DONDERDAG 29 MEI 1941
32ste Jaargang No. 9960
S)e £cld6cli^0oii^cï/iit
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux Papengracht 32.
Hoofdredacteur: Th. Wilmer, Leiden.
DU nummer bestaal uit
twee bladen.
V De arbeid In dienst der
gemeenschap.
Aan den arbeid moet worden gegeven de
plaats, die hem toekomt; de eer, waarop hij
recht heeft.
En, vervolgens, aan den arbeid moet wor
den gegeven het sociale karakter, dat
hem eigen moet zijn. De arbeid moet ge
schieden in dienst van de volksgemeen
schap.
Den arbeid moet men vooral leeren waar-
deeren om het volksbelang, dat hij dient
vooral leeren waardeeren om het feit,
dat hij gemeenschap en enkeling, het volk
en ieder, die er toe behoort, rijker maakt.
De jeugd moet zóó den arbeid leeren be
zien en beoordeelen.
De arbeid heeft waarde voor den persoon,
die den arbeid verricht. Waarde voor zijn
levensonderhoud, m. a. w. om wat hij er
mee verdient. Waarde Voor de gezondheid
van zijn lichaam, dat door arbeid wordt ge
sterkt en gestaald. Waarde voor de gezond
heid van zijn geest, die door arbeid zijn vrij
heid en blijheid het best kan bewaren.
Waarde voor zijn ziel, die door arbeid kan
verwerven blijvende verdiensten voor de
eeuwigheid
Maar men moet van jongsaf óók in den
arbeid zien een sociale daad, een daad
In en voor de gemeenschap.
De mensch mag en moet verlangen, dat
zijn arbeid hem de middelen schenkt, om
te voorzien in het onderhoud van zichzelf
en de zijnen, van zijn gezin. Paus Leo" XIII
zegt in „Rerum Novarum": „Immers, klaar
en duidelijk is het, dat de arbeid, onder
nomen door hem, die in een winstgevend
bedrijf werkzaam is, juist hierin zijn re
den en naaste doel vindt: zich iets te ver
werven en als persoonlijk eigendom te be
zitten. Indien hij immers zijn arbeids
kracht en inspanning aan een ander ten
dienste stelt, dan doet hij dit, om zich het
noodzakelijke voor zijn levensonderhoud
te verschaffen."
Maar naast „deze reden en naaste doel"
van den arbeid zijn er ook andere redenen
en andere doeleinden, zooals wij in het
kort hebben aangegeven.
De arbeid in dienst van de volksgemeen
schap dat moet zijn het parool voor de
zen tijd en de toekomst. Het parool, of lie
ver: de bezielende gedachte, het begeeste
rende ideaal.
De jeugd moet leeren inzien, in zich op
nemen en verstandelijk Verwerken, de
dienstbaarheid, de eervolle dienst
baarheid van den arbeid aan dé volksge
meenschap!
De buitengewone maatregelen
voor de kustverdediging
De Kagermeren vrij
De buitengewone maatregelen voor de
kustverdediging, die 26 Mei zijn afgekon
digd, hebben de watersport in rep en roer
gebracht. Langs de Nederlandsche kust is
een breede strook, aangegeven, waarbinnen
vaartuigen niet mogen varen, op het water
of op het land liggen, behoudens beroeps-
en bedrij fsvervoer en woonschepen zon
der eigen beweegkracht.
Voor Zuid-Holland was de groote
vraag hoever de watersportcentra
daaronder vallen.-Hoewel de grens pas
in groote lijnen vaststaat en nog niet
in details geregeld is mag wel gezegd
worden, dat de Kagermeren buiten het
veVboden gebied vallen. De Kraling-
sche en Bergsche plassen bij Rotter
dam vallen er echter binnen.
Bij de Kagermeren loopt de grens, blij
kens de verordening over den weg Hille-
gom, Lisse, Sassenheim (dat is dus de oude
weg, waar de blauwe tram langs loopt)
naar Warmond en Leiden (vermoedelijk
dus via den tol bij Warmond; dan zouden
alle jachthavens aan de Leede er buiten
vallen, alleen het Poelmeer erin); verder
(vermoedelijk langs den Vliet) naar Voor
schoten, Leidschendam naar Veenweg,
Vlieland, Berkel en Bergschenhoek en dan
op Nieuwerkerk aan den IJsel aan.
De verordening geeft zeer nauwkeurig
de grens aan van het verboden gebied in
Friesland. Daaruit is met zekerheid nu
reeds op te maken dat het geheele gebied
der Friesche meren verboden gebied
«k wordt.
Van Duitsche zijde bevestigde men,
dat voor de watersport geen uitzonde
ring wordt gemaakt.
Om misverstand te voorkomen, zij mede
gedeeld, dat de verordening op 26 Mei in
werking is getreden. Vaartuigen, die bin
nen het verboden gebied liggen moeten
binnen 14 dagen daaruit verwijderd wor
den, op straffe van verbeurdverklaring.
„Vaderland"
JEUGDORGANISATIE IN
NEDERLAND.
Een uiteenzetting van dr. Lindenburger.
Dr. Lindenburger, leider van de Be-
fehlsstelle der Hitler Jugend in Neder
land en adviseur in het commissariaat-ge
neraal voor bizondere aangelegenheden
voor jeugdzaken heeft op de persconferen
tie medegedeeld, dat er drie maanden lang
met de padvindersorganisaties was onder
handeld over opneming in den Nationa-
len Jeugdstorm.
Deze pogingen zijn vergeefsch geweest.
De padvindersorganisaties zijn ontbonden.
Een gelijk lot wedervoer de leiding van
de Jeugdherbergcentrale, die constant wei
gerde om aan Joden het overnachten in de
Jeugdherbergen te verbieden.
Dr. Lindenburger acht den toestand
thans opgeklaard en ziet slechts een groo
te jeugdorganisatie, de Nationale jeugd
storm, die thans 12.000 leden telt.
Uitvoerig heeft hen geschetst hoe er een
nauwe samenwerking bestaat met de Hit-
Ier Jugend, in Nederland.
Voor dé naaste toekomst kondigde hij
o.a. aan: bokswedstrijden 'te Koblenz tus-
schen een Duitsche en een Nederlandsche
jeugdploeg, deelname aan kampen der
Europeesche jeugd in Duitsche Jeugdher
bergen. deelneming van ploegen der N.J.
S. aan zwemwedstrijden der Europeesche
jeugd te Breslau, groote gemeenschappelij
ke samenkomsten van de Nederlandsche
jeugd te Amsterdam en te 's-Gravenhage.
DR. GOEDEWAAGEN OP BEZOEK BIJ
DE LIMBURGSCHE KUNSTENAARS.
Dr. T. Goedewaagen, secretaris-generaal
van het departement van Volksvoorlich
ting en Kunsten, heeft gisterochtend een
bezoek aan verschillende bezienswaardig
heden en instellingen in Maastricht ge
bracht.
Na een verwelkoming op het provin
ciaal gouvernement door den commissais
van de provincie, graaf M. de Marchant et
d'Ansembourgh, legde dr. Goedewaagen
bezoeken af aan de schatkamer van de St.
Servaaskerk en eenige andere beziens
waardigheden van deze kerk, vervolgens
aan de middelbare kunstnijverheidsschool.
Ten slotte bezocht het gezelschap een ten
toonstelling van schilderwerken van Lim
burgsche beroepskunstenaars in het voor
malige Dinghuis.
Gistermiddag werd in de voormalige Do-
minicanenkerk een bijeenkomst gehouden,
waar Limburgsche kunstenaars en allen,
die geacht worden betrokken te zijn in de
bevordering van de Limburgsche cultuur,
waren uitgenoodigd. Er was ruime' belang
stelling.
Na een kort inleidingswoord van graaf
Marchant et d'Ansembourg, hield dr. Goe
dewaagen een rede.
De commissaris der provincie deelde in
zijn slotwoord mede, dat hij voornemens
is een raad van advies in te stellen, waar
over hijzelf de leiding zal nemen en waar
voor hij ook de leden zal aanzoeken. De
taak en opdracht van dezen raad zullen
zijn: het geven van advies aan het provin
ciaal bestuur ten aanzien van het behoud
en het bevorderen van de Limburgsche
kunst en cultuur; het organiseeren van bij
eenkomsten, tentoonstellingen, e.d., van
Limburgsche cultuuruitingen, al dan niet
in contact met andere cultuurcentra; het
bevorderen van het stichten van eèn huis
voor Limburgsche kunst; het bevorderen
van de opleiding van jonge kunstenaars in
het algemeen en meer speciaal het voor
bereidend werk tot het stichten van een
kunstacademie in Limburg. Deze academie
zou in Maastricht worden opgericht, waar
bij de overige cultuurcentra van Limburg
vergeten, noch achteruitgezet zullen wor
den. Reeds zijn maatregelen getroffen om
op de provinciale griffie een aparte on-
derafdeeling kunst en cultuur in te rich
ten en zoodoende een bureau te stichten,
dat, in verbinding met de departementen
van Onderwijs en Cultuurbescherming en
van Volksvoorlichting, en Kunsten, ten
dienste zal staan van dezen raad.
Voor het eerst sedert geruimen tijd heeft
d? N.S.B. te Berlijn weer een openbare
vergadering gehouden. In den versierden
Tiergartenhof waren ongeveer 250 men-
schen bijeen. Een afdeeling der W.A., het
vendel „overste Mussert" vormde de eere-
wacht. Kringleider Weenenk opende de
vergadering. Hij wees er op, dat de vader
landsliefde van den N.S.B.-er des te grooter
wordt naarmate hij verder van het vader
land vertoeft.
De propagandaleider, Ernst Voorhoeve,
zette in een groote rede uiteen, wat de
N.S.B. is, wat zij wil en doet.
De N.S.B., aldus de heer Voorhoeve,
heeft in den geest reeds vrede met Duitsch-
land gesloten. Zij zoekt de Duitsche vriend
schap. Er bestaat reeds een oprechte kame
raadschap tusschen de N.S.B. en het rijks
commissariaat en het Arbeitsberich der
N.S.D.A.P. in de Nederlanden Het was
dan ook de N.S.B., die op uitnoodiging van
den commissaris-generaal Schmidt den
Führer bij zijn laatsten verjaardag kon
huldigen. „Wij en wij alleen zijn candidaat
voor de macht in Nederland", aldus besloot
Ernst Voorhoeve zijn rede.
Na een pauze, waarin vele aanwezigen
zich opgaven als lid, beantwoordde hij
eenige vragen over het politieke christen
dom, het koloniale vraagstuk en de ver
houding tot België. Hij riep de aanwezi
gen op tot medewerking voor een vrij
Nederland in een germaansch Europa
onder leiding van Adolf Hitler.
De districtleider Visser sprak een slot
woord, waarna het zesde couplet van het
Wilhelmus werd gezongen.
IR. A. A. MUSSERT TE HAARLEM.
De leider der N. S. B. heeft gisteren een
bezoek aan Haarlem gebracht. Om drie uur
kwam ir. Mussert ten stadhuize aan, waar
hij- door den heer S. L. A. Pieker, regee-
ringscommissaris en burgemeester van
Haarlem, werd begroet. Nadat de heer
Mussert het raadhuis had bezichtigd en-de
wethouders van onderwijs en volksgezond
heid, de heeren M. van Driel en dr. Ch. A.
Goette, aan hem waren voorgesteld, werd
in het ambtsvertrek van den heer Plek-
ker een conferentie gehouden.
Om kwart voor vier verrtok de leider
der N. S. B. per auto van het stadhuis.
t
In het gebouw Riouwstraat 24 te 's Gra-
venhage heeft de oeconomische rechter
gisteren zijn eerste zitting gehouden.
Voor hij de eerste zaak behandelde, zet
te me. De Vries zijn standpunt ter zake
van deze rechtspraak uiteen. De voor
schriften zijn noodzakelijk voor de eerlij
ke, om, als de aanvankelijk betrekkelijk
noodzakelijk voor het leven van ons heele
volk. Er zijn saboteurs van die voorschrif
ten. Deze menschen kunnen met recht ver
raders worden genoemd van hun eigen
volk en zijn een doodelijk gevaar voor dat
volk. Te praten valt er niet met die men
schen. De meesten zijn koppig en willen
de realiteit niet zien, omdat die hun niet
bevalt. Ze zeggen: „we kunnen toch niet
verhongeren", alsof door frauduleus slach
ten de vleeschvoorraad vermeerdert.
Hef eenige middel, om het groote ge
vaar te keeren, is de straf. Dit is niet ple
zierig, maar ik zal er niet voor terugschrik-
ke. om, alsde aanvankelijk betrekkelijk
lichte straffen niet helpen, de straffen te
verzwaren meer dan in evenredigheid tot
de taaiheid van het misdrijf.
Dit standpunt is niet nieuw: 1800 jaar ge
leden in 61 n. Christus' geboorte werden
er in den Romeinschen Senaat woorden
gesproken, die vrij vertaald hierop neer
komen: iedere voorbeeldige straf schijnt
iets pnbillijks te. hebben voor de afzonder
lijke personen aan wie die straf opgelegd
wordt, maar dat wordt ruimschoots ver
goed door het algemeen belang dat er
door gebaat wordt.
De militaire kamer van de
rechtbank heeft heden uitspraak
in de zaak tegen den 39-jarigen reserve
kapitein der infanterie A. van den H, wien
ten laste was gelegd, dat hij op of om
streeks 13 Mei 1940 te Wassenaar opzette
lijk op korten afstand een schot uit een
met scherpe patronen geladen pistool heeft
afgevuurd op C. J. W. Noordendorp, daar
bij richtende op diens hoofd, door welk
schot de heer Noordendorp zoodanige ver
wondingen heeft bekomen, dat hg kort
daarop is overleden.
Verdachte werd wegens doodslag (arti
kel 287 W. van Str.) veroordeeld tot twee
maanden gevangenisstraf.
De rechtbank overwoog hierbij dat
,van noodweer geen sprake was doch
hield anderzijds rekening met de alge-
meene omstandigheden in de dagen,
waarin ons land toen verkeerde.
De officier van justitie had twee jaar
gevangenisstraf geëischt.
Voorloopig geen uitreiking van akten.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij heeft
aan de hoofden van plaatselijke politie be
richt, dat het niet onwaarschijnlijk is, dat
vóór den aanvang van de jachten dit jaar
de vigeerende Jachtwet 1939 zal worden
vervangen.
In verband hiermede wordt verzocht
niet over te gaan tot het uitreiken van
jachtakten, welke geldig zijn voor het tijd
vak van 1 Juni 1941 tot en met 30 Juni
1942, alvorens daarover van de zijde van
genoemd departement nader is bericht aan
de hoofden van plaatselijke politie.
VEERTIG SLAGERS UITGESLOTEN.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd maakt bekend, dat we
derom een aantal, slagers (veertig in het
geheel, o.m. twee te Noordwijkerhout, een
te Lisse, een te Leiden, een te Noordwijk-
Binnen, een te Zoetermeer) wegens frau
duleuze slachtingen of het voorhanden heb
ben van vleesch, afkomstig van fraudu
leuze slachtingen, voor geruimen tijd van
het verkrijgen van een toewijzing van vee
en vleesch door de Nederlandsche veehou
derij-centrale is uitgesloten.
Gisterochtend is het stoffelijk overschot
van prof. mr. E. J. J. van der Heyden,
hoogleeraar in het burgerlijk recht en
rechtsgeschiedenis aan de R.K. Universi
teit, ter aarde besteld.
Om tien uur werd een plechtige rouw-
zitting gehouden van den academischen
Senaat, waar de voorzitter van de rechts
geleerde faculteit, prof. mr. P. Kamphui
zen, in een rede den overledene herdacht
als geleerde, als mensch en als christen.
Na de rouwzitting werd de plechtige
Requiemmis in de kerk aan de Augustijnen
straat opgedragen door prof. mr. W. Duyn-
stee C.s.s.R., met assistentie van twee
paters-Jezuieten. Aan de zij-altaren wer
den stille H.H. Missen opgedragen door de
professoren dr. L. Ballon en dr. A. Pompen,
O.F.M.
De absoute werd verricht door prof.
Duynstee.
Onder de aanwezigen waren afgevaar
digden van de St. Radboudstichting, van
het curatorium der R.K. Universiteit, de
senaat en alle professoren. Voorts vele
professoren van andere universiteiten, de
senaat van het Nijmeegsche Studenten
corps. B. en W. van Nijmegen en vertegen
woordigers van verschillende organisaties.
Na den uitvaartdienst werd het stoffe
lijk overschot onder groote belangstelling
naar het kerkhof aan den Daalscheweg
overgebracht.
De beroemde schaapskudde van de Gooische heide is behouden, nu ze verkocht is aan de firma Zaalberg
onder voorwaarde, dat de dieren ter plaatse zullen blijven. - Deze overeenkomst is tot stand gekomen
door toedoen van de vereeniging .Vrienden van het reservaat" (Pax-Holland)
Mamentje -
GELOOF.
Indien wij alle geruchten zouden
optellen, die zoo de laatste maanden
fluisterend onze ooren hebben bereikt,
zouden wij komen tot een getal, dat
ons met pijnlijke verbazing zou ver
vullen. En wat is er van terecht
gekomen?
Er zou heel wat gebeurd zijn als
alles wat vele fluisterende lippen had
den overgebracht, werkelijkheid zou
zijn geweest.
Er zouden levende menschen dood
en doode menschen levend zijn ge
weest. Er zouden over de heele we
reld revoluties zijn uitgebroken, er
zouden heele steden hebben opge
houden te bestaan en nog heel veel
andere fantastische zaken.
Maar de menschelijke weerstand be
gint zich nu zoo langzamerhand te
vormen. Je gemoed begint er naar te
staan. Al die geruchten hebben onze
lichtgeloovigheid wat zwaarder ge
pantserd en wij gelooven nu zoo
gauw niet meer, wat „de menschen"
zeggen, al is het ook nog zulk een
goede bron waaruit het bericht stamt.
Want degene, die het U vertelt heeft
het van een broer, die een zwager is
van iemand, die veel relaties heeft
met hoogere autoriteiten.
Gisteren nog vertelde mij iemand
zulk een schoon verhaal. Ik keek wat
bedroefd.
U gelooft mij niet zei hij.
Neen antwoordde ik.
Waarom zou ik U gelooven?
Ik geloof niets meer.
Ik geloof alleen nog maar aan
Sinterklaas en aan de ooievaar....
HOLLANDSCHE MIJ. VAN LANDBOUW.
De jaarlijksche vergadering.
Onder voorzitterschap van den heer F.
den Hartog, uit'Hoog-Blokland (Z.-H.) is
gisteren te 's-Gravenhage de 152ste alge-
meene vergadering van de Hollandsche
Mij. van Landbouw gehouden. Aanwezig
waren 33 af deelingen uit Noord- en 38 uit
Zuid-Holland.
In zijn openingswoord heette de voorzit
ter in het bijzonder welkom jhr. mr. dr. H.
A. van Karnebeek, commissaris der pro
vincie Zuid-Holland, C. G. Roos, lid van
Ged. Staten dezer provincie en ir. C. H. J.
Maliepaard, die den directeur-generaal
van den landbouw vertegenwoordigde.
Spr. deed een beroep op de vertegen
woordigers der Holl. Mij. van Landbouw
om zooveel als in hun vermogen is bij
te dragen tot het welslagen van den pro
ductieslag 1941.
De boeren zullen in het algemeen wel
bereid woiden gevonden uit onze bodem te
halen «vat daaruit valt te halen.
De secretaris, ir. J. Vet, hield hierna
eenige beschouwingen over den melkprijs
en bepleitte de noodzakelijkheid van eeni
ge verhooging hiervan.
T.a.v. de veelevering zeide spr., dat deze
niet behoort te zijn gericht op hetgeen men
noodig heeft, doch op hetgeen onze vee
stapel kan missen. De telling van Mei
Juni 1940 dient te worden vergeleken met
hetgeen de telling in Mei 1941 zal blijken
te hebben opgeleverd en op deze verge
lijking behoort de verplichte veelevering
te worden gebaseerd.
Een ruwvoederregeling dient te worden
ingesteld.
Verder deelde spr. mede, dat vergun
ningen voor de huisslachtingen van var
kens kunnen worden verkregen, indien
men varkens van 4060 K.G. heeft en da'
deze bij de slachting niet zwaarder dan
150 K.G. zullen mogen zijn.
Verwacht mag worden, dat voor dorsch-
en grasmaaimachines een redelijke hoe
veelheid benzine beschikbaar zal worden
gesteld.
In de namiddagvergadering sprak ir. G.
J. LienesCh, rijkslandbouwconsulent en
productiecommissaris voor Noord-Holland
over de wijze, waarop onder de tegen
woordige omstandigheden de grootst mo
gelijke opbrengst uit onzen bodem kan
worden verkregen.
De structuurverzorging van den grond
verdient bijzondere aandacht. Verder dient
te worden gestreefd naar kwaliteitsverbe
tering van het hooi, door gebruik te ma
ken van ruiters.
Er moet meer bouwland kamen. In over
wegende graslandstreken dient, al kost dat
meer werk, eens flink gescheurd te wor
den. Van den cogst moeten wij zoo weinig
mogelijk verspelen en hierbij kan goed..'
voorlichting van nut zijn.
vDe commissaris der provincie, jhr. mr.
dr. van Karnebeek, gaf nog te kennen, dat
in dezen tijd ieder, die bij de productie be
trokken is, dient to zjjn doordrongen van
de bijzondere plichten en hooge eischcn,
welke deze bijzondere periode den produ
cent oplegt.
Bij de gedachtenwisseling over de door
de heeren Veth en Lienesch gehouden
voordrachten, betoogde de heer Van der
Molen namens de afdeelingen Vlaardin-
g-*n. en Maasland, cat een melkprijsverhoo
ging van twee cent per liter noodzakelijk
is voor de instandhouding van de veehoj-
derij, wat voor den consument een verhoo
ging van uitgaven var slechts drie cent
per week per persoon beteekent. Van an
dere zijden werd dii, betoog ondersteunq.
Op verbetering van de positie der vee
houderij-bedrijven werd van verschille
de kanten aangedrongen.