OMGEVING
MAANDAG 19 MEI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
DE H. ELISABETH.
'n Slanke vrouwenfiguur in nauwslui
tend zijden kleed. De koninklijke, rood
fluweelen mantel, met hermelijn omzoomd,
valt met sierlijke plooien in 'n lange sleep,
'n Fijn gouden kroontje rust op de over
vloedige donkere haren. Met bllj-lachende
oogen ziet ze op naar den knappen ridder
te paard en toont hem, door 'n sierlijk op
houden van haar kleed, 'n schoot vol ro
zen. Op den achtergrond het romantische
slot van den Wartburg.
Dat is'de Elisabeth uit onze.... ver
beelding!
En de werkëlijke H. Elisabeth?
Geen prentachtige, zoetelijke heilige,
maar een levende, kernachtige vrouw, zóó
echt vrouw, als er zelden een geweest is,
want zij was enkel hart, enkel liefde.
Maar ook 'n heilige, met het brandende
heimwee, haar gekruisigden Bruidegom te
r igen volgen; dat heimwee, dat haar alle
i-.aat en alle conventie deed vergeten; dat
haar een ergeYnis deed zijn voor haar
heele omgeving en zelfs voor velen na
haar dood, maar dat haar ook den glorie
krans der heerlijkste naastenliefde ver
diende.
Om dit van Elisabeth te leerén, moeten
wij haar trachten te begrijpen en daar
voor is het noodig. dat wij den mysterieu-
zen wondermantel van Elisabeths schou
ders nemen, haar bezien als mensch, maar
dan toch steeds in haar eigen omgeving,
in haar eigen geloof.
Verplaatsen wij ons in de dertiende
eeuw, dan schouwen wij, menschen van
'n fijnere beschaving angstig, geboeid,
als gefascineerd raar die donkere, sombere
tafereelen van banvloeken, oorlogen, pest
ziekten, melaatschheid, gruwelijke onrecht
vaardigheid en uitzuiging der vorsten te
genover den minderen man, onverbidde
lijk strenge inquisitie!
Lichtend als 'n ster treedt daaruit Elisa
beth; het vrijwillige zoenoffer voor al deze
zonden, die hijgend en moeizaam, maar
met taaie wilskracht en gedreven door
een alles verteerende liefdegloed, opklimt
langs het hemelhooge kruis, om haar Heer
Jezus Christus het bebloede gelaat af te
wasschen.
Zooveel, zoo ontzettend veel moet zij
goed maken, voor haar eigen voorvaderen,
voor die van Wartburg, die zij toch zoo
lief heeft.
Ook Herman, Elisabeth's schoonvader,
sterft in den kerkdijken ban, ondanks het
gebed der trouwe landgravin Sophie.
De menschen wijzen met hun vinger op
hun voorhoofd: „De landgraaf zoekt den
zin der levens en kan hem niet vinden!"
Hij laat voor zich bidden....! Zelf bidt
hjj niet. Hij kent immers niet den waren
zin des levens!
Een zal er komen, die hem leert. Een
klein, zwartoogig meisje, met mat bruin,
ovaal gezichtje, lenig en wild als een Hon-
gaarsch steppe-paardje.
Op 'n avond is ze aangekomen, met
Adelheid de harpspeelster en haar dertien
kleifi'e speelgenootjes en wel zeven wagens
vol zilver en goud: haar bruidschat. Want
de vierjarige Elis'abeth was de bruid voor
Herman, die' elf jaar was.
Eerst trekt haar lipje een beetje, als ze
al deze vreemde menschen ziet, maar al
spoedig heeft het kleine katje den grooten
reus ingepalmd. Ze weet wel: als vader
Herman haar zachte armpjes om zijn hals
voelt en de kus van haar rozig mondje op
zijn baardig gezicht, kan ze alles van hem
gedaan krijgen.
Kort daarna ziet Elisabeth in een gru
welijk droomgezicht, den vreeselijken
moord op haar moeder. Lijden moet zij als
klein meisje; en dat lijden is des te smar
telijker, omdat het veroorzaakt wordt door
de menschen, die zij het meest liefheeft.
Haar- verloofde, de kleine Herman, sterft;
en nu hecht zich het kleine meisje in het
vreemde, verre land, gansch aan den klei
nen broer Lodewijk, den blonden, zachten
jongen, met zijn ridderlijk, fier karakter.
Nu breekt voor Elisabeth een vreeselijke
tijd aan op den Wartburg. Men haat haar
om haar vroomheid, haar eenvoud, haar
vrijgevigheid. De ridders zijn het er allen
óver eens: zoo een hoort in een klooster,
niet op den Wartburg. Daar moet feest zijn
en gezang, daar moet gegeten en gedron
ken worden en gedanst!
Landgravin Sophia merkt deze ontevre
denheid. Er moet een einde aan komen.
Zij licht haar zoon in: „Elisabeth is uit een
geslacht, dat slechts nonnen of deernen
voortbrengt. Haar tante Hedwig leeft tus-
schen het bedelvolk als een weldoende
fee, zelf arm, als een der hunnen. Haar
tante Agnes van Meranië echter leeft met
den Franschen koning Philip, die om haar
zijn vrouw Ingeborg verstiet".
Maar de jonge landgraaf laat zich niet
beinvloeden. Voor hem bestaat er niets
reiners, niets iiefelijkers, dan het kleine
bruidje uit Hongarije en als zij veertien
jaar is, voert hij haar naar het trouwal-
taar. Hoe rein en heilig is dit huwelijk!
Zijn „kleine zuster" noemt hij haar. Teer
en broos, als een geurige lente is deze
liefde. Lodewijk staat heelemaal onder de
macht dezer reine, sterke vrouwenziel.
Lachend laat hij haar zijn' heele vermogen
aan de armen schenken, in den vreeselij
ken hongersnood.
.,Zij is een heks, zü heeft den landgraaf
behekst"! -zeggen de ridders op den. burcht,
die nu een einde zien aan hun weelderig
en overdadig leven.
De arme Elisabeth had reeds veel ver
wijten moeten hooren over haar naasten
liefde van de landgravin Sophie, van Ag
nes, Lodewjjks zuster, van de radelooze
schatmeesters. Veel verachtelijke en booze
blikken van heel het personeel, van de
rijken uit-Eisenach.
De H. Franciscus was haar ideaal. Hem
wilde ze navolgen: dien Seraphijn der
liefde, dien dwazen minnaar der vrouwe
Armoede.
Het schoone huwelijksgeluk was slechts
van korten duur. Drie kinderen schonk
Elisabeth haar man. Het jongste, Gertrud,
werd geboren, toen Lodewijk op den kruis
tocht naar het H. Land, in Italië aan de
pest stierf.
Aangrijpend wild en ontzettend is haar
klacht: „Hjj is dood! dood! dood!" Doch
uit deze gewelddadige loutering komt Eli
sabeth's ziel te voorschijn: reiner, sterker,
vuriger dan ooit.
Nu wil ze zich gansch aan haar eigen
lijken Bruidegom Jezus Christus geven.
Nu wil ze niets, niets meer voor zich zelf
behouden. Te veel nog hield die aardsche
liefde haar gebonden. Het waren oogen-
blikken van verzadigd genot geweest, .als
ze rustte aan den schouder van dien ster
ken man, als ze luisterde naar zijn diepe,
gloedvolle liefdewoorden, als ze blij-
nieuwsgierig zijn reistasch uitpakte en zocht
naar de verrassing voor haar, die nooit
vergeten werd!
Maar ook, welke ontzettende folteringen
van het diepste zielelijden waren gevolgd
op dezen liefderoes. Zij had gemeend arm
te zijn, zij, die leefde in weelde en ver
dronk in aardsche liefde. „Neen Jezus,
weg moet dit alles! Naakt en bloot, verla
ten van alles, wil ik gekruisigd worden;
want zóó waart Gij het ook!"
Elisabeth, weet je wel, besef je wel ten
volle, wat je bidt?! Wat je offert? Lode
wijk de lieve „Broeder", de groote, blonde
ridder, in wiens oogen slechts één beeld
zich spiegelt: het jouwe! Je kleine, fiere
zoon, zijn evenbeeld! De schattige Sophie
met haar aanhankelijk karakter! Het ro
zige kindje Gertrud, dat nog drinkt aan je
borst!
Zij schrikt van haar eigen gebed, kruipt
angstig te samen in uitersten nood! Het is
een Olijf hofstrijd. Maar toch klinkt haar
„fiat", volbewust; „fiat", letter voor letter.
En zoo wordt haar offer ook aanvaard.
Na den dood van zijn broer Lodewijk
heerscht Herman Raspe op den Wartburg.
Ha! De ridders ademen op. Nu begint het
oude leven weer van feestgelag en dolle
jacht! De ,non" zal nu wel niets meer in
te brengen hebben. Van alle kanten voelt
Elisabeth den haat der slotbewoners, niet
verstolen meer als vroeger, neen, openlijk
wordt ze gehoond. Slechts twee bl^jve*
haar trouw: Isentrud en Gudda.
Op bevel van haar biechtvader mag Eli
sabeth slechts eten van wat op rechtvaar
dige wijze verkregen is. Zij lijdt honger,
maar tracht door vroolijken kout en lach
de aandacht van haar bord weg te lokken.
Maar Herman Raspe ziet scherp en scher
per nog zijn spottende woorden.
Daarom blijft Elisabeth voortaan in haar
komenade met de trouwe dienstmeisjes en
haar kinderen. Zij allen zijn ziek van hon
ger, want de woedende Herman ontneemt
haar zelfs het brood, dat ze van haar eigen
inkomsten koopen kan.
Het kan zoo niet langer blijven, ook om
de kinderen niet.
En, op een kouden, donkeren winter
nacht vlucht zij alleen, naar Eisenach,
klopt deur voor deur Niemand laat haar
binnen, niemand geeft haar 'n bete brood,
'n beetje warmte, 'n bundel stroo, waar ze
toch zoo smeekend om bedelt. Waar zijn
ze nu allen, die ontelbaar velen, die zij
van den hongerdood gered heeft?
Maar Jezus was immers ook verlaten,
door allen die Hij genezen, gered en goed
gedaan had.
Eindelijk, in 'n stal, kruipt ze in het
stroo.
Midden in den nacht, daar hoort zy het
Mettenklokje der Franciscanen. Zij springt
op. Te Deum moeten ze zingen. Te Deum
jubelen, de Zonen van den Poverello uit
Italië, want ze hebben een Duitsche zuster
gekregen, een echte, arme zuster.
Den volgenden dag laat Herman Raspe
haar de kinderen nabrengen. Die schreien
en klagen van hor.ger en koude. Elisabeth
drukt de kleine Gertrud aan haar hart. O,
als ze deze minstens behouden mocht
Maar neen, God wil alles, alles!
Landgravin Sophie, die haar laatste le
vensdagen doorbrengt in 'n Cisterciënse-
rinnen-klooster te Eisenach, regelt met
Elisabeth de opvoeding der kinderen. Zij
wilde zoo graag ook Elisabeth in een kloos
ter onderbrengen, maar de jonge vrouw
kent te goed Gods H. Wil, en dien wil ze
volbrengen tot het uiterste.
Zie nu, daar gaat de landgravin van
Thuringen: de storm huilt om den Wart
burg, jaagt haar den feilen regen in koude
striemen in 't gezicht. Het ijzige water
dringt door de kapotte schoenen, de afge
dragen, versleten mantel van den minne
zanger der Armoede is niet in staat haar
uitgehongerde Jijf eenige warmte te ge
ven. En tochhaar gelaat straalt, alsof
zij opgaat naar een feest, naar een brui
loft.
Ja, naar 'n bruiloft ging zij, en armen,
blinden, kreupelen, lammen zijn haar gas
ten. Haar kussen drukt ze op de etterende
wonden der melaatschen, op de schurftige
wangen van de zieke; mismaakte kinderen,
stinkend en vuil, drukt zy aan haar jonge
moederhart in plaats van de mooie, gezon
de lichaampjes harer eigen kinderen. Al
les geeft zij, alles, ook zich zelf. En als
Broeder Konraad, die haar door den Paus
als biechtvader was aangewezen haar
niet in toom gehouden had door de gelofte
van gehoorzaamheid, was ze nog verder
gegaan.
Elisabeth nad te Marburg de goederen,
die zij als weduwe geërfd had. Zij had
zich met Herman Raspe verzoend, maar
zag wel in, dat haar levenswijze op den
Wartburg onhoudbaar was.
Daarom is zij ten tweede male met Isen
trud en Gudda van het slot vertrokken.
Haar tante, Abdisse Mechtildis van Kit-
zingen, die de kleine Gertrud in haar
klooster opvoedt, deed moeite ook Elisa
beth daar te krijgen, maar al haar pogin
gen faalden.
Bisschop van Bamberg, Elisabeth's oom,
wilde zijn nicht, die ondanks alle doorsta
ne ellende nog van een ontroerende schoon
heid was, laten trouwen met keizer Fre-
KATWIJK
van een ladder gevallen
Door het omvallen van een ladder,
waarop hij bezig was het huis te
verven is de 58-jarige M, Varkevisser
omlaag gevallen en zoodanig verwond
dat hij In het Academisch Zieken
huis aan de gevolgen is overleden.
LEIDSCHENDAM
ONTHULLING GEDENKSTEEN
Zaterdagmiddag j.l. werd op plechtige wij
ze een gedenksteen onthuld, ter nagedachte
nis aan twee leden, van de transportcolonne
van de afdeeling Leidschendam van het
Ned. Roode Kruis, die op 11 Mei van het vo
rig jaar, bij het vervullen van hun plich
ten voor het vaderland zijn gesneuveld.
Het steentje, dat aangebracht is in den
hoofdingang van het nieuwe raadhuis, was
aan het gezicht onttrokken door de Roode
Kruisvlag. Onder de aanwezigen merkten
wij op, behalve het bestuur van de afd. van
het Roode Kruis: burgemeester en wethour
ders van Leidschendam, de gemeente-secre
taris de heer H. J. v. Delft, de familieleden
van de gesneuvelden, de transportcolonne
en helpsters van de afdeeling met hun com
mandant dr. Beyers en eenige belangstel
lenden. De voorzitter van de afdeeling van
het Roode Kruis, de secr. J. Veenenbos zegt
dat de menschheid de overledenen eert.
Ook wij hebben dat gedaan bij de teraarde-
stelling van twee van de ledèn van de trans
portcolonne, nl. J. Romyn en H. W. de
VriesDaniel, die verleden jaar in dienst
van de menschheid zijn gesneuveld. Door
hun heengaan, aldus de heer Veenenbos, is
de band tusschen hen en ons verbroken.
Daarom wist het bestuur niets beters te
doen, dan een steentje te plaatsen ter na
gedachtenis aan deze helden; maar waar?
Zoo kwam het bestuur op de idee, in over
leg met het gemeentebestuur, deze te plaat
sen in het nieuwe raadhuis, zoodat deze
twee mannen, by de velen die het raadhuis
zullen betreden, in herinnering zullen blij
ven. Hierna werd de Raade Kruisvlag, die
de steen aan het gezicht onttrok, door den
h^r Veenenbos verwijderd, waarna dr.
Reijers, namens de transportcolonne en de
helpsters, een krans om den steen hing.
Daarna bood de heer Veenenbos de steen
aan het gemeentebestuur aan.
Burgemeester Banning zeide, dat het ge
meentebestuur met groote voldoening ken
nis had genompn van de plannen van het
bestuur, om een steentje aan te brengen, in
het nieuwe raadhuis, voor deze twee man
nen. Deze twee mannen vielen, omdat zij
een menschlievende taak vervulden. Spr.
bracht dank aan deze helden voor de groo
te offers, die zij vrywillig hebben gebracht.
Deze helden, aldus de burgemeester, zijn
een voorbeeld voor uw vereeniging. Na
mens het gemeentebestuur aanvaard spre
ker gaarne deze steen.
Aan het slot van de plechtigheid legde
de heer Veenenbos, namens de fam. de
VriesDaniel, een bos saamgebonden
witte kelken onder den steen, in welken
steen gebijteld staat: J. Romijn en H. W.
de VriesDaniel, Roode Kruissoldaten,
vielen voor hun vaderland op 11 Mei 1940.
Sociale Zondag. Gisteren heeft de af
deeling Leidschendam van den Ned. Kath.
Volksbond een socialen Zondag gehouden
ter gelegenheid van het gouden jubilé van
Rerum Novarum en het tweede lustrum
van Quadragesimo Anno.
's Middags half drie werd in hotel „De
Zwa^n" een herdenkingsplechtigheid ge-
derik, die reeds lang zijn oog op Elisabeth
gevestigd had. Maar alle voorspellingen
van aafdsch geluk of stillen kloostervrede
konden Elisabeth niet afhouden van den
weg, dien God heel speciaal van haar ver
langde: vrijwillige, absolute armoede in de
wereld..
Nu had zy in Marburg een ziekenhuis
laten bouwen en voor zich zelf daarnaast
een kleine, leemen hut. Daar leefde ze met
Isentrud en Gudda verdiende met spinnen
haar eigen karig brood en de rest van den
tijd verpleegde zij de zieken in het gast
huis.
Doch zelfs den troost van hara trouwe
dienstmaagden ontnam haar de strenge
Konraad. Een doove vrouw en een venij
nige kwezel werden haar huisgenooten.
Onnoembaar had de jonge vorstin te lij
den van deze twee schepselen.
Nu ontbrak haar alles enniets meer!
Niet de minste aardsche gehechtheid was
nu nog in haar wilde, onstuimige, Hongaar-
sche hart; nu was alles- ziel en lijf slechts
gericht op het bovennatuurlijke. Nu wist
zij, zou Hij spoedig komen, om haar te
kronen als hemelsche vorstin; om haar te'
halen in Zijn Rijk, zij, die om Hem aard
sche kroon en rijk van zich gestooten had.
Nog eens kust ze den schurftigen jongen,
die naast haar bed zit, als een trouwe hond
bij zijn stervenden meester.
„Nu ben ik vry, mijn Heer Jezus Chris
tus", jubelt zij; „vrij van alles, zelfs van
mijn eigen kinderen. Zie, hoe ik dit vreem
de bloed even liefheb als rayn eigen!"
Het bloedende aangezicht op het kruis
wordt stralend schoon, buigt zich over zijn
kleine, teere bruidje in een oneindige,
eeuwige kus. Hemelsche muziek en bo-
venaardsche geuren vullen het leemen
hutje.
Elisabeth was pas 24 jaar, maar voor
God was zij er duizend!
H. Elisabeth, die den moed had heilig te
worden, bid voor ons. arme laffe men
schen.
(Bethanië). ALE1DE POSTEL.
houden onder leiding van den voorzitter
der afd., den heer A. Langeveld.
De heer Keesen, lid van. het hoofdbe
stuur, sprak een feestrede uil. Spr. schil
derde de tijdsomstandigheden, welke Re-
rum Novarum voorafgingen in vergelijking
met wat daarna is tot stand gebracht. Voor
al het recht van organisatie drong door en
aan dat recht is het ontstaan en de bloei
van ons Katholieke Werkliedenverbond te
danken. Doch ook op materieel gebied
heeft Rerum Novarum tot zeer veel goeds
de stoot gegeven. "Vooral de ouderen kun
nen dat beoordeelen.
Na de pauze behandelde de heer Keesen
speciaal de Quadragesimo Anno, welke
bedoeld was als een uitwerking van de in
Rerum Novarum vastgelegde grondwet.
Van verschillende zijden werden nog ge-
lukwenschen uitgesproken bij gelegenheid
van deze feestelijke herdenking, o.a. door
wethouder de Koning en door den geeste
lijk adviseur, die tevens mededeelde dat
pastoor Kammers verhinderd was tegen
woordig te zijn.
Aan het slot van de bijeenkomst bracht
de voorzitter nog een speciaal woord van
dank aan de dames Nieuwenbroek voor
hun muzikale medewerking.
Diefstal. De heer V. aan den West-
vliètweg deed bij de politie aangifte van
diefstal van twee zakken aardappelen, wel
ke bestemd waren voor de poot.
Geboren:. Jacoba J. d. van H. Glasber
gen en p. C. Buitelaar Wilhelmina C.
M. d. van J. H. B. v. Wensveen en C. B.
Overvliet Bernardus C. z. van W. P. v.
Dijk en C. J. v. Vliet Steven G. z. van A.
Alblas en H. Bekker Johanna M. A. d.
van J. A. den Hollander en H. C. Vogelaar.
Ondertrouwd: A. G. Roeling en M.
A. v. d. Meer.
Getrouwd: Th. W. G. Vieveen en A.
J. Weerdenburg.
NOORDWIJKERHOUT
KINDJE DOOR BUS
OVERREDEN
Op slag gedood
Het 2-jarig dochtertje van den heer
C, v. d. b„ alhier, is Zaterdagmiddag,
toen het plotseling den He'erenweg
overstak, door een autobus van den
dienst HaarlemNoordwijk aan Zee
aangereden. De kleine was bijna oh-
middellijk dood. Den chauffeur treft
geen schuld.
Van een ladder gevallen. De heer A.
B., alhier, kwam bij het werk van een
ladder te vallen. Hij kwam zóó ongelukkig
neer, dat zijn heup ontwricht werd. B. is
naar een ziekenhuis vervoerd en zal ver
scheidene weken rust moeten houden.
SASSENHEIM
OVERDRACHT
SOLDATENGRAF NABIJ
POSTBRUG
Zeer velen hadden zich Zaterdagmorgen
naar Postbrug begeven om getuige te zijn
van de overdracht v^n het soldatengraf.
Onder de aanwezigen merkten wij op al
lereerst vele familieleden van de daar be-
gravenen. De meesten hunner bezochten
voor het eerst het graf van hun man,
zoon, vader of verloofde.
Vrijdag waren zij reeds aangekomen en
hadden den nacht bij ingezetenen van
Sassenheim doorgebracht.
Verder waren aanwezig het college van
B. en W. van Sassenheim, de heer B. Has-
selman, hoofd van het afwikkelingsbu
reau, de heer K. J. Evenwel, commandant
van het voormalige 9de R. I., de heer L.
H. Kraak, commandant van de 3de divisie,
de heer L. C. v. d. Schee, commandant van
het bataljon, waartoe de gesneuvelden be
hoorden, en de heer Bauwmeester, eige
naar van den grond.
Nadat de genoodigden zich rond het graf
hadden geschaard, nam mr. Punt uit
Noordwijk het woord en zeide:
De eigenaar van den grond, waarop wij
staan, heeft vanaf dien eersten oorlogsdag,
waarop vliegtuigbommen een autokolon-
ne van het 9e Regiment Infanterie op gind-
schen weg troffen, steeds levendig beseft,
dat dit plekje grond, door een bom in een
krater geschapen, waarin de stoffelijke
overschotten van elf jonge soldaten zijn
ter' ruste gelegd, door deze droeve gebeur
tenissen plechtig is gewijd tot nationalen
grond, die daardoor aan zijn oorspronke
lijke bestemming is onttrokken.
Toen het eerst-or.tworpen gedenkteeken
niet tot uitvoering kon komen, heeft de
heer Bouwmeester zelf aangeboden voor
een eenvoudig gedenkteeken te zullen zor
gen, en zoo is na verkregen medewerking
van de betrokken departementen, onder
"leiding van architect Buurman en tuinar
chitect Hüner door nijvere handen dit mo
nument geschapen, „dat cte herinnering zal
levendig houden aan elf jeugdige Neder
landers, die ver van hun verwanten en
vrienden hun leven hebben gelaten bij de
vervulling van den hoogsten plicht, de
verdediging van hun en ons dierbaar Va
derland.
Reeds in de afgeloopen weken hebben
duizenden voorbijgangers in stilte bij dit
graf vertoefd, en het onder bloemen en
kransen bedolven. De belangstelling die
ook heden bij deze plechtigheid bestaat,
is'een nieuw bewijs hoe ons volk „hen die
vielen" blijft gedenken, en meeleeft met
de naaste betrekkingen, die door het ver
lies van hunne zoons, ëchtgenooten en ver-
Radio-programma
DINSDAG 20 MEI 1941
HILVERSUM I. 415.5 M. 6.45 Gramo
foonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek
7.00 Gramofoonmuziek 7.45 Ochtend
gymnastiek 8.00 BNO: Nieuwsberichten
8.15 Schriftlezing en meditatie (Voor
bereid door de Christelijke Radio Stich
ting) 8.25 Gewijde muziek (gr. pl.)
8.45 Gramofoonmuziek 9.15 Voor de
huisvrouw 9.20 Gramofoonmuziek
10.00 Ensemble Jonny Kroon 10.20 De
clamatie 10.40 Ensemble Jonny Kroon
11.15 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek 12.00 Gramofoon
muziek 12.30 Voor den boer 12.42
Almanak 12.45 BNO: Nieuws- en econo
mische berichten 1.0Q Ensemble Jonny
Ombach en solist 1.40 Gramofoonmuziek
2.10 Voor de vrouw 2.30 Amuse
mentsorkest, Ensemble Erica Helen en so
list 3,45 Gramofoonmuziek 4.00 Cur
sus „Ons geloof en ons werk" (Voorbereid
door het Vrijzinnig Protestantsch Kerk-
comité) 4.20 Gramofoonmuziek 4.30
Causerie „Vorstenlandsche orkestmuziek
(met gramofoonmuziek) 5.00 Gramo
foonmuziek 5.15 BNO: Nieuws-, econo
mische- en beursberichten 5.30 Russisch
orkest „Slawa" en solisten 6.15 Causerie
„Student en volk" 6.30 Orgelconcert
7.00 BNO: Vragen van den dag 7.15 Gra
mofoonmuziek 7.30 Duitsche les 8.00
BNO: Nieuwsberichten 8.15 Spiegel van
den dag 8.30. Omroeporkest en soliste
9.10 Qauserie „Nederland voedt zichzelf
Productieslag 1941" 9.25 Avondwij
ding (Voorbereid door het Vrijzinnig Pro
testantsch Kerkcomité) 9.30 Berichten
(Engelsch) 9.45 Gramofoonmuziek
10.00 BNO: Engelsche berichten, sluiting.
HILVERSUM II. 301.5 M. 6.45 Gramo
foonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek
7.00 Gramofoonmuziek 7.45 Ochtend
gymnastiek 8.00 BNO: Nieuwsberichten
8.15 Gramofoonmuziek 10.20 Zang
met pianobegeleiding en gramofoonmuziek
11.00 Declamatie 11.20 Frans Wouters
en zijn orkest 12.00 Berichten 12.15
Omroeporkest 12.45 BNO: Nieuws- en
economische berichten 1,00, Eloward
1.45 Gramofoonmuziek 2.00 Stedelijk
orkest van Maastricht, solist en gramofoon
muziek 2.00 Stedelijk orkest van Maas
tricht, solist en gramofoonmuziek 3.30
Voor zieken 4.00 Ensemble Bandi Ba-
logh 4.30 Voor de jeugd 5.00 Gramo
foonmuziek 5.15 BNO: Nieuws-, econo
mische- en beursberichten 5.30 Salon
orkest 6.00 Causerie „Het platteland en
de jeugd van vandaag" 6.15 Salonorkest
6.45 Gramofoonmuziek 7.00 BNO:
Vragen van den dag 7.15 Gramofoon
muziek 7.30 Ensemble Bart Ekkers
8.00 BNO: Nieuwsberichten 8.15 Spiegel
van den dag of gr. pl. 8.30 Radiotooneel
9.30 Gramofoonmuziek (met toelichting)
10.00 BNO: Nieuwsberichten, sluiting.
GEM. RADIO DISTRIBUTIEBEDRIJF
le Programma: 6.45—22.00 Hollandsch
Programma 22.0024.00 Duitsch Pro
gramma.
2e Programma: 6.4522.15 Hollandsch
Programma 22.1523.00 Hollandsch
Programma uitsluitend voor Radio Cen
trales 23.0024.00 Duitsch Programma.
3e en 4e Programma: 18.0024.00 Duitsch
Programma.
loofden zoo zwaar werden beproefd.
Namens de familie Bouwmeester, die
van zoo nabij de oorlogsgebeurtenissen
heeft meegemaakt, geef ik de families der
gevallenen de verzekering van hun innig
medeleven, zij zullen als trouwe wachters
dit graf blijven verzorgen en bewaken,
terwijl de van verre komende verwanten
steeds in het nabije Tolhuis een gastvrij
onderdak zullen vinden.
Terwijl de overdracht van den grond de
zer dagen by notarieele acte zal plaats
vinden, draag ik hierbij namens den heer
Bouwmeester het grafmonument over aan
den Kolonel Commandant van de voorma
lige Ille Divisie.
De heeren L. C. v. d. Schee, K. Even
wel en ds. Beerekamp, veldprediker bij
het voormalige 9de R. I., spraken nog
woorden van herinnering, opbeuring en
troost, waarna de vader van den gesneu
velden korporaal v. Dalen namens de fa
milies dankte.
Burgemeester jhr, mr. Sandberg van
Boelens legde daarna, namens het ge
meentebestuur van Sassenheim een krans
op het graf, welke gevolgd werd door
kransen en bloemstukken van verschillen
de instellingen, corporaties en particulie
ren.
VOORSCHOTEN
Te water. Gistermiddag is alhier de 7-
jarige P. W. bij het spelen in aen kano te'
water geraakt. Zij bleef met het hoofd
voorover in het \yater hangen en werd
door J. B., die er bij tegenwoordig was,
spoedig uit haar benarde positie bevrijd.
WARMOND
Kruisvaart. A.s. Woensdag ban om 8
uur precies voor de aspiranten. Willibror-
dus en St. Jeroenban. Verdere mededee-
lingen volgen Woensdag.
Geboren: Joannes Petrus, z. van A. P.
Versluys en A. C. van Houten Reinier
Theodorus, z. van A. M .de Vroomen en
G. Th, Kortekaas Adolf, z. van L. J. v.
d. Meer en J. Zoutedijk Petrus Jecobus
Maria, z. van G. de Winter en H. J. v. d.
Kerkhof.
Overleden: M. C. A. Spithoven 88
j., wedr. van Th. Roozenburg C. Prce-
nen 63 j. wede. van H. Wassenaar.