]Dc Liturgie der KerkQ] Heekep,ftaaL KERKNIEUWS J LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 31 MEI 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 DE communie van de leeken Een gepeperd gesprek. Is er een juffrouw flauw gevallen? Hoe minder drukte hoe be ter. Een maaltijd, waarbij de aanzittenden vooraf eten. De Pinkster-vergadering van het drie manschap was gewijd aan de communie der geloovigen, en, na wat zich in de vorige bijeenkomst had afgespeeld, mocht men verwachten, dat al zou er geen Pinkster- storm bruisen, er toch wel iets waaien nou. De beide heeren Nix en Stupido keken scheel, zóó keken ze op hun neus, toen Pas toor als eerste punt op de agenda plaatste: de gebeden bij de communie der leeken. „We hebben al zoo veel gebeden" zuchtte en steunde Stupido. „En het gekste is" leed Pastoor innig mede „dat de meeste van die gebeden volmaakt overbodig zijn". Een zacht hoeraatje ontwelde Stupido's geprangde ribbekast, want hij voelde aan komen, dat het agenda-punt toch niet zoo tam was, als het er uitzag. „De communie van-Me leeken" genoot de herder van deze opluchting „begint met hef Confiteor (dat is dus de belijdenis van zonden) en de vergeving daarvan, Nu heeft deze belijdenis en vergeving reeds aan het begin van de Mis plaats gehad. „En waartoe dient dan dit da capo" vroeg de heer Nix. „Er is een tijd geweest, dat het goede inzicht in de Mis als gemeenschapsoffer verloren was gegaan. Vooral in de late middeleeuwen, die op godsdienstig gebied heelemaal niet zoo voorbeeldig waren als men heeft doen voorkomen, werd de Mis beschouwd aid1 een particuliere bezig heid van den priester. In dien tijd is ook de dubbele confiteor binnengedrongen". „Die binnendringer moet er dan weer uit" vonniste Stupido, die van snel recht houdt. „Dat gaat zoo gemakkelijk niet" tem perde de herder. „En afgezien van het ver keerde inzicht, waarmede de dubbele con fiteor is ingevoerd, kan men met de handha ving ervan vrede nemen. „Er zit niks anders op" zei de on-diplo- matieke Stupido. omdat het geen kwaad kan niet één maal, doch herhaaldelijk zich te vernede ren, alvorens aan de H. Tafel te gaan aan zitten". „Leggen alle geloovigen gezamenlijk hun schuldbelijdenis af?" informeerde de heer Nix. „De misdienaars doen het als hun plaats vervangers, wel een èl te eervolle functie voor die kleine heertjes. Als het confiteor is gebeden, draait de priester zich om en spreekt de zondenvergeving Uit, en omdat alle menschen daar zoo rechtstreeksch mee te maken hebben, zullen we d^ tekst maar in de kerkelijke en in de landstaal geven: Misereatur vestri Ontfermezich uwer omnlpotens Déus. de almachtige God. Et dimissis peccatis En, na uw zonden vestris. vergeven te hebben Perdücat vos ad vi- Geleide Hij u ten tam aetérnam. eeuwigen leven. En. het tweede (waarbij de priester een kruis over de aanzittenden maakt); Indulgèntiam, ab- Vergeving, ontbirj- solutiónem et remis- ding, en kwijtschel- siónem peccatórum ding onzer zonden, nostrórum tribuit verleene ons de al- nobis omnipotens et machtige - en barm- miséricors Dóminus. hartige God. De priester neemt nu een H. Hostie uit de vaas of ciborie en toont deze aan de geloovigen, terwijl hij zegt: Ecce Agnus Dei! Zie het Lam Gods! Het zijn de woorden, die St. Jan de Doo- per tot zijn leerlingen sprak, toen hij Chris tus naderbij zag komen. Uit deze woorden blijkt, dat het de bedoeling is, dat de ge loovigen ook werkelijk naar het Lam Gods in broodsgedaante zullen opkijken, om daarna het hoofd te buigen bij het Dómine, non sum Heer, ik ben niet dignus ut intres sub waardig, dat gij komt tectum méum. onder mijn dak. Sed tantum die Maar zeg slechts verbo. een woord. Et sanabitur ani- En mijn ziel zal ge-, ma mea, zond worden. Bij de drievoudige herhaling van deze woorden die de Romeinsche officier vol vertrouwen tot Christus richtte (en niet zonder verhoord te worden) kloppen de geloovigen op hun borst. De priester daalt nu van de altaar-treden af en na voor ieder van de deelgenooten aan de tafel des Heeren met het H. Brood een kruisje te hebben gemaakt, fluis tert hij: Corpus Dóipini Het Lichaam onzes nostri Jesu Christi Heeren'Jezus Chris- custódiat animam tü- tus beware uw ziel am in vitam aetér- ten eeuwigen léven, nam. Degene, die de H. Communie ontvangt, zegt in stilte: Amen. Het zij zoo. En nu ben ik zoo lang al aan 't woord gèweest" besloot de herder. „Zouden jullie ook niet eens wat zeggen?" „Het spijt me* verontschuldigde zich de heer Nix „dat ik een minder aange name opmerking moet maken. Den eersten keer, dat ik het communie uitreiken bij woonde, dacht ik, dat er een ongeluk ge beurd was. Velen kwamen op een sukkel drafje aanloopen en anderen liepen door de banken heen om er maar zoo gauw mo gelijk bij te zijn". „Het is irfi sommige kerken inderdaad ont stichtend" knikte de herder. „Er zijn van die handelsreizigers-naturen, die overal haantje-de-voorste willen zijn. Maar in een kerk en dan om aan te gaan zitten aan de tafel des Heeren geeft het geen pas. Het is beslist onbeschaafd en ongemanierd. „Weg ermee!" eischte Stupido. „Graag"! wees de herder vonnis! „Toch ben ik het niet geheel en al met Nix eens" kwam Stupido op de prop pen „dat de menschen zich oneerbiedig gedragen bij het te communie gaan". „Je moet nooit veralgemeenen" waar schuwde Pastoor. „De heer Nix heeft ge zegd, dat vele menschen zoo'n verschrikke- lijken haast schijnen te hebben". „Toegegeven" zei Stupido onverschil lig, „maar sommige menschen nemen zich zelfs nog wel de moeite hun jas uit te trek kent „Dat is zoo ouderwetsch als het maar zijn kan"_ glimlachte Pastoor. „Je kunt ge rust je regenjas aanhouden, hoor! Hoe min- PINKSTEREN Kom, kom, o driemaal heil'ge Geest! Gebenedijd ons Pinksterfeest. Kom Tortelduif van 's Hemels- dak En breng ons den Olijventak. Vertrooster, breng ons Christi vree En neem in onze herten stee, Geest Gods, maak onzen geest gewis Dat God ons aller Vader is. O Vinger Gods, dit stenen hert Vermorzel, dat het weker werd, En Christi wet, die eeuwig blijft, In ons gemoed en zinnen schrijft. O, Gij die onbegrijpelijk zijt! Ons hert tot Uwen tempel wijd En ons inwendigheid herschept, Die lust bij ons te wonen hebt. Kom Hemeldauw en overstort 't Gemoed, onvruchtbaar en verdord, O stroom des levens! O Fontein! Bevochtig ons en was ons rein. Kom Godlijk Vuur en steek voortaan Ons koude ziel met ijver aan; Kom heilig vuur, verteer, verslind Al was in ons nog 't vlees bemint. Gij, wind des Heren, wees doch mee Ons zieleschip in.'s werelds zee. Opdat wij, vrij van schipbreuk dan Landen in 't hemels Canaan. JOOST VAN DEN VONDEL. der drukte verkoopen, hoe beter". „En anderen maken een keurige buiging voor ze aan de communiebank neerknielen". „Als ik in de Tweede Kamér was" ant woordde Pastoor „zou ik den geachten afgevaardigde mogen verwijzen naar het voorgaande: hoe minder goedkoope druk te, hoe beter. Al die buiginkjes voor en na (er zijn er die zelfs knielen) zijn leeg ver-' toon en volmaakt overbodig". „Afschaffen!" commandeerde Stupido. „Graag!" salueerde de herder. „Sommige menschen gaan vóór de Mis of buiten de Mis te communie" wist Nix te vertellen. „Is dat wel in de haak?" „Het is alleen dan in de haak" ant woordde de herder, „als iemand hoege naamd geen tijd heeft om ónder de Mis te communie te gaan. Het is dë uitdrukkelijke wensch van de Kerk, dat de geloovigen de communie ontvangen niet vóór of niet na de Mis, doch zoodra de priester heeft ge communiceerd (Ritus celebrandi missam X 6). De reden daarvan is duidelijk". „Voor ons wel" verklaarde Stupido zelfbewust ,^maar misschien is het wel goed, dat u het nog eens hard-op zegt". „De Mis gaf Pastoor hem zijn zin „is de hernieuwign van het Laatste Avond maal. De Kerk richt dezen offermaaltijd aan Voor priester en geloovigen, en nu is het toch uiterst vreemd, als de menschen te communie gaan buiten dien maaltijd om. Iemand, die vóór de Mis te communie gaat schreef Pastoor Van Beukering,- zaliger gedachtenis, in zijn boek „De Misdoet als de man, die, uitgenoodigd tot een fees telijk maal, zegt: geef mij m'n portie maar vooraf, dan blijf ik onder het dinereer voor spek en boonen bijzitten". „Een nogal sterke uitdrukking" vond de heer Nix. „Pastoor Van Beukering kon wel een potje breken" herdacht de herder. „En al is de zegswijze kras, ze is in ieder geval raak en waar. Ieder, die eenig idee heeft, wat de Mis is, zal, als hij maar eenigszins kan, onder de Mis te communie gaan. De vrouwencongregatie in de deke nale kerk in Leiden is, blijkens een me- dedeeling in het kerkblaadje, ook tot dat inzicht gekomen, en houdt in het vervolg haar algemeene H. Communie onder de Mis" „In enkele kerken wordt er niet eens ge legenheid toe gegeven", smaalde Stupido. „In stadskerken, met op Zondagmorgen een drukke opeenvolging van Missen, is het ook wel eens moeilijk" zette de herder recht. „Maar in de meeste stadskerken en in iedere dorpskerk kan de communie onder de Mis worden uitgereikt. De 8 of 10 minuten dankzegging als de Mis ten einde is zal op Zondag niemand in ongelegenheid brengen". „Als iemand door de wede alleen maar te communie kan gaan?" disputeerde Stu pido voort. „Doet hij daar heel goed aan, als hij maar altijd voor oogen blijft houden, dat de Com munie, zooals St. Paulus het zegt, een ver kondiging is van den dood van Christus „totdat Hij komt". De communie is inge steld ter gedachtenis van Golgotha, en kan daar niet van gescheiden worden. Daarom moet er met alle klem en met alle kracht op worden aangedrongen, dat de geloovigen als 't kan de communie ontvangen als deelgenoot aan de herinnering van het Laatste Avondmaal, dat is dus ónder de Mis". „En degenen, die onder, vqor of na de Mis in 't geheel niet te communie gaan?" vorschte de heer Nix uit. „Zijn daarin door werkelijke of vermeen de zonden verhinderd". „Of hebben 's nachts nog wat gebruikt" vulde Stupido aan, die dergelijke scheids lijnen niet prettig vond. „Dat zal, behalve bij maag-lijders een uitzondering zijn. De voornaamste reden dus, om niet te communie te gaan is het gevoel van een werkelijke, of vermeen de (dat komt héél veel voor!) zonden schuld, want niemand zal wel zoo mal zijn, als hij in staat is om te communie te gaan, zich dat kostbare en onvolprezen Godsge schenk te laten ontglippen". „Het is dikwijls sleur om niet te gaan" verzuchtte Stupido. „Dat weet ik wel" knipoogde Pastoor. „Maar die sleur is een grof-ondankbare na latigheid. De menschen zijn zielsgelukkig als ze* een extra-broodbonnetje op den kop kunnen tikken, doch voor het „Brood des Hemels", waarvan Christus heeft gezegd, dat wie dit eet, het eeuwig leven zal ont vangen, hebben ze geen tien minuten over. Dat is toch al tè grijs" wond de her der zich op. „En zoo vatte Stupido de besprekin gen samen „heeft deze middag onze hooggespannen verwachtingen geenszins beschaamd. Er is rijkelijk peper gestrooid". „Er is nog wat peper in de bus blijven zitten" ontdekte de herder „ten ge bruikte bij een volgenden keer". ARC ANUS. Veni Sancte Spiritus De Sequentia in de Mis op Pinkste ren is aldus Deken de Korte in „Levens wijding door de Zondagsmis"; een dich terlijke meditatie over de werking van den Vertrooster, Die met zijn zeven gaven heel de aarde herschept, maar ook het kleine en toch zoo groote gebied der menschenziel verheft in de sfeer der bovennatuur*. De gregoriaansche zang brengt de stem ming van blijde en dankbare smeeking zoo schoon uit uitdrukking, dat hij aan het ge bed vleugelen geeft en op de rhytme van de muziek vliegt de ziel op in het: Veni sancte Spiritus. Hier volgt de vertaling van Deken de Korte. Kom H. Geest, En zend uit den hemel Een straal van Uw licht. Kom, o Vader der armen, Kom, Gij schenker van gaven. Kom, o Licht der harten. Beste Vertrooster, Zachte Zielbezoeker. Zoete Hartverkwikker. Rust in den arbeid, Koelte in de hitte, Steun, in droefheid. O, allerzaligst Licht, Vervul gansch het hart Uwer geloovigen. Zonder Uw bijstand, Is er in den mensch niets, Volstrekt niets zonder schuld. Wasch wat onrein is, Besproei wat dor is, Genees wat krank is. Buig wat stijf is, Verwarmd wat koud is, Leid wat verdwaald is. Geef aan Uw geloovigen, Aan hen, die op U betrouwen, Uw zeven gaven. Geef belooning voor hun deugden, Geef hun een zalig sterven, Geef hun een eeuwige glorie. Amen. Alleluja. Pinkster-Foiklore Naast het Kerst- en Paaschfeest heeft zich ook het Pinksterfeest een voorname plaats veroverd in het volksleven. De ge bruiken, die het Pinksterfeest vergezellen, hebben zich de tijden door steeds gehand haafd, terwijl zij zich ook in onze dagen nog mogen verheugen in een groote belang stelling. Dit vindt zijn oorzaak in verschil lende redenen. De voornaamste is wel gele gen in het feit, dat het Pinksterfeest ge woonlijk valt in de maand Mei, waarin het weer zachter wordt en de lente met jonge kracht en schoonheid zich aan ons oog vertoont. Daar nu de meeste volksfeesten en volksgebruiken in het algemeen buiten worden gevierd en beoefend, is het duide lijk, dat juist de lente een zeer geëigend tijdperk is voor dergelijke gebruiken. Daar, waar het volksleven zich het best kon ont wikkelen en gelegenheid genoeg bleef om feest in de openlucht te vieren, dat is dus buiten op het land, vind men dan ook veel al de oude gebruiken in de schoonste en ongerepste vorm terug. Vooral Twente, Noord-Brabant en Lim burg trekken in dit verband onze aandacht. We vinden daar verschillende gebruiken zooals het planten van den Pinksterboom, in sommige streken Meiboom geworden, het houden van optochten, waarin dan de Pinksterbruid meeloopt, het dragen van een z.g. Pinksterkroon en het zingen langs de huizen. In Noord-Brabant is het nu nog wel de gewoonte in dorpen als Cuyk, Hees, Hees- wijk, Dinther e.a. met een jong meisje, als Pinksterbruid door het dorp te trekken. In andere plaatsen (de streek rond Eindho ven) wordt wel aan de kinderen 's middags na het Lof een Pinksterkoek uitgereikt, die de vorm heeft van een groot rond en plat krentenbrood. Deze gebruiken vinden we ook veel in Limburg, vooral in Sittard en omgeving en verder Meerssen, Schinnen en de dorpen in het Geuldal. De Pinksterkroon vinden we veel in de Achterhoek. Deze wordt in verschillende vormen over de straten gehangen en ieder, die er onder door gaat moet een centje of feren aan de kinderen, die er bij staan, die het geld dan in versnaperingen omzetten. In vele plaatsen van Twente trekken de kinderen er 's Zondags op uit en gaan de In deze week dagelijks Gloria en Credo. De Sequens „Veni Sancte Spiritus". De Pre fatie en de gebeden „Communicantes" en „Hanc igitur" van Pinksteren. Kleur: Rood. ZONDAG 1 Juni. Hoogfeest van Pinkste ren of van de nederdaling van den H. Geest over de Apostelen. Mis: Spiritus. De beloofde heilige Geest is ons geschon ken. De Geest des Heeren vervult de ge- heele aarde! Alleluja (Introitus). Moge Hij ook onze harten vervullen en daarin ont vonken het vuur van Zijn Goddelijke Lief de. (Alleluja-vers). Moge Hij ook zijn de zoete Gast van onze zielen, aan wie in Hem gelooven schenken Zijn zevenvoudige ga ve. (Sequens). MAANDAG 2 Juni. Tweede Pinksterdag. Dag van devotie. Mis: Cibavit. Pinksteren is het feest van de stichting van de H. Kerk. Het Epistel verhaalt ons van den groei van de jeugdige Kerk. Pe trus, bezield door den H .Geest, bekeert vele heidenen door zijn prediking tot de Kerk van Christus, welke ook nu nóg leert en altijd zal blijven leeren: „Wie in Chris tus gelooft, zal niet verloren gaan, maar eeuwig leven" (Evangelie). DINSDAG 3 Juni. Derde Pinksterdag. Dag van devotie. Mis: Accipite. WOENSDAG 4 Juni. Quatertemperdag. Vierde dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Deus. 2e gebed v. d. H. Franciscus Caracciolo, Be lijder; 3e voor den vrede. Eerst Ascanius geheeten, nam de heilige van dezen dag later uit diepe vereering voor den heiligen Franciscus van Assisië den naam aan van „Franciscus", wiens na volger hij ook geweest is, vooral in diens geest van boetvaardigheid. DONDERDAG 5 Juni. Vijfde dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed voor Kerk of Paus; 3e voor den vrede. VRIJDAG 6 Juni. Quatertemperdag. Zes de dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Replea- tur. 2e gebed v. d. H. Norbertus, Bisschop en Belijder; 3e voor den vrede. In zijn jongelingsjaren levende aan het boerderijen af om er him liederen te zin gen en hun snoepjes of geld in ontvangst te nemen, dat dan op Maandag wordt op gegeten. Vaak ook werden deze gebruiken door andere vervangen of ook wel door andere gevolgd, zoodat dus het Pinksterfeest een soort openingsfeest werd van een tijd, waarin men verschillende volksspelen kon beoefenen. In Zeeland b.v. begint in deze tijd dan het vermaarde ringrijden, in Brabant en Limburg ontplooien de schutterijen weer een nieuwe activiteit. In de steden echter zijn veelal de mooie gebruiken of verloren gegaan of ontaard in een bedelpartij. Daarom is het dan ook in verschillende plaatsen in het westen van het land verboden, dergelijke Pinksterop tochten te houden. Het mooist is wel, om zelf zich op de hoogte te stellen van de zeden en gewoon ten, die in ons land gebruikelijk zijn. Daar toe leent zich bijzonder de zomer- en va- cantietijd. Is men evenwel niet in de gele genheid, deze streken, die zich naast een sterk ontwikkeld volksleven in een schoone natuurpracht verheugen, te bezoeken, dan kan men toch wel een en ander te weten hof van koning Hendrik V van Duitschland, werd de heilige Norbertus tot inkeer ge bracht door het inslaan van de bliksem in zijn onmiddellijke nabijheid en begon hij een leven van gebed en versterving. Hij trad op als boeteprediker in Duitschland en Frankrijk en stichtte door een visioen in het dal van Prémontré voorgelicht, de Orde van de Norbertijnen of Prem onstra tensers. De heilige stierf als bisschop van Maagden burg, den 6en Juni 1134. ZATERDAG 7 Juni. Quatertemperdag. Zevende dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Ca ritas. 2e gebed voor Kerk of Paus; 3e voor den vrede. Na de Sequens wordt het Al leluja niet gezegd. VANDAAG EINDIGT DE PAASCHTIJD. Op dezen dag wordens in ons Bisdom nieuwe priesters gewijd. Bidden wij voor de wijdelingen, opdat zij, vervuld van den H. Geest, mogen werken tot meerdere eer en glorie van God en tot eeuwig heil van de onsterfelijke zielen. IN DE KERKEN VAN DE. E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: DONDERDAG, 2e gebed v. d. H.'Bonifa- tius, Bisschop en Martelaar; 3e voor den vrede. ZATERDAG, 2e gebed v. d. Z. Humiliana, weduwe; 3e voor den vrede. 6 Juni -Eerste Vrijdag. De H. Mis v. h. H. Hart van Jesus is niet geoorloofd. Genomen moet worden de Mis v. d. Vrijdag in de Pinksterweek. Het gebed v. d. Vrijdag èn uit de Votiefmis v. h. H. Hart van Jesus wordt als één gebed gebeden. Laatste Evangelie uit de Votiefmis. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. komen door het lezen van deskundige wer ken op dit gebied. Wij noemen den, hoewel wij ons niet geheel met de ideeën van den schrijver kunnen vereenigen, het werk: „Volksvermaken" van J. ter Gouw, dat groote verdiensten bezit. L. N. M. STEYGER. Leiden, Pinkster-Zaterdag 1941. MGR. DR. B. J. ERAS Morgen hoopt mgr. dr. B. J. Eras (ge boortig uit Tilburg), te Rome zijn veertig jarig priesterjubileum te herdenken. Mgr. Bernard Jozef Eras, die 21 Augus tus a.s. tevens zijn 65sten verjaardag hoopt te herdenken, is o.a. doctor in het kerke lijk recht, eere-kanunnik van het kapittel van St. Jan en protonotarius apostolicus. Sins 1908 vertegenwoordigt migr. Eras ka tholiek Nederland bij het Vaticaan onder den titel van procurator van het Ned. Epis copaat bjj den H. Stoel. ONZE MAALTIJDEN. Wat een mensch al niet kan eten. Leeren wij in dezen tijd, Nu het voedsel in de keuken Heel secuur wordt toebereid. Wat wij vroeger nimmer aten, Want daar hielden wij niet van, Ligt als een delicatesse Nu te braden in de pan. Vroeger waren wij kieskeurig, Onze keuken was exquis, Nu zijn wij zelfs van de schillen En het klokhuis niet meer vies. Want wij eten vitaminen Voor gezondheid en voor lijn, Onverschillig waar die dingen Dan ook in verborgen zijn. Vroeger was 't een varkenslapje, Schapenvleesch was niet in tel, 't Paard, daar zwijg ik liever over, Rundvleesch aten wij weer wel. Maar dan moest l^et malsch en jong zijn, En vooral ook: niet te vet En nu klagen w* alle dagen. Dat 't ons niet wordt voorgezet. O, er valt nog iets te leeren, Wat aan spijzen op den disch, Die wij voor onmoog'lijk hielden Toch blijkt, dat nog moog'lijk is. Dien aangaand valt nog te leeren, En 't is goed, dat u dat weet, Wat men zoo aan vreemde dingen In veel and're landen eet. Als u soms bij uw ontbijt eens Een of ander eitje vindt, Weet dan wel, dat men in China Niet het ei ,maar 't nest verslindt. Als wij straks dit voorbeeld volgen, Krijgen we van onzen kok Niet het varken meer te eten, Maar: gebraden varkenshok! TROUBADOUR. Een overzicht van bet plein voor het regeeringsgebouw te Canea, de hoofdstad Van Kreta, welke thans in Duitsche handen is (Orbi,-Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5