelijke schepen reeds in de honderden bedraagt. Reval en Baltisport (Baltiski), twee be langrijke vlootsteunpunten der Sovjet's ge legen aan de Noord Estlandsche kust, zijn door de Duitschens ingenomen; de Finnen hebben hun oud grondgebied heroverd en maken zich gereed het schiereiland van Hangö aan te vallen. Hangö (Hanko) is een pachtgebied van de Sovjet-Unie sinds de vorige Finsche-oorlog. De stad is op een Kaart van Pelt. schiereiland gelegen. In de onmiddellijke omgeving hiervan heeft de Sovjet-Marine verscheidene verdedigingswerken doen aanleggen, die de ingang van de Finsche golf beheerschen. Door het verlies van de Estlandsche vlootsteunpunten is de beteekenis van Han gö sterk verminderd; de eenige korte ver binding, die de Sovjet's nog met Hangö onderhouden, gaat uit van de Estlandsche eilanden Dagö en Osei, die nog in him be zit zijn. .(Op het inzetkaartje vindt men deze eilanden bij den naam Estland). „DUITSCH SCHRIFT" AFGESCHAFT Onze V.P.B.-correspondent meldt: Van nu af aan zal in de Duitsche lagere scholen het onderwijs in het Duitsche schrift worden afgeschaft en vervangen worden door het normale Latijnsche schrift, „Antiqua" genoemd. Voor zoover de leer lingen dit schrift reeds hebben geleerd, zal ook op de hooge scholen het gebruik van het Duitsche schrift niet meer worden ver langd. Tot dusver werd het Latijnsche schrift reeds gebruikt voor geschriften en boeken, die voor buitenlandsche lezers waren bestemd. Thans zal dit schrift dus wel algemeen worden ingevoerd, zoodat het Duitsch langzaam aan door iedereen zal kunnen worden gelezen. In het bijzon der de Nederlandsche jeugd zal zich hier over wel verhéugen, daar zij niet meer moeite behoeft te doen om het Duitsche schrift, het z.g. „Fractuur", te leeren. OTTO VAN HABSBURG VERLIEST AMERIKAANSCHE RIJVERGUNNING Associated Press meldt uit Boston, dat, het verkeersgerechtshof van Massachusetts gisteren de rijvergunning van Otto van Habsburg wegens te snel rijden heeft in getrokken. De rechter zeide: „Er is geen reden aanwezig om een snelheid van honderd km. per uur te ontwikkelen, want Hitler is nog niet in Amerika geland en het valt niet aan te nemen dat hij achter den Habsburger aan zat." STERKE PRIJSSTIJGING IN NED. INDIë EN BRITSCH-INDIë. Europapress meldt uit Tokio: Als gevolg van de blokkade-maatregelen tegen Japan hebben zich in Nederlandsch-Indië en Britsch-Indië belangrijke prijsverhoogingen voorgedaan voor goederen, welke tot dus verre uit Japan betrokken werden en wel? ke ten deele nog voorhanden waren. On danks de ip Nederlandsch-Indië genomen maatregelen tegen prijsopdrijving, is het niet mogen gelukken, de nog beschikbare Japansche textielgoederen tegen voor de inlandsche bevolking aanvaardbare prijzen te verhandelen. Door het onderbreken van den Japanschen invoer wordt dan ook in het bijzonder de inlandsche bevolking van Nederlandsch-Indië en Britsch-Indië zwaar getroffen. In Britsch-Indië hebben de maatregelen tegen Japan in nog sterkere mate nadeeli- ge invloeden teweeg gebracht. Niet alleen dat de inlandsche bevolking thans van goedkoope textielproducten verstoken blijft, doch ook de uitvoer van ruwe ka toen is onderbroken, waardoor de voorra- Als gast van de Italiaansche regeering woont dr. Goebbels te Venetië de Biennale bij. De Duitsche Rijksminister wordt door den Italiaanschen minister voor Volkscultuur, Pavolini, verwelkomd (Orbis-Holland) den zich opstapelen, zonder kans op uit voer naar andere gebieden. Dientengevolge heeft de Britsch-Indische regeering zich reeds genoodzaakt gezien de genomen blokkade-maatregelen tegen Ja pan te verzachten door de bepaling, dat ex port van ruwe katoen op de basis vain den export der laatste jaren weder toegelaten zal zijn. In 1939 voerde Japan uit Britsch- Indië katoen ten waarde van 121 millioen yen in, terwijl de totale export van Japan sche goederen naar Britsch-Indië in dat jaar 211 millioen yen bedroeg, waarvan al leen reeds aan tejrtielgoederen een waarde van 143 millioen yen. Dat de Britsch-Indische regeering tot laatstgenoemde maatregel is overgegaan, is voor Japansche kringen het bewijs, dat er een geweldig verzet van de zijde der Britsch-Indische katoenplanters is gerezen tegen de aanvankelijk getroffen maatrege len. Daarnaast is de vraag naar goedkoope Japansche textielgoederen onder de inland sche bevolking nog steeds dringend, zoodat de Britsch-Indische regeering hoopt, dat Ja pan thans ook weer uitvoer van die goede ren naar Britsch-Indië zal toestaan. In be voegde Japansche kringen wijst men er echter op, dat de Britsch-Indische regee ring zich hierin vergist. Door tijdige reor ganisatie van het Japansche bedrijfsleven en heroriëntatie in Oost-Azië heeft Japan den uitvoer naar Britsch-Indië in lang niet die mate van noode als voorheen. Japan is trouwens niet bereid voor dit doel schepen ter beschikking te stellen, aangezien de be schikbare tonnage voor andere, doeleinden gebruikt wordt. In Britsch-Indië ontbreekt het eveneens aan tonnage, zoodat het evenmin mogelijk zal zijn, dat veel tonnage van deze zijde voor den invoer uit Japan ter beschikking komt. GOUDSCHAT GEVONDEN EN IN PUT GEWORPEN Eén 16-jarige knaap uit Amiens had on langs bij den afbraak van een oud huis een steenen pot gevonden met ongeveer vijftig goudstukken. De jongen was zich van de waarde van den vondst niet bewust. Hij sprak er toevallig eens over met een oude ren kennis en deze versterkte den vinder in de meening, dat het waardelooze geld stukken waren. De knaap verdeelde toen eenige munten onder kinderen. Het geval trok echter de aandacht van de politie, die een onderzoek instelde. Daarbij werd ont dekt, dat een vrouw, die in het bezit van twee goudstukken geraakt was, deze ver kocht had voor 550 francs. Toen men den knaap naar de overige munten vroeg ver klaarde hij naief, dat }}ij de pot met goud in een put gegooid had. Men stelt thans alles in het werk omde goudschat terug te krijgen. artillerievuur weten de Duitsche colonnes aan het Oostfront haar taak, om de vooruitgesnelde troepen, van munitie te voorzien (Orbis-Holland) PASTOOR. Duizenden dehlie's bloeien In rijke kleurschakeeringen in het volkstuinencomplex .Nut en Genoegen' een den Spaerndemmerdijk te Amsterdam, waar deze bloemen tezamen de groote dahlia-tentoonstelling zullen vormen, welke er georganiseerd wordt (Pax-Holland-De Haan m)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5