]Dc Liturgie der KerkQ]
Heekep,ftaaL
KERKNIEUWS J
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 31 MEI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
DE communie van de leeken
Een gepeperd gesprek. Is er
een juffrouw flauw gevallen?
Hoe minder drukte hoe be
ter. Een maaltijd, waarbij
de aanzittenden vooraf eten.
De Pinkster-vergadering van het drie
manschap was gewijd aan de communie der
geloovigen, en, na wat zich in de vorige
bijeenkomst had afgespeeld, mocht men
verwachten, dat al zou er geen Pinkster-
storm bruisen, er toch wel iets waaien
nou.
De beide heeren Nix en Stupido keken
scheel, zóó keken ze op hun neus, toen Pas
toor als eerste punt op de agenda plaatste:
de gebeden bij de communie der leeken.
„We hebben al zoo veel gebeden"
zuchtte en steunde Stupido.
„En het gekste is" leed Pastoor innig
mede „dat de meeste van die gebeden
volmaakt overbodig zijn".
Een zacht hoeraatje ontwelde Stupido's
geprangde ribbekast, want hij voelde aan
komen, dat het agenda-punt toch niet zoo
tam was, als het er uitzag.
„De communie van-Me leeken" genoot
de herder van deze opluchting „begint
met hef Confiteor (dat is dus de belijdenis
van zonden) en de vergeving daarvan, Nu
heeft deze belijdenis en vergeving reeds
aan het begin van de Mis plaats gehad.
„En waartoe dient dan dit da capo"
vroeg de heer Nix.
„Er is een tijd geweest, dat het goede
inzicht in de Mis als gemeenschapsoffer
verloren was gegaan. Vooral in de late
middeleeuwen, die op godsdienstig gebied
heelemaal niet zoo voorbeeldig waren als
men heeft doen voorkomen, werd de
Mis beschouwd aid1 een particuliere bezig
heid van den priester. In dien tijd is ook de
dubbele confiteor binnengedrongen".
„Die binnendringer moet er dan weer
uit" vonniste Stupido, die van snel recht
houdt.
„Dat gaat zoo gemakkelijk niet" tem
perde de herder. „En afgezien van het ver
keerde inzicht, waarmede de dubbele con
fiteor is ingevoerd, kan men met de handha
ving ervan vrede nemen.
„Er zit niks anders op" zei de on-diplo-
matieke Stupido.
omdat het geen kwaad kan niet één
maal, doch herhaaldelijk zich te vernede
ren, alvorens aan de H. Tafel te gaan aan
zitten".
„Leggen alle geloovigen gezamenlijk hun
schuldbelijdenis af?" informeerde de heer
Nix.
„De misdienaars doen het als hun plaats
vervangers, wel een èl te eervolle functie
voor die kleine heertjes. Als het confiteor
is gebeden, draait de priester zich om en
spreekt de zondenvergeving Uit, en omdat
alle menschen daar zoo rechtstreeksch mee
te maken hebben, zullen we d^ tekst maar
in de kerkelijke en in de landstaal geven:
Misereatur vestri Ontfermezich uwer
omnlpotens Déus. de almachtige God.
Et dimissis peccatis En, na uw zonden
vestris. vergeven te hebben
Perdücat vos ad vi- Geleide Hij u ten
tam aetérnam. eeuwigen leven.
En. het tweede (waarbij de priester een
kruis over de aanzittenden maakt);
Indulgèntiam, ab- Vergeving, ontbirj-
solutiónem et remis- ding, en kwijtschel-
siónem peccatórum ding onzer zonden,
nostrórum tribuit verleene ons de al-
nobis omnipotens et machtige - en barm-
miséricors Dóminus. hartige God.
De priester neemt nu een H. Hostie uit
de vaas of ciborie en toont deze aan de
geloovigen, terwijl hij zegt:
Ecce Agnus Dei! Zie het Lam Gods!
Het zijn de woorden, die St. Jan de Doo-
per tot zijn leerlingen sprak, toen hij Chris
tus naderbij zag komen. Uit deze woorden
blijkt, dat het de bedoeling is, dat de ge
loovigen ook werkelijk naar het Lam Gods
in broodsgedaante zullen opkijken, om
daarna het hoofd te buigen bij het
Dómine, non sum Heer, ik ben niet
dignus ut intres sub waardig, dat gij komt
tectum méum. onder mijn dak.
Sed tantum die Maar zeg slechts
verbo. een woord.
Et sanabitur ani- En mijn ziel zal ge-,
ma mea, zond worden.
Bij de drievoudige herhaling van deze
woorden die de Romeinsche officier vol
vertrouwen tot Christus richtte (en niet
zonder verhoord te worden) kloppen de
geloovigen op hun borst.
De priester daalt nu van de altaar-treden
af en na voor ieder van de deelgenooten
aan de tafel des Heeren met het H. Brood
een kruisje te hebben gemaakt, fluis
tert hij:
Corpus Dóipini Het Lichaam onzes
nostri Jesu Christi Heeren'Jezus Chris-
custódiat animam tü- tus beware uw ziel
am in vitam aetér- ten eeuwigen léven,
nam.
Degene, die de H. Communie ontvangt,
zegt in stilte:
Amen. Het zij zoo.
En nu ben ik zoo lang al aan 't woord
gèweest" besloot de herder. „Zouden
jullie ook niet eens wat zeggen?"
„Het spijt me* verontschuldigde zich
de heer Nix „dat ik een minder aange
name opmerking moet maken. Den eersten
keer, dat ik het communie uitreiken bij
woonde, dacht ik, dat er een ongeluk ge
beurd was. Velen kwamen op een sukkel
drafje aanloopen en anderen liepen door
de banken heen om er maar zoo gauw mo
gelijk bij te zijn".
„Het is irfi sommige kerken inderdaad ont
stichtend" knikte de herder. „Er zijn van
die handelsreizigers-naturen, die overal
haantje-de-voorste willen zijn. Maar in een
kerk en dan om aan te gaan zitten aan de
tafel des Heeren geeft het geen pas. Het is
beslist onbeschaafd en ongemanierd.
„Weg ermee!" eischte Stupido.
„Graag"! wees de herder vonnis!
„Toch ben ik het niet geheel en al met
Nix eens" kwam Stupido op de prop
pen „dat de menschen zich oneerbiedig
gedragen bij het te communie gaan".
„Je moet nooit veralgemeenen" waar
schuwde Pastoor. „De heer Nix heeft ge
zegd, dat vele menschen zoo'n verschrikke-
lijken haast schijnen te hebben".
„Toegegeven" zei Stupido onverschil
lig, „maar sommige menschen nemen zich
zelfs nog wel de moeite hun jas uit te trek
kent
„Dat is zoo ouderwetsch als het maar zijn
kan"_ glimlachte Pastoor. „Je kunt ge
rust je regenjas aanhouden, hoor! Hoe min-
PINKSTEREN
Kom, kom, o driemaal heil'ge Geest!
Gebenedijd ons Pinksterfeest.
Kom Tortelduif van 's Hemels- dak
En breng ons den Olijventak.
Vertrooster, breng ons Christi vree
En neem in onze herten stee,
Geest Gods, maak onzen geest gewis
Dat God ons aller Vader is.
O Vinger Gods, dit stenen hert
Vermorzel, dat het weker werd,
En Christi wet, die eeuwig blijft,
In ons gemoed en zinnen schrijft.
O, Gij die onbegrijpelijk zijt!
Ons hert tot Uwen tempel wijd
En ons inwendigheid herschept,
Die lust bij ons te wonen hebt.
Kom Hemeldauw en overstort
't Gemoed, onvruchtbaar en verdord,
O stroom des levens! O Fontein!
Bevochtig ons en was ons rein.
Kom Godlijk Vuur en steek voortaan
Ons koude ziel met ijver aan;
Kom heilig vuur, verteer, verslind
Al was in ons nog 't vlees bemint.
Gij, wind des Heren, wees doch mee
Ons zieleschip in.'s werelds zee.
Opdat wij, vrij van schipbreuk dan
Landen in 't hemels Canaan.
JOOST VAN DEN VONDEL.
der drukte verkoopen, hoe beter".
„En anderen maken een keurige buiging
voor ze aan de communiebank neerknielen".
„Als ik in de Tweede Kamér was" ant
woordde Pastoor „zou ik den geachten
afgevaardigde mogen verwijzen naar het
voorgaande: hoe minder goedkoope druk
te, hoe beter. Al die buiginkjes voor en na
(er zijn er die zelfs knielen) zijn leeg ver-'
toon en volmaakt overbodig".
„Afschaffen!" commandeerde Stupido.
„Graag!" salueerde de herder.
„Sommige menschen gaan vóór de Mis
of buiten de Mis te communie" wist Nix
te vertellen. „Is dat wel in de haak?"
„Het is alleen dan in de haak" ant
woordde de herder, „als iemand hoege
naamd geen tijd heeft om ónder de Mis te
communie te gaan. Het is dë uitdrukkelijke
wensch van de Kerk, dat de geloovigen de
communie ontvangen niet vóór of niet na
de Mis, doch zoodra de priester heeft ge
communiceerd (Ritus celebrandi missam X
6). De reden daarvan is duidelijk".
„Voor ons wel" verklaarde Stupido
zelfbewust ,^maar misschien is het wel
goed, dat u het nog eens hard-op zegt".
„De Mis gaf Pastoor hem zijn zin
„is de hernieuwign van het Laatste Avond
maal. De Kerk richt dezen offermaaltijd
aan Voor priester en geloovigen, en nu is
het toch uiterst vreemd, als de menschen te
communie gaan buiten dien maaltijd om.
Iemand, die vóór de Mis te communie gaat
schreef Pastoor Van Beukering,- zaliger
gedachtenis, in zijn boek „De Misdoet
als de man, die, uitgenoodigd tot een fees
telijk maal, zegt: geef mij m'n portie maar
vooraf, dan blijf ik onder het dinereer voor
spek en boonen bijzitten".
„Een nogal sterke uitdrukking" vond
de heer Nix.
„Pastoor Van Beukering kon wel een
potje breken" herdacht de herder.
„En al is de zegswijze kras, ze is in ieder
geval raak en waar. Ieder, die eenig idee
heeft, wat de Mis is, zal, als hij maar
eenigszins kan, onder de Mis te communie
gaan. De vrouwencongregatie in de deke
nale kerk in Leiden is, blijkens een me-
dedeeling in het kerkblaadje, ook tot dat
inzicht gekomen, en houdt in het vervolg
haar algemeene H. Communie onder de
Mis"
„In enkele kerken wordt er niet eens ge
legenheid toe gegeven", smaalde Stupido.
„In stadskerken, met op Zondagmorgen
een drukke opeenvolging van Missen, is het
ook wel eens moeilijk" zette de herder
recht. „Maar in de meeste stadskerken
en in iedere dorpskerk kan de communie
onder de Mis worden uitgereikt. De 8 of 10
minuten dankzegging als de Mis ten einde
is zal op Zondag niemand in ongelegenheid
brengen".
„Als iemand door de wede alleen maar te
communie kan gaan?" disputeerde Stu
pido voort.
„Doet hij daar heel goed aan, als hij maar
altijd voor oogen blijft houden, dat de Com
munie, zooals St. Paulus het zegt, een ver
kondiging is van den dood van Christus
„totdat Hij komt". De communie is inge
steld ter gedachtenis van Golgotha, en kan
daar niet van gescheiden worden. Daarom
moet er met alle klem en met alle kracht op
worden aangedrongen, dat de geloovigen
als 't kan de communie ontvangen als
deelgenoot aan de herinnering van het
Laatste Avondmaal, dat is dus ónder de
Mis".
„En degenen, die onder, vqor of na de
Mis in 't geheel niet te communie gaan?"
vorschte de heer Nix uit.
„Zijn daarin door werkelijke of vermeen
de zonden verhinderd".
„Of hebben 's nachts nog wat gebruikt"
vulde Stupido aan, die dergelijke scheids
lijnen niet prettig vond.
„Dat zal, behalve bij maag-lijders een
uitzondering zijn. De voornaamste
reden dus, om niet te communie te gaan is
het gevoel van een werkelijke, of vermeen
de (dat komt héél veel voor!) zonden
schuld, want niemand zal wel zoo mal zijn,
als hij in staat is om te communie te gaan,
zich dat kostbare en onvolprezen Godsge
schenk te laten ontglippen".
„Het is dikwijls sleur om niet te gaan"
verzuchtte Stupido.
„Dat weet ik wel" knipoogde Pastoor.
„Maar die sleur is een grof-ondankbare na
latigheid. De menschen zijn zielsgelukkig
als ze* een extra-broodbonnetje op den kop
kunnen tikken, doch voor het „Brood des
Hemels", waarvan Christus heeft gezegd,
dat wie dit eet, het eeuwig leven zal ont
vangen, hebben ze geen tien minuten
over. Dat is toch al tè grijs" wond de her
der zich op.
„En zoo vatte Stupido de besprekin
gen samen „heeft deze middag onze
hooggespannen verwachtingen geenszins
beschaamd. Er is rijkelijk peper gestrooid".
„Er is nog wat peper in de bus blijven
zitten" ontdekte de herder „ten ge
bruikte bij een volgenden keer".
ARC ANUS.
Veni Sancte Spiritus
De Sequentia in de Mis op Pinkste
ren is aldus Deken de Korte in „Levens
wijding door de Zondagsmis"; een dich
terlijke meditatie over de werking van den
Vertrooster, Die met zijn zeven gaven heel
de aarde herschept, maar ook het kleine en
toch zoo groote gebied der menschenziel
verheft in de sfeer der bovennatuur*.
De gregoriaansche zang brengt de stem
ming van blijde en dankbare smeeking zoo
schoon uit uitdrukking, dat hij aan het ge
bed vleugelen geeft en op de rhytme van
de muziek vliegt de ziel op in het: Veni
sancte Spiritus. Hier volgt de vertaling
van Deken de Korte.
Kom H. Geest,
En zend uit den hemel
Een straal van Uw licht.
Kom, o Vader der armen,
Kom, Gij schenker van gaven.
Kom, o Licht der harten.
Beste Vertrooster,
Zachte Zielbezoeker.
Zoete Hartverkwikker.
Rust in den arbeid,
Koelte in de hitte,
Steun, in droefheid.
O, allerzaligst Licht,
Vervul gansch het hart
Uwer geloovigen.
Zonder Uw bijstand,
Is er in den mensch niets,
Volstrekt niets zonder schuld.
Wasch wat onrein is,
Besproei wat dor is,
Genees wat krank is.
Buig wat stijf is,
Verwarmd wat koud is,
Leid wat verdwaald is.
Geef aan Uw geloovigen,
Aan hen, die op U betrouwen,
Uw zeven gaven.
Geef belooning voor hun deugden,
Geef hun een zalig sterven,
Geef hun een eeuwige glorie.
Amen. Alleluja.
Pinkster-Foiklore
Naast het Kerst- en Paaschfeest heeft
zich ook het Pinksterfeest een voorname
plaats veroverd in het volksleven. De ge
bruiken, die het Pinksterfeest vergezellen,
hebben zich de tijden door steeds gehand
haafd, terwijl zij zich ook in onze dagen
nog mogen verheugen in een groote belang
stelling. Dit vindt zijn oorzaak in verschil
lende redenen. De voornaamste is wel gele
gen in het feit, dat het Pinksterfeest ge
woonlijk valt in de maand Mei, waarin het
weer zachter wordt en de lente met jonge
kracht en schoonheid zich aan ons oog
vertoont. Daar nu de meeste volksfeesten
en volksgebruiken in het algemeen buiten
worden gevierd en beoefend, is het duide
lijk, dat juist de lente een zeer geëigend
tijdperk is voor dergelijke gebruiken. Daar,
waar het volksleven zich het best kon ont
wikkelen en gelegenheid genoeg bleef om
feest in de openlucht te vieren, dat is dus
buiten op het land, vind men dan ook veel
al de oude gebruiken in de schoonste en
ongerepste vorm terug.
Vooral Twente, Noord-Brabant en Lim
burg trekken in dit verband onze aandacht.
We vinden daar verschillende gebruiken
zooals het planten van den Pinksterboom,
in sommige streken Meiboom geworden,
het houden van optochten, waarin dan de
Pinksterbruid meeloopt, het dragen van een
z.g. Pinksterkroon en het zingen langs de
huizen.
In Noord-Brabant is het nu nog wel de
gewoonte in dorpen als Cuyk, Hees, Hees-
wijk, Dinther e.a. met een jong meisje, als
Pinksterbruid door het dorp te trekken. In
andere plaatsen (de streek rond Eindho
ven) wordt wel aan de kinderen 's middags
na het Lof een Pinksterkoek uitgereikt, die
de vorm heeft van een groot rond en plat
krentenbrood. Deze gebruiken vinden we
ook veel in Limburg, vooral in Sittard en
omgeving en verder Meerssen, Schinnen en
de dorpen in het Geuldal.
De Pinksterkroon vinden we veel in de
Achterhoek. Deze wordt in verschillende
vormen over de straten gehangen en ieder,
die er onder door gaat moet een centje of
feren aan de kinderen, die er bij staan, die
het geld dan in versnaperingen omzetten.
In vele plaatsen van Twente trekken de
kinderen er 's Zondags op uit en gaan de
In deze week dagelijks Gloria en Credo.
De Sequens „Veni Sancte Spiritus". De Pre
fatie en de gebeden „Communicantes" en
„Hanc igitur" van Pinksteren. Kleur: Rood.
ZONDAG 1 Juni. Hoogfeest van Pinkste
ren of van de nederdaling van den H. Geest
over de Apostelen. Mis: Spiritus.
De beloofde heilige Geest is ons geschon
ken. De Geest des Heeren vervult de ge-
heele aarde! Alleluja (Introitus). Moge Hij
ook onze harten vervullen en daarin ont
vonken het vuur van Zijn Goddelijke Lief
de. (Alleluja-vers). Moge Hij ook zijn de
zoete Gast van onze zielen, aan wie in Hem
gelooven schenken Zijn zevenvoudige ga
ve. (Sequens).
MAANDAG 2 Juni. Tweede Pinksterdag.
Dag van devotie. Mis: Cibavit.
Pinksteren is het feest van de stichting
van de H. Kerk. Het Epistel verhaalt ons
van den groei van de jeugdige Kerk. Pe
trus, bezield door den H .Geest, bekeert
vele heidenen door zijn prediking tot de
Kerk van Christus, welke ook nu nóg leert
en altijd zal blijven leeren: „Wie in Chris
tus gelooft, zal niet verloren gaan, maar
eeuwig leven" (Evangelie).
DINSDAG 3 Juni. Derde Pinksterdag.
Dag van devotie. Mis: Accipite.
WOENSDAG 4 Juni. Quatertemperdag.
Vierde dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Deus.
2e gebed v. d. H. Franciscus Caracciolo, Be
lijder; 3e voor den vrede.
Eerst Ascanius geheeten, nam de heilige
van dezen dag later uit diepe vereering
voor den heiligen Franciscus van Assisië
den naam aan van „Franciscus", wiens na
volger hij ook geweest is, vooral in diens
geest van boetvaardigheid.
DONDERDAG 5 Juni. Vijfde dag v. h.
Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed voor
Kerk of Paus; 3e voor den vrede.
VRIJDAG 6 Juni. Quatertemperdag. Zes
de dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Replea-
tur. 2e gebed v. d. H. Norbertus, Bisschop
en Belijder; 3e voor den vrede.
In zijn jongelingsjaren levende aan het
boerderijen af om er him liederen te zin
gen en hun snoepjes of geld in ontvangst
te nemen, dat dan op Maandag wordt op
gegeten.
Vaak ook werden deze gebruiken door
andere vervangen of ook wel door andere
gevolgd, zoodat dus het Pinksterfeest een
soort openingsfeest werd van een tijd,
waarin men verschillende volksspelen kon
beoefenen.
In Zeeland b.v. begint in deze tijd dan
het vermaarde ringrijden, in Brabant en
Limburg ontplooien de schutterijen weer
een nieuwe activiteit.
In de steden echter zijn veelal de mooie
gebruiken of verloren gegaan of ontaard
in een bedelpartij. Daarom is het dan ook
in verschillende plaatsen in het westen van
het land verboden, dergelijke Pinksterop
tochten te houden.
Het mooist is wel, om zelf zich op de
hoogte te stellen van de zeden en gewoon
ten, die in ons land gebruikelijk zijn. Daar
toe leent zich bijzonder de zomer- en va-
cantietijd. Is men evenwel niet in de gele
genheid, deze streken, die zich naast een
sterk ontwikkeld volksleven in een schoone
natuurpracht verheugen, te bezoeken, dan
kan men toch wel een en ander te weten
hof van koning Hendrik V van Duitschland,
werd de heilige Norbertus tot inkeer ge
bracht door het inslaan van de bliksem in
zijn onmiddellijke nabijheid en begon hij
een leven van gebed en versterving. Hij
trad op als boeteprediker in Duitschland en
Frankrijk en stichtte door een visioen in
het dal van Prémontré voorgelicht, de Orde
van de Norbertijnen of Prem onstra tensers.
De heilige stierf als bisschop van Maagden
burg, den 6en Juni 1134.
ZATERDAG 7 Juni. Quatertemperdag.
Zevende dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Ca
ritas. 2e gebed voor Kerk of Paus; 3e voor
den vrede. Na de Sequens wordt het Al
leluja niet gezegd.
VANDAAG EINDIGT DE PAASCHTIJD.
Op dezen dag wordens in ons Bisdom
nieuwe priesters gewijd. Bidden wij voor
de wijdelingen, opdat zij, vervuld van den
H. Geest, mogen werken tot meerdere eer
en glorie van God en tot eeuwig heil van
de onsterfelijke zielen.
IN DE KERKEN VAN DE. E.E. P.P.
FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender v. h.
Bisdom, behalve:
DONDERDAG, 2e gebed v. d. H.'Bonifa-
tius, Bisschop en Martelaar; 3e voor den
vrede.
ZATERDAG, 2e gebed v. d. Z. Humiliana,
weduwe; 3e voor den vrede.
6 Juni -Eerste Vrijdag. De H. Mis v. h. H.
Hart van Jesus is niet geoorloofd. Genomen
moet worden de Mis v. d. Vrijdag in de
Pinksterweek. Het gebed v. d. Vrijdag èn uit
de Votiefmis v. h. H. Hart van Jesus wordt
als één gebed gebeden. Laatste Evangelie
uit de Votiefmis.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
komen door het lezen van deskundige wer
ken op dit gebied. Wij noemen den, hoewel
wij ons niet geheel met de ideeën van den
schrijver kunnen vereenigen, het werk:
„Volksvermaken" van J. ter Gouw, dat
groote verdiensten bezit.
L. N. M. STEYGER.
Leiden, Pinkster-Zaterdag 1941.
MGR. DR. B. J. ERAS
Morgen hoopt mgr. dr. B. J. Eras (ge
boortig uit Tilburg), te Rome zijn veertig
jarig priesterjubileum te herdenken.
Mgr. Bernard Jozef Eras, die 21 Augus
tus a.s. tevens zijn 65sten verjaardag hoopt
te herdenken, is o.a. doctor in het kerke
lijk recht, eere-kanunnik van het kapittel
van St. Jan en protonotarius apostolicus.
Sins 1908 vertegenwoordigt migr. Eras ka
tholiek Nederland bij het Vaticaan onder
den titel van procurator van het Ned. Epis
copaat bjj den H. Stoel.
ONZE MAALTIJDEN.
Wat een mensch al niet kan eten.
Leeren wij in dezen tijd,
Nu het voedsel in de keuken
Heel secuur wordt toebereid.
Wat wij vroeger nimmer aten,
Want daar hielden wij niet van,
Ligt als een delicatesse
Nu te braden in de pan.
Vroeger waren wij kieskeurig,
Onze keuken was exquis,
Nu zijn wij zelfs van de schillen
En het klokhuis niet meer vies.
Want wij eten vitaminen
Voor gezondheid en voor lijn,
Onverschillig waar die dingen
Dan ook in verborgen zijn.
Vroeger was 't een varkenslapje,
Schapenvleesch was niet in tel,
't Paard, daar zwijg ik liever over,
Rundvleesch aten wij weer wel.
Maar dan moest l^et malsch en jong zijn,
En vooral ook: niet te vet
En nu klagen w* alle dagen.
Dat 't ons niet wordt voorgezet.
O, er valt nog iets te leeren,
Wat aan spijzen op den disch,
Die wij voor onmoog'lijk hielden
Toch blijkt, dat nog moog'lijk is.
Dien aangaand valt nog te leeren,
En 't is goed, dat u dat weet,
Wat men zoo aan vreemde dingen
In veel and're landen eet.
Als u soms bij uw ontbijt eens
Een of ander eitje vindt,
Weet dan wel, dat men in China
Niet het ei ,maar 't nest verslindt.
Als wij straks dit voorbeeld volgen,
Krijgen we van onzen kok
Niet het varken meer te eten,
Maar: gebraden varkenshok!
TROUBADOUR.
Een overzicht van bet plein voor het regeeringsgebouw te Canea, de hoofdstad Van
Kreta, welke thans in Duitsche handen is (Orbi,-Holland)