Weerbericht Toerisme bi) Honk SFOMT BiirgerMg'ke Stand ZATERDAG 3 MEI 1941 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 Abonnementsprijs: voor Leiden 20 cent per week; 2.63 per kwartaal. Bij onze agenten 21 cent per week; 2.73 per kwartaal. Franco per post 3.10 per kwartaal. Geïllustreerd ''nndagsblad 0.52 per kwartaal. Losse nummers 5 cent, met geïll. Zondagsblad 9 cent. Advertentiën: 32 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 55 cent per plaatsing, alléén Woensdag en Zaterdag. ZONS OP- EN ONDERGANG. Zon onder 9.07 uur Zaterdagavond. Zon op 6.05 uur Zondagmorgen. Zon onder 9.09 uur Zondagavond. Zon op 6.03 uur Maandagmorgen. MAANSTANDEN. 3 Mei: De maan komt Zaterdagvoormid dag te 11.31 uur op en gaat Zondagnacht om 2.45 uur onder. (Eerste kwartier). 4 Mei: De maan komt Zondagmiddag te 12.37 uur op en gaat Maandagnacht te 3.18 uur onder. 5 Mei: De maan komt Maandagmiddag te 1.48 op en gaat Dinsdagnacht om 3.48 on der. 6 Mei: De maan komt Dinsdagmiddag te 3.02 uur op en gaat Woensdagnacht te 4.17 uur onder.- 7 Mei: De maan komt Woensdagmiddag te 4.18 uur op en gaat Donderdagochtend om 4.43 uur onder. 8 Mei: De maan komt Donderdagnamid dag te 5.38 uur op en gaat Vrijdagmorgen om 5.13 uur onder. 9 Mei: De maan komt Vrijdagavond om 7.01 uur op en gaat Zaterdagmorgen om 5.45 uur onder. WATERTEMPERATUUR: Poelmeer 11 gr. C. .OIIOIIOIICDIIOIIOIIOIIOIIOIIC Verduisteringstijden Er is bepaald, dat er verduisterd moet v/order. tusschen zonsonder- U gang en zonsopkomst. jj Deze tijden zijn voor hedenavond r en morgenochtend: U ZONSONDERGANG 9.07 uur. y ZONSOPKOMST 9 6.05 uur. Q Tusschen deze beide tijden dient Q er dus verduisterd te worden. o HC3IIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIO BELASTING-AMNESTIE Bemiddeling der inspecteurs mogelijk voor onvolledige of onjuiste aangiften In verband met het besluit betreffende amnestie op het gebied der belastingen en der deviezen deelt men ons van bevoegde zijde het volgende mede: De aangifte, waartoe men ingevolge het besluit verplicht is, moet geschieden op een formulier, dat door den secretaris-generaal van het departement van Financiën is vast gesteld. Dit formulier kan men aanvragen bij de directeurs der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, bij die van 's rijks belastingen of bij die der registra tie en domeinen, of bij de inspecteurs der directe belastingen of bij die der registra tie. Aan dengene die, persoonlijk of door een gemachtigde, reeds aangifte mocht heb ben gedaan zonder gebruik te maken van het vastgestelde formulier, zal alsnog zulk een formulier worden toegezonden. Hij dient dit formulier dan in te vullen en in te leveren bij den inspecteur, die het hem toezond. Alleen indien hij geen aangifte van deviezen behoeft te doen, kan hij vol staan met het inzenden van een verklaring dat invulling van het formulier voor zoo veel de deviezen betreft te zijnen aanzien niet te pas komt. De aangever heeft bij een volledige en juiste aangifte het grootste belang; immers alleen door zulk een aangifte waarborgt hij zich straffeloosheid wegens overtredingen van bepalingen inzake belastingen en de viezen. Een onvolledige of onjuiste aangifte geeft hem geen aanspraak op eenige gunst. OVERMAKEN VAN LOONOVER- SCHOTTEN UIT DUITSCHLAND. Naar aanleiding van klachten, dat in ver schillende gevallen het door Nederlandsche arbeiders in Duitschland verdiende loon zeer moeilijk aan hun familiebetrekkingen in Nederland kon worden overgemaakt, heeft het R. K. Werkliedenverbond aan het wnd. Hoofd van het Departement van So ciale Zaken verzocht te willen bevorderen, dat het overzenden van geld op normale wijze zal kunnen geschieden. Door het Rijksarbeidsbureau werd in antwoord op dat verzoek bij schrijven van 29 April aan het R. K. Werkliedenverbond medegedeeld, „dat, nu het Nederlandsch Clearing Instituut vanaf 31 Maart 1941 geen bemiddeling meer verleent bij het geldver keer tusschen Nederland en Duitschland, sedert die datum iedere in Duitschland werkzame Nederlandsche arbeider zijn loonoverschotten per postwissel naar Ne derland kan overmaken". DE GRONDSTOFFEN VOOR DE BAKKERIJEN Paraffine-olie. Daar verschillende leveranciers van paraffine-olie niet meer over de noodige voorraden beschikken om de bakkerijen te voorzien, heeft het centrale bureau voor het bakkersbedrijf zich gewend tot het rijksbureau voor aardolieproducten met het verzoek de noodige medewerking te willen verleenen, opdat de bakkerijen in de gelegenheid worden gesteld de noodige hoeveelheden paraffine-olie in te slaan. Het rijksbureau heeft zijn medewerking ten deze toegezegd. De bakkers, wier oude leverancier niet meer kan leveren, moeten zich wenden tot het rijksbureau, Zeestraat 100—104, Den Haag, onder mededeeling van de naam van hun leverancier voor paraffine-olie en van de hoeveelheden welke in de laatste twaalf maanden ont vangen zijn. Na ontvangst van deze gegevens zal het rijksbureau voor aardolieproducten maat regelen treffen opdat de bakker in staat wordt gesteld, paraffine-olie te betrekken van een andere leverancier of dat de oude leverancier in de gelegenheid wordt ge steld zijn voorraad aan te vullen. Geen versche eieren. Het centrale bureau voor het bakkers bedrijf heeft zich tot de Nederlandsche meelcentrale gericht met het verzoek, versche kippeneieren voor de bakkerij be schikbaar te willen stellen, daar de oude voorraden kalkeieren vrijwel opgebruikt zijn. De Nederlandsche meelcentrale heeft aan het centraal bureau voor het bakkers bedrijf medegedeeld, dat dit niet mogelijk is, zoodat de bakkerij gebruik moet maken van de volgende soorten eieren of ei- producten (geen eendeneieren): bevroren eiproducten, gedroogde eiproducten, vloei bare eiproducten, versche kippeneieren met onzichtbare breuk (de z.g. ramme- A. J. LOERAKKER Ontslag als voorzitter van den R.K. Landarbeidersbond In „De R.K. Landarbeider" deelt de heer A. J. Loerakker, voorzitter van den R.K. Landarbeidersbond en redacteur van het orgaan van die organisatie mede, dat het hoofdbestuur van den R.K. Land arbeidersbond zijn verzoek om ontslag als voorzitter van die organisatie en redacteur van het orgaan heeft aanvaard en hem met ingang van 1 April ontslag heeft ver leend. Aan dat besluit is geen bekendheid ge geven voor de bestuursraad in. de gelegen heid was, een opvolger te benoemen. Deze heeft Zaterdag 26 April den heer C. van der Ploeg te Haarlem tot voorzitter be noemd. De heer A. J. Loerakker is 67 jaar oud en was bijna 28 jaar gesalarieerd bestuur der van den R.K. Landarbeidersbond. De heer C. van der Ploeg werd in Januari 1939 gekozen tot hoofdbestuurder. Tot dan toe was hij reeds eenige jaren in dienst van den R.K. Landarbeidersbond als propagandist. Jhr. C. E. J. M. VERHETEN f Buitenslands is overleden in den leeftijd van 48 jaar jonkheer C. E. J. M. Verheyeri, ritmeester der huzaren b. d. Jhr. Verheyen was officier in de Orde van Oranje-Nassau, droeg de beide Herin neringsmedailles en was ridder in de Kroon orde (België) en grootkruis van de Orde van Leopold II. Burgemeesters Bij beschikking van den secretaris generaal van Binnenlandsche Zaken, is R. van Luttervelt, opnieuw tot burge meester van de gemeente Lochem benoemd Voorts is F. H. Wanninkhof tot burge meester van de gemeente Willemstad be noemd. De heer Wanninkhof is luitenant-kolonel op non-activiteit. Hij werd te Deventer ge boren 4 Maart 1888. WEDSTRIJDEN VAN ZXJIDWIJCK. Morgen te 2 uur speelt het erste dames- elftal zijn tweeden promotiewedstrijd te gen nummer laatst der eerste klasse n.l. Graaf Willem IZuijdwijck I. De tweede elftallen spelen beide hun laatsten comp.-wedstryd, die gewonnen moet worden, willen de kleine promotie kansen behouden blijven. Het zijn: Zater dag te 3 uur: ZuiJwijck IIL.S.V. II (hee- ren) en Zondag te 12 uur: Aeolus IVZuid- wijck n (dames). WIELRENNEN SWIFT-COMBINATIE. Gisteren had de eerste wedstrijd plaats voor de zomeravond-competitie. De animo was niet erg groot, wat wel zijn oorzaak hierin zal hebben gehad, dat het weer niet erg aanlokkelijk was. Slechts 5 renners bonden den strijd aan voor den 40 K.M. peleton wedstrijd. M. Segaar toonde zijn zijn goeden vorm, door met 53 scc. voor sprong op het peleton als eerste de finish te bereiken. W. Rysbergen werd 2e, N. de Romijn 3de, 4de J. Schüller. De tijd was van den eerst-aankomende 1 uur 7 min. 7 sec. Zondag a.s. wordt voor de competitie tegen de Rotterdamsche Rennersclub „Rot terdam" gereden. Afstand 70 K.M. Sa menkomst 9 uur aan det clublokaal. Er moet om 9.30 uur gestart zijn. IN DE ZUIDELIJKE BUITEN WIJKEN. Da St. Petrus- en de Gereformeerde kerk Van de 80.000 zielen (bij de opgaven van inwonerstal wordt met de stoffelijke om hulsels zelden rekekening gehouden), die in het gemeenebest van Leiden samen leven, kan hoogstens 50 pet. er aanspraak op maken stedeling te zijn, in de gang bare beteekenis van het poorterschap. De andere hëlft leeft „in den polder", buiten de wallen, noemt zich niettemin met hooge borst Leidenaar en viert de tijden daar toe rijp - uitgelaten het 3-Octoberfeest. Deze uit de wieg van singels geworpen schare woont in de gordel van buiten wijken. Riante oftewel lachende buiten wijken, alles even keurig, netjes en nieuw als in de huiskamer van een pas-getrouwd span. Wat al te keurig, en vaak eentonig. Maar ook deze voortplanting van de grijze stad heeft in haar woongelegenheid enkele meubelstukken en snuisterijen ge sleept, die de moeite van een omwande ling rijkelijk beloonen. Beginnen wij deze toeristieke visitatie bij de watertoren, een oranje bokaal, waar uit de dorst van duizenden wordt gelescht. Op den Hooge Rijndijk worden wij plotseling als Habakuk bij de haren ge nomen en verplaatst naar het Damrak. Het is de stedelijke H.B.S., die, door haar vele reminiscenties aan Berlage's beurs, ons in den geest naar de hoofdstad des Rijks overhevelt. Een kranig werk van den jongen W. M. Dudok uit 1915, toen hij als ingenieur aan de Leidsche gemeente- Werken was verbonden. Een aardig- verzonnen ornament in de gevel aan den Rijndijk is de olifant, wiens slurf in een gootpijp haar verlengstuk vindt. Op de voorgevel aan de Burggraven-laan, be halve de onvermijdelijke sleutels en leeu wen, ingevoegd aardewerk: een uil, de ware, en een aap, de nagebootste (of ge spiekte) kennis verzinnebeeldend. Het Invalidenhuis door Posthumus Meyes in 1912 gebouwd is gedegradeerd tot een particuliere handelsinstelling. Het Latijnsche opschrift boven den hoofd ingang gaat schuil achter een reclame plakkaat, maar de Romeinsche krijgmans- kop, omgeven door vanen, kanonnen en eikenloof, verraadt de» oorspronkelijke be stemming. Het weggemoffelde opschrift, alsmede de aan het daglicht gebleven gedenksteen in de zij-gevel: Erkentenis der Nederlanders aan hunne verdedigers zijn afkomstig van het oude, afgebroken Invaliden-huis aan den Middelweg. De stijlvolle betimmering en bontmarmeren schoorsteen uit de regentenkamer verhuis den bij de afbraak naar het nieuwe Inva liden-huis en bekleeden daar een vertrek van dezelfde afmetingen. Ook de hard- steenen pomp van de binnenplaats is, op non-actief gesteld, naar den tuin van de krijgslieden-in-ruste overgepoot. Het grandiose inrijhek (18e eeuw), prachtig smeedwerk, is in zijn geheel ont worteld uit de buitenplaats „Rhijnvreugd" (verdwenen) en verhoogt het decorum van dit ruime, op 80 oudjes berekende, Invalidenhuis, een stichting van het „Fonds tot ondersteuning en aanmoediging van den Gewapenden Dienst in de Neder landen" (vriendelijke mededeelingen van den heer D. A. van Lith). Het is blijkbaar onmogelijk geweest een betere bestemming voor dit statige ge bouw te vinden. Wij misgunnen de aldaar gevestigde handelsinstelling haar geriefe lijke nederzetting nietmaar passend en waardig kunnen wij de oplossing van het probleem niet vinden. Aan de Burggravenlaan het pretentie- lcoze Gymnasium (1940) door J. Neysingh, met een campanile, welke uitschiet in een naaldscherpe spits. Aan de Roodenburger- straat het zonnig-gele Israëlitisch Weeshuis („Machseh Lajesoumim Toevlucht voor Weezen"), naar ontwerp van Buurman. De simpele Stadsmolensloot, die, door middel van een steenen watermolen, uit slaat op het Nieuwe Kanaal, heeft haar bed tusschen plantsoenen. In de buiten wijken ontbreken de echt-Hollandsche waterpartijen maar al te zeer. Deze kleine molentocht, welke nooit gedroomd had eens met.luxe te zullen worden verwend, brengt een welkome afwisseling in de droge woestijn van huizenblokken. Het stille water te midden van bloemrijke uiterwaarden opent een wijdsch perspectief op de hooge daken van het Natuur-histo- risch museum en van de Pieterskerk binnen-, maar vooral op de schilderachtige omlijning van de Pieterskerk-buiten-de- veste. De robuste torenreus stevent onver vaard omhoog, zich niet bekommerend om de kleine belhamel van een angelus-toren- tjes, dat bij de ronding van den absis schrijlings op' de ruggegraat van het dak zit. De St. Petruskerk, in 1936 gebouwd door C. P. Kropholler en ir. Hugo van Oerle, is toegewijd aan den beschermheilige der stad. Daarom betaamt het haar nadat de aloude Pieterskerk sedert de instorting in 1512 onthoofd achterbleef een toren te hebben hooger dan alle andere torens (70 meter), en zegevierend bekroond te worden door een kruis, grooter dan eenig ander kruis. Leiden wordt toren-loos genoemd. Op de treden van de St. Petruskerk staande en stadwaarts kijkend, tellen wij echter in de gauwigheid vijf spitsen: van de Gere formeerde, de St. Lodewijks-, de Harte- brug-, de Marekerk en het Stadhuis dus niet medegerekend de struische, stoere klokkedrager van de St. Petrus-kerk zel ve, aan wie nog jong en kersversch in het silhouet van de stad meteen een vooraanstaande rol werd toebedeeld. De zware massale toren op 100 beton nen heipalen in den veengrond vastge- stampt wil niet meer zijn dan hij is: een steenen zuil, die klokken draagt. De architecten hebben het massieve voorko men nog sterker laten spreken door de toegangs-opening klein te houden en te onderdrukken. De deuren met forsch, Kropholleriaansch beslag zijn zoo laag, dat wij betwijfelen al zou het processie verbod ooit worden opgeheven of een baldakijn en staf kruis er ongebukt zullen kunnen passeeren. De meetkundige ernst van loodrechte en horizontale lijnen wordt verhelderd en toch ook weer beklemtoond door het door luchtige tulband-torentje. Het inwendige een hallenkerk naar het voorbeeld van de afgebrande „Ruïne" is veel wijdscher en breeder dan de buitenstaander zou meenen: een tempel van edele, voorname verhoudingen, in het middenschip stuttend op vier kostbare zui len van wit Noorsch graniet licht, ook op de somberste dagen, door de zachtg-y- ze kalkzandsteen, waarmede de wanden zijn bekleed. Toch zal het karaktervolle interieur pas in alle schoonheid den kerk ganger omvatten en omvamen, wanneer gebrandschilderde ramen het te scherpe licht zeven, temperen en verzachten, en de koele ruimte verwarmen en verinnigen. Een ruig plafond van oranjekleurig Ore- gon-pijnhout door sommige parochianen een hooizolder genoemd teekent den oerkrachtigen, gezond-vaderlandschen aard van den bouw. Ofschoon de kerk haar lustrum reeds beleefde, mist zij en dat kunnen de pa rochianen zich aantrekken een belang rijk deel van haar meubileering, o.a. een vloerbedekking, een kruisweg, een com muniebank, terwijl van de zij-altaren al leen de marmeren tafels werden geplaatst en onvoltooid gelaten. Maar wat aan kunst deze kerk binnenkwam, heeft onvergan kelijke waarde. Pastoor Th. M. Beukers, de herder der parochie, weerde fabrieks- goed en godvruchtige prullaria en droeg aan vooraanstaande artisten de versiering op van Sint Petrus' heiligdom, dat, al gaat het piano-piano, nu reeds een schatkamer van moderne kerkelijke kunst is. Het hoogaltaar is een tombe van Grieksch marmer, waarop in flauwe lijnen zich een rijzende, stralende zon af teekent. Het vergulde tabernakel, omhangen met een conopeum (eigenlijk: vliegen-net) in de liturgische kleuren van den dag, wordt gedekt door een koningskroon. Naast het altaar de godslamp, niet han gend, doch staande op een amber-getinte zuil van onyx. In plaats van een preek stoel: twee koperen ambonen op marineren voetstuk. Achter de offertafel van het Nieuw Ver bond rijst een aller oogen tot zich trek kend kruis, 6 meter hcog. Het beeld van den daarop uitgestrekten Verlosser der wereld, is aangrijpend, in hout gesneden door Gerhard Jansen. De gebrandschilderde ramen, Han Bij voet was er de maker van, kunnen wed ijveren met de beste voortbrengselen der middeleeuwsche glazenierskunst. Transpa rant bloeien en gloeien de kleuren als een hel stukje regenboogin de effen-grijze lucht van den altaarschelp. Op de eere-plaats rechts van het taber nakel St. Pieter, een zon-gebruinde, gul hartige visscher. In nederige eerbied voor zijn uitverkiezing houdt hij de beide sleu tels vast, niet met de bloote, knokige werkmanshand, doch in de vouwen van zijn overkleed. Aan den anderen kant de apostel der heidenen, St. «Paul, in een rood gewaad, een paarsen mantel omgeslagen het rood fonkelt als robijn, het violet als ame thyst. In de eene hand houdt hij het zwaard, het teeken van zijn martelaar schap, maar ook van zijn feilen penne- strijd. De andere hand, omvat een zijner vele brieven en drukt deze aan zijn hart, een van die vele brieven met zijn harte- bloed geschreven. In zijkapellen: beeltenissen van de „klei ne" H. Theresia, door Termote, en van het H. Hart van Jezus door dom. Van dpr Mey, beide beelden in hun strakke, be- heerschte vormgeving afwijkend van de zoetelijke cliché's. De nis, waarin het H. Hart-beeld staat, is omlijst door een band van geglazuurde tegels en wordt geflan keerd door biddende engelen in hetzelfde materiaal uitgevoerd. Het Doop-vont is gered uit de afgebran de kerk. Een vleeschmarmeren bekken op groen-marmeren zuiltjes - nogal bont. Het deksel van Jan Brom? is een koperen koepel met een „lantaarn", waar onder de vergulde beeldjes van den doop van Christus door Johannes. De koperen koepel heeft zulk een gewicht, dat een ijzeren kraan versierd met het wel bi zonder toepasselijk motief van waterlelies en plompe-blaren het deksel van het vont tilt. Bij den uitgang der kerk een kleurig ie- geltableau door Felix Timmermans: St. Antonius brood uitreikend aan de armen. Oogenschijnlijk achteloos en klakkeloos is de schilder te werk gegaan volgens zijn bekend procédé: dikke verf met kinderlij ke eenvoud uit te strijken, zwarte klod dertjes voor de bandstoppels van den be delaar (is dat niet Suskewiet?), oranje appeltjes op de koontjes van de beide en gelen, die door middel van gevleugelde oortjes zich wiegen op azuren wolken, roode penseelspatten voor de steenen van het klooster, op den achtergrond een geel kerkje met een paars dak en daarmede is het kunststuk gereed. Maar wie het ta bleau aandachtiger beschouwt: de milde gelaatsuitdrukking van St Antonius en de ellende en hunkering op de gezichten der wachtenden afgeteekend, voelt, dat, al zal Gemeentel. Aankondiging TEXTIELDISTRIBUTIE, Met ingang vfm MajflKjag 5 Mei a^. zal de Textielafdeelng «Tan h*t Distributiekan toor om 4 uur An. Voorset publiek geslo ten zijn. PLUIMVEEHOUDERS. Er zal voor p' iimvd Vrijdag 9 Mei a. gele nen 81 tot en r e Distributiebonbokl ders tot en met eid zijn de bon- i het Algemeen leveren aan het Leiden, 3 Mei LEIDEN. Geboren: Abraham z. van A. Neute boom en W. Hartevelt Johanna Marga- retha d. van M. van Egmond en A. A. Vlie land Abraham Cornelis z. van C. Schou ten en G. H. van der Heiden Arie z. van A. Hofman en J. C. W. Post Willem z. van W. van der Heijden en C. Smit Adrianus z. van W. Krom en C. C. van Spronssen Hendrina Johanna d. van J. Bergman en W. van Klaveren. Ondertrouwd: J. J. A. M. Roozen jm. 40 j. en G. Henseler jd. 30 j. D. van den Burg jm. 25 j. en J. van Eek jd. 21 j. Overleden: J. Veen, wed. v. H. T. van Urk, 79 j. J. F. W. van Vliet z. 7 maanden. de naieve techniek ons amuseeren, het den Felix bij zijn werk diepe ernst is ge weest. Hij heeft ons steenen hart willen vermurven tot een met blijheid gegeven aalmoes. In den gang, die door de „feestdeur" naar de sacristie leidt, hangen een 17e eeuwsche Verrijzenis (van een onbeken den meester) en een prachtig schilderij van Theod. van der Schuer (1681): de he- melrit van Elias, terwijl Eliseus met diens mantel achterblijft. In de groote zaal van de pastorie por tretten van pastoor Th. de Cock, herder van „De Kachel", de schuilkerk in de St. Joris-steeg, welke de asschepoesserige voorgangster was van deze nieuwe St. Pe truskerk; van pastoor Bern. Ocke, den eer sten herder van de St. Lode wij kskerk en van pastoor Kervel, den bouwer van de af gebrande St. Petruskerk. Uit de galmgaten van de toren kan men de voorspoedige- groei van dit stadsdeel „diepgaand" bestudeeren. Er hangen vier klokken (plus een in het kleine torentje), met de doopnamen Petrus, Bonifacius (pa troon van „De Kachel"), Theodoras (naar den pastoor), Maria en Jacobus (naar een schenker) en door zinrijke opschriften omkranst. Hebben de bouwmeesters van de St. Pe truskerk straf aan de traditie vastgehou den, de architect van de schuins-tegenover liggende Gereformeerde kerk heeft daar mede gebroken. Is de appreciatie van de Kropholler ty- peerende bouwtrant der Petrus-kerk ver deeld, de gedurfde, hypermoderne, waarin architect A. van der Kraan zijn bedehuis heeft opgetrokken, stoot naar onze smaak ten onrechte op bijna algemeene critiek. Het wordt een bioscoop genoemd. D eranke toren is het voorwerp van min- of meer geestige bekogeling geworden door Jan een alleman. De zonderlinge be kroning ervan die ook bij ons geen ge nade vindt is vergeleken met haarspel den en iets te hoog geplaatste fietsen-rek- ken. Toegegeven moet worden, dat de kerk er afgezien van de baksteenen kruisen in de ronde ramen en de sculptuur van een pelikaan, die met haar eigen bloed zijn jongen voedt (symbool van den Za ligmaker) een erg onkerksch uiterlijk heeft, beoordeeld naar conventioneelen maatstaf. Dat went. wel. Het voornaamste van een kerk is niet de buiten-, maar de binnenkant, en wie deze tot hooren ge neigde en omgebogen hal intreedt wordt op slag gegrepen en veroverd. Het is ge niaal, zooals de architect de vormen en lijnen heeft laten uitstralen van het mid delpunt: de kansel en daarboven het or gel. Het interieur preekt het Woord en zingt 's Heeren lof, ook wanneer geen do minee spreekt en wanneer het orgel zwijgt. De meubileering is eenvoudig en in lichte houtsoorten; het gebrandschilder de glas in de raamrondingen tusschen wolken de zinnebeelden -der vier Evange listen verlevendigt zonder de klaarheid van deze Protestantsche tempel te beïn vloeden. In de open klokkestoel van de toren bengelen met opgetogen geluidjes twee klokken, de eenige nabestaanden van het in de vuurzee gesmolten Stadhuiscarillon. De koster, de heer K. P. Wiekhart, ge troostte zich de moeite ons voor te ga^n bij deze hoeveelste? klokken-inspec- tie. Beide bellen zijn geteekend door Pe tras Hemony, den beroemden klokkegieter, en gedateerd: 1677. De grootste erv*i draagt het randschrift: „Laudate Doiri- num in cymbalis benesonantibus Looft den Heer op welluidende cymbalen". Het kerkgebouw is omgord door veler lei dienstvertrekken, practisch en handig, zonder iets opmerkelijks, of het moest het zuilen-halletje zijn, dat bij vergaderingen als buffet gebruikt wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2