Weerbericht
STADSNIEUWS
Burgerlijke Stand
WOENSDAG 20 AUGUSTUS 1941
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
Abonnementsprijs: voor Leiden 20
cent per week; 1 2.63 per kwartaal.
By onze agenten 21 cent per week;
2.73 per kwartaal. Franco per post
3.10 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad f 0.52 per kwartaal.
Losse nummers 6 cent, met geïll
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 32 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 55 cent per plaatsing,
alléén Woensdag en Zaterdag.
Hoofdredacteur: Th. Wilmer, Leiden.
Red. Buitenland: Mr. H. Gelse, Leiden.
Red. Stad en Sport: M. Zonderop, Leiden.
Red. Omgeving: L. Roozen, Leiden.
Red. Letteren en Kunst: Fr. Schneiders, Leiden.
ZONS OP-EN ONDERGANG.
Zon onder 8.56 uur Woensdagavond.
Zon op 6.31 uur Donderdagochtend.
MAANSTANDEN.
20 Augustus: De maan komt Woensdag
nacht om 3.53 uur op en gaat Woensdag
avond om 7.22 uur onder.
21 Augustus: De maan komt Donderdag
nacht om 4.58 uur op en gaat Donderdag
avond om 7.58 uur onder.
22 Augustus: De maan komt Vrijdagmor
gen om 6.08 uur op en gaat Vrijdagavond
orn 8.31 uur onder. (Nieuwe maan).
23 AugustusfDe maan komt Zaterdag
ochtend om 7.22 uur op en gaat Zaterdag
avond om 8 uur onder.
24 Augustus: De maan komt Zondagoch
tend om 8.36 uur op en gaat Zondagavond
om 9.29 uur onder.
25 Aug.: De maan komt Maandagmorgen
om 9.53 uur op en gaat Maandagavond om
9.56 uur onder.
26 Augustus: De maan komt Dinsdag
voormiddag om 11.12 op en gaat Dinsdag
avond om 10.24 onder.
27 Augustus: De maan komt Woensdag
middag om 12.29 uur op en gaat Woensdag
avond om 10.55 uur onder.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminr.: „De Zijl" 18 gr. C.
Zweminr.: „Poelmeer" 16.5 gr. C.
jO HO IIO IIO II CZ> IIO 11 CD II CD IICD IIC^
5 Verduisteringstijden jj
0 Er is bepaald, dat er verduisterd
jq moet worden tusschen zonsonder- 0
0 gang en zonsopkomst.
Deze tijden zyn voor hedenavond U
U en morgenochtend:
0 ZONSONDERGANG n
Q 8.56 uur.
q ZONSOPKOMST Q
s 6.31 uur. Q
5 Tusschen deze beide tijden dient Q
0 er dus verduisterd te worden.
OII Oil Oil Oil Oil Oil Oil Oil OllcP
ADVIESCOMMISSIE INZAKE
VERGOEDINGEN.
Bij beschikking van den secretaris-gene
raal van het departement van Handel. Nij
verheid en Scheepvaart, is ingesteld een
commissie, die tot taak heeft de secretaris
sen-generaal van de departementen van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van
Financiën van advies te dienen, met be
trekking tot de vergoedingen voor ingele
verde non -ferrometalen 'halffabrikaten en
ruwe materialen.
Tot leden dezer commissie zijn benoemd:
tot lid en voorzitter de 'heer E. de Jong,
directeur van het Rijksbureau voor non-
ferro-metalen: tot leden de heeren P. J.
Rekker, directeur der N.V. Handel Mij. P.
J. Rokker, te Rotterdam; ir. W. Maas Gees-
teranus, adj.-directeur van de N.V. Werk
spoor te Amsterdam; J. Prummel Jr. di
recteur der N.V. „Metawa" te Tiel. Aan de
commissie is als secretaris toegevoegd mr.
G. F. J. Notermans, chef van de afdeeling
Centrale Magazijnen Schaderegelingen van
het Rijksbureau voor non - f err o-metalen.
TOEPASSING VOOR NON-FERRO-
METALEN IN DE ELECTROTECHNIEK.
Bij beschikking van den secretaris-gene
raal van het departement van handel, nij
verheid en scheepvaart is bepaald, dat nik
kel-, aluminium, magnesium hun legeerin
gen, in iederen vorm en iederen graad van
verwerking, ook in den vorm van platee
ringen, bekleedingen of andere deldagen,
niet meer mogen worden gebruikt voor de
vervaardiging der hieronder genoemde pro
ducten en hun onderdeelen:
a. Dynamo's voor rijwielen.
b. Magneten voor rijwieldynamo's.
TOEPASSINGSVERBOD VOOR NON-
FERRO METALEN BIJ DE FABRICAGE
VAN MELKTRANSPORTKANNEN.
Bij beschikking van den secretaris-gene
raal van het departement van Handel, Nij
vereheid en Scheepvaart is bepaald, dat
tin en ti n legeeringen in den vorm van dek
lagen niet meer mogen worden gebruikt
voor het vertinnen van nieuwe melktrans-
portkannen.
Tin en tinlegeeringen voor het naver-
tinnen van gébruikte meLktransportkan-
nen mogen slechts worden aangebracht
door centrifugaal-vertinnen.
dtnmefleet in
g&meentefreötuwc
NA de algemeene opmerkingen in ons
blad van verleden week Donderdag,
welke hun aanleiding vonden in het
artikel van dr. Rabldat, achteraf be
schouwd, in nauw verband bleek te staan
tot de twee dagen later gepubliceerde ver
ordening op het buiten werking stellen v.an
Prov. Staten en Gemeenteraden zullen
wij thans de nieuwe regeling, meer spe
ciaal voor het bestuur der gemeente, nader
bezien.
„Aan het hoofd der gemeente staat een
raad", zegt de Grondwet in art. 145 en
even later, in art. 146 luidt het: „Aan den
raad wordt de regeling en het bestuur van
de huishouding der gemeente overgelaten".
„Hij maakt de verordeningen, die hij in het
belang der gemeente noodig oordeelt. Wan
neer de wetten, algemeene maatregelen
van bestuur of provinciale verordeningen
het vorderen, verleenen de gemeentebestu
ren hun medewerking tot uitvoering daar-
Hier is in kort bestek de taak van den
raad aangegeven, welke taak door de Ge
meentewet nader wordt uitgewerkt.
Krachtens verordening van den Rijks
commissaris wordt vanaf het tijdstip van
in werking treding der verordening 1
Sept. deze taak van den raad door den
burgemeester waargenomen. Tevens wordt
de burgemeester belast met de waarneming
van de werkzaamheden van het college van
B. en W.
Voortaan zal hij het dus zijn, die de ge
meentelijke verordeningen vaststelt en zal
bij hem uitsluitend de uitvoering van de
desbetreffende wetten en besluiten berus
ten.
Het staat er kort en nuchter, zakelijk.
Maar inderdaad beteekent dit een radicale
wijziging, een totale ommekeer in het tot
nu geldende systeem van de gemeente
huishouding. Gebroken is met de als een
axioma geldende gemeentelijke autonomie
en in de plaats is gekomen een centralisa
tie van bestuur, zooals ons land nog nim
mer heeft gekend. De Lurgemeester immers
is rijksambtenaar en al heeft hij nu dezelf
de bevoegdheden als de raad bezat, dezelfde
onafhankelijkheid heeft hij niet en kan hij
niet hebben.
Met nadruk is er in de toelichting op ge
wezen, dat het Nederlandsche volk later
gelegenheid zal hebben, zich uit te spreken
over den uiteindelijken vorm van bestuur.
De met ingang van 1 Sept. in te voeren re
geling is dus te beschouwen als een proef
met het systeem van centralisatie. Na af
loop van deze proefneming zal dan kunnen
blijken of het Nederlandsche volk nog altijd
zoo gehecht is aan den eeuwenouden vorm
van zelfbestuur; het heeft dan de gelegen
heid gehad de voor- en nadeelen van twee
systemen aan de practijk te toetsen.
HOE is het nu met den Raad?
Zooals reeds gezegd: de jure „afge
schaft'" is hij nog niet; hij is slechts
op non-actief gesteld. Maar verscheidene
raadsleden zullen zich toch nog zij het in
een gewijzigde functie verdienstelijk
kunnen maken tenopzichte van de gemeen
telijke belangen.
Van raadsleden zullen zij raadslieden
kunnen worden. Het scheelt maar één let
tertje, doch dat ééne lettertje beteekent
een totaal andere functie.
De burgemeester zal nl. uit de gezamen
lijke volksgenooten, die ingezetenen der ge
meente zijn, een aantal raadslieden moeten
benoemen om hem van advies te dienen bij
het besturen der gemeente en voorstellen
te doen in het belang der gemeente. Het
aantal van deze raadslieden is vastgesteld
op de helft van den tegenwoordigen raad.
Daar de huidige gemeenteraden met het
oog op de stemmen steeds in oneven getal
len zijn samengesteld, wordt het wettelijk
vastgestelde aantal raadsleden met één
verminderd en van dat even getal de helft
genomen. Zoo zal b.v. de stad Leiden, die
35 raadsleden telde volgens de Gemeente
wet. nu een adviescollege krijgen van 17
personen.
Gezien het verband, dat de verordening
legt tusschen het nieuwe college van raads
lieden en den gemeenteraad (o.a. worden de
bepalingen omtrent de voorwaarden van
het raadslidmaatschap en omtrent de daar
mee onvereenigbare betrekkingen en ver
richtingen op de raadslieden toepasselijk
verklaard) ligt het voor de hand, dat bij
de benoeming van deze raadslieden de bur
gemeester, zooveel mogelijk, een keuze zal
doen uit de zittende raadsleden, die bewe
zen hebben een open oog te hebben voor de
gemeentebelangen en bekwaamheid aan
den dag hebben gelegd in het beoordeelen
van de gemeentelijke toestanden.
Ook om tactische redenen zal dit aanbe
velenswaardig zijn, daar wij ons bezwaar
lijk kunnen voorstellen, dat speciaal in
kleinere gemeenten het gemeentebelang
gediend zou zijn door de benoeming van
een geheel nieuw college.
Degene, die door den burgemeester voor
4 jaar tot raadsman der gemeente wordt be
noemd, kan deze benoeming niet weigeren,
tenzij om gewichtige redenen, waarvan de
verordening zelf er eenige aangeeft.
Zoo kan men een benoeming weigeren,
als men ouder is dan 60 jaar, aanhoudend
ziek is, veel buiten de gemeente vertoeft,
een geestelijk ambt vervult, over meer dan
twee personen voogd of curator is, of reeds
meer dan 6 jaar zonder onderbreking een
openbaar ambt onbezoldigd heeft vervuld.
Dit laatste heeft tot eenigen twijfel aanlei
ding gegeven, nl. of het raadslidmaatschap
een openbaar ambt is. Wij gelooven van
wel.
De burgemeester is in zijn benoeming vrij,
hoewel hij onderworpen is aan de controle
van het „toezicht houdend orgaan", in de
meeste gevallen de Commissaris der Pro
vincie. Wanneer het „toezicht houdend or
gaan" zulks verlangt, is de burgemeester
verplicht een raadsman terstond te ont
slaan.
ZOOALS gezegd, is de taak van den
raadsman van raad te dienen. In zoo
verre keert dit instituut weer terug
tot het oude begrip van een „raad", van
een adviesgevend college.
Artikel 10 van de verordening omschrijft
de taak der raadslieden aldus:
De raadslieden der gemeente hebben tot
taak:
Den burgemeester bij het besturen der
gemeente van raad te dienen en voorstel
len te doen en den inwoners begrip bij te
brengen omtrent de maatregelen van den
burgemeester.
Hoe dit laatste deel van deze taak der
raadslieden in practijk moet worden ge
bracht, zal nog nader moeten blijken. Het
eerste deel evenwel zal wat het zakelijke
der besprekingen betreft, niet veel afwijken
van het gebruikelijke aspect, dat de ge
meenteraden tot nu toe boden. Politieke
begrootingsspeechen zullen er wel achter
wege blijven!
Evenals voorheen de Raad zal ook het
nieuwe college bijeengeroepen worden in
alle gevallen, waarin ingevolge de voor
schriften van de Gemeentewet een besluit
van den gemeenteraad was vereischt.
Ter vergadering zijn de raadslieden ver
plicht hun meening kenbaar te maken,
wanneer deze van die van den burgemees
ter afwijkt. Zoodanige uitingen dienen in
de notulen der vergadering te worden op
genomen.
Een stemming wordt niet gehouden, daar
het advies van de individueele leden wordt
gevraagd, niet het collectieve advies, en ook
omdat er geen besluit valt te nemen.
Het besluit neemt de burgemeester, die ver
plicht is den raadslieden der gemeente on
verwijld zijn beslissing inzake ieder bespro
ken onderwerp op een geschikte wijze mede
te deelen.
Is in 't algemeen het advies der raadslie
den een verplicht advies, in spoedgevallen
kan de burgemeester zelfstandig beslissen
zonder voorafgaand advies.
ZULLEN de vergaderingen voor het pu
bliek toegankelijk, dus openbaar
zijn?
Hoe het in de practijk zal gaan. valt
uiteraard nog niet te voorspellen, doch in
tegenstelling tot de voorschriften van de
Gemeentewet, volgens welke de vergaderin
gen als regel openbaar en slechts bij uit
zondering geheim waren, wordt thans be
paald, dat de vergaderingen openbaar zijn,
wanneer de burgemeester zulks bepaalt,
hetgeen openlijk bekend gemaakt moet
worden. Dat wijst erop, dat openbare ver
gaderingen als regel in de minderheid zul
len zijn. Ook de bepaling, dat de burge
meester den raad van de raadslieden der
gemeente ook anders dan ter vergadering
kan inwinnen, wijst in zelfde richting.
De raadslieden der gemeente worden als
zoodanig niet bezoldigd. Is daarmede ook
het tot nu toe gebruikelijke presentie-geld
afgeschaft? Strikt genomen is het uitkeeren
van presentie-geld geen bezoldig.ng. De
leden van den gemeenteraad waren ook
niet bezoldigd, al genoten zij presentie-geld.
Uit het feit echter, dat er over presentie
geld niet gerept wordt en uit de overwe
ging, dat de functie van faadsman wordt
opgevat als een eere-plicht, zou men kun
nen besluiten, dat presentie-geld waar
schijnlijk niet zal worden uitgekeerd.
Zooals men weet, bestaan er naast den
Raad ook gemeentelijke commissies. Hun
werkzaamheden blijven alleen rusten, als
en voorzoover de burgemeester zulks be
paalt, waarin men een aanwijzing mag zien,
dat deze commissies voorloopig hun werk
zaamheid nog wel zullen kunnen voort
zetten,
OVEREENKOMSTIG den gewijzigden
aard van den nieuwen „raad", onder
gaat ook de positie der wethouders
een wijziging. Zij worden niet meer uit en
door den raad gekozen, integendeel, zij
mogen de functie van raadsman en wethou
der niet eens combineeren. Zij worden
voortaan beschouwd als ambtenaren en,
als zij bezoldigd worden, moeten zij hun
ambt als hoofdberoep vervullen.
Hoeveel wethouders er over zullen blij
ven is nog onzeker. Dat zal de Commissaris
der Provincie bepalen; het moeten er
evenwel minstens twee en hoogstens zes
zijn.
Het is wederom de burgemeester, die ze
benoemt en ontslaat, ditmaal met toestem
ming van het „toezicht houdend orgaan", in
casu den Commissaris der Provincie.
De Commissaris bepaalt wederom, hoe
veel van de wethouders bezoldigd zullen
worden en hoe hoog dit salaris zal zijn. Hun
taak wordt in art. 4 aldus omschreven:
„den burgemeester bij het besturen der ge
meente te vertegenwoordigen".
De burgemeester bepaalt de volgorde,
waarin de wethouders worden geroepen om
als zijn vertegenwoordigers op te treden.
Hun werkzaamheden zullen dus wel de
zelfde blijven als voorheen afgezien mis
schien van een andere indeeling als gevolg
van een eventueele inkrimping van het
aantal wethouders met dit verschil, dat
zij voortaan geen college meer uitmaken,
hetwelk een zelfstandig, een collectief be
sluit kan nemen of een collectief praeadvies
kan opstellen, en dat zij geen stem, zelfs
geen adviseerende, meer hebben in de ver
gadering der raadslieden. Zij zijn ambtena
ren, die den burgemeester vertegenwoor
digen en handelen in diens naam en op
dracht.
Naar analogie met hun vorige functie
worden zij voor 6 jaar benoemd, tenzij zij
eerder worden ontslagen.
Zoo ziet in groote trekken het nieuwe be
stuursapparaat der gemeente eruit. Wij
zullen deze proef van centralisatie met be
langstelling volgen.
Mr. H. G.
KLOMPEN-JAARBEURS.
In de eierhal te Epe is gisteren de klom
penjaarbeurs van de Klompenmakerspa-
troonsvereeniging van Oene en omstreken
gehouden. De aanvoer was belangrijk groo-
ter dan de vorige jaren. Er heerschte een
levendigen handel. Hooge prijzen werden
besteed_. Voor de gewone klompen liepen
de prijzen tot over de f 100.— per 100 paar
klompen.
VERGOEDING VOOR HET SCHRAPPEN
VAN AARDAPPELEN.
De gemachtigde voor de prijzen maakt
bekend, dat in een officieele publicatie,
welke op 19 Aug. in de avondbladen is Ver
schenen, melding is gemaakt van de vergoe
ding, betreffende groenten en fruit, welke
door detaillisten aan het publiek in reke
ning mocht worden gebracht voor het
schrappen van aardappelen.
Hieraan is evenwel ten onrecte de me-
dedeeling toegevoegd, dat de aardappelen
eerst na het schrappen mochten worden
gewogen. Het spreekt vanzelf, dat dit niet
juist is. De detaillisten, die bij wijze van
dienstverleening aan de klanten bereid zijn,
de aardappelen te schrappen, mogen ze
wegen voordat zij deze bewerking hebben
doen ondergaan.
ONEGAMEER, DRIEHOEK VAN WATERWEGEN
Aan grondstoffen rijk gebied
MOERMANSKSPOORWEG VAN
GROOTE BETEEKENIS
(Van onzen V.P.B.-correspondent)
HELSINKI, Augustus 1941.
Terwijl het Ladogameer en de Newa
reeds van de 10de eeuw af een rol speel
den in de geschiedenis van Europa, is het
Oostelijke broedermeer, het Onegameer,
tot het einde van de 17de eeuw vrijwel on
opgemerkt gebleven. De aan de Zuidwest
kust van Finland beginnende koloniale en
politieke expansie van Zweden, die in het
begin van de 17de eeuw bijna het geheele
Ladogameer overtrok, beroerde niet meer
dan het Noordelijke uiteinde van het
Onegameer. Toen was er alleen nog maar
sprake van een belangensfeer, niet van
een inbezitneming.
Tusschen het Ladoga- en het Onegameer
hield de expansie naar het Oosten op. Met
zijn deels vlakke en zandige, deels hooger
gelegen, rotsige oevers bleef het Onega
meer in de schaduw der geschiedenis. Eerst
in het tijdvak van Peter den Groote be
gint zich een wijziging te voltrekken. Op
zoek naar een uitgang naar de zee komt
deze Tsaar in 1693 langs het Onegameer
aan de Zuidelijke kust van de Witte Zee.
Ofschoon het nader ingestelde onderzoek
in het daaropvolgende jaar een negatief
resultaat opleverde voor zoover dit de
Witte Zee betrof, en besloten werd de po
gingen tot een doorbraak in de richting
van de Oostzee door te voeren, brak de
stichting van St. Petersburg aan de mon
ding van de Newa in 1703 en de daarmede
gepaard gaande verlegging van het zwaar
tepunt in geologisch en politiek opzicht
van het Russische Rijk het overwicht van
het binnenland en Moskou en kreeg het
Onegameer grootere bekendheid naar bui
ten. In de allereerste plaats waren het na
tuurlijk de grondstoffen, welke de bodem
rondom het Onegameer opleverde, die de
belangstelling wekten van de Russische
machthebbers.
In het jaar 1913 kreeg Petroskoi spoor
wegaansluiting aan het Noord-Russische
net. In de daaropvolgende jaren werd deze
zijlijn uitgebreid tot aan de kust van
Moermansk.
De Moermanskspoorweg
en het Onegameer.
De totstandkoming van den Moermansk
spoorweg was van zeer groote beteekenis
voor de verdere ontwikkeling van het ge
bied van het Onegameer. Na het einde van
de Karelische bevrijdingsoorlogen, welke
eindigden met een nederlaag van de Kare-
liërs, werd Petroskoi in 1920 de hoofdstad
van de Karelische autonome socialistische
Sowjetrepubliek. Spoedig nam de plaats,
die tot dusverre in metallurgie en in de
zeevisscherij haar hoofdmiddelen van be
staan had gevonden, een groote vlucht. Zij
werd het middelpunt van de politieke en
economische leven van de republiek
Karei ië.
Het aantal inwoners ging met groote
sprongen omhoog.
Deze ontwikkeling van den toestand
Werd met leede oogen gadegeslagen door
de Sowjetregeering in Moskou, die de op
komst van Petroskoi met alle mogelijke
middelen trachtte tegen te gaan. Daarbij
kwam, dat de bosschen van Karelië mee-
doogenloos werden geëxploiteerd en de
Karelische corridor steeds verder werd uit
gebouwd.
De Sowjet-Unie voerde honderdduizen
den vreemde dwangarbeiders in het bosch-
gebied van Karelië in, tot aan den Pool
cirkel toe. Dezen moesten het terrein ont-
bosschen. Het grootste van deze gevange
nenkampen bevond zich op de Solowetzki-
eilanden in de Witte Zee. Spoedig echter
ontwikkelde zich Karhumaki aan het
Noordelijke uiteinde van het Onegameer
tot hoofdcentrum van deze moderne
slavenmarkt.
Na den spoorweg het
Stalinkanaal.
Door den aanleg van het Stalinkanaal
werd het Onegameer ingeschakeld in de
verbinding tusschen de Oostzee en de Witte
Zee. Aangezien voorts in het Zuiden van
het Onegameer de nieuwe waterweg van
de Wolga over het Bjelojemeer langs den
gekanaliseerden Wytegra uitmondt, is het
Onegameer geworden tot een groote drie
hoek van waterwegen. Deze zou ongetwij
feld van zeer groote beteekenis kunnen
zijn, ware het niet, dat zij bijna zeven
maanden van het jaar is toegevroren, zoo
dat de scheepvaart er geen gebruik van
maken. Dit verhindert echter niet dat de
bolsjewieken nog in den loop van dit jaar
een werf voor het bouwen en herstellen
van zee- zoowel als van rivierschepen bij
Wossnojensk hebben gebouwd.
De vischvangst vormt een der voornaam
ste middelen van bestaan van de bewoners
van het gebied van het Onegameer. Elec-
trische kracht en stroom worden geleverd
door de centrales Kontoepohja aan de
Oostelijken oever van het meer en door
de centrales vpn de Swir, tusschen het
Onega- en het Ladogameer.
Na het einde van den oorlog tusschen
Sowjet-Rusland en Finland in 1940 werd
Petrokoi het propaganda-centrum van
waaruit de propaganda tegen Finland en
Zweden werd georganiseerd. Door de vol
tooiing van de reeds 'tijdens den oorlog in
den winter van 1939/40 begonnen spoor
lijn Petroskoi-Suajarvi werd Ladoga-
Karelië aangesloten aan het nieuwe poli-
tiek-administratieve centrum aan de oevers
van het Onegameer.
N.V. ELECTRICITE1TSBEDRIJF
ZUID-HOLLAND.
Levering van energie aan Delft, Dordrecht,
Gouda, 's-Gravenhage, Leiden en
Rotterdam.
In een bijvoegsel tot de Nederlandsche
Staatscourant van 18 Augustus 1941 zijn
opgenomen de goedgekeurde statuten van
de te 's-Gravenhage opgerichte N.V. Elec-
triciteitsbedrijf Zuid-Holland.
Als oprichters fungeerden o.a. de heer
mr. A. van Dijk, .adminisrateur bij de Pro
vinciale Griffie van Zuid-Holland, ten deze
handelende als speciaal gemachtigde van
jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, minister
van Staat, bij het verstrekken der lastge
ving handelende in hoedanigheid van Com
missaris der Provincie Zuid-Holland, en
den heer jhr. mr. B. W. Th. Sandberg, bij
het verstrekken der lastgeving handelende
in hoedanigheid van griffier van de Staten
der provincie Zuid-Holland.
De heer mr. dr. J. H. Labberton, referen
daris, afdeelingschef ter gemeente-secreta
rie van en wonende te 's-Gravenhage, ten
deze handelende als speciaal gemachtigde
van den heer prof. ir. C. L. van der Bilt,
bij bet verstrekken der lastgeving hande
lende in zijn hoedanigheid van wethouder
waarnemend burgemeester der gemeente
's-Gravenhage.
De vennootschap heeft ten doel de leve
ring van electrische energie.
Zij tracht dit doel te bereiken door het
aanleggen, uitbreiden, vernieuwen, over
nemen en exploiteeren van inrichtingen en
werken tot het geleiden, het transformee-
ren, het verdeelen of het leveren van elec
trische energie, alsmede door het inkoopen
en verkoopen van electrische energie. Zij
is bevoegd tot alle handelingen, welke aan
de bereiking van het bovenomschreven
doel bevorderlijk zijn of daarmede in den
ruimsten zin van het woord verband hou
den, ook indien deze bestaan in het deel
nemen in of het overnemen van andere
ondernemingen.
Onverminderd het bepaalde bij of krach
tens de Electriciteitswet. mag de vennoot
schap binnen het gebied der provincie Zuid-
Holland geen electrische energie leveren
dan aan de gemeenten Delft. Dordrecht,
Gouda. 's-Gravenhage, Leiden en Rotter
dam. Deze beperking geldt niet, indien voor
de betrokken levering de instemming is
verkregen van den raad van diegene dezer
gemeenten, binnen welker verzorgingsge
bied de levering zal geschieden.
Het maatschappelijk kapitaal der ven
nootschap bestaat uit .f 430.000.verdeeld
in drie en veertig aandeelen van 10.000.
Bij bet verlijden dezer acte zijn alle aan
deelen geplaatst en worden binnen acht
dagen nadat de vereischte verklaring van
geen bezwaar zal zijn verkregen in con
tanten a pari volgestort.
Deelgenomen wordt door de provincie
Zuid-Holland voor elf aandeelen, de ge
meente Rotterdam voor tien aandeelen, de
gemeente Dordrecht voor vijf aandeelen, de
gemeente Leiden voor vier aandeelen, de
gemeente Delft voor drie aandeelen en de
gemeente Gouda voor twee aandeelen.
LEIDEN.
Geboren: Antonia Dirkje, dr. van
J. F. Landesbepgen en G. Libochant. Jo
hanna, dr. van J. Wessel en A. Kwaadgras.
Johanna Maria Theodora Agnes, dr. van
J. A. Vermolen en A. F. de Nocker. Arie
Dink zn. van D. v. d. Voort en A. W. Nag-
tegaal.
O v e r 1 e d e n: W. P. v. Rhijn M. 74 j.
Bij besluit van den Secretaris-Generaal
van het Departement van Waterstaat is
Mr. P. A. Pijnacker Hordijk herbenoemd
tot Dijkgraaf van het Hoogheemraadschap
van Rijnland, uiterlijk tot het einde van
het zittingsjaar, waarin hij 70 jaar zal zijn
geworden.
Tevens is bij besluit van de Secretaris-
Generaal voornoemd, herbenoemd als hoog
heemraad van Rijnland W. A. A. J. Baron
Schimmelpenninck Van der Oije en be
noemd tot hoogheemraad O. de Kok te
Haarlemmermeer.
N. Z. H. T. M.
Het aftreden van den heer Burgersdijk.
In verband met het aftreden van den
heer ir. W. J. Burgersdijk als directeur der
Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Mij. op
1 September a.s. zijn de volgende samen
komsten belegd:
Vrijdag, 29 Augustuts, om 9.30 uur: Sa
menkomst van het personeel met den schei
denden directeur in de Garage, Leidsche-
vaart 396, Haarlem. Toespraken zullen
worden gehouden (namens het personeel,
de vakorganisaties en de person eelvereeni-
gingen. De trammuzikanten verleenen me
dewerking. Uitsluitend de commissaris
sen der Maatschappij zijn tot het mede bij
wonen der sayienkomst uitgenoodigd.
Vrijdag, 29 Augustus, vanaf 18.30 uur.
Het personeel, dat des morgens verhinderd
is geweest, ontvangt des avonds gelegen
heid: in de Vergaderzaal van het Hoofdkan
toor aan de Leidschevaart te Haarlem den
•heer Burgersdijk de hand te drukken. Zoo
mogelijk zullen op het remiseterrein eenige
muzieknummers worden uitgevoerd.
Zaterdag, 30 Augustus, om 15 uur. In
deze samenkomst, welke gehouden wordt
in de Vergaderzaal van het Hoofdkantoor
te Haarlem, geeft de Maatschappij aan
autoriteiten en andere belangstellenden
gelegenheid, afscheid van den 'heer Bur
gersdijk te nemen.
De samenkomsten op Vrijdag. 29 Augus
tus. zijn georganiseerd door een uit het
personeel gevormd comité.
ZILVEREN JUBILEUM.
Woensdag 27 Augustus a.s. herdenkt de
heer J. Kok, rangeerder bij de Nederland
sche Spoorwegen op het station alhier, den
dag, waarop hij vóór 25 jaar bij de Ned.
Spoorwegen in dienst trad.