Het kleine, maar dappere Finland RECHTZAKEN DONDERDAG 26 JUNI 1941 TWEEDE BLAD - PAG. 7 Tegen het knoeien met levensmiddelen MEER DAN 300.000 VARKENS FRAUDELEUS GESLACHT Wekelijks minstens 1000 koeien buiten de distributie Men schrijft ons: In de proclamatie van den Fuehrer en de nota van den Duitschen rijksminis'.ii von Ribbentrop heeft men kunnen lezen, met welk een cynisme de Sovjet zioh bedreigd verklaard door het kleine Finland en van Duitschland eischte, dat het een nieuwen aanval op Finland, welke een geheele be zetting en annexeering van het land der duizend meren tot doel zou hebben, goed keuren moest. Duitschland heeft* kort en krachtig neen gezegd en het bolsjewistische voorwend sel, als zou het kleine Finland het machtige Russische rijk bedreigen, als belachelijk ge kenschetst. En zoodoende ziet men thans de Finsche heldenscharen opnieuw onder de wapenen. Tegelijkertijd meldt een Tass-bericht uit Moskou, dat tusschen Moskou en Enge land een volkomen overeenstemming tot stand is gekomen Mgr. Cobben, Roomsch-Katholiek Bis schop in Finland, zond Dec. 1939 de vol gende noodkreet uit: „Nu er over de geheele wereld een eolf van verontwaardiging gaat over den laffen overval der Russen, op het kleine Finland, nu duizenden slachtoffers vallen en het Finsche volk gedompeld wordt in een zee van lijden en ontbering, durf ik een be roep te doen op het katholieke volk om een kruistocht te organiseeren van geeste lijke en materieele hulp voor de heldhafti ge Finnen. Zij lijden en bloeden, omdat zij geen slaven willen zijn van het goddelooze bolsjewisme. Zal Finland alleen blijven staan in den strijd voor de Westersche en Christelijke beschaving? Europa let op uw zaak, want het gaat hier niet alleen om Finland, veel verder gaan de adspiraties dezer vijanden van godsdienst en beschaving. Moge ten sympathie voor onze zwaarbeproefde ge- loofsgenooten in het hooge Noorden, voor het geheele Finsche volk een sympathie zijn van innig gebed en rijke gaven." Deze ontroerende oproep vond in de ge heele wereld weerklank, ook in Engeland en Amerika. In Duitschland zag men den Sovjet-Rus- sischen aanval op Finland met droefenis, doch het non-agressiepact bond de han den, men nfoest Sovjet-Rusland zijn gang laten gaan. Maar dit gold niet voor Engeland en Amerika. Deze twee machtige landen, die zoo menig mooi woord voor het recht der kleine staten gesproken hebben, konden iets doen. Laat ons nog even de bladen van dien tijd opslaan (30 Nov. 19391 Jan. 1940). Vooreerst was in Engeland en Amerika de verontwaardiging ontzaglijk diep en groot. Dat begon op 30 November en ein digde op den dag toen Finland den on ge lijken strijd op moest geven. Die verontwaardiging was een loffelijk en veelbelovend begin. Finland laafde zich er aan. Het had reeds zoolang £n den En- gelschen koers gevaren. Het rekende op zijn angelsaksische vrienden. En Amerika en Engeland zwegen niet. Vooreerst Amerika: President Roosevelt, die reeds menig woord naar Europa geka- beld heeft, nam ook voor dit doel een telegraafkabel in gebruik. Ter gelegenheid van den22sten verjaardag van Finlands onafhankelijkheid kreeg de Finsche pre sident Kallio een heel mooi telegram, waar in de Amerikaansche president zijn groote achting voor het „Finsche volk betuigt en de ernstige hoop tot uitdrukking bracht", dat „deze tragische dagen pinnen niet te langen tijd zullen plaats maken voor een gelukkiger tijdperk om het Finsche volk in staat te stellen ongestoord de gestadige ontwikkeling voort te zetten van zijn Vrije politieke en sociale instellingen." Voorts gaf de president aan de wapen fabrikanten zijn „hoop" te kennen, dat den wapenfabrikanten „rekening zouden houden met de politiek der Amerikaansche regeering, die het on geprovoceerd bombar deeren van burgers veroordeelt." De Amerikaansche pers, rijk in het uit vinden van treffende titels, noemde dit het „moreel embargo" over Sovjet-Rusland. De Sovjet-Russische volkscommissaris Molotof heeft nooit de kracht gevonden, om op dit alles een woord terug te zeggen. En nu Engeland: Daar zeide Lord Hali fax in het Hoogetfhuis op 5 Dec. 1939: „Het Britsche volk is diep geschokt door de omstandigheden van den Sovjet-Russi- schen aanval en het heeft een diepe be wondering voor den schitterenden weer stand der FinnenHet is een algemeen Veroordeelde en niet te verontschuldigende daad van agressie door een van de grootste naties op een van de kleinste hetwelk ech ter op een hoog beschavingspeil staat. Open steden zijn gebombardeerd, vrouwen en kinderen verminkt en gedood, onder het voorwendsel, dat een land van nog geen 4 millioen menschen vijandige plahnen had tegen een van 180 millioen. Wegens dat conflict is een beroep op den Volkenbond gedaan en het standpunt der Britsche re- geering zal in de zitting van de assemblee uiteengezet worden En te Genève was het raak. Na een aan tal redevoeringen nam de Volkenbondsraad op 15 December met 40 stemmen voor en 9 blanco een resolutie aan. waarin Sovjet- Rusland uit den Volkenbond gestooten werd. Ook deze slag is door Sovjet-Rusland nooit gepareerd. De bewoordingen der resolutie, waarbij Sovjet-Rusland uit deze Engelsch-Fransche volkerengemeenschap werd uitgestooten, waren dan ook vernietigend. Voorts lezen wii van 30 Britsche vlieg tuigen, die naar Finland gezonden zijn en vonden wij rapporten over Fransch ge schut, dat eveneens ter hulp werd gezon den, dat waren kanonnen uit den oorlog van 18701871. met elk 20 granaten om er mee te schieten. En dan eindigt de geschiedenis. Finland moet toegeven en Duitsche bemiddeling zorgde voor zooveel mogelijke verzachting. Resumeerend moet men zeggen, dat Fin land niet veel aan de hulp van Brittannië en zijn vrienden gehad heeft. Maar on macht om wezenlijk te helpen kan een verontschuldiging zijn. In een ding echter konden, zooal niet de Finnen, dan toch wel de Engelschen en Amerikanen blijven gelooven, namelijk dat de genoemde diepe verontwaardiging echt was, dat al die goed.e en treffende woorden hartelijk gemeend waren en dat het Vol- kenbondsbesluit de moreele eovertuiging van de eigen volkeren en de eigen regeerin gen uitmaakte. De Volkenbond vertegen woordigde de meest christelijke overtui ging der genoemde machten, dat elke niet geprovoceerde agressie met de beschrijving in strijd is, dat de leden van den Volken bond met den bedrijver daarvan nooit of te nimmer aan één tafel willen zitten, en dat dit de onverwoestbare, eeuwige prin cipes van gerechtigheid en moraal, die deze volkeren bezielen, tot uitdrukking brengt. Gelijk gezegd: Finland gelooft er niet meer aan en is in Duitschen koers gaan varen. Thans staan de Finnen en de Duit- schers schouder aan schouder. Maar de Volkenbondswereld. Deze ge loofde er aan. Althans de volkeren der Volkenbondsmachten geloofden er aan, de mannen, de vrouwen, de jeugd. En nu? Sovjet-Rusland pleegt (zie de vier eischen van Molotof) nog onbeschaamder agressie tegen Finland, tevens tegen Roemenië en Bulgarije en in principe ook tegen Turkije, dan in December 1939. En nu telegrafeert men uit Moskou, dat Engeland en Sovjet- Rusland het volkomen eens zijn geworden. De eenheid is dus tot stand gekomen op het minimum der vier eischen van Molo tof. Duitsche Landgerecht ACTIE ONDER STUDENTEN GEVOERD. Voor het Landesgericht hadden zich we gens een Duitsch-vijandige actie te verant woorden ide Leidsche student van W. en de Amsterdamsche studente de V. Laatst ■genoemde was in het bezit gekomen van honderd blaadjes, waarin werd aange spoord tot actie in verband met maatrege len, welke genomen waren tegen hoogleera ren en tegen de universiteit. Deze geschrif ten heeft zij ter hand gesteld aan van W., die ze verder moest verdeelen, o. m. in Leiden. In deze stukken kwamen uitingen voor, welke beleedigend waren voor het Duitsche rijk, boo o. a. de bewering, dat daar gebrek zou zijn aan intellectueele krachten. Bij de studente waren ook nog blaadjes gevonden als „De Geus" en „De Waarheid". Zij gaf toe communistische sym pathieën te hebben. Korten tijd was zij ook lid van de C. P. N. geweest. De Staatsanwalt merkte op, dat er in dit opzicht reeds strenge straffen gegeven zijn, maar dat deze blijkbaar nog niet af schrikwekkend genoeg hebben gewerkt. Hij eischte nu tegen mej. de V. twee jaar en tegen van W. een jaar gevangenisstraf. Het gerecht veroordeelde eerstgenoemde tot anderhalf jaar, laatstgenoemde tot tien maanden gevangenisstraf. De preventieve hechtenis werd in mindering gebracht. ECONOMISCHE RECHTER ZWARE STRAFEN VOOR FRAUDULEUSE SLACHTERS. Voor den economischen rechter te Am sterdam, mr. F. Tabingh Suermondt, heb ben terecht gestaan de poelier A. de C. de F., de slager J. S. en de kapper G. F., die schapen en kalveren hadden geslacht en in strijd met het Crisis-rundveebesluit vee in voorraad hadden geshad. De poelier en slager kregen negen, de kapper vijf maanden gevangenisstraf. De veehouder uit Nieuwer Amstel werd "*door denzelfden economische rechter we gens het slachten van een schaap veroor deeld tot tien maanden gevangenisstraf. Hij was reeds eerder veroordeeld. EEN METAALWARENFABRIEK BEBOET. Te dure ketels leveren 4000 boete op. De directeur van een metaalwarenfa- briek in het midden des lands had zich voor den inspecteur voor de prijsbeheer- sching te Arnhem te verantwoorden we gens ongeoorloofde prijsverhooging. In zijn bedrijf gefabriceerde ketels, snelko kers, schuiers en blikken waren in den zo mer van het vorig jaar in prijs verhoogd, zonder dat daartoe de vereischte toestem ming was verkregen of zelfs maar aange vraagd. Hij \yerd veroordeeld tot een boete van f 4000.Bij vaststelling van dit bedrag werd rekening gehouden met de winsten, welke het bedrijf gemaakt had tengevolge van de onrechtmatige prijsverhooging. OUDE TEXTIELGOEDEREN TEGEN NIEUWE PRIJZEN. Een boete van 3750.—. Een detailhandel in textielgoederen te Wassenaar bleek in Februari j.l. voor artikelen, welke nog tot den „ouden voor raad" behoorden, belangrijk hoogere prij zen te vragen, dan waarvoor zij voor 10 Mei 1940 werden verkocht. Zoo vroeg men voor interlocks 2.35, terwijl de oude pry's 1.25 was, baddoeken, welke voorheen 0.60 kostten, werden verkocht voor 0.90. De firmanten beriepen zich, toen zij door den inspecteur voor de prijsbeheersching ter verantwoording werden geroepen, op de vervangingswaarde. Bij de gestegen in koopsprijzen meenden zij de oude goed- koope artikelen zooveel in prijs te mogen verhoogen, dat voor hen bij vervanging van het verkochte door nieuwen aankoop geen verliezen zouden ontstaan. Dit ver weer werd, zooals steeds, ook in dit geval verworpen en de inspecteur voor de prijs beheersching te 's Gravenhage veroordeelde de firma wegens overtreding van de prij- zenbeschikking 194041 tot een geldboete van 3750, hierbij rekening houdend met I de onrechtmatig verkregen winst en' de I draaekracht van het bedrijf. DE LEIDSCHE COURANT EEN SLAGER, DIE TE DUUR VERKOCHT Hij had zelf te duur ingekocht. Een slager te Reeuwijk liet in April jl. circa 1000 kg. ham, 500 kg. rookvleesch en 300 kg. plockworst verkoopen tegen prij zen van tenminste 4.en 3.60 per kg. De vleeschwaren werden echter in beslag genomen en de slager had zich te verant woorden voor den inspecteur voor de prijs beheersching te 's Gravenhage wegens over treding van art. 6 pryzenbesluit 1940 var kens, varkensvleesch en vleeschwaren. De omstandigheid, dat de slager zijn vleeschwaren te duur had ingekocht, was uiteraard geen aanvaardbare verontschul diging voor prijzen, welke belangrijk bo ven de voor deze vleeschwaren vastgestelde maximumprijzen liggen. Immers, zooals de inspecteur voor de prijsbeheersching op merkte: de wijze, waarop de verkoop tot stand kwam was een aanwijzing, dat het den slager bekend was, dat hij zich in den smokkelhandel begaf en het risico daar van aanvaardde. Een geldboete van 2500 werd opgelegd, terwijl de in beslag genomen goederen werden verbeurd verklaard. Bij deze straf fen werd rekening gehouden met den groo- ten ernst der overtreding, maar daarnaast ook met de hooge waarde van de in beslag genomen vleeschwaren. Tevens werd door den inspecteur voor de prijsbeheersching publicatie van het vonnis gelast. HAAGSCH GERECHTSHOF EEN SCHANDALIGE MANIER VAN OPLICHTING. Opnieuw twee en een half jaar gevangenisstraf geëischt. De president van het Haagsch Gerechts hof kwalificeerde hetgeen zekere A. A. L., afkomstig uit Leiden, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring, gedaan had, als een schandalige oplichting. En dit was het juiste woord voor de minderwaardige praktijk van verdachte. Hij was al jaren lang werkloos en op een dag had hij in een krant een advertentie gelezen, waarin eveneens een werklooze een belooning van 500 uitloofde voor hem, die hem aan een goede betrekking zou helpen. Op de een of andere manier had verdachte brief papier in handen weten te krijgen met het hoofd van een gemeenteinstantie en op dit briefpapier had hij aan den uitlover van de 500 geschreven, dat hy hem aan een prachtbetrekking zou kunnen helpen, bij de gemeente. Nog enkele besprekingen zouden door verdachte met den directeur van dit gemeentebedrijf over deze kwestie gehouden moeten worden, maar de be trekking was zoo goed als zeker. Enkele dagen later kreeg de betrokken persoon inderdaad een schrijven, weer met een hoofd van de gemeente erop dat hij aan- genolnen was. Dit epistel zou dan onder teekend zijn door den directeur, maar het was een gefingeerde handteekening van verdachte. De uitgeloofde 500 had hij toen natuurlijk gekregen en de man was bovendien zoo blij met de betrekking ge weest, dat hij er nog ƒ250 bij gedaan had. Het was later een verschrikkelijke ont dekking voor hem geweest, dat hij in handen van een geraffineerden oplichter gevallen was. Het was nog een groote te genvaller voor hem geweest, dat ver dachte de 750 inmiddels had opgemaakt. „Vergokt", merkte de president boos op. De rechtbank had verdachte voor dit minderwaardige feit veroordeeld tot twee jaar en zes maanden gevangenisstraf, van welk vonnis hij in hooger beroep gekomen was. De procureur-generaal vond absoluut geen termen aanwezig om deze straf te verminderen. Het is ergerlijk en schan dalig, zooals verdachte gehandeld heeft. Hij, die wist wat werkloosheid was, had zich niet ontzien om een lotgenoot van zijn laatste geld te berooven. Gezien de ernst van het feit eischte spr. opnieuw twee jaar en zes maanden gevan genisstraf. Vonnis 30 Juni. OPDRACHT GEGEVEN OM VARKENS TE SLACHTEN. Opnieuw een half jaar gevangenisstraf geëischt. Met welk een gestrengheid er opgetre den wordt tegen personen, die zich met frauduleuze slachtingen, zoowel recht streeks als zijdelings bezig houden, is gis teren weer gebleken voor het Haagsche Hof, alwaar de hooger beroepzaken voor den Economischen Rechter behandeld worden. J. M., afkomstig uit Rijnsaterwou- d e, laatst wonend te L i s s e, had, vol gens de dagvaarding, op 30 November op dracht gegeven een varken frauduleus te slachten en op 4 December twee varkens. De Economische Rechter had verdachte veroordeeld tot zes maanden gevangenis straf en van dit vonnis was hij in hooger beroep gekomen bij het Haagsche Hof, al waar de procureur-generaal in het geheel niet te spreken was over de houding van verdachte en zijn verdediger. Op alle ma nieren heeft men geprobeerd deze zaak te rekken, door kant noch wal rakende be zwaarschriften tegen de dagvaarding in te brengen. De procureur-generaal zeide, dat er op die manier misbruik was gemaakt van dit recht. Verdachte, die blind is en met een ge leidehond de rechtzaal in kwam, heeft deze zes maanden gevangenisstraf volko men verdiend. Het moet en zal uit zijn met de clan destiene slachtingen. Trots de blindheid van verdachte ziet spr. geen verzachtende omstandigheden en spr. eischte dan ook opnieuw zes maanden gevangenisstraf. Uitspraak 30 Juni. Haagsche Politierechter DE DIEFSTALLEN VAN JAPONNEN TE LEIDEN. Een waarschuwing van den Officier van Justitie. Op verzoek van den Officier van Justj- tie deelen wij mede, dat er binnen zeer korten tijd zeer streng opgetreden zal worden tegen de Leidsche dames en de dames uit de omgeving van Leiden, die zich niet ontzien zich schuldig te ma ken aan diefstallen van japonnen uit PLEIDOOI VAN DEN HEER E. J. ROSKAM. In de gistermiddag gehouden persconfe rentie heeft.de heer E. J. Roskam, leider van het Ned. Agrarisch Front, gesproken over het knoeien met levensmiddelen. Spr. herinnerde aan de order aan de leden van van het N. A. F. gegeven, al hun krachten in te spannen om het geknoei met levens middelen den kop in te drukken. Dit be- teekent, om het frauduleus slachten tegen te gaan en te zorgen, dat er geen granen, aardappelen, eieren of andere levensmidde len aan de distributie worden onttrok- kenken. De door ons ingeleide actie voor den Pro ductietoeslag heeft beantwoord aan wat wij er ons van hadden voorgesteld. Gansch ons hoerendom heeft onzen* op roep verstaan. Met man en macht zijn onze boeren en tuinders aan den arbeid getogen om uit den bodem te halen, wat er uit te halen is. De landbouworganisaties, die voordien verre van ons stonden, werken hierin op bevredigende wijze met ons sa men. Doch met den Productieslag, hoe goed ook doorgezet, zijn wy er niet. Onze taak houdt niet op, als de producten de boer derij verlaten; hier ligt nu het zwaarte punt van de actie, die spr. met zijn oproep heeft ingeluid. Het is toch geen geheim meer, dat er zeer aanzienlijke hoeveelheden van onze producten aan de regelmatige distributie onttrokken worden door frauduleus slach ten van vee en door den sluikhandel in aardappelen, eieren en granen. Hieraan dient paal en perk te worden gesteld en de mannen von onze Organisatie zullen er dag en nacht op toezien, dat dit ergerlijk bedrijf vanaf heden voor goed de kop wordt ingedrukt. Meer dan 300.000 var kens zijn in enkele maanden frauduleus geslacht. Wekelijks zijn er minstens 1000 koeien verkocht buiten de gewone distri butie om, om nu maar te zwijgen van de eieren, granen en andere levensmiddelen, die dagelijks worden weggemoffeld. Om dit nu voor goed uit te roeien is het noodig er eerst wat dieper op in te gaan. Ons boerenvolk is een volk, dat nog veel gezond rechtsbesef in zich draagt. Hoe is het dan mogelijk, dat iets dergelijks gebeu ren kon? Laten wij deze zaak eens precies zeggen zooals zij is: als de boeren niets leverden aan de smokkelaars en de hamsteraars, dan was het kwaad bij de bron afgesneden. Dit neemt de ver- antwoordelkheid van die hamsteraars en scharrelaars niet weg, maar het wil wil zeggen, dat de boeren niet al leen den plicht, maar ook de macht hebben dit kwaad te keeren. Het rechtsbesef van onze boeren was de laatste jaren met voeten getreden. De cri sismaatregelen, die voor 5 en 10 jaar geno men werden, waren niet gegrond op ons boerenrecht. Veelal gaven zij winst aan hen, die buiten onze boeren en buiten onze eenvoudige werkers stonden. Als wij den ken aan de bacon- en varkenszwendel, aan de winsten, die gemaakt werden door de exporteurs van onze goederen, en als wij ons dan nog herinneren, dat men de boe ren durfde hoonen door het tot steuntrek kers te verlagen, dan verklaart spr. open lijk, dat het getuigt van een ingeschapen gezond rechtsbesef, dat onze boeren zich in die dagen instinctief tegen veel van de, door Den Haag met geweld opgelegde, maatregelen hebben verzet. Hierdoor alleen is het te verklaren, dat onze boeren er zich niet tegen hebben ver zet, dat in dezen oorlogstoestand onze ar tikelen, buiten de distributie om, konden worden weggewerkt. Bovendien is het ook al geen geheim, dat vele aanhangers van het oude systeem door fluistercampagnes onze boeren hiertoe hebebn aangemoedigd, omdat zij meenden, daardoor de Duitsche Overheid te kunnen dwarsboomen en het Nationaal-Socialisme te keeren, om daarna hetzelfde spel van import en export, van wereldeconomie en Unielever-politiek weer te kunnen voortzetten. Zoo is het gezonde rechtsbesef van vele boeren omgekeerd in het tegendeel en zoo groote kleedingmagazynen te Leiden en wel in het bijzonder bij C. en A. Bren- ninkmeyer. Bijna dagelijks komen er op het parket in den Haag verbalen binnen van dergelijke diefstallen. Werden deze meestal berecht door een geldboete op te leggen, thans gaat zulks niet meer in verband met het ontstellend aantal gevallen, zoodat het O. M. bij de Haagsche rechtbank zich genoodzaakt ziet met alle maatregelen tegen deze diefstal len op te treden. Alle zaken, die van nu af aan binnenkomen, zullen gestraft wor den met een gevangenisstraf van maan den, zoodat alle dames gewaarschuwd z\]n voor de gevolgen van hun daad. De juffrouw, die thans nog bofte, was mej. A. C. W. te Le i d e n. Ook zij had zich schuldig gemaakt aan deze diefstal len. Op 6 Mei had zij bij C. en A. B. te Leiden een zomerjapon en een kinder jurkje weggenomen. Dit was haar gelukt zonder gesnapt te worden en daardoor verblind geworden had zij het den vol genden dag, 7 Mei, nogmaals geprobeerd daar een jurk weg te nemen. Thans was zy' nagenoeg op heeterdaad betrapt, waar bij tevens uitgekomen was, dat zij ook den vorigen dag gestolen had. Deze klee- dingstukken waren ten haren huize in be slag genomen. Zij bekende de feiten onder een vloed van tranen en zeide wegens geldgebrek daartoe gekomen te zyn. Haar man heeft 14 steun en daarvan moet 6.50 huis huur af. De Officier hield daarop een scherp re quisitoir, waarbij hij de voren vermelde aankondiging deed, hierbij de hulp van de Leidsche bladen inroepend. Voor ditmaal wilde spr. volstaan met het eischen van een geldboete van ƒ15 subs. 15 dagen, maar in de toekomst is dit afgeloopen. Het vonnis werd conform dezen eisch. hebben vele boeren medegewerkt om het groote onrecht van frauduleus slachten en goederen onttrekken aan de distributie mo gelijk te maken. De vorige oorlogstijd, toen het destijds heerschende stelsel onvoldoende scherp op trad, werkt bovendien nog na en is mede oorzaak, dat men den zwarten handel niet zoo erg schijnt te vinden. Dit moet en dit kan veranderen. Spr. heeft het laatste jaar het werk van de Duitsche Bezettingsoverheid kunnen ga deslaan voor zoover die arbeid den land bouw en de voedselvoorziening betreft. Het is spr. een behoefte, openlijk te ver klaren, dat die mannen dag en nacht heb ben gearbeid om onzen boerenstand recht te doen. De macht van het groot-kapitaal is, in beginsel reeds gebroken. Voor onze pachters is recht te verkrijgen. Onze groenten, die voorheen bjj millioenen kilo grammen werden vernietigd, worden voor een rechtvaardigen prijs van ons afgeno men. De prijzen der lanbouwproducten zijn rechtvaardig. Onze melkprijzen worden in orde gemaakt en de boerenstand wordt er kend als grondslag voor den oubouw van ons Vaderland, zoodat ons boerenrecht, waarop de geslachten voor ons tevergeefs hebben gehoopt, tot werkelijkheid wordt. Daarom is het misdadig, indien de boeren nog één pond vleesch, één pond graan of één ei aan de distributie onttrekken. En daarom heeft spr. dien oproep tot de leden van het N. A. F. gericht. Ook tot de andere landbouworganisaties en tot alle boeren wil spr. zich richten om één vaste lijn te trekken. De eer van ons hoerendom is er mee ge moeid en het recht op een zelfstandige plaats van het Nederlandsche volk in het nieuwe Europa is er bij in het geding. Regelmatige voedsel voorziening. Gepaard hiermede gaat, dat wy als Ne derlanders tegenover de Bezettingsoverheid de toezegging van een gelijk geregelde voedselvooziening als die voqr het Duit sche volk verspelen, indien het kwaad van den smokkelhandel blijft voortwoekeren. Nu by de uitvoering der overheidsmaat regelen de mannen van het N. A. F. wor den ingeschakeld in de bestaande regee- ringsapparaten, nu is het onze taak er voor te zorgen, dat ook alle krachten van ons volk zich richten op één doel, aldus spr. Deze taak is: het verzekeren eener regel matige voedselvoorziening. Spr. heeft de overtuiging dat men dit kan zonder daarvoor van de Overheid wettelijke bevoegdheid te erlangen. Spr. heeft het volste vertrouwen in het rechts besef van het hoerendom en ook in den goe den wil van tientallen landbouwvoorman- nen uit de andere organisaties. Spr. ver trouwt, dat men deze taak zal volvoerren door een gemeenschappelijke actie, die vrijwillig en spontaan moet zijn, wil zij werkelijk in overeenstemming zijn met ons vrijheidslievend volkskarakter. Het zou beneden den geestelijken stand van ons hoerendom zijn, indien de Rijks commissaris het noodig zou vinden ook hiervoor een speciale commissie opdracht te moeten geven. Dit kunnen en dit moeten en dit willen wij voorkomen. Wy zullen, aldus spr., de bestaande in stanties, burgemeesters, ambtenaren, con troleurs enz. op hun plicht wijzen, indien zij c'oor slap optreden dit kwaad niet kee ren. Boven dit alles zullen wy ons volk oproepen, om uit zichzelf deze zonde, die knaagt als een worm aan de wederopstan ding van qns volk, uit te roeien. De gewel dige «strijd van deze dagen is de strijd van eer en recht tegen den ondergang van het Avondland in bederf en o"htrechting. Zulk een strtfd wordt niet alleen met de wapenen van ijzer en staal gestreden; de strijd op den akker is er een deel van en de rechtvaardigheid in eigen kring op elk le vensterrein evenzeer. Daarom is het van zoo groote beteekenis, aldus eindigde de heer Roskam, dat de eerste levensbehoeften des volks naar de eischen dier rechtvaardigheid verdeeld worden. ZES JAAR GEVANGENISSTRAF TEGEN INBREKERS GEëlSCHT. Schuldig aan niet minder dan 124 inbraken. Zes jaar luidde de eisch van den Officier van Justitie by de Haarlemsche Recht bank tegen den 28-jarigen P. C. van O. en den 27-jarigen L. de B., twee Utrechte naren, die sedert Mei 1940 in alle deelen. des lands hadden ingebroken. In totaal hadden zij zich samen aan niet minder dan 124 inbraken schuldig gemaakt en boven dien waren zij ook nog afzonderlijk op pad geweest, waarbij O. 22 en B. 25 inbraken pleegde. In Velsen waren zy eindelijk te gen de lamp geloopen. Zij stonden voor de Haarlemsche Recht bank terecht, waar hun slechts twee in braken te Velsen ten laste gelegd waren. De president verklaarde, dat de rechtbank eenige dagen noodig zou hebben indien zij alle zaken had moeten behandelen. De Of ficier van Justitie had evenwel overleg ge pleegd met zijn ambtgenooten in andere arrondissementen en men was overeenge komen, dat het tweetal alleen in Haarlem terecht zou staan. Bij de strafmaat zou dan echter met alle delicten rekening worden gehouden. EersteJ Leidnrhe B eg r af enl ion dat-iteming voor Roomfch Katholieken GEVESIIGD ^fa7f 8200 G. HL KlCIjlHANS PIETER DE 101 OOUlttVSTRAaT 22 TRANSPORT TELEFOON 2I4S3 Tarief en uitvoering In overleg met II'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 7