KERKNIEUWS fDe (hntieti, die li tiaadig. fleeft! Nieuwe bonnen ZATERDAG 12 JULI 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 DE DISTRIBUTIEWET EN HANDEL EN NIJVERHEID. L Reeds vóór het begin der vij andelij khe- den in September 1939 had de Nederland- sche regeering een aantal wettelijke maat regelen genomen, die haar de bevoegdheid verschaften in het economische leven in te grijpen, indien oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden daartoe aanleiding zouden geven. Onmid dellijk na het intreden van den oorlogstoe stand werd het noodig van sommige van deze bevoegdheden gebruik te maken ten einde de kans op storingen in het economi sche leven zooveel mogelijk uit te schake len. De toestand van bezetting en blokkade, die in Mei 1940 intrad, maakte het noodza kelijk aanzienlijk dieper in te grijpen dan voordien was geschied. Sedert het oogen- blik, waarop ons land op overzeeschen aan voer niet langer kon rekenen, trad een ge heel nieuwe situatie in. Onder deze om standigheden stond de overheid voor de taak door verstrekkende maatregelen de economische belangen van het Nederland- sche volk zoo goed mogelijk te beschermen. Onder deze economische maatregelen, welke elkander in snel tempo opvolgden, zijn sommige slechts van beteekenis voor kleine groepen van personen, zonder dat het groote publiek er mede in aanraking komt. Tot de categorie van maatregelen, welke voor de geheele bevolking van rechtstreeks belang zijn, behoort in de eer ste plaats de distributie. Nu zal men bij het begrip distributie in de meeste gevallen denken aan gerantsoe neerde levensmiddelen. Er bestaat echter een groot aantal distributie-regelingen, welke met de voedselvoorziening niets te maken hebben. Voedselvoorziening behoort tot het terrein van het departement van landbouw en visscherij. Ook het departe ment van handel, nijverheid en scheepvaart heeft een zeer uitgebreide taak met be trekking tot de distributie. Het publiek moge van dit gedeelte der distributie-maat regelen als regel minder gewaar worden dan van de voorschriften, die op het dage- lijksch menu betrekking hebben ook deze regelingen zijn voor een goeden gang van zaken van de grootste beteekenis. DISTRIBUTIEWET 1939. De distributiewet 1939 stelt de overheid in staat zoowel de productie als den handel te regelen en aan gedetailleerde voorschrif ten te binden. Deze wet opent de mogelijk heid voorschriften te geven aangaande de samenstelling en den omvang der produc tie, omtrent de hoeveelheid, die mag wor den afgeleverd, omtrent de afnemers enz. Deze voorschriften zijn vele en velerlei en kunnen op een groot aantal manieren in den gang van zaken ingrijpen. Onder de huidige omstandigheden wijken de voor waarden, waaronder de productie verloopt, zoo sterk af van wat men in vredestijd ge wend is, dat vergaande overheidsbemoeiing een levensquaestie vormt. Deze omstandigheden maken het onver mijdelijk, dat productie en handel georga niseerd worden op een wijze, die met de bestaande schaarschtein overeenstemming is. Van iedere grondstof en van ieder pro duct, waarvan de voorraad onvoldoende is, moet worden vastgesteld, voor welke doel einden zij het best kunnen worden gere serveerd. Het spreekt vanzelf, dat hierbij allereerst afstand moet worden gedaan van alles, wat als luxe kan worden beschouwd, ten einde daardoor zooveel mogelijk grond- en hulpstoffen te sparen voor die behoeften, welke van wezenlijke beteekenis zijn. Dit vereischt een ingrijpende omschakeling van de geheele productie, een omschake ling, die slechts door de overheid tot stand kan worden gebracht. De bepalingen van de distributiewet stellen de overheid hier toe in staat. TAAK DER RIJKSBUREAUX. De uitvoering der distributievoorschrif ten is opgedragen aan de rijksbureaux voor handel en nijverheid. Deze rijksbu reaux zijn overheidsorganen en vervullen een officieele functie. De werkzaamheden der rijksbureaux bestonden van het begin af in de uitvoering van de bepalingen der distributiewet. Lacer werd deze taak ge leidelijk uitgebreid tot de medewerking aan de uitvoering van verscheidene andere wetten (o.a. de prijsopdrijvings- en ham- sterwet). Hun voornaamste taak is echter nog steeds gelegen op het gebied der distri butie. Op het terrein, dat door het departement van handel, nijverheid en scheepvaart wordt bestreken, zijn thans twintig rijksbu reaux werkzaam. DISTRIBUTIE-REGELINGEN. Hoe de distributieregeling voor elk arti kel zal luiden, met andere woorden, aan welke beperkingen voortbrenging en han del worden onderworpen, wordt bepaald door de omstandigheden, die van geval tot geval sterk uiteenloopen. De meest voorko mende regeling is, dat koop en verkoop, productie-bewerking en eventueele andere bedrijfshandelingen worden verboden, ter wijl vervolgens van dit algemeene verbod op bepaalde voorwaarden dispensaties wor den verleend. Hierdoor wordt bereikt, dat alle bedrijfshandelingen, die in normale tijden door de onderneming vrij en onbe lemmerd worden uitgeoefend, slechts kun nen worden verricht, voorzoover de over heid daarmede uitdrukkelijk accoord gaat. Nadat de distributiebeschikking is afge kondigd, kan het met de uitvoering belaste rijksbureau zijn taak aanvangen. Allereerst volgt dan de inschrijving van de onderne mingen, welke voor het treffen van verdere maatregelen onontbeerlijk is. Nadat deze voltooid is, wordt vervolgens opgave- ver langd van de voorraden distributiegoede ren, welke de ingeschreven ondernemingen in voorraad hebben. Een gedetailleerd in zicht in de voorraadsituatie is voor het rijksbureau van groote beteekenis. De strekking van al deze regelingen is dit behoeft wel geen betoog steeds de ontoereikende voorraden te besteden op een wijze, die voor de geheele bevolking het hoogste nut afwerpt. In een volgend artikel willen wij dat nog nader toelichten. JEUGDHERBERGEN. Een bezoek aan de Kaagsche „Trekschuit". Het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten had ons uitgenoodigdi eens een bezoek te brengen aan de jeugdherberg in de Kaag. Deze jeugdherberg, een van de ongeveer aeventig, die over het geheele land ver spreid liggen, was vroeger bij de Leidie- naars imeer bekend dan thans. Zij was ge legen aan de Kwaak tegenover Poelgeest, en is sindis eenige jaren verhuisd naar het eiland de Kaag. De Kaag is een ideaal oord voor water sporters, en de „Trekschuit" dat is de naam van de herberg is geweldig in trek. met name gedurende de weekends. Wij troffen het in zooverre niet bijster goed, dat de bezetting dien avond zeer ge ring was, maar wij kunnen ons zoo voor stellen, dat als een honderdtal jongens en meisjes in het dagverblijf bijeen zijn, het er vroolijk en ongedwongen toegaat. De oude openbare school van de Kaag, waar in de herberg is ondergebracht, kan er nog steeds niet bij, dat jongens en meisjes, die vroeger zoo braaf op een rijtje in de klas eaten, en hoogstens onder de bank durfden te giebelen, thans maar vrijuit mogen zin gen en jubelen, en mogen doen, wat zij willen. Nu moet men niet denken, dat het in eoo'n jeugdherberg een tuchtelooze rom mel is. Er is aan iedere jeugdherberg een vader en een moeder, die verantwoordelijk zijn voor den goeden gang van zaken. Uit een gesprek met den vader van de „Trek schuit", den heer L. C. Geerling, kregen wij den indruk, dat het toezicht op de jeugdige gasten goed is. Maar er wordt natuurlijk geen schooltje en nog veel min der kazerne gespeeld. Zooals het in de Kaag gaat, zal het ook elders gaan, is men geneigd te denken, doch die meening is slechts ten deele juist. Het toezicht zal elders ook wel goed gere geld zijn, maar het rooster wordt in de „Trekschuit" veel soepeler toegepast, dan in gewone jeugdherbergen. De „Trekschuit" is een echte watersport- herberg en dat maakt het onmogelijk erg streng en precies vast te houden aan de uren van de maaltijden het warmeten is 's middags om 6 uur en aan de uren van slapen gaan, (officieel van 10 urn 's avonds tot 's morgens 7 uur), terwijl ook wat de tijdsduur betreft, die de jongelui in de „Trekschuit" kunnen doorbrengen (of ficieel drie nachten) wat door de vingers moest worden gezien. De inrichting van zoo'n jeugdherberg is heel eenvoudig. Er is een dagverblijf met tafels en banken, en er zijn twee slaapzalen, een voor jongens ('beneden) en een voor meisjes ('boven) met eigen wasch- gelegenheden. Verder is er een toko, een soort winkel van Sinkel van alles te koop, 'n kantoorte voor „vader", 'n bijgebouwtje om op eigen houtje te kokerellen ('bij ge brek aan spiritus is dit leuke bedrijf voor- loopig uitgedoofd), een fietsen- en een ka- nobeigplaats. In het dagverblijf van de „Trekschuit" heeft Corrie van den Baan boven de schouw qen vroolijke zeiltocht geschilderd handig en sportief. In de nachtverblij ven staan de kribben evenals in de kazer ne, boven elkaar, en ofschoon het ons, zoo dicht bij huis, weinig aanlokte om nog eens een kazerne-nacht te beleven, slaapt de jeugd, na een dag van gezonde lichaams beweging, er als een bouquetje rozen. Het „trekken" van de jeugd en het ver blijf in de 'herbergen heeft ee groote op voedkundige waarde. Sedert de Katholieke en andere confessioneele jeugdherbergen werden opgeheven, zijn al deze instellingen vereenigd in de Nederlandsche Jeugdher berg-centrale, waarvan de jongen of het meisje lid moet zijn, willen zij in de her bergen worden toegelaten. De minimum leeftijd voor het lidmaatschap is 14 jaar, een maximum-grens is niet gesteld, al zul len ouderen, tenzij de ouders of geleiders van groepen er zelden gébruik van ma ken. Zij behooren er eigenlijk niet thuis ook. Ouders kunnen er met hun kinderen heen trekken, onderwijzers met hun klassen en ook andere groepen. Zoo heeft b.v. de Nationale Jeugdstorm het plan gemaakt, ook haar leden te laten trekken naar de jeugdherbergen. Maar het gros van de gasten bestaat toch uit losse trekkers,, die weer onderscheiden worden in „itten" en „jitten". De jitten (jeugdig individueel trekker) hebben een zekere voorrang op de „itten" (individueele trekkers van 25 jaar en ouder), welke laat ste als de nood aan de man komt en er geen plaats meer is, nog het 'best voor zichzelf kunnen zorgen. Het is altijd raadzaam vooraf plaats te bespreken (de Nederl. Jeugdherberg-cen trale, Tulpstraat 46, Amsterdam ver strekt gaarne alle mogelijke inlichtingen omtrent het lidmaatschap), want het komt in den zomermaanden herhaaldelijk voor, dat de herberg en der zeiven appendianoes vol is, en de jonge trekkertjes geen plaats meer kunnen krijgen. In de jeugdherberg in de Kaag komen jaarlijks 3000 overnach tingen voor, terwijl er normaal per nacht plaats is voor 93 slapers en slaapsters. Men kan dus zelf uitrekenen, dat er in het zo merseizoen wel eens een bedje te kort komt. De Kaagsche herberg is echter het geheele jaar geopend en zelfs midden in den winter is het er in de weekeinden druk van trekkers. De „Trekschuit" is po pulair, en deze populariteit ihamgt voor een 'groot el af van vader en moeder, die in de Kaag ervoor zorgen, dat er al tijd wat aantrekkelijks op het programma staat: wedstrijden, zangavondjes en derge lijke. Er heerscht een gemoedelijke toon in de „Trekschuit"; als het er vol is, is er vroolijkheid en vertier, vader en moeder Geerling weten aardig met het jonge volk je op" te trekken en als 't noodig is: ook op te treden! Orde in vrijheid wordt er stipt gehandhaafd. De oude school, die al die uitgelatenheid binnen haar a.b.c. en 2 X 2 4 wanden hoogst ongepast vindt, krijgt dus toch nog haar zin. COMMANDANT VAN DE SS. STANDARTE WE S TL AND GESNEUVELD De commandant van de SS. Standarte Westland, SS.-Standartenführer Hilmar Waeckerle, is, na een zegevierend gevecht van zijn regiment op 2 Juli in den strijd rondom Lemberg gesneuveld. SS.-Stand artenführer Waeckerle is door zijn held haftig optreden tot een symbool en voor beeld voor dit jonge, dappere, door hem ge vormde regiment der Waffen SS. gewor den. Door den gemachtigde voor de maat schappij tot bevordering der bouwkunst B. N. A., arch. B. Boezeman, zijn dezer da gen aan alle architecten in Nederland, ook aan niet-leden van den B. N. A., formulie ren ter invulling toegezonden, een en an der strekkende tot verkrijging van een juist overzicht ter zake van den weder opbouw en het architectenwerk in het al gemeen. Het is het ernstig streven van den ge machtigde, een einde te maken aan den on- gewenschten toestand, dat slechts een be perkte groep bevoorrechten in aanmerking zou kunnen komen voor opdrachten bij den wederopbouw. Alle volksche krachten die nen hierbij te worden ingeschakeld. Architecten, die bedoeld formulier niet hebben ontvangen, gelieven hun adres om gaand kenbaar te maken aan het secreta riaat van den B. N. A., Weteringschans 102, Amsterdam. De komende week zal, naar reeds is ge meld, het aardappelrantsoen van 2 op 3 kilogram worden gebracht. Dit is nu eens een bericht, waarvan met blijdschap kennis zal worden genomen. Drie factoren hebben hier samengewerkt. Allereerst moet met er kentelijkheid worden geconstateerd, dat door verschillende doeltreffende overheids maatregelen Nederland meer dan voor-heen in zijn behoeften voorziet. Voorts is van het droge weer der laatste dagen gunstige invloed uitgegaan en tenslotte werden ver schillende verkeersproblemen met tact en efficiency opgelost, hoewel het in dezen tijd niet medevalt, het vervoer van producent naar verbruiker met 50 pet. te verhoogen. In de Nederlandsche staatscourant is op genomen een beschikking van den Secre taris-Generaal van het departement van Binnenlandsche Zaken, waarbij met ingang van 15 Juli a.s. de naam der gemeente Valkenburg wordt veranderd in Valken- burg-Houthem. H. H. WIJDINGEN. In het bisdom Haarlem. Dinsdag 15 Juli zal Z. H. Exc. de Bis schop van Haarlem in de kapel van het Pihilosophicuim te Warmond de Tonsuur toedienen aan de heeren: A. P. F. Amge- vaare, A. E. Auwens, N. Bijnsdorp, B. J. van Bomimel, H. W. A. Brans, J. A. H. Buf fing, C. P. van Dam, C. F. A. Geraets, W. J. de Graaff, P. M. de Groot, A. J. Hoge- raa, B. C. Hoogeveen, M. J. A. de Leiur, G. A. J. van der Meer, A. J. Meijer, T. J. M. Naastepad, V. G. Nijimian, W. F. Fer- quin, J. J. van Rossum, S. Schut, W. C. Ta- mis, T. C. J. van der Valk, A. H. P. A. Wie- igerinck, allen studenten van het Fhilioso- phicum. DE LAPPENDEKEN DER SOVJET-REPUBLIEK (Van een V.P.B.-medewerker). DANZIG, Juli 1041. De Sowjet-Unie is in den waren zin des woords een „lappendeken van nationali teiten". Volgens de volkstelling van 1933 telde de Sowjet-Unie 170.600.000 inwoners. Dit getal is inmiddels sterk verhoogd door de inlijving van de vroegere Poolsche ge bieden, door de bezetting van Bessarabië en de Noordelijke Boekowina, door de annexeering van de Baltisohe landen en de door Finland noodgedwongen afgstane ge bieden, zoodat de totale bevolking thans wel ongeveer 200 millioen inwoners zal bedragen. Van dit totale cijfer maken de leden van de Oost-Slavische volkeren (dus Russen, Oekrainers en Wit-Ruthenen) rond 80 pet. uit. Daarnaast zijn er echter nog 150 verschil lende andere volkeren, die voor het groot ste gedeelte nauwelijks bij name bekend zijn. De voornaamste daarvan zijn: de Oes- beken (4,8 millioen), de Tataren (4,3 mil lioen), de Kazaken (3 millioen); en ver der. Kirgiezen, Basjkieren, Mortwinen, Wotjaken en Tsjirmissen. Voorts verdienen speciale vermelding die inwoners, welke tot de Kaukasische volkeren behooren, zoo bijvoorbeeld de Georgiërs (2,2 millioen) en de Armeniërs (1,6 millioen). Minder sterk vertegenwoordigd zijn de Indo-Ira- neesche volken, van wie wij in de eerste plaats noemen de Kalmoeken, de Tongoe- zen, die het midden vormen tussohen de Mongolen en de Finno-Oegriërs en ten slotte de palee-Aziatische volken. Het aan tal dergenen, die behooren tot de Duitsche volksgroep, welke, zooals men weet, een groote nederzetting aan de Wolea vormt, is bij de laatste volkstelling afgegeven als 1,4 millioen. Het aantal Polen is door inlijving van de Westelijke gebieden van 600.000 gestegen tot 2 millioen. De Joden zijn ten slotte met 3 millioen in de Sow- Unie vertegenwoordigd. Er kan dus in de Sow jet-republiek geen sprake zijn van een „volkseenheid»", daar b.v. tusschen de beide grootste volken, de Groot-Russen en de Oekrainers, een scher pe tegenstelling 'bestaat. Hun talen zijn on derling zoo verschillend, dat van een een voudig dialectisch verschil niet kan wor den gesproken. Het aantal Oekrainers in Sowjet-Rusland wordt geschat op 35 a 40 millioen. Daar ook de Wit-Ruthenen sterk verschillen van de Groot-Russen, vormen de eigenlijke Russen naar raming slechts 50 pet. van de geheele bevolking. BON 26 26 10 22 23 22 23 101 26 25 46 26,27 26 (eieren) 103 102 55 44 "45" 54 K "38" Brood of gebak l Bloemkaart) Meel, brood enz. (Boterkaart) boter, Koffiesurr. Thee Maïzena enz. Havermout enz. Macaroni enz. 30 Juni—16 Juli. 30 Juni—16 Juli. Juni20 Juli 14 Juli—27 Juli 14 Juli10 Augustus 14 Juli10 Aug. 16 Juni10 Aug. 16 Juni10 Aug. 16 Juni10 Aug. 16 Juni10 Aug. 1 Mei31 Aug. I Juni3 Augustus 16 Juni10 Aug. HOEVEELHEID 100 gram brood, 1 rantsoen gebak. „4 rantsoenen" 400 gram of 4 rant soenen gebak. 3 KG. (kinderen beneden 4 jaar 1 kg.). 35 gram tarwe-meel of -bloem, roggemeel of 50 gram wittebrood of 1/2 rantsoen gebak 250 gram boter 250 gram boter (met reductie) Bon 25 vleesch: Per twee bonnen 100 gram vleesch" of één rantsoen vleeschwaren. Bon 25 vleeschwaren: Per twee bon nen één rantsoen vleeschwaren. 250 gram koffie-surrogaat of 40 gram thee. Elk der bonnen 100 gram kaas. 500 gram jam, stroop, honing e.d. 100 gram (op 2 bonnen 1 pakje) 50 gram scheerzeep 150 gram toiletzeep, 120 gram huis houdzeep, enz. voor de keuken 2 liter BRANDSTOFFEN: 01, 02, 03 (haarden en kachels J), 01, 02, 03, 04 (haarden en kachels K), 01, 02, 03, 04, 05, 06, 07, 08, 09, J0 en 11 (centrale verwarming I) één een heid vaste brandstoffen. 05 06, 07 (haarden en kachels J), 05, 06, 07, en 08 (haarden en kachels K) 195 kg. persturf (300 stuks) of 200 kg. baggerturf (450 stuks) of 275 kg. Peelturf of 200 kg. overige soorten turf. Op deze bonnen kan later een andere brandstof worden gekocht. Deze bonnen zijn geldig van 24 Juni tot 31 December. 0.3 k.f. van de kaarten m en n één eenheid vaste brandstoffen voor kookdoel- einden. Van 1 Juli31 Juli. .snv.« Bonnen „generator-anthraciet zesde periode 1 H.L. anthracietnootjes V of 50 K.G. turf cokes. „Generator turf zesde periode" 50 stuks baggerturf. Van 1 Juli31 Juli. BONNEN. Morgen, Zondag 13 Juli, laatste dag voor het inleveren van: Bon 25 reserve. Aardappelen (2 kilogram) Bon 9 (oude) Bloemkaart (50 gr. brood of een half rantsoen gebak of 35 gram meel of bloem of zelfrij zend bakmeel). Bon 25. Broodkaart (100 gram brood of één rantsoen gebak). Bon 25. 4 rantsoenen Broodkaart (400 gram brood.of 4 rantsoenen ge bak). Bon 25 Eieren (één ei). Bon 68 en 78 (oude bon). Kaas (elke bon 100 gram). Bon 43 (oude bonkaart). (Rijst, rijstemeel, rijstebloem, rijstgries of gruttemeel 250 gram). Jam. De secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Maandag 14 Juli tot en met Zondag 10 Augustus a.s. de met „103" gemerkte bon van de „bonkaart algemeen" i recht geeft op het koopen van 500 gram jam, stroop, honing e.d. De secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Maandag 14 Juli tot en met Zondag 10 Augustus a.s. de met „a rijst" gemerkte bon van de papkaart (bl), welke is uitge reikt aan kinderen, die geboren zijn na 1 Juli 1937, recht geeft op het koopen van 250 gram rijst, rijstebloem, rijstemeel, rijst gries of gruttemeel (gemengd meel). De met „a havermout" gemerkte bon geeft ge durende bovengenoemd tijdvak recht op het koopen van 250 gram havermout, ha- verbloem, havervlokken, gort. gortmout, uit aardappelmeel bereide vlokken of grut ten. GELDIGE DISTRIBUTIEBESCHEIDEN Teneinde misverstand te voorkomen wordt er nogmaals de aandacht op geves tigd, dat de hierna volgende distributie kaarten en -boekjes thans geldig zijn: a. de bonboekjes a, b, c. en e, dat zijn dus alle nieuwe bonboekjes, welke on langs zijn uitgereikt. b. de melkkaart. c. de cacaokaart (die evenwel niet in ge bruik is). d. de bloemkaart. e. de boterkaart. f. de vetkaart. g. de textielkaarten. h. de vaste brandstoffenkaarten j. k. en n. j. de gecombineerde vaste brandstoffen- en petroleumkaart m. k. de petroleumkaart o. 1. de zeepkaarten p. en q. De hierboven niet genoemde kaarten, waarbij dus de nog gedeeltelijk ongebruikte bonkaarten, zooals de oude vleeschkaart, de oude bonkaart algemeen en de aard- appelkaart met uitzondering van de thans nog geldige bonnen van die kaarten benevens de oude brandstoffenkaarten en de met „een eenheid" 6e periode ge merkte bonnen voor brandstoffen en cokes, kunnen vernietigd worden. Tenslotte wordt er op gewezen, dat uiter aard de losse rantsoenbonnen doorloopend geldig blijven. Katholiek Comité van actie „Voor God" HET VOORTDUREND PINKSTERWON DER De Kerk is in haar wezen en leven niets anders dan een voort durende openbaring van de krachten van den Verrezene, de voortdurende schepping en openbaring van den H. Geest, het voortdurend Pinksterwon- der. In en door de Kerk worden wij historisch onverbreekbaar verbonden met de Verrijzenis, de Hemelvaart en de zending van den H. Geest, in zooverre wij door de ononderbroken rij van haar Pausen en Bisschoppen over tijd en ruimte heen in de tegenwoordigheid der Apos telen worden verplaatst en hun getuigenis rechtstreeks verne- mCn' Adam

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 6