KERKNIEUWS
fDe (hntieti, die li tiaadig. fleeft!
Nieuwe bonnen
ZATERDAG 12 JULI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
DE DISTRIBUTIEWET EN HANDEL EN NIJVERHEID.
L
Reeds vóór het begin der vij andelij khe-
den in September 1939 had de Nederland-
sche regeering een aantal wettelijke maat
regelen genomen, die haar de bevoegdheid
verschaften in het economische leven in te
grijpen, indien oorlog, oorlogsgevaar of
andere buitengewone omstandigheden
daartoe aanleiding zouden geven. Onmid
dellijk na het intreden van den oorlogstoe
stand werd het noodig van sommige van
deze bevoegdheden gebruik te maken ten
einde de kans op storingen in het economi
sche leven zooveel mogelijk uit te schake
len.
De toestand van bezetting en blokkade,
die in Mei 1940 intrad, maakte het noodza
kelijk aanzienlijk dieper in te grijpen dan
voordien was geschied. Sedert het oogen-
blik, waarop ons land op overzeeschen aan
voer niet langer kon rekenen, trad een ge
heel nieuwe situatie in. Onder deze om
standigheden stond de overheid voor de
taak door verstrekkende maatregelen de
economische belangen van het Nederland-
sche volk zoo goed mogelijk te beschermen.
Onder deze economische maatregelen,
welke elkander in snel tempo opvolgden,
zijn sommige slechts van beteekenis voor
kleine groepen van personen, zonder dat
het groote publiek er mede in aanraking
komt. Tot de categorie van maatregelen,
welke voor de geheele bevolking van
rechtstreeks belang zijn, behoort in de eer
ste plaats de distributie.
Nu zal men bij het begrip distributie in
de meeste gevallen denken aan gerantsoe
neerde levensmiddelen. Er bestaat echter
een groot aantal distributie-regelingen,
welke met de voedselvoorziening niets te
maken hebben. Voedselvoorziening behoort
tot het terrein van het departement van
landbouw en visscherij. Ook het departe
ment van handel, nijverheid en scheepvaart
heeft een zeer uitgebreide taak met be
trekking tot de distributie. Het publiek
moge van dit gedeelte der distributie-maat
regelen als regel minder gewaar worden
dan van de voorschriften, die op het dage-
lijksch menu betrekking hebben ook deze
regelingen zijn voor een goeden gang van
zaken van de grootste beteekenis.
DISTRIBUTIEWET 1939.
De distributiewet 1939 stelt de overheid
in staat zoowel de productie als den handel
te regelen en aan gedetailleerde voorschrif
ten te binden. Deze wet opent de mogelijk
heid voorschriften te geven aangaande de
samenstelling en den omvang der produc
tie, omtrent de hoeveelheid, die mag wor
den afgeleverd, omtrent de afnemers enz.
Deze voorschriften zijn vele en velerlei en
kunnen op een groot aantal manieren in
den gang van zaken ingrijpen. Onder de
huidige omstandigheden wijken de voor
waarden, waaronder de productie verloopt,
zoo sterk af van wat men in vredestijd ge
wend is, dat vergaande overheidsbemoeiing
een levensquaestie vormt.
Deze omstandigheden maken het onver
mijdelijk, dat productie en handel georga
niseerd worden op een wijze, die met de
bestaande schaarschtein overeenstemming
is. Van iedere grondstof en van ieder pro
duct, waarvan de voorraad onvoldoende is,
moet worden vastgesteld, voor welke doel
einden zij het best kunnen worden gere
serveerd.
Het spreekt vanzelf, dat hierbij allereerst
afstand moet worden gedaan van alles,
wat als luxe kan worden beschouwd, ten
einde daardoor zooveel mogelijk grond- en
hulpstoffen te sparen voor die behoeften,
welke van wezenlijke beteekenis zijn. Dit
vereischt een ingrijpende omschakeling
van de geheele productie, een omschake
ling, die slechts door de overheid tot stand
kan worden gebracht. De bepalingen van
de distributiewet stellen de overheid hier
toe in staat.
TAAK DER RIJKSBUREAUX.
De uitvoering der distributievoorschrif
ten is opgedragen aan de rijksbureaux
voor handel en nijverheid. Deze rijksbu
reaux zijn overheidsorganen en vervullen
een officieele functie. De werkzaamheden
der rijksbureaux bestonden van het begin
af in de uitvoering van de bepalingen der
distributiewet. Lacer werd deze taak ge
leidelijk uitgebreid tot de medewerking
aan de uitvoering van verscheidene andere
wetten (o.a. de prijsopdrijvings- en ham-
sterwet). Hun voornaamste taak is echter
nog steeds gelegen op het gebied der distri
butie.
Op het terrein, dat door het departement
van handel, nijverheid en scheepvaart
wordt bestreken, zijn thans twintig rijksbu
reaux werkzaam.
DISTRIBUTIE-REGELINGEN.
Hoe de distributieregeling voor elk arti
kel zal luiden, met andere woorden, aan
welke beperkingen voortbrenging en han
del worden onderworpen, wordt bepaald
door de omstandigheden, die van geval tot
geval sterk uiteenloopen. De meest voorko
mende regeling is, dat koop en verkoop,
productie-bewerking en eventueele andere
bedrijfshandelingen worden verboden, ter
wijl vervolgens van dit algemeene verbod
op bepaalde voorwaarden dispensaties wor
den verleend. Hierdoor wordt bereikt, dat
alle bedrijfshandelingen, die in normale
tijden door de onderneming vrij en onbe
lemmerd worden uitgeoefend, slechts kun
nen worden verricht, voorzoover de over
heid daarmede uitdrukkelijk accoord gaat.
Nadat de distributiebeschikking is afge
kondigd, kan het met de uitvoering belaste
rijksbureau zijn taak aanvangen. Allereerst
volgt dan de inschrijving van de onderne
mingen, welke voor het treffen van verdere
maatregelen onontbeerlijk is. Nadat deze
voltooid is, wordt vervolgens opgave- ver
langd van de voorraden distributiegoede
ren, welke de ingeschreven ondernemingen
in voorraad hebben. Een gedetailleerd in
zicht in de voorraadsituatie is voor het
rijksbureau van groote beteekenis.
De strekking van al deze regelingen is
dit behoeft wel geen betoog steeds de
ontoereikende voorraden te besteden op
een wijze, die voor de geheele bevolking
het hoogste nut afwerpt.
In een volgend artikel willen wij dat nog
nader toelichten.
JEUGDHERBERGEN.
Een bezoek aan de Kaagsche „Trekschuit".
Het Departement van Volksvoorlichting
en Kunsten had ons uitgenoodigdi eens een
bezoek te brengen aan de jeugdherberg
in de Kaag.
Deze jeugdherberg, een van de ongeveer
aeventig, die over het geheele land ver
spreid liggen, was vroeger bij de Leidie-
naars imeer bekend dan thans. Zij was ge
legen aan de Kwaak tegenover Poelgeest,
en is sindis eenige jaren verhuisd naar het
eiland de Kaag.
De Kaag is een ideaal oord voor water
sporters, en de „Trekschuit" dat is de
naam van de herberg is geweldig in
trek. met name gedurende de weekends.
Wij troffen het in zooverre niet bijster
goed, dat de bezetting dien avond zeer ge
ring was, maar wij kunnen ons zoo voor
stellen, dat als een honderdtal jongens en
meisjes in het dagverblijf bijeen zijn, het
er vroolijk en ongedwongen toegaat. De
oude openbare school van de Kaag, waar
in de herberg is ondergebracht, kan er nog
steeds niet bij, dat jongens en meisjes, die
vroeger zoo braaf op een rijtje in de klas
eaten, en hoogstens onder de bank durfden
te giebelen, thans maar vrijuit mogen zin
gen en jubelen, en mogen doen, wat zij
willen.
Nu moet men niet denken, dat het in
eoo'n jeugdherberg een tuchtelooze rom
mel is. Er is aan iedere jeugdherberg een
vader en een moeder, die verantwoordelijk
zijn voor den goeden gang van zaken. Uit
een gesprek met den vader van de „Trek
schuit", den heer L. C. Geerling, kregen
wij den indruk, dat het toezicht op de
jeugdige gasten goed is. Maar er wordt
natuurlijk geen schooltje en nog veel min
der kazerne gespeeld.
Zooals het in de Kaag gaat, zal het ook
elders gaan, is men geneigd te denken,
doch die meening is slechts ten deele juist.
Het toezicht zal elders ook wel goed gere
geld zijn, maar het rooster wordt in de
„Trekschuit" veel soepeler toegepast, dan
in gewone jeugdherbergen.
De „Trekschuit" is een echte watersport-
herberg en dat maakt het onmogelijk erg
streng en precies vast te houden aan de
uren van de maaltijden het warmeten
is 's middags om 6 uur en aan de uren
van slapen gaan, (officieel van 10 urn
's avonds tot 's morgens 7 uur), terwijl ook
wat de tijdsduur betreft, die de jongelui in
de „Trekschuit" kunnen doorbrengen (of
ficieel drie nachten) wat door de vingers
moest worden gezien.
De inrichting van zoo'n jeugdherberg
is heel eenvoudig. Er is een dagverblijf
met tafels en banken, en er zijn twee
slaapzalen, een voor jongens ('beneden) en
een voor meisjes ('boven) met eigen wasch-
gelegenheden. Verder is er een toko, een
soort winkel van Sinkel van alles te koop,
'n kantoorte voor „vader", 'n bijgebouwtje
om op eigen houtje te kokerellen ('bij ge
brek aan spiritus is dit leuke bedrijf voor-
loopig uitgedoofd), een fietsen- en een ka-
nobeigplaats.
In het dagverblijf van de „Trekschuit"
heeft Corrie van den Baan boven de
schouw qen vroolijke zeiltocht geschilderd
handig en sportief. In de nachtverblij
ven staan de kribben evenals in de kazer
ne, boven elkaar, en ofschoon het ons, zoo
dicht bij huis, weinig aanlokte om nog eens
een kazerne-nacht te beleven, slaapt de
jeugd, na een dag van gezonde lichaams
beweging, er als een bouquetje rozen.
Het „trekken" van de jeugd en het ver
blijf in de 'herbergen heeft ee groote op
voedkundige waarde. Sedert de Katholieke
en andere confessioneele jeugdherbergen
werden opgeheven, zijn al deze instellingen
vereenigd in de Nederlandsche Jeugdher
berg-centrale, waarvan de jongen of het
meisje lid moet zijn, willen zij in de her
bergen worden toegelaten. De minimum
leeftijd voor het lidmaatschap is 14 jaar,
een maximum-grens is niet gesteld, al zul
len ouderen, tenzij de ouders of geleiders
van groepen er zelden gébruik van ma
ken. Zij behooren er eigenlijk niet thuis
ook.
Ouders kunnen er met hun kinderen
heen trekken, onderwijzers met hun klassen
en ook andere groepen. Zoo heeft b.v.
de Nationale Jeugdstorm het plan gemaakt,
ook haar leden te laten trekken naar de
jeugdherbergen.
Maar het gros van de gasten bestaat toch
uit losse trekkers,, die weer onderscheiden
worden in „itten" en „jitten". De jitten
(jeugdig individueel trekker) hebben een
zekere voorrang op de „itten" (individueele
trekkers van 25 jaar en ouder), welke laat
ste als de nood aan de man komt en er geen
plaats meer is, nog het 'best voor zichzelf
kunnen zorgen.
Het is altijd raadzaam vooraf plaats te
bespreken (de Nederl. Jeugdherberg-cen
trale, Tulpstraat 46, Amsterdam ver
strekt gaarne alle mogelijke inlichtingen
omtrent het lidmaatschap), want het komt
in den zomermaanden herhaaldelijk voor,
dat de herberg en der zeiven appendianoes
vol is, en de jonge trekkertjes geen plaats
meer kunnen krijgen. In de jeugdherberg
in de Kaag komen jaarlijks 3000 overnach
tingen voor, terwijl er normaal per nacht
plaats is voor 93 slapers en slaapsters. Men
kan dus zelf uitrekenen, dat er in het zo
merseizoen wel eens een bedje te kort
komt. De Kaagsche herberg is echter het
geheele jaar geopend en zelfs midden in
den winter is het er in de weekeinden
druk van trekkers. De „Trekschuit" is po
pulair, en deze populariteit ihamgt voor
een 'groot el af van vader en moeder,
die in de Kaag ervoor zorgen, dat er al
tijd wat aantrekkelijks op het programma
staat: wedstrijden, zangavondjes en derge
lijke. Er heerscht een gemoedelijke toon
in de „Trekschuit"; als het er vol is, is
er vroolijkheid en vertier, vader en moeder
Geerling weten aardig met het jonge volk
je op" te trekken en als 't noodig is: ook op
te treden! Orde in vrijheid wordt er stipt
gehandhaafd. De oude school, die al die
uitgelatenheid binnen haar a.b.c. en 2 X 2
4 wanden hoogst ongepast vindt, krijgt
dus toch nog haar zin.
COMMANDANT VAN DE SS.
STANDARTE WE S TL AND GESNEUVELD
De commandant van de SS. Standarte
Westland, SS.-Standartenführer Hilmar
Waeckerle, is, na een zegevierend gevecht
van zijn regiment op 2 Juli in den strijd
rondom Lemberg gesneuveld. SS.-Stand
artenführer Waeckerle is door zijn held
haftig optreden tot een symbool en voor
beeld voor dit jonge, dappere, door hem ge
vormde regiment der Waffen SS. gewor
den.
Door den gemachtigde voor de maat
schappij tot bevordering der bouwkunst B.
N. A., arch. B. Boezeman, zijn dezer da
gen aan alle architecten in Nederland, ook
aan niet-leden van den B. N. A., formulie
ren ter invulling toegezonden, een en an
der strekkende tot verkrijging van een
juist overzicht ter zake van den weder
opbouw en het architectenwerk in het al
gemeen.
Het is het ernstig streven van den ge
machtigde, een einde te maken aan den on-
gewenschten toestand, dat slechts een be
perkte groep bevoorrechten in aanmerking
zou kunnen komen voor opdrachten bij den
wederopbouw. Alle volksche krachten die
nen hierbij te worden ingeschakeld.
Architecten, die bedoeld formulier niet
hebben ontvangen, gelieven hun adres om
gaand kenbaar te maken aan het secreta
riaat van den B. N. A., Weteringschans 102,
Amsterdam.
De komende week zal, naar reeds is ge
meld, het aardappelrantsoen van 2 op 3
kilogram worden gebracht. Dit is nu eens
een bericht, waarvan met blijdschap kennis
zal worden genomen. Drie factoren hebben
hier samengewerkt. Allereerst moet met er
kentelijkheid worden geconstateerd, dat
door verschillende doeltreffende overheids
maatregelen Nederland meer dan voor-heen
in zijn behoeften voorziet. Voorts is van
het droge weer der laatste dagen gunstige
invloed uitgegaan en tenslotte werden ver
schillende verkeersproblemen met tact en
efficiency opgelost, hoewel het in dezen tijd
niet medevalt, het vervoer van producent
naar verbruiker met 50 pet. te verhoogen.
In de Nederlandsche staatscourant is op
genomen een beschikking van den Secre
taris-Generaal van het departement van
Binnenlandsche Zaken, waarbij met ingang
van 15 Juli a.s. de naam der gemeente
Valkenburg wordt veranderd in Valken-
burg-Houthem.
H. H. WIJDINGEN.
In het bisdom Haarlem.
Dinsdag 15 Juli zal Z. H. Exc. de Bis
schop van Haarlem in de kapel van het
Pihilosophicuim te Warmond de Tonsuur
toedienen aan de heeren: A. P. F. Amge-
vaare, A. E. Auwens, N. Bijnsdorp, B. J.
van Bomimel, H. W. A. Brans, J. A. H. Buf
fing, C. P. van Dam, C. F. A. Geraets, W.
J. de Graaff, P. M. de Groot, A. J. Hoge-
raa, B. C. Hoogeveen, M. J. A. de Leiur,
G. A. J. van der Meer, A. J. Meijer, T. J.
M. Naastepad, V. G. Nijimian, W. F. Fer-
quin, J. J. van Rossum, S. Schut, W. C. Ta-
mis, T. C. J. van der Valk, A. H. P. A. Wie-
igerinck, allen studenten van het Fhilioso-
phicum.
DE LAPPENDEKEN DER
SOVJET-REPUBLIEK
(Van een V.P.B.-medewerker).
DANZIG, Juli 1041.
De Sowjet-Unie is in den waren zin des
woords een „lappendeken van nationali
teiten". Volgens de volkstelling van 1933
telde de Sowjet-Unie 170.600.000 inwoners.
Dit getal is inmiddels sterk verhoogd door
de inlijving van de vroegere Poolsche ge
bieden, door de bezetting van Bessarabië
en de Noordelijke Boekowina, door de
annexeering van de Baltisohe landen en de
door Finland noodgedwongen afgstane ge
bieden, zoodat de totale bevolking thans
wel ongeveer 200 millioen inwoners zal
bedragen. Van dit totale cijfer maken de
leden van de Oost-Slavische volkeren (dus
Russen, Oekrainers en Wit-Ruthenen) rond
80 pet. uit.
Daarnaast zijn er echter nog 150 verschil
lende andere volkeren, die voor het groot
ste gedeelte nauwelijks bij name bekend
zijn. De voornaamste daarvan zijn: de Oes-
beken (4,8 millioen), de Tataren (4,3 mil
lioen), de Kazaken (3 millioen); en ver
der. Kirgiezen, Basjkieren, Mortwinen,
Wotjaken en Tsjirmissen. Voorts verdienen
speciale vermelding die inwoners, welke
tot de Kaukasische volkeren behooren, zoo
bijvoorbeeld de Georgiërs (2,2 millioen)
en de Armeniërs (1,6 millioen). Minder
sterk vertegenwoordigd zijn de Indo-Ira-
neesche volken, van wie wij in de eerste
plaats noemen de Kalmoeken, de Tongoe-
zen, die het midden vormen tussohen de
Mongolen en de Finno-Oegriërs en ten
slotte de palee-Aziatische volken. Het aan
tal dergenen, die behooren tot de Duitsche
volksgroep, welke, zooals men weet, een
groote nederzetting aan de Wolea vormt,
is bij de laatste volkstelling afgegeven
als 1,4 millioen. Het aantal Polen is door
inlijving van de Westelijke gebieden van
600.000 gestegen tot 2 millioen. De Joden
zijn ten slotte met 3 millioen in de Sow-
Unie vertegenwoordigd.
Er kan dus in de Sow jet-republiek geen
sprake zijn van een „volkseenheid»", daar
b.v. tusschen de beide grootste volken, de
Groot-Russen en de Oekrainers, een scher
pe tegenstelling 'bestaat. Hun talen zijn on
derling zoo verschillend, dat van een een
voudig dialectisch verschil niet kan wor
den gesproken. Het aantal Oekrainers in
Sowjet-Rusland wordt geschat op 35 a 40
millioen. Daar ook de Wit-Ruthenen sterk
verschillen van de Groot-Russen, vormen
de eigenlijke Russen naar raming slechts
50 pet. van de geheele bevolking.
BON
26
26
10
22
23
22
23
101
26
25
46
26,27
26
(eieren)
103
102
55
44
"45"
54
K
"38"
Brood of gebak
l Bloemkaart)
Meel, brood enz.
(Boterkaart)
boter,
Koffiesurr. Thee
Maïzena enz.
Havermout enz.
Macaroni enz.
30 Juni—16 Juli.
30 Juni—16 Juli.
Juni20 Juli
14 Juli—27 Juli
14 Juli10 Augustus
14 Juli10 Aug.
16 Juni10 Aug.
16 Juni10 Aug.
16 Juni10 Aug.
16 Juni10 Aug.
1 Mei31 Aug.
I Juni3 Augustus
16 Juni10 Aug.
HOEVEELHEID
100 gram brood, 1 rantsoen gebak.
„4 rantsoenen" 400 gram of 4 rant
soenen gebak.
3 KG.
(kinderen beneden 4 jaar 1 kg.).
35 gram tarwe-meel of -bloem,
roggemeel of 50 gram wittebrood
of 1/2 rantsoen gebak
250 gram boter
250 gram boter (met reductie)
Bon 25 vleesch: Per twee bonnen
100 gram vleesch" of één rantsoen
vleeschwaren.
Bon 25 vleeschwaren: Per twee bon
nen één rantsoen vleeschwaren.
250 gram koffie-surrogaat of
40 gram thee.
Elk der bonnen 100 gram kaas.
500 gram jam, stroop, honing e.d.
100 gram (op 2 bonnen 1 pakje)
50 gram scheerzeep
150 gram toiletzeep, 120 gram huis
houdzeep, enz.
voor de keuken 2 liter
BRANDSTOFFEN: 01, 02, 03 (haarden en kachels J), 01, 02, 03, 04 (haarden en
kachels K), 01, 02, 03, 04, 05, 06, 07, 08, 09, J0 en 11 (centrale verwarming I) één een
heid vaste brandstoffen.
05 06, 07 (haarden en kachels J), 05, 06, 07, en 08 (haarden en kachels K) 195 kg.
persturf (300 stuks) of 200 kg. baggerturf (450 stuks) of 275 kg. Peelturf of 200 kg.
overige soorten turf. Op deze bonnen kan later een andere brandstof worden gekocht.
Deze bonnen zijn geldig van 24 Juni tot 31 December.
0.3 k.f. van de kaarten m en n één eenheid vaste brandstoffen voor kookdoel-
einden. Van 1 Juli31 Juli. .snv.«
Bonnen „generator-anthraciet zesde periode 1 H.L. anthracietnootjes V of 50 K.G.
turf cokes. „Generator turf zesde periode" 50 stuks baggerturf. Van 1 Juli31 Juli.
BONNEN.
Morgen, Zondag 13 Juli, laatste
dag voor het inleveren van:
Bon 25 reserve. Aardappelen (2
kilogram)
Bon 9 (oude) Bloemkaart (50 gr.
brood of een half rantsoen gebak of
35 gram meel of bloem of zelfrij
zend bakmeel).
Bon 25. Broodkaart (100 gram
brood of één rantsoen gebak).
Bon 25. 4 rantsoenen Broodkaart
(400 gram brood.of 4 rantsoenen ge
bak).
Bon 25 Eieren (één ei).
Bon 68 en 78 (oude bon). Kaas
(elke bon 100 gram).
Bon 43 (oude bonkaart). (Rijst,
rijstemeel, rijstebloem, rijstgries of
gruttemeel 250 gram).
Jam.
De secretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij maakt
bekend, dat gedurende het tijdvak van
Maandag 14 Juli tot en met Zondag 10
Augustus a.s. de met „103" gemerkte bon
van de „bonkaart algemeen" i recht geeft
op het koopen van 500 gram jam, stroop,
honing e.d.
De secretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij maakt
bekend, dat gedurende het tijdvak van
Maandag 14 Juli tot en met Zondag 10
Augustus a.s. de met „a rijst" gemerkte
bon van de papkaart (bl), welke is uitge
reikt aan kinderen, die geboren zijn na 1
Juli 1937, recht geeft op het koopen van
250 gram rijst, rijstebloem, rijstemeel, rijst
gries of gruttemeel (gemengd meel). De
met „a havermout" gemerkte bon geeft ge
durende bovengenoemd tijdvak recht op
het koopen van 250 gram havermout, ha-
verbloem, havervlokken, gort. gortmout,
uit aardappelmeel bereide vlokken of grut
ten.
GELDIGE DISTRIBUTIEBESCHEIDEN
Teneinde misverstand te voorkomen
wordt er nogmaals de aandacht op geves
tigd, dat de hierna volgende distributie
kaarten en -boekjes thans geldig zijn:
a. de bonboekjes a, b, c. en e, dat zijn
dus alle nieuwe bonboekjes, welke on
langs zijn uitgereikt.
b. de melkkaart.
c. de cacaokaart (die evenwel niet in ge
bruik is).
d. de bloemkaart.
e. de boterkaart.
f. de vetkaart.
g. de textielkaarten.
h. de vaste brandstoffenkaarten j. k.
en n.
j. de gecombineerde vaste brandstoffen-
en petroleumkaart m.
k. de petroleumkaart o.
1. de zeepkaarten p. en q.
De hierboven niet genoemde kaarten,
waarbij dus de nog gedeeltelijk ongebruikte
bonkaarten, zooals de oude vleeschkaart,
de oude bonkaart algemeen en de aard-
appelkaart met uitzondering van de
thans nog geldige bonnen van die kaarten
benevens de oude brandstoffenkaarten
en de met „een eenheid" 6e periode ge
merkte bonnen voor brandstoffen en
cokes, kunnen vernietigd worden.
Tenslotte wordt er op gewezen, dat uiter
aard de losse rantsoenbonnen doorloopend
geldig blijven.
Katholiek Comité van actie
„Voor God"
HET VOORTDUREND
PINKSTERWON DER
De Kerk is in haar wezen en
leven niets anders dan een voort
durende openbaring van de
krachten van den Verrezene, de
voortdurende schepping en
openbaring van den H. Geest,
het voortdurend Pinksterwon-
der. In en door de Kerk worden
wij historisch onverbreekbaar
verbonden met de Verrijzenis,
de Hemelvaart en de zending
van den H. Geest, in zooverre
wij door de ononderbroken rij
van haar Pausen en Bisschoppen
over tijd en ruimte heen in de
tegenwoordigheid der Apos
telen worden verplaatst en hun
getuigenis rechtstreeks verne-
mCn' Adam