ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
COMMISSARIS WOUDENBERG KONDIGT SOCIALE
VERBETERINGEN AAN
Rede te Amsterdam voor functionnarisseri van N.V.V.
In de groote zaal van Krasnapolsky te
Amsterdam waren Vrijdagmorgen zoo
als gisteren reeds in 't kort gemeld de
bestuursleden, de afdeelingschef, de dis
trictsbestuurders en de voorzitters van de
vakbonden aangesloten bij het N.V.V. bij
eengekomen om een rede aan te hooren
van den commissaris van het N.V.V., den
heer H. J. Woudenberg. Als vertegen
woordiger van den Rijkscommissaris was
dr. Hellwig aanwezig.
De bedoeling van deze .bijeenkomst was,
mededeeling te doen van eenige ver
ordeningen, die van verstrekkende be-
teekenis voor de werkende arbeiders en
de trekkers van de invaliditeits- en
ouderdomsrente zijn. Twee van deze ver
ordeningen betreffen den uitbouw van de
wettelijke ziekteverzekering en een andere
betreft financieele verbeteringen voor
rentetrekkers door het verleenen van toe
slag op de thans geldende uitkeeringen
krachtens de Invaliditeits- en Ouderdoms
wet.
Dat ik dit thans kan doen op een oogen-
blik, dat er eenige beroering onder confes
sioneel georganiseerde arbeiders, is mij
een groote vreugde, aldus de heer Wouden
berg.
Dat alle Nederlandsche arbeiders deel
zullen uitmaken van één organisatie was
en is het ideaal van haast alle arbeiders,
die het ernstig met hun stand in het volk
meenen. Het is duidelijk, dat er voor de
arbeiders maar één mogelijkheid bestaat,
om zich voor hun volle waarde te doen
gelden, d.w.z. een rechtvaardige plaats in
het volk te verkrijgen. Deze mogelijkheid
is een sterke en hechte organisatie, onge
acht politiek inzicht of religieuze overtui
ging.
Deze overtuiging heeft altijd in de
bjj het N.V.V. aangesloten organisaties
geheerscht, al moet weliswaar worden
erkend, dat de nauwe verbintenis, die de
moderne arbeidersbeweging had met de
sociaal-democratische arbeiderspartij een
belemmering was voor confessioneele
arbeiders om zich daarbij aan te sluiten.
Nu echter het N.V.V. los gemaakt is
van die politieke banden kan ik zeggen,
dat een groot deel der bestuurders en
zeker ook der leden over deze verbreking
niet rouwig gestemd zijn.
Aan geen partij gebonden.
Hoe dit ook zij, ons volk moet ook in
dezen tijd verder leven en er mag geen
stilstand komen op het gebied van alle
sociaal economische mogelijkheden. Ik her
haal nogmaals, dat het N.V.V. thans aan
geen enkele politieke partij gebonden is
en geen mantel-organisatie van welke
partij of beweging ook. Ik heb in het jaar,
dat ik commissaris van het N.V.V. ben,
deze lijn strak opgevolgd. Geen der oude
functionarissen zal kunnen beweren, dat
mijnerzijds eenige voorwaarden of eischen
te dien opzichte zijn gesteld.
Vanzelfsprekend kon de bezettende
macht niet toestaan en niet riskeeren, dat
de vakbonden als vijandig instrument tegen
de bezetting zouden kunnen gehanteerd
worden, Op grond daarvan zijn maatrege
len genomen, zoowel voor de vakbeweging
als voor andere instellingen van alge
meen volksbelang.
Ik herhaal: het N.V.V. is geen mantel
organisatie van eenige politieke beweging.
Zijn eenige ideëele ondergrond is het ver
langen naar een groote alles omvattende,
organisatie van arbeiders, die, hoe wij ons
de toekomst ook denken, in elke nieuwe
ordening een noodzakelijkheid zal zijn.
Daartoe ben ik als commissaris van het
N.V.V. benoemd en onlangs ook tot com
missaris van het R.K. Werkliedenverbond
en van het Christelijk Nationaal Vakver
bond.
Ik heb de mij verstrekte opdracht aan
vaard, om dat daarin duidelijk tot conditie
is gesteld, dat de rechten en aanspraken
van de leden der aangesloten vakbonden,
voor zoover zij van sociaal economischen
aard zijn, onberoerd, onaangetast, en onver
anderd moeten blijven. Ik meen, dat ik mij
aan deze opdracht stipt heb gehouden, en
ik geloof niet ,dat iemand kan beweren,
dat van deze rechten en aanspraken iets
is geroofd, zooals men zich in Nederland
sche kerken Zondag onwelwillend uit
drukte.
Een ieder moet op zijn eigen wijze zalig
worden, van welke confessie hij ook moge
zijn. Op het terrein van den nationalen
arbeid, die het geheele volk aangaat, moet
men in saamhoorigheid samenwerken en
voldoende gemeenschapszin hebben, om op
dat terrein ook als één volk naar voren te
treden. Wij zullen voortgaan maatregelen
te nemen, die noodig zijn, maar blijven
trouw aan het principe, dat wat de arbei
ders gebouwd hebben een onvervreemd
baar en onveranderd bezit blijft, al zien
wij den arbeider niet gescheiden in con-
fessioneele of politieke bonden.
Wie wegloopt, verbeurt zijn deel.
Komende tot zyn uiteenzetting van de
nieuwe sociale verbeteringen, zeide de
heer Woudenberg.
Tot nu toe heeft de wettelijke ziekte
verzekering in haar huidigen vorm slechts
het financieele risico van arbeidsonge
schiktheid tengevolge van ziekte geregeld.
Wanneer de arbeider of een gezinslid
ziek werd, vielen zij direct in handen van
armenzorg, of in handen van een particu
liere liefdadigheid, een lot, dat de arbeider
niet verdient en dat hem ook onwaardig is.
Onder deze omstandigheden is het te be
grijpen, dat de verzekerde met de primi
tieve wettelijke ziekengeldverzekering
niet tevreden kon zijn.
Het N.V.V. heeft nu na maandenlange
voorbereiding en talrijke verhandelingen
en besprekingen het zoover weten te bren
gen, dat de goede gedachte, die al in art.
50 der Ziektewet tot uiting komt, in de
daad kan worden omgezet.
De uitkeerinigen zijrn in de verordening
duidelijk omschreven. Zij bevatten zieken
verpleging en uitikeering ibij sterfgeval.
Ziekenverpleging.
1. Ziekenverpleging:
Dokters imet inbegrip van specialisten
en tandartsbehandeling; verloskundige
hulp van dokter en vroedvrouw, zieken
huis-san a to r iumver pleg ing.
2. De benoodigde geneesmiddelen en
hulpmiddelen tot genezing; m^t inbegrip
van alle middelen, die noodig zijn ter voor
koming en behandeling van ziekte of ge
breken en die tot herstel van de arbeids-
gesehiktheid dienen;
3. Bij overlijden ontvangt de verzekerde
of zijn nabestaanden een bepaald bedrag.
Tegenover den tot stand gekomen rechts
toestand brengt, deze nieuwe regeling voor
de werknemers een werkelijk socialen po-
litieken vooruitgang, dien wij in het kort
als volgt kunnen formuleeren:
1. De verzekerden hebben tegenover de
ziekenfondsen zonder imeer recht op af
sluiting der verzekering.
2. De verzekering moet alle bedoelde uit-
keeringen omvatten, die het doorvoerings-
ibesluit naar maat en omvang vaststelt.
3. Kostenvergoeding in de plaats van
daadwerkelijke levering der voorgeschre
ven benoodigdheden, uitgezonderd geval
len, waarin levering in natura niet moge
lijk is, is niet geoorloofd.
4. De verzekering moet alle leden van
het gezin omvatten.
5. Alle leden van het gezin hebben de
zelfde rechten en aanspraken als de ver
zekerde zelf.
In aansluiting daarop is het noodig ge
bleken, de geldelijke uitkeeringen, zooals
wij die kennen uit de ziektewet, te vergroo-
fcen.
De Nederlandsche wet bepaalt, dat vrou
welijke verzekerden bij bevalling minstens
zes weken vóór en zes weken na de be
valling ziekengeld tot het wettelijk vast
gestelde bedrag ontvangen. De echtge-
noote van een verzekerden werknemer
krijgt in zul'k een geval thans echter niets.
In par. 1. van de nieuwe verordening is
echter bepaald, dat de eohtgenoote van den
verzekerde bij bevalling een bedrag ineens
van f 55,ontvangt. Deze wettelijke maat
regel spruit voort uit de gedachte, het ge
zin zooveel mogelijk te beschermen.
Organisatie.
Ook de organisatie-opbouw wordt in de
verordening geregeld.
Het ziekenfondswezen in ons land is tot
een ontwikkeling gekomen, waarbij niet
meer de zekerheid aanwezig is, dat de fond1-
sen hun oorspronkelijk gedachte taak kun
nen vervullen. In den loop van den tijd
is het aantal van deze fondsen door nieu
we oprichtingen zoo buitengewoon groot
geworden, dat een sterke centraliseering
van de thans bestaande instellingen van
dezen aard; onvermijdelijk is geworden en
wel daarom, omdat de overwegende meer
derheid van deze fondsen op den duur niet
in staat zou zijn, aan de eischen, die de
nieuwe tijd stelt, te voldben. Tegelijkertijd
wordt in de verordening ook de noodige
voorzorg getroffen, dat tot verzekering
van den werknemer wel een naar verhou
ding klein, maar des te daadkrachtiger
aantal van zulke ziekenfondsen de wette
lijke taak zal vervullen.
Invaliditeits- en ouderdomsrente.
Er is nog altijd een aantal ouderdoms
rente-trekkers, die bjj het begin van de in
werkingtreding van de invaliditeits- en
ouderdomswet den 65-jarigen leeftijd: be
reikten en op grond daarvan kosteloos
ouderdomsrente genieten, en die door de
verordening ook van de verhoog ing zullen
genieten.
Het is in den loop van den tijd gebleken,
dat alle rente-betalingen onvolkomen zijn
en sedert langen tijd geeft dit reeds tot
gerechtvaardige klachten aanleiding.^
De uitkeeringen voor de invaliditeits
verzekering waren berekend op de mini
male en aller-noodzakelijkste kosten voor
levensonderhoud, en in deze dagen kun
nen deze uitkeeringen zelfs aan dit zeer
bescheiden doel niet meer beantwoorden.
Het was een zaak van sociale rechtvaar
digheid, deze betreurenswaardige arbeids-
veteranen te helpen.
Daar het niet mogelijk was, door de te
genwoordige tijdsomstandigheid, een vol
komen omvorming van de geheele invali
diteitsverzekering te organiseeren, werd. de
weg van een voorloopigen maar direct
werkenden noodmaatregel gekozen, zonder
daarmede de gedachte aan een grondige
herziening van deze verzekeringstaak te
laten varen,
Integendeel, de tot einde 1942 begrens
de maatregel mag in geen geval als een
eventueel nog te verlengen regeling wor
den beschouwd, maar is genomen als een
uitgangspunt voor nieuwe plannen ten op
zichte van de verzorging van den werken
den mensch.
Bij deze nieuwe plannen deed zich de
vraag voor of hier de verzekerings- of de
verzorgingsgedachte den voorrang zou
hébben.
In Duitschland is die vraag reeds ten
gunste van de verzorgingsgedaohte beslist
op grond van de nationaal socialistische
wereldbeschouwing, die tot de erkenning
voert, dat de plicht van iederen volksge
noot moet zijn, het zijne bij te dragen om
den ouden of tot arbeid ongesohikten
mensch, die zijn geheele arbeidskracht en
zijn gezondheid aan het welzijn van de
volksgemeenschap gegeven heeft, een van
zorgen bevrijden levensavond te verzeke
ren.
Deze gedachte, dde op een daadwerkelijk
socialisme steunt, en die iedere volksgenoot
overeenkomstig zijn economische kracht
tot de middelen laat bijdragen, is zonder
twijfel ook de toekomstgedachte voor het
Nederlandsche volk.
De verhooging van de rente geschiedt
volgens de voorschriften in de verordening
in den vorm van toeslag. Overeenkomstig
de invaliditeits- en ouderdomswet en over
eenkomstig de wet voor de VTijwillige
ouderdomsverzekering en voor de invali
diteits rente bedraagt de toeslag 25 procent
op de wettelijk vastgestelde rente, voor
die rentetrekkers, die het 65-jarige levens
jaar hebben bereikt.
Voor trekkers van tnvaliditeitsrente, die
het 65-jarige levensjaar- nog niet hebben
bereikt, bedraagt de toeslag 50 procent en
voor het geval de rentetrekker gehuwd is,
komt daar nog een toeslag van 25 procent
bij.
Deze verhoogmg treedt ook in werking,
wanneer de rentetrekker weduwnaar ge
worden is of gescheiden en nog kinderen
te onderhouden heeft, die den vereischten
leeftijd nog niet hebben bereikt.
Voor ieder kind, dat aan dezen eisoh
voldoet, komt er 'bovendien nog een toe
slag van 20 procent bij, met dien verstan
de, dat deze kindertoeslag hoogstens voor
zes kinderen wordt gegeven.
ALs maximum kan dus een totale toeslag
gegeven worden van 50 procent -f 25 pro
cent 6 X 20 procent 195 procent boven
de, wettelijke vastgestelde rente. Op het
weduwen- en weezenpensioen wordt een
toeslag van 50 procent gegeven. In het ge
val dat weduwen- en weezenrente gelijk
tijdig bestaan, wordt de toeslag verhoogd
voor iedere wees met 25 procent, weer
maximaal voor zes weezen. Wanneer ech
ter alleen weezenpensioen wordtt uitge
keerd, wordt 50 procent toeslag gegeven.
Op grond van deze verhoogingen, kun
nen wij zeggen, dat de ouderdomsrente
verhoogd zal worden met in doorsnee 40
procent, de invalditeitsren te met 65 pro
cent en de weduwen- en weezenrente met
52 procent.
Van belang is nog de bepaling, dat deze
toeslagen op de wettelijk bepaalde rente
buiten beoordeeling blijven bij een onder
zoek naar behoeftigheid.
Rentetrekkers, die naast de wettelijk
vastgestelde rente nog andere ondersteu
ning genieten, behouden deze uitkeeringen
onverkort.
Deze verbeteringen, die ook den niet-ge-
organiseerden arbeders ten goede komen,
waren niet door te voeren geweest zonder
organisatie, En hieruit blijkt hoe nuttig
en noodig het is, dat de arbeider in een
zoo groot mogelijke organisatie vereenigd
is, om zijn invloed' uit te oefenen bij het
tot stand komen van nieuwe sociale wet
ten. Hoe grooter en omvattender déze or
ganisatie is, des te sterker is haar invloed
en des te sneller kunnen nieuwe sociale
wetten, die bij het N.V.V. reeds in voor
bereiding zijn, worden doorgevoerd. De
vroegere vakbeweging kon gezamenlijk
niet meer tot stand brengen dan de sterk
ste organisatie alleen.
140 KINDEREN NAAR DE OOSTMARK.
Op het oentraal station te Amsterdam
heerschte gistermorgen een vroolijke stem
ming. Honderdveertig kinderen stonden
daar aangetreden voor een vacantiereis
naar de Oostmark.
Het eerste jeugdtransport van den Ne-
derlandsohen volksdienst is naar Linz ver
trokken.
PRIJZEN VAN AARDAPPELEN.
Geen beïnvloeding door extra rooipremie.
In de dagbladen is bekend gemaakt dat
aan de aardappeltelers gedurende deze
week een extra rooipremie zal worden
verleend, teneinde hen te stimuleeren tot
het spoedig rooien van een deel van den
aardappeloogst.
De gemachtigde voor de prijzen deelt
nu mede, dat de consumentenprijzen voor
aardappelen hierdoor op geen enkele wij
ze zullen worden beïnvloed.
In een officieele publicatie van den ge
machtigde voor de prijzen worden de
maximumprijzen voor de periode tot 31
Augustus a.s. nader bekend gemaakt.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart maakt bekend, dat gedurende het
tijdvak van 11 Augustus tot en met 5 Octo
ber a.s. elke der met „13" genummerde
bonnen van de nieuw uitgereikte bonkaart
„M" en de nieuw uitgereikte bonkaart „O"
recht geeft op het koopen van t w e liter
petroleum voor kookdoeleinden.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
de met'„12" genumerde bonnen van boven
genoemde kaarten komen te vervallen en
dus kunnen worden vernietigd.
VERBOD VAN DEN VERKOOP VAN
VLEESCH EN VLEESCHWAREN OP
MAANDAG EN DINSDAG
Uitzonderingsgevallen
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd vestigt er nogmaals de
aandacht op, dat het verbod betreffende ver
koop en afleveringen van vleesch en
vleeschwaren op Maandag en Dinsdag niet
geldt voor:
1. Leveringen aan de Duitsche Weer
macht op Bezugscheine en Weermachts
marken.
2. Ziekenhuizen e.d. instellingen en zie
ken, voor zoover aan deze Instellingen en
personen wordt geleverd of verkocht, op
voor zieken beschikbaar gestelde rantsoen-
bonnen vleesch. Deze rantsoenbonnen
vleesch worden alleen versterkt op dokters
verklaring.
UITGESLOTEN SLAGERS.
Het rijksbueraiu voor de voedselvoor-
zeining in oorlogstijd imaakt bekend, dat
wederom een twintig slagers (o.w. een te
Boskoop) wegens frauduleuze slachtingen
of het voorhanden hefbben van vleesch, af
komstig van frauduleuze slachtingen, voor
geruimen tijd van het verkrijgen van een
toewijzing van vee en vleesch door de Ne
derlandsche veehouderijoentrale zijn uit
gesloten.
Benoeming rechters.
Bij besluit van den secretaris-generaal
van het departement van justitie is benoemd
tot rechter in de arrondissements-rechtbank
te Maastricht: mr. P. W. M. J. Russel, thans
substituut-griffier bij gemelde rechtbank;
tot rechter in de arrondissements-recht
bank te Roermond: mr. J. P. F. I. M. Tielens,
advocaat en procureur en kantonrechter
plaatsvervanger te Amsterdam.
Ontslag burgemeester.
Bij besluit van den secretaris-generaal
van het departement van Binnenlandsche
Zaken is F. W. van Beek op zijn verzoek als
burgemeester van de gemeente Boxtel eer
vol ontslagen.
Indrukken van S.S.-correspondent:
BOLSJEWISME STAAT OP VOOR EEN LAATSTEN
WANHOOPSSTRIJD
Geweldige legers worden thans geconcentreerd voor verdediging
der voornaamste centra van bolsjewistisch bestuur
UITGEHONGERDE SOLDATEN DEN
DOOD IN.
De S.S.-man Egil Hartman, lid van
de Compagnie van Oorlogs-corres-
pondenten der S.S., vijfde af dee
ling, schrijft van het Oostelijke
front, d.d, 21 Juli:
Vele bijzonderheden wijzen er op, dat
wij voor beslissende gebeurtenissen staan
op het Oostelijke oorlogstooneel. Ondanks
het feit, of juister gezegd, omdat wij in
de eerste linies liggen, is het moeilijk zich
een samenvattend beeld te vormen van de
ontwikkeling van den oorlog aan dit front,
dat het langste is, dat de wereld ooit heeft
aanschouwd. Het is overigens heelemaal
niet zoo gemakkelijk om oorlogscorres
pondent te zijn in een ver land. Iedere
dag kan nieuwe verrassingen brengen, die
de berekeningen overhoop gooien of doen
verouderen. Er zijn ook maar enkelen, die
werkelijk weten, wat er aan den gang is.
Wij anderen moeten onze conclusie trek
ken uit de troepenbewegingen aan beide
kanten, uit de troepenverplaatsingen, uit
hetgeen wij hooren etc.
Het optreden van het Duitsche leger in
het Oosten is zonder groote hinderpalen
van stapel geloopen. De bolsjewistische
legers zijn voortdurend aan het terug
trekken geweest en iedere poging tot een
tegenaanval is verslagen met de kracht en
de strijdvaardigheid, die het Duitsche le
ger en den Duitschen soldaat van tegen
woordig kenmerken. Dit droeg er intus-
schen toe bij, dat wij de roode horden on
geveer gekregen hebben, waar wij ze wil
den hebben. Zoowel de tanks als de gemo
toriseerde divisies, gesteund door het
luchtwapen, hebben haar wiggen gedre
ven in den kolos en de daarop volgende
troepen hebben de bres nog verbreed. De
ring is spoedig gesloten.
De zwaartepunten in het gebied rond
om de bestuurscentra van de bolsjewisti
sche heerschappij schijnen zich te vormen
in Moskou, Leningrad, Kief en Odessa. In
deze sectoren hebben de bolsjewisten ge
weldige legers geconcentreerd. De Sovjet-
generaals zijn in het nauw gedreven en
Moskou voelt zich gerechtvaardigd nog
niet versleten commissarissen naar het
front te zenden ter aflossing van de oude.
die niet bij machte zijn den troepen de
noodige strijdvaardigheid te geven. Prac-
tisch beteekent dat, dat wreedere en mee-
doogenloozer slavendrijvers deze jeugd
een kansloozen en stelligen dood indrij-
Binnenlandsch front.
Stalin en zijn trawanten weten als geen
ander, welk een gevaar het binnenland
sche front vormt. Wij, die zijn communis
me in de practijk hebben gezien, hebben
geen enkele moeite hem te begrijpen.
Maar er zijn ook zekere grenzen aan de
vraag, hoever men het geduld van het
Russische volk kan uitputten.
Daarom kan aangenomen worden, dat
het Sovjet-leger zich thans gereedmaakt
voor een laatsten, het verloop van den
oorlog bepalenden wanhopigen strijd, niet
alleen om militaire redenen. En daarom
is het natuurlijk, dat de verdediging rond
om de belangrijkste centra van het Sov
jetrijk moet zijn geconcentreerd. Een on
derdrukt volk en de instandhouding van
het dalende moreel bij de troepen maken
een rustpoos in den terugtocht noodzake
lijk.
Er zijn ook andere, belangrijker rede
nen. die voor de Joodsch-bolsjewistische
menschenslachters van belang zijn. Zoo
o.m. wel het gevaarlijkste wapen, dat er
bestaat: de honger.
Voor de roode machthebers gaat het er
n.l. alleen om, zooveel mogelijk millioenen
soldaten naar de slachtbank te leiden. De
ravitailleering speelt daarbij een onder
geschikte rol.
Wij vinden dagelijks nieuwe bewijzen
hiervoor en het is een merkwaardig toe
val, dat juist op- het oogenblik, dat ik dit
schrijf, een lange colonne krijgsgevange
nen 'naast ons blijft staan. Zij zijn pas
vanmorgen gevangengenomen en worden
thans op onze vrachtauto's, die ons nieu
we ravitailleering hebben gebracht, naar
achteren gevoerd.
Uitgehongerd.
Deze gevangenen zijn ontzettend uitge
hongerd. Dagenlang hebben zij zonder
eenige verzorging aan het front gelegen.
Wij geven hun brood van ons eigen rant
soen en op de dichtopgepakte wagens ont
staat een fel gevecht. Allen willen nader
bij dringen. Opgeschrikt door de luide
kreten komen de arme boeren toegesneld
met melk en brood en de tooneelen, ^die
zich voor ons afspelen, zijn onbeschrijfe
lijk. De gevangenen gedragen zich als wil
de dieren.
Ik herinner mij in dit verband een an
dere episode in het begin van den oorlog.
Wij haalden uit een bosch wel 2000 rnan.
Zij stonden opgesteld op een weg aan aen
kant van een aardappelveld.
Een hunner neemt plotseling een koe
nen sprong naar het veld en trekt eenige
aardappelplanten uit den grond. De an
deren zien, dat er niets gebeurt en al
spoedig heeft het geheele transport een
aantal aardappelplanten in de hand en
eet er vergenoegd van. Zoo behandelen de
machthebbers in het Kremlin hun boeren,
arbeiders en soldaten. Honger lijdende
hebben zij geleefd, hongerig worden zij
den dood ingejaagd.
De oorlog heeft overigens in menig op
zicht een ander karakter gekregen. Ik
denk daarbij niet alleen aan de groote
troepenverplaatsingen aan beide kanten
van het front, maar ook aan vele andere
dingen, die in dit geweldige spel eigenlijk
slechts als kleinigheden kunnen worden
beschouwd.
Van de franctireurs, die in den eersten
tijd zeer enerveerend waren, merken wij
nog nauwelijks iets, ondanks den oproep
van Moskou: „Mannen en vrouwen, allen
te wapen". Dat is een feit vol beteekenis
en kenmerkt den ongebreidelden greep
van het bolsjewisme naar het volk
De vuurlinie in.
Een andere zaak is, dat wij thans ook
vaak groote gevechtseenheden ontmoeten
en dat de strijd een meer verbitterden
vorm heeft aangenomen. De bolsjewisti
sche artillerie ontwikkelt ook een belang
rijk levendiger activiteit. Men ziet niet
meer zoo vaak, dat kanonnen en munitie
na eenige schoten in den steek worden
gelaten. De resten van het luchtwapen
der Sovjets schijnen zich ook te concen-
treeren voor een laatsten strijd, door onze
colonnes en stellingen te bombardeeren.
Maar alleen, wanneer zij zich veilig
voelen voor onze jagers, die zij vreezen
als de pest.
De tegenstand, dien wij tot dusver heb
ben aangetroffen, heeft velen gebracht tot
verwondering over den bolsjewistischen
soldaat en het valt ons moeilijk zijn men
taliteit te begrijpen. Dat komt, omdat hij
zoo verschillend strijdt, vooral de laatste
dagen.
|Wij hebben voorbeelden beleefd, dat be-
tiakkelijk kleine strijdkrachten de over
hand krijgen, of veel sterkere vijandelij
ke strijdkrachten gevangen kunnen ne
men. Zulke gelegenheden waren er ge
noeg en een ononderbroken stroom van
gevangenen wordt achter het front weg
gebracht. Maar wij beleven ook gevallen,
die ons verrassen, ja waarlijk verschrik
ken. Zoo b.v. een paar dagen geleden,
toen een van onze bataljons door een ster
ke vijandelijke eenheid werd aangevallen.
Reeks na reeks werd door onze machi
negeweren weggemaaid. De op hen vol
gende, stormende soldaten stierven op de
reeds gesneuvelden. In een oogwenk had
een geheel regiment opgehouden te be
staan. Wij zagen hoe zij op onze tanks
sprongen, zoodat wij hen, den een na den
ander, er af móesten schieten en wij
hebben gezien, hoe zij zich door deze zwa
re oorlogsmachines lieten overrijden.
.Waarom? Waar vandaan hebben zij
plotseling dezen ongewonen „strijdlust"
gekregen? Dat alles heeft maar heel wei
nig met strijdlust uit te staan. Men moet
een #/ijand nooit onderschatten. Ook den
Sovjet-soldaat niet, maar zonder twijfel
moet men dezen wanhoopsstrijd aan an
dere motieven toeschrijven. Den soldaten
wordt een schrikbeeld ingeboezend, n.l.
dat allen, die in gevangenschap geraken,
vermoord worden. Maar dit argument is
nu verouderd en de soldaten weten dat
het een leugen is. De werkelijke reden is,
dat de Sovjet-generaals en commissaris
sen weten, dat hun noodlot heeft geslagen.
Zij staan voor de vraag: zijn of niet zijn.
De soldaten worden voorwaarts gedreven
en voor hen is dus het probleem eenvou
dig: voor hen dreigt de dood, maar er in
een kans achter hen is de dood voor
hen zeker.
De bolsjewisten zullen in hun doods
angst wel geheel in verwarring zijn geko
men. Anders kan men zich de dwaze pro
paganda, die zij trachten over te brengen
op de Duitsche soldaten, niet verklaren.
Boven het eeheele front hebben zij vlug
schriften uitgeworpen, waarin zij vrijge
leide, goede verzorging enz. beloven. Wij,
die onze doode kameraden hebben gezien,
nadat zij langdurig door de roode beulen
waren mishandeld. Wij. die het communis
me in de practijk hebben meegemaakt en
gezien, hoe het volk wordt uitgehongerd
en geterroriseerd tot het afdaalt tot een
dieriijk stadium. Wij, die gezien hebben,
hoe verloopen en verhongerd de soldaten
er uit zien.
„Komt tot ons", roept Moskou in zijn
vlugschriften.
Ja, wij komen.
Bonnen die afloopen
De volgende bonnen zijn na Zaterdag
9 Aug, niet meer geldig.
29 brood brood of gebak
29 vleesch
29 vleeschwaren
2629 kaas
29 eieren
29 Melk I
105 Algemeen suiker
104 Algemeen koffie-surrogaat
103 Algemeen jam
10 bloem, bloem, brood of gebak
l vleesch of vleeschw.
102 Algemeen
A Rijst tru
45 Algemeen gort
54 Algemeen vermicelli
55 Algemeen maïzena
N.B. De bonnen 30 voor Kaas blijven
geldig t/m 6 September
De bonnen 29 voor aardappelen blij
ven geldig tot en met 16 Aug.