CORRESPONDENTIE Corrie Warmerdam, Voorhout. Zeker, wil ik zoo goed zijn om jullie beidjes in de lange Verjaringslijst op te nemen, al was het alleen maar om jou op dien groo- ten dag een plezier te doen. Je hebt wel vergeten op te geven hoe oud je bent. Ik veronderstel, dat jullie alle twee op school gaan. Dag jongens! Harry v. Bourgondiën, Noord- W ij k. Je schrijft al mooi Harry! Jij bent zeker in de 2de klas, is wel? En Agie, is die ook al op school? 8 Juni is een mooie dag om jarig te zijn. Als, ik tijd had, kwam ik eens over, om jou en Agie persoonlijk de hand te drukken. Hoe zou je dat vinden? Dag jongen! Groet pa en moe en zusje van me! Annie C o 1 ij n, R'V een. Zoo, zoo Annie, zit jij al in de 4de klas! Nou maar, dan ben jij al een flinke meid. Jouw eerste briefje was lang niet slecht en nu wacht ik op dien beloofden langen brief. Denk er om; belofte maakt schuld en die ze niet volbrengt, krijgt(vul zelf maar in!). Dag Annie! Dag Plonia! Veel groeten aan je ouders! Kees Montagne, Warmond. Ik maak jou mijn compliment. Jij schrijft voor een jongetje uit de 2de klas keurig. Ik ge loof niet dat ik, je dat verbeterde, toen ik in de 2de klas zat. En kun jij al zoo goed ons Jeudblaadje lezen? Fijn, zeg! Jouw broertje mag ook in de lijst! Wanneer zal dat feest plaats hebben. Schrijf mij dat eens, want zijn naam moet er ook bij. Dag Keesje! Groet je ouders en broertje van me! Leo van Mil, H.Woude. Zoo mijn vriendje, heb jij ook geprobeerd een briefje te schrijven! Dat is braaf hoor! Met jou kan ik praten. Het is waar, als het slecht weer is, kun je niet buiten spelen en vooral niet slootje springen. Je lief zusje is hu al een flinke meid, zeg je! Wat zal ze door die drie jongens verwend worden! Was je zoo erg geschrokken, toen die bommen vielen. Dat begrijp ik. En nu krijg ik later zeker weer eens een heele lange brief, is1 wel? Dag Leo! Groeten aan pa en moe; Nelie, Adrie en Bertje! Corrie Roessen, O.Wetering. Je verjaardag is zooals je ziet ingeboekt. En nu wacht ik het beloofde versje af, maar je moe.t het zelf maken. Niet afschrij ven uit een boekje. Moeder mag wel een handje helpen. Dag Corrie! Mijn beste groeten voor u allen! Corrie v. Amsterdam, R. Veen. Ja, ja, Marie van Amsterdam ken ik al ja ren! En jij bent ook van harte welkom in ons kringetje! Het is bij ons altijd: hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Zoo, ben jij twaalf jaar! Dan ben jij zeker al een flinke meid, die moeder heel wat helpen kan. En dat hoort ook zoo! Dag nichtje! Groet weder- keerig pa en moe en alle broertjes en zus jes. De hand voor jou apart. Mej. v. d. M., Brederodestr., Lei den. De verjaardagen zijn ingeboekt, w.*. voor zoover ze school gaan. Alleen school gaande kinderen worden opgenomen. Zou ik alle kinderen van onze abonné's opne men, dan had ik alleen de heele krant noo- dig en dat gaat nu eenmaal niet. Dat Theo een broertje wou hebben, begrijp ik. Maar de zusjes zullen hem wel een beetje ver wennen en hem dat gemis doen vergeten! Met hand en groet! Frans Hop, iTeid en. De straatnaam is nu verbeterd Frans. Jammer, dat jij nog nooit iets gewonnen hebt. Ik gunde jou zoo graag een prijs. Maar het geluk is nu een maal voor de gelukkigen. Toch volhouden! Je moet Fortuna dwingen om ook eens aan jou te denken. Groet alle huisgenooten van me, bijzonder vader en moeder. En hiermee eindigen we deze Correspon dentie. Tot Zaterdag! Wie een brief schrijft, krijgt een antwoord terug. Oom WIM. U vraagt 1. Hoeveel lucht zou een mensch wel in- en uitademen? 2. Legt een schildpad veel eieren? 3. Zijn ook spoorwegen in China? 4. In welke stad van Europa zijn de meeste mineraal waterbronnen? 5. Zijn ook nog menschen, die niet met mes en vork eten? 6. Is de nachtlucht niet schadelijk voor de tentbewoners? Wij antwoorden 1. Meer dan je denkt! Als men dat in ge wicht moest uitdrukken zou men komen tot 15 K.g. 2. 150 a 200. 3. Op het oogenblik. heel wat. Maar het heeft lang geduurd', eer ze geduld werden. Toen de Chineezeil den eersten trein za gen, waren ze, zóó woedend, dat de auto riteiten verplicht waren de rails weer weg te nemen en de locomotieven in het water te gooien. 4. In Budapest Daar zijn niet minder dan 43 dergelijke bronnen. 5. Dat zou ik denken. Luister eens. Het derde deel van de menschen eet met mes en vork; het tweede derde deel eet met stokjes (denk aan de Chineezen) en de overigen eten met hun vingers net als je broertje van twee jaar. 6. De nachtlucht is heelemaal niet scha delijk. De nachtlucht is stofvrij, dus reiner dan de onzuivere lucht overdag. EEN BRIEF ALS VOORBEELD door Jo v. d. Werf Beste Oom Wim. Al lang heb 'k eens zin gehad U een briefje te sturen. Daar ik al op de huis- houdschool ben, vond 'k 't wel een beetje gek, maar mijn zusjes Piet, Luus, To, en Truus vonden het zoo erg leuk om eens een briefje terug te zien in de krant, dat ik na hun herhaald aandringen er maar aan ben begonnen. Als ik dan zei, dat zij veel mooier konden schrijven, dan zei Riet, dat 't een mooie oefening voor mij was. Nu, als oudste zusje, schrijf ik U dan een blief uit aller naam. In brie ven-pennen ben ik heus geen held en 't is voor mij ook een zeldzaam en moeilijk karweitje. U zult dit briefje dan ook wel niet mooi en aansluitend vinden, maar dat moet U mij maar niet zoo erg kwalijk nemen. Zooals U weet ben ik op de huishoudschool in Leiden. Ik ben vijftien jaar (heele leeftijd vindt U niet?)! Zooals U aan mijn adres wel ziet, wobn ik in Voorschoten. Ik ga al tijd op de fiets naar school. Dat is nog een heele rit. In de -zomer gaat dat wel, maar 's winters kom je vaak voor gekke dingen te staan. Maar kom, de winter is voorbij. We hebben nu alvast ons hart eens op kunnen halen aan schaatsenrijden. Ze zeggen dat 't al lekker kan zwieren; kent U dat ook? Ik ben de oudste thuis van- vijf meisjes. Riet 14 jaar, Luus 12 uur. En mijn twee jongste zusjes zijn To en Truus zijn 9 jaar een tweeling. Ze hebben (allenbei natuur lijk, leuke zwarte vlechten. Ze wilden, o zoo graag in de lijst der verjaardagen op genomen worden. In Voorschoten ben ik op de Graal. 17 November ben ik al ingewijd. Daar wordt soms zoo nu en dan wel eens wat uitge haald. Een paar weekjes geleden waren bij het naar huis gaan alle mantels dicht genaaid. maar daar heeft de daderes niet veel lol van gehad, want die hebben we later zoo'n soorgelijke poets gebakken, maar dan wat erger. Op Palmzondag heb ben wij een mooi passiespel opgevoerd; wij moesten daar kaarten voor vërkoopen: ik heb er tien verkocht. We hebben nu fijn paaschvacantie. Al ga ik graag naar school, van 'vacantie houd ik toch ook wel. Als 't mooi weer is, kunnen we fietstochtjes maken. Met mijn zusjes of vriendinnen vind ik dat altijd wel leuk. Zeg Oom Wim, bent U met 1 April nog voor de gek ge houden of bent U slimmer geweest? De dag der voor had ik mijstellig voorge nomen mij er, niet tusschen te laten nemen. Maar als. 't dan eenmaal zoo ver is, ben je heel één April vergeten. Ik tenminste wel. Ik ging dien bewusten dag gewoon naar school. Maar.... bij de Vink U weet wel stonden een paar menschen, die er mij op attent maakte, dat ik mijn tasch verloor of liever dat ik dat ding al verloren was. Ik sprong van mijn fiets af, draaide me om en, jawel hoor daar riep er een één April!!!! „Hij zit jongens!" Ik schaamde mij dood, als ik dacht aan mijn voornemen van 's avonds er voor. Maar enfin, niets meer aan te doen. Met Moeders verjaardag hebben we thuis een tooneelstukje opge voerd. Met m'n vriendinnetje, Mies van Leeuwen wij zijn geloof ik, ons heele leven al vriendin met elkaar geweest. Ze heeft een zusje Annie, die is juist zoo oud als onze Luus. Dat komt dus leuk uit. Ze heeft ook nog een groote broer Kees, die we altijd vreeselijk plagen, §1 is 't dan voor den grap. Overigens is hij toch wel een aardige jongen. Ze heeft nog een broertje Wim (die is geloof ik 11 jaar) en een klein zusje. Threes van twee jaar. Dat is zoo'n lekker schat je. Ik ben dol op haar. 't Is zoo'n dikkertje met krulletjes en ze is altijd erg lief. Ik kom graag bij mijn vriendin en zij op haar beurt bij mij. Een nachtje heb ik wel eens bij haar geslapen. Ik loop ook veel met Truus v. d. Bijl, dat is ook een leuke meid. Maar Mies is toch mijn echte bovenste beste vriendin. In den zomer gaan we wel eens samen zwemmen. Mijn zusje Riet is op Bijdorp. Daar wo nen wij recht tegen over. Dat is dus wel gemakkelijk voor haar. Bijdorp (misschien weet U dat wel!) is een pensionaat en klooster. Een prachtige inrichting is dat. Riet is nu in 't 3e jaar Mulo en ze is de beste van de klas. Bijdorp staat geheel onder leiding der Zusters Dominicanessen. Onze Luus kan ook wel aardig lezen. Al is ze bar klein voor der leeftijd. Ze is haast evengroot als onze tweeling. Verleden week hebben we vergadering van de Maria-Congregatie gehad. Er was stem ming, of we Zondags of op een anderen dag bijeenkomst wilden hebben. Er werd met overgroote meerderheid „Donderdag avond" gekozen. Ik zal U eens vertellen, wat mij ver leden week is overkomen. Ik moest boven op de gang een fonteintje schoon gaan maken. Juist wou 'k beginnen, toen de juffrouw me naar beneden riep. Ik vergat de kraan dicht te draaien en 'k had 't stop je er al in gedaan. Ik herinnerde me mijn on bedachtzaamheid pas, toen de directrice op hooge beenen naar me toekwam. Daar kreeg ik een verdiende preek te hooren. De gang stond volgens haar geheel blank. Ik dacht er het ergste echter niet van. Ik Eenige versjes van den wedstrijd No. 78. HET IS MEL door Donkere dagen, hagelslagen Storm- en regenvlagen, Deden treurig vragen, waar, Waar blijft de lieve Mei? Hoe heerlijk nu, daar is de Mei. De wind is lauw, De hemel blauw. Kijk, hoe het jonge gras ontspruit! Het madeliefje kijkt er uit. Seringen staan in volle fleur. De Meitak geeft zijn zoete geur, Het blauwe bloempje aan de vliet Zelfs, fluistert zacht: „vergeet mij niet", 't Is Mei. Wat blij gerucht, hoog in de lucht! Daar klinkt een toon zoo zoet en schoon, Daar klimt de leeuwerik stijl omhoog, Bijna onzichtbaar voor het oog En jubelt in zijn lentelied: O, mensch vergeet den Schepper niet! No. 19. EEN NIEUW RIJMPJE. VAN GONNIE. DE TAS VAN OMA. Als Zondags mijn lieve Oma, Bij ons komt op de thee, Dan neemt ze altijd haar tasch je En vooral d'r bril ook mee! Want Oma, kan niet al te best, Zien zonder bril meer, hoor! Maar heeft in alles, even veel. Toch nog belangstelling Voor. Zoo ook, als ik een sierlijk Bond kleedje heb gemaakt; Of soms een leuke teekening, Of versje heb gemaakt. En ik vraag dan .aan m'n Oma, Hoe zij het nu wel vindt, Dan zegt ze zacht en vriendelijk: Laat mij eens zien, m'n kind! En meteen opent ze dan haastig Haar zwarte lederen tasch En diept d'r bril er uit, Want die komt nu van pas. Zij is van gehoor nog best ook, En kan uitstekend gaan. Zeg, je moet haar maar eens zien Marcheeren op de baan. Ja, ik mag hier ook wel zeggen, Je maakt haar heusch niets wijs! ,A1 zijn haar haren dan ook Niet donker meer maar grijs. No. 20. HELDEN. door Uuer. Als ik later goot ben, Jan, Dan word ik officier; En voer het'heele leger an, En sta een man of vier. Maar als ik groot ben, zeg eens Piet, Dan word ik een agent; En pak veel dieven of ik schiet Morschdood, zoo'n laffe vent. Zoo spraken beide knapen, Ze zaten in een wei Toen plots een kudde schapen ,Kwam rennen naderbij. De beide helden vluchtten, Verschrikt door het geblaat; En kwamen angstig hijgend Weer op de Veü'ge straat. Och! maak geen groote plannen, Wanneer gij klein nog zijt; Dan kent gij toch geen mannen, Van kennis, moed, beleid. No. 21. SNEEUW. door Agie Overdevest. De vlokjes dwar'len heen en weer, v Wat gaan de kinderen nu te keer! De ééne bal na de andere vliegen, En raak ook, of zou ik u bedriegen? Maar och, 't is weer gauw gedaan, Met de sneeuwpret op de laan. De sneeuwpop zakt dra plots ineen, Want deze man is niet Van steen. Men zegt zoo juist: dat sneeuw op slik Binnen drie dagen is: ijs dun of dik. En let nu eens op, of dit zoo is, Of dat waar heid is, dan wel mis. En werkelijk na drie dagen deze reis, Reden we schaatsen op het ijs, Dat gisteren nog slechts water was, Rijdt nu voort, want talmen komt nu niet van pas! (Wordt vervolgd). moest het zelf op gaan ruimen. Nou zooiets kan iedereen overkomen. Vindt U niet Oom Wim? Met de blank staande gang, schikte het verder nogal. Er lag wel een flinke plas, maar dat is gauw genoeg ver holpen. Nu Oom Wim m'n nieuwtjesbron is uitgeput. Dus U plaatst mijn Zusjes in de verjaar- dagslijst. Ze zouden er U heel hun leven vast dankbaar voor zijn. Verder doe ik hier nog een paar versjes bij door Riet en Luus zelf gemaakt. Wilt U ze alstublieft plaatsen. En zoudt U mij in de krant eens willen ver tellen wat een Armeniër is. Ik las het in een boek. 'k Beloof U nog veel brieven en een mooi verhaal. Nu, ik eindig maar met de hartelijke groeten van uw nichtje Jo, de zusjes en vooral ook van Vader en Moeder. Wie zlfn jarig Van 8 tot en met 14 Juni. Op 8 Juni. Harrie v. Bourgondiën, Kerkstr. 36 N'wijlk. Corrie Spiegeler, Veurseweg 50 Voorschoten Annie Colijn, R'Veen. straat? Bertus v. Leeuwen, Doesp. B 212 ITmade. Sjaantje Straathof, Hoogstr. C 86 Z'woude Nellie van Gerven, Leiden straat? Piet Snijers, Botermarkt 15. Corrie Hoogenboom, B 328„ Hoogmade. Jopie Nijs, Terweeweg 8 Oegstgeest. Theo van Harteyelt, Raadhuis R'veen. Sjaantje v. d. Kroft, Anlaan 36. Op 9 Juni. Corrie Roessen A 172 Oude Wetering. Rietje Smakma, Kanaalstraat 207 Lisse. Clasina Berg Zuidlbuurt C 64 Zoeterwoude Piet Rietmeijer, IJimuiderstr. 29 N'wijk-(B) Domy v. d. Weijden Con. Huygenslaan 35. Quirinus Kortekaas, Oude Wetering. Sisca Braun, N. Duiniw. 51 Katwijk. Henk van Rijn B 188 Woubrugge. Jacob van Gent, Iepenlaan 26 Sassenheim. Annie O verdijk Lamgestraat 10. Cato Bijlemeer, A 176 Langeraar. Maarten v. <1. Kolk, Dorpsstraat, Z'woude. David v. d. Werf, Haagweg 51. Op 10 Juni. Frans Stolwijk, Tuinstraat 133 Bosfcx*>p. Cob a Meyer, Wieringermeer (Middenxneer) Johan Vorst, Koninginnelaan 59. Trientje Kuiken, Alexanderstraat 43a. Kees Touw, Fulmot 448 Langeraar. Leo Heemskerk, Seringenstraat 56a. Nico en Ali v. d. Akker E 102 Z'woude. Piet Molenkamp, Rijnz.str.w. 39 Oegstgeest Jaap van Leeuwen, Watertje D 10 Z'woude Wim v. Leeuwen, Weip. B 86 Z'woude. Op 11 Juni: Pim Brohm, Pieter de la Courtstraat 36. Jan Bameveld, Leliestraat 2. Betsie Groenendijk H. Rijnd. 128a Z'woude Annie Fijnacker, Oude Singel 01. Clotilde Frissen, Melchior Treublaan 1. Jan Paardekooper E 142 N.B. Z'woude. Leen Nederhoff, Reineveld 31 Boskoop. Marietje Albers, Havenpl. 26, Wassenaar. Plhielke Frisser, Melchior Treublaan 1. Suze v. d. Berg, Anna Paulownastraat 3. Agnes van Steijn, Doripsstr. B93 Warmond Op 12 Juni; Beppie Onderwater, Weipoort 36 Z'woude Clea v. di. Kraan, Lindelaan 3 Sassenheim. Theo Uljee, Boerhaavestraat 26 Voorhout Lena van Tol, N.E. B 359 Hoogmade. Nelly Compeer, Schoolstr. 31 Wassenaar. Piet v. d. Vooren,, Warmond. Harry v. d. Berg, Bronkhorststr. N'wijk-(B) Bep Bakker, Weipoort B 104. Lena Zwetsloot B 352 Hoogmade. Marietje Rotteveel, Geerp. C 7 Z'woude.' Tony Rozier, Deutzstraat 15 Oegstgeest. Rinie Sep. Noordbuurt Zoeterwoude. Op 13 Juni: Jan v. d. Meer, B 166 Z. R'Veen. Lenie v. Kesteren, Hoofdstraat 44. Marietje v. d. Ploeg, A 99 Groenend. Hazerswoude. Rika Fulpen, Tuinstraat 79 Boskoop. Anna Bekkering, Genestetstraat 87. Geertje Hogervorst, Engelpl. 5 Lisse. Alle Disseldorp E 69 Oud-Ade. Jan Zandvliet, D 203 Rijpwetering. Koos - Hoogenboom, B 209 R'Veen. Mari^ Bocxe, Langeraar A 97. - Dick Booking, Wijtenb.weg 44 Oegstgeest Greetje Scheerder, Hazeveld 21 Alphen. Op 14 Juni Nico Bosman, Nieuwstr. 62 Boskoop. Mien v. Leeuwen, Noord-A A 26 Zwolle. Bertha de Roo, Schoolstraat 6. Sjaantje Parlevliet, Tuinp. 30 Wassenaar. Wim Prins, Gasstraat 44. Jo v. Wieringen, Rijndijk, Hazerswoude. Piet Paridon Achterweg 16 Katwijk. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam van schoolgaande kinderen in deze lijst wil opgenomen zien, schrijve me minstens 14 dagen vóór den verjaardag. Zoo ook, wie de schooi verlaat en van de lijst wenscht afgevoerd te wor den. (Met opgave van den verjaardag!). En evenzoo, wie verandert van plaats, straat of huisnummer, of wie in de lijst een fout ontdekt. O o in Wim. Grapjes Piet hoorde in school, dat men minstens één keer per dag iemand moest blij maken. En een paar dagen later vraagt de on derwijzer, zoo voor den mond weg, of zijn woord ingeslagen was. Onderwijzer: „En Piet, heb jij nog ge dacht aan wat ik eergister zei." Piet: „Ja, mijnheer!" Onderwijzer: „Wie heb je dan gisteren blij gemaakt?" Piet: „Ik heb oma bezocht en ze was blij, dat ik heenging". Een definitie van huichelaar. Wie van jullie kan me kort en bondig uiteenzetten, wat een huichelaar is? vraagt de meester op school. De jongens denken allemaal diep na. Huichelaar? „Den eens aan huichelen." Oni (cohi ueïhaai, Nog niet slim genoeg door Nellie v. d. Hoorn. De dorpelingen mochten boer Jansen r\jet lijden. En daar was reden voor. Zat hij er niet warmpjes in, en had' hij niet een weldoener kunnen wezen voor zijn be hoeftige dorpsgenooten? Maar geen cent had de oude gierigaard voor een ander over, ofschoon hij kind noch kraai bezat. En was hij dan tenminste noch maar eer lijk geweest, maar hij bezat ook nog graag geld, dat hem niet toekwam. Het heele dorp sprak er schande over, hoe hij een dampig paard aan een hande laar had verkocht en daarbij het gebrek van het dier had verzwegen. Maar weet je wel, wat een dampig paard is? Wel een- dampig paard heeft een borstkwaal en la kort adêmig. Als het op stal staat, merit je 't meestal niet en ook niet als het go- woon in de wei loopt. Maar span je 'het voor den wagen en laat je het even dra ven, dan begint het dier vreeselijk te hij gen. En natuurlijk is het 'beest dadelijk moe en dus voor het werk weinig waard. Het was dus gemeen van boer Jansen dat hij niets gezegd had. Doch toen de hande laar de kwaal ontdekte, kwam hij terug en maakte kabaal. Maar Jansen deed1 oï zijn neus bloedde. De handelaar intusschen kende het klappen van de zweep. Hij ging naar een paar dorpelingen en toen die wel op de hoogte bleken van de kwaal van het paard en zich gereed verklaarden, als ge tuigen voor het gerecht, toen ging hij naar een advocaat en liet deze schadevergoeding eischen. Jansen was er niet voor te vinden, en het werd een proces, dat hij verloor. Hij mocht het paard terug nemen, de volle prijs terug geven en.... de proceskosten betalen. Hij brieste van woede vooral toen de proceskosten nogal hoog bleken te zijn en hij beweerde, dat alle advocaten in de gevangenis thuis hoorden. Een goeie maand, nadat Jansen zijn pro ces verloren had, gebeurde er een onge lukje dat hem zeer verheugde. Verbeeld je, Jansen liep in de Dorpsstraat en daar kwa men een aantal jongelui uit de stad aan fietsen. Ze reden wel wat wild,, maar ze belden luid en hij had dus best aan de kant ■kunnen gaain. Maar Jansen was daar te koppig voor en zoo werd hij aangereden. Het was niet* erg, maar hij had toch een flinken winkelhaak in zijn broek. De veld wachter kwam er aan te pas en den naam van den jongen fietser, die het ongeluk op zijn geweten had werd opgeschreven. En nu komt het geluk, de schuldige was die zoon van den advocaat die het proces te gen Jansen gewonnen had. Wat was Jan sen in zijn nopjes. Hij liet zioh een reke ning geven door de kleermaker als bewijs, dat de reperatie tien gulden had gekost en hij naar de stad naar de advocaat. Deze weet van niets. Jansen vertelt nu aan den advocaat zonder een naam te noemen, dat hij aangereden is en tien gulden onkosten heeft gehad en vraagt, hoe hij dit geld te rug moet 'krijgen. „Wel" zegt de advocaat, „dat is zeer eenvoudig. Ik schrijf een brief aan den vader, en die zal wel zoo verstan dig zijn om te 'betalen. Anders kunt u een proces beginnen". „Prachtig" zegt Jansen „schrijft u de brief'. „Geef me dan naam en adres maar meteen van den' vader, dan sluiten we de rekening bij de brief in". „De naam isMr. Van Tongeren te Duinoord" zegt Jansen lachend ,,.U zit er tusschen mijnheer, betaalt u mij maar vlug". De advocaat vertrekt geen spier van zijn gezicht, haalt zijn portefeuille voor dien dag, betaalt Jansen tien gulden en laat hein een kwitantie teekenen. „Dank u" zegt Jansen verheugd, „tot ziens mijnheer". „Eardon", zegt de advocaat „nog een klei nigheid. „Ik krijg van u 25 gulden gulden voor mijn rechtskundig advies". Jansen betaalde, maar ik wou, dat ge zijn gezicht gezien had. Die slimme advocaten ook! zegt Mijnheer om gauwer een antwoord uit te lokken. Eindelijk steekt Wimpie zijn vinger op. „Nou vent, zeg jij het dan maar eens!" Een huichelaar, mijnheer, is een jon gen, die lachend de school binnen stapt. De slimste. Jantje: „Moe, ik heb een prijs gehad, mannie!" Moe: „Mpoi zoo, waarom vent?" Jantje: „Voor dierkunde!" Meneer vroeg: hoeveel pooten een struisvogel had en Ik zei drie." Moe: „Maar die heeft er toch twee! Drie was fout!" Jantje: „Jawel, nu weet Ik het ook, maar die anderen zeiden vier en toen was ik er het kortste bij7. In den Dierentuin. Zus (van 5 jaar): Mijnheer, de oppasser, wil ik eens met dien olifant gaan wande len, als ik beloof hem terug te brengen?" Oppasser: „Omdat je het zoo vriendelijk vraagt, zal ik morgen aan je verzoek vol doen." Zus: „Goed; mijnheer, dan kom ik mor gen terug!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 12