Weerbericht
Toerisme
bi) Honk
SFOMT
BiirgerMg'ke Stand
ZATERDAG 3 MEI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
Abonnementsprijs: voor Leiden 20
cent per week; 2.63 per kwartaal.
Bij onze agenten 21 cent per week;
2.73 per kwartaal. Franco per post
3.10 per kwartaal. Geïllustreerd
''nndagsblad 0.52 per kwartaal.
Losse nummers 5 cent, met geïll.
Zondagsblad 9 cent.
Advertentiën: 32 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 55 cent per plaatsing,
alléén Woensdag en Zaterdag.
ZONS OP- EN ONDERGANG.
Zon onder 9.07 uur Zaterdagavond.
Zon op 6.05 uur Zondagmorgen.
Zon onder 9.09 uur Zondagavond.
Zon op 6.03 uur Maandagmorgen.
MAANSTANDEN.
3 Mei: De maan komt Zaterdagvoormid
dag te 11.31 uur op en gaat Zondagnacht
om 2.45 uur onder.
(Eerste kwartier).
4 Mei: De maan komt Zondagmiddag te
12.37 uur op en gaat Maandagnacht te 3.18
uur onder.
5 Mei: De maan komt Maandagmiddag te
1.48 op en gaat Dinsdagnacht om 3.48 on
der.
6 Mei: De maan komt Dinsdagmiddag
te 3.02 uur op en gaat Woensdagnacht te
4.17 uur onder.-
7 Mei: De maan komt Woensdagmiddag
te 4.18 uur op en gaat Donderdagochtend
om 4.43 uur onder.
8 Mei: De maan komt Donderdagnamid
dag te 5.38 uur op en gaat Vrijdagmorgen
om 5.13 uur onder.
9 Mei: De maan komt Vrijdagavond om
7.01 uur op en gaat Zaterdagmorgen om
5.45 uur onder.
WATERTEMPERATUUR:
Poelmeer 11 gr. C.
.OIIOIIOIICDIIOIIOIIOIIOIIOIIC
Verduisteringstijden
Er is bepaald, dat er verduisterd
moet v/order. tusschen zonsonder- U
gang en zonsopkomst. jj
Deze tijden zijn voor hedenavond r
en morgenochtend: U
ZONSONDERGANG
9.07 uur. y
ZONSOPKOMST 9
6.05 uur. Q
Tusschen deze beide tijden dient Q
er dus verduisterd te worden.
o
HC3IIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIO
BELASTING-AMNESTIE
Bemiddeling der inspecteurs mogelijk voor
onvolledige of onjuiste aangiften
In verband met het besluit betreffende
amnestie op het gebied der belastingen en
der deviezen deelt men ons van bevoegde
zijde het volgende mede:
De aangifte, waartoe men ingevolge het
besluit verplicht is, moet geschieden op een
formulier, dat door den secretaris-generaal
van het departement van Financiën is vast
gesteld. Dit formulier kan men aanvragen
bij de directeurs der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen, bij die van
's rijks belastingen of bij die der registra
tie en domeinen, of bij de inspecteurs der
directe belastingen of bij die der registra
tie. Aan dengene die, persoonlijk of door
een gemachtigde, reeds aangifte mocht heb
ben gedaan zonder gebruik te maken van
het vastgestelde formulier, zal alsnog zulk
een formulier worden toegezonden. Hij
dient dit formulier dan in te vullen en in
te leveren bij den inspecteur, die het hem
toezond. Alleen indien hij geen aangifte
van deviezen behoeft te doen, kan hij vol
staan met het inzenden van een verklaring
dat invulling van het formulier voor zoo
veel de deviezen betreft te zijnen aanzien
niet te pas komt.
De aangever heeft bij een volledige en
juiste aangifte het grootste belang; immers
alleen door zulk een aangifte waarborgt hij
zich straffeloosheid wegens overtredingen
van bepalingen inzake belastingen en de
viezen. Een onvolledige of onjuiste aangifte
geeft hem geen aanspraak op eenige gunst.
OVERMAKEN VAN LOONOVER-
SCHOTTEN UIT DUITSCHLAND.
Naar aanleiding van klachten, dat in ver
schillende gevallen het door Nederlandsche
arbeiders in Duitschland verdiende loon
zeer moeilijk aan hun familiebetrekkingen
in Nederland kon worden overgemaakt,
heeft het R. K. Werkliedenverbond aan het
wnd. Hoofd van het Departement van So
ciale Zaken verzocht te willen bevorderen,
dat het overzenden van geld op normale
wijze zal kunnen geschieden.
Door het Rijksarbeidsbureau werd in
antwoord op dat verzoek bij schrijven van
29 April aan het R. K. Werkliedenverbond
medegedeeld, „dat, nu het Nederlandsch
Clearing Instituut vanaf 31 Maart 1941 geen
bemiddeling meer verleent bij het geldver
keer tusschen Nederland en Duitschland,
sedert die datum iedere in Duitschland
werkzame Nederlandsche arbeider zijn
loonoverschotten per postwissel naar Ne
derland kan overmaken".
DE GRONDSTOFFEN VOOR DE
BAKKERIJEN
Paraffine-olie.
Daar verschillende leveranciers van
paraffine-olie niet meer over de noodige
voorraden beschikken om de bakkerijen
te voorzien, heeft het centrale bureau
voor het bakkersbedrijf zich gewend tot
het rijksbureau voor aardolieproducten
met het verzoek de noodige medewerking
te willen verleenen, opdat de bakkerijen in
de gelegenheid worden gesteld de noodige
hoeveelheden paraffine-olie in te slaan.
Het rijksbureau heeft zijn medewerking
ten deze toegezegd. De bakkers, wier oude
leverancier niet meer kan leveren, moeten
zich wenden tot het rijksbureau, Zeestraat
100—104, Den Haag, onder mededeeling
van de naam van hun leverancier voor
paraffine-olie en van de hoeveelheden
welke in de laatste twaalf maanden ont
vangen zijn.
Na ontvangst van deze gegevens zal het
rijksbureau voor aardolieproducten maat
regelen treffen opdat de bakker in staat
wordt gesteld, paraffine-olie te betrekken
van een andere leverancier of dat de oude
leverancier in de gelegenheid wordt ge
steld zijn voorraad aan te vullen.
Geen versche eieren.
Het centrale bureau voor het bakkers
bedrijf heeft zich tot de Nederlandsche
meelcentrale gericht met het verzoek,
versche kippeneieren voor de bakkerij be
schikbaar te willen stellen, daar de oude
voorraden kalkeieren vrijwel opgebruikt
zijn. De Nederlandsche meelcentrale heeft
aan het centraal bureau voor het bakkers
bedrijf medegedeeld, dat dit niet mogelijk
is, zoodat de bakkerij gebruik moet maken
van de volgende soorten eieren of ei-
producten (geen eendeneieren): bevroren
eiproducten, gedroogde eiproducten, vloei
bare eiproducten, versche kippeneieren
met onzichtbare breuk (de z.g. ramme-
A. J. LOERAKKER
Ontslag als voorzitter van den R.K.
Landarbeidersbond
In „De R.K. Landarbeider" deelt de
heer A. J. Loerakker, voorzitter van den
R.K. Landarbeidersbond en redacteur van
het orgaan van die organisatie mede, dat
het hoofdbestuur van den R.K. Land
arbeidersbond zijn verzoek om ontslag als
voorzitter van die organisatie en redacteur
van het orgaan heeft aanvaard en hem
met ingang van 1 April ontslag heeft ver
leend.
Aan dat besluit is geen bekendheid ge
geven voor de bestuursraad in. de gelegen
heid was, een opvolger te benoemen. Deze
heeft Zaterdag 26 April den heer C. van
der Ploeg te Haarlem tot voorzitter be
noemd.
De heer A. J. Loerakker is 67 jaar oud
en was bijna 28 jaar gesalarieerd bestuur
der van den R.K. Landarbeidersbond.
De heer C. van der Ploeg werd in
Januari 1939 gekozen tot hoofdbestuurder.
Tot dan toe was hij reeds eenige jaren in
dienst van den R.K. Landarbeidersbond als
propagandist.
Jhr. C. E. J. M. VERHETEN f
Buitenslands is overleden in den leeftijd
van 48 jaar jonkheer C. E. J. M. Verheyeri,
ritmeester der huzaren b. d.
Jhr. Verheyen was officier in de Orde
van Oranje-Nassau, droeg de beide Herin
neringsmedailles en was ridder in de Kroon
orde (België) en grootkruis van de Orde
van Leopold II.
Burgemeesters
Bij beschikking van den secretaris
generaal van Binnenlandsche Zaken, is
R. van Luttervelt, opnieuw tot burge
meester van de gemeente Lochem benoemd
Voorts is F. H. Wanninkhof tot burge
meester van de gemeente Willemstad be
noemd.
De heer Wanninkhof is luitenant-kolonel
op non-activiteit. Hij werd te Deventer ge
boren 4 Maart 1888.
WEDSTRIJDEN VAN ZXJIDWIJCK.
Morgen te 2 uur speelt het erste dames-
elftal zijn tweeden promotiewedstrijd te
gen nummer laatst der eerste klasse n.l.
Graaf Willem IZuijdwijck I.
De tweede elftallen spelen beide hun
laatsten comp.-wedstryd, die gewonnen
moet worden, willen de kleine promotie
kansen behouden blijven. Het zijn: Zater
dag te 3 uur: ZuiJwijck IIL.S.V. II (hee-
ren) en Zondag te 12 uur: Aeolus IVZuid-
wijck n (dames).
WIELRENNEN
SWIFT-COMBINATIE.
Gisteren had de eerste wedstrijd plaats
voor de zomeravond-competitie. De animo
was niet erg groot, wat wel zijn oorzaak
hierin zal hebben gehad, dat het weer niet
erg aanlokkelijk was. Slechts 5 renners
bonden den strijd aan voor den 40 K.M.
peleton wedstrijd. M. Segaar toonde zijn
zijn goeden vorm, door met 53 scc. voor
sprong op het peleton als eerste de finish
te bereiken. W. Rysbergen werd 2e, N. de
Romijn 3de, 4de J. Schüller. De tijd was
van den eerst-aankomende 1 uur 7 min.
7 sec.
Zondag a.s. wordt voor de competitie
tegen de Rotterdamsche Rennersclub „Rot
terdam" gereden. Afstand 70 K.M. Sa
menkomst 9 uur aan det clublokaal. Er
moet om 9.30 uur gestart zijn.
IN DE ZUIDELIJKE BUITEN
WIJKEN.
Da St. Petrus- en de
Gereformeerde kerk
Van de 80.000 zielen (bij de opgaven van
inwonerstal wordt met de stoffelijke om
hulsels zelden rekekening gehouden), die
in het gemeenebest van Leiden samen
leven, kan hoogstens 50 pet. er aanspraak
op maken stedeling te zijn, in de gang
bare beteekenis van het poorterschap. De
andere hëlft leeft „in den polder", buiten
de wallen, noemt zich niettemin met hooge
borst Leidenaar en viert de tijden daar
toe rijp - uitgelaten het 3-Octoberfeest.
Deze uit de wieg van singels geworpen
schare woont in de gordel van buiten
wijken. Riante oftewel lachende buiten
wijken, alles even keurig, netjes en nieuw
als in de huiskamer van een pas-getrouwd
span. Wat al te keurig, en vaak eentonig.
Maar ook deze voortplanting van de
grijze stad heeft in haar woongelegenheid
enkele meubelstukken en snuisterijen ge
sleept, die de moeite van een omwande
ling rijkelijk beloonen.
Beginnen wij deze toeristieke visitatie
bij de watertoren, een oranje bokaal, waar
uit de dorst van duizenden wordt gelescht.
Op den Hooge Rijndijk worden wij
plotseling als Habakuk bij de haren ge
nomen en verplaatst naar het Damrak.
Het is de stedelijke H.B.S., die, door haar
vele reminiscenties aan Berlage's beurs,
ons in den geest naar de hoofdstad des
Rijks overhevelt. Een kranig werk van
den jongen W. M. Dudok uit 1915, toen
hij als ingenieur aan de Leidsche gemeente-
Werken was verbonden. Een aardig-
verzonnen ornament in de gevel aan den
Rijndijk is de olifant, wiens slurf in een
gootpijp haar verlengstuk vindt. Op de
voorgevel aan de Burggraven-laan, be
halve de onvermijdelijke sleutels en leeu
wen, ingevoegd aardewerk: een uil, de
ware, en een aap, de nagebootste (of ge
spiekte) kennis verzinnebeeldend.
Het Invalidenhuis door Posthumus
Meyes in 1912 gebouwd is gedegradeerd
tot een particuliere handelsinstelling. Het
Latijnsche opschrift boven den hoofd
ingang gaat schuil achter een reclame
plakkaat, maar de Romeinsche krijgmans-
kop, omgeven door vanen, kanonnen en
eikenloof, verraadt de» oorspronkelijke be
stemming.
Het weggemoffelde opschrift, alsmede
de aan het daglicht gebleven gedenksteen
in de zij-gevel:
Erkentenis der Nederlanders
aan hunne verdedigers
zijn afkomstig van het oude, afgebroken
Invaliden-huis aan den Middelweg. De
stijlvolle betimmering en bontmarmeren
schoorsteen uit de regentenkamer verhuis
den bij de afbraak naar het nieuwe Inva
liden-huis en bekleeden daar een vertrek
van dezelfde afmetingen. Ook de hard-
steenen pomp van de binnenplaats is, op
non-actief gesteld, naar den tuin van de
krijgslieden-in-ruste overgepoot.
Het grandiose inrijhek (18e eeuw),
prachtig smeedwerk, is in zijn geheel ont
worteld uit de buitenplaats „Rhijnvreugd"
(verdwenen) en verhoogt het decorum
van dit ruime, op 80 oudjes berekende,
Invalidenhuis, een stichting van het
„Fonds tot ondersteuning en aanmoediging
van den Gewapenden Dienst in de Neder
landen" (vriendelijke mededeelingen van
den heer D. A. van Lith).
Het is blijkbaar onmogelijk geweest een
betere bestemming voor dit statige ge
bouw te vinden. Wij misgunnen de aldaar
gevestigde handelsinstelling haar geriefe
lijke nederzetting nietmaar passend en
waardig kunnen wij de oplossing van het
probleem niet vinden.
Aan de Burggravenlaan het pretentie-
lcoze Gymnasium (1940) door J. Neysingh,
met een campanile, welke uitschiet in een
naaldscherpe spits. Aan de Roodenburger-
straat het zonnig-gele Israëlitisch Weeshuis
(„Machseh Lajesoumim Toevlucht voor
Weezen"), naar ontwerp van Buurman.
De simpele Stadsmolensloot, die, door
middel van een steenen watermolen, uit
slaat op het Nieuwe Kanaal, heeft haar
bed tusschen plantsoenen. In de buiten
wijken ontbreken de echt-Hollandsche
waterpartijen maar al te zeer. Deze kleine
molentocht, welke nooit gedroomd had
eens met.luxe te zullen worden verwend,
brengt een welkome afwisseling in de
droge woestijn van huizenblokken. Het
stille water te midden van bloemrijke
uiterwaarden opent een wijdsch perspectief
op de hooge daken van het Natuur-histo-
risch museum en van de Pieterskerk
binnen-, maar vooral op de schilderachtige
omlijning van de Pieterskerk-buiten-de-
veste. De robuste torenreus stevent onver
vaard omhoog, zich niet bekommerend om
de kleine belhamel van een angelus-toren-
tjes, dat bij de ronding van den absis
schrijlings op' de ruggegraat van het dak
zit.
De St. Petruskerk, in 1936 gebouwd door
C. P. Kropholler en ir. Hugo van Oerle, is
toegewijd aan den beschermheilige der
stad. Daarom betaamt het haar nadat de
aloude Pieterskerk sedert de instorting in
1512 onthoofd achterbleef een toren te
hebben hooger dan alle andere torens (70
meter), en zegevierend bekroond te worden
door een kruis, grooter dan eenig ander
kruis.
Leiden wordt toren-loos genoemd. Op
de treden van de St. Petruskerk staande
en stadwaarts kijkend, tellen wij echter in
de gauwigheid vijf spitsen: van de Gere
formeerde, de St. Lodewijks-, de Harte-
brug-, de Marekerk en het Stadhuis
dus niet medegerekend de struische, stoere
klokkedrager van de St. Petrus-kerk zel
ve, aan wie nog jong en kersversch
in het silhouet van de stad meteen een
vooraanstaande rol werd toebedeeld.
De zware massale toren op 100 beton
nen heipalen in den veengrond vastge-
stampt wil niet meer zijn dan hij is:
een steenen zuil, die klokken draagt. De
architecten hebben het massieve voorko
men nog sterker laten spreken door de
toegangs-opening klein te houden en te
onderdrukken. De deuren met forsch,
Kropholleriaansch beslag zijn zoo laag,
dat wij betwijfelen al zou het processie
verbod ooit worden opgeheven of een
baldakijn en staf kruis er ongebukt zullen
kunnen passeeren.
De meetkundige ernst van loodrechte en
horizontale lijnen wordt verhelderd en
toch ook weer beklemtoond door het door
luchtige tulband-torentje.
Het inwendige een hallenkerk naar
het voorbeeld van de afgebrande „Ruïne"
is veel wijdscher en breeder dan de
buitenstaander zou meenen: een tempel
van edele, voorname verhoudingen, in het
middenschip stuttend op vier kostbare zui
len van wit Noorsch graniet licht, ook
op de somberste dagen, door de zachtg-y-
ze kalkzandsteen, waarmede de wanden
zijn bekleed. Toch zal het karaktervolle
interieur pas in alle schoonheid den kerk
ganger omvatten en omvamen, wanneer
gebrandschilderde ramen het te scherpe
licht zeven, temperen en verzachten, en
de koele ruimte verwarmen en verinnigen.
Een ruig plafond van oranjekleurig Ore-
gon-pijnhout door sommige parochianen
een hooizolder genoemd teekent den
oerkrachtigen, gezond-vaderlandschen aard
van den bouw.
Ofschoon de kerk haar lustrum reeds
beleefde, mist zij en dat kunnen de pa
rochianen zich aantrekken een belang
rijk deel van haar meubileering, o.a. een
vloerbedekking, een kruisweg, een com
muniebank, terwijl van de zij-altaren al
leen de marmeren tafels werden geplaatst
en onvoltooid gelaten. Maar wat aan kunst
deze kerk binnenkwam, heeft onvergan
kelijke waarde. Pastoor Th. M. Beukers,
de herder der parochie, weerde fabrieks-
goed en godvruchtige prullaria en droeg
aan vooraanstaande artisten de versiering
op van Sint Petrus' heiligdom, dat, al gaat
het piano-piano, nu reeds een schatkamer
van moderne kerkelijke kunst is.
Het hoogaltaar is een tombe van
Grieksch marmer, waarop in flauwe lijnen
zich een rijzende, stralende zon af teekent.
Het vergulde tabernakel, omhangen met
een conopeum (eigenlijk: vliegen-net) in
de liturgische kleuren van den dag, wordt
gedekt door een koningskroon.
Naast het altaar de godslamp, niet han
gend, doch staande op een amber-getinte
zuil van onyx. In plaats van een preek
stoel: twee koperen ambonen op marineren
voetstuk.
Achter de offertafel van het Nieuw Ver
bond rijst een aller oogen tot zich trek
kend kruis, 6 meter hcog. Het beeld van
den daarop uitgestrekten Verlosser der
wereld, is aangrijpend, in hout gesneden
door Gerhard Jansen.
De gebrandschilderde ramen, Han Bij
voet was er de maker van, kunnen wed
ijveren met de beste voortbrengselen der
middeleeuwsche glazenierskunst. Transpa
rant bloeien en gloeien de kleuren als een
hel stukje regenboogin de effen-grijze
lucht van den altaarschelp.
Op de eere-plaats rechts van het taber
nakel St. Pieter, een zon-gebruinde, gul
hartige visscher. In nederige eerbied voor
zijn uitverkiezing houdt hij de beide sleu
tels vast, niet met de bloote, knokige
werkmanshand, doch in de vouwen van
zijn overkleed.
Aan den anderen kant de apostel der
heidenen, St. «Paul, in een rood gewaad,
een paarsen mantel omgeslagen het
rood fonkelt als robijn, het violet als ame
thyst. In de eene hand houdt hij het
zwaard, het teeken van zijn martelaar
schap, maar ook van zijn feilen penne-
strijd. De andere hand, omvat een zijner
vele brieven en drukt deze aan zijn hart,
een van die vele brieven met zijn harte-
bloed geschreven.
In zijkapellen: beeltenissen van de „klei
ne" H. Theresia, door Termote, en van het
H. Hart van Jezus door dom. Van dpr
Mey, beide beelden in hun strakke, be-
heerschte vormgeving afwijkend van de
zoetelijke cliché's. De nis, waarin het H.
Hart-beeld staat, is omlijst door een band
van geglazuurde tegels en wordt geflan
keerd door biddende engelen in hetzelfde
materiaal uitgevoerd.
Het Doop-vont is gered uit de afgebran
de kerk. Een vleeschmarmeren bekken op
groen-marmeren zuiltjes - nogal bont.
Het deksel van Jan Brom? is een
koperen koepel met een „lantaarn", waar
onder de vergulde beeldjes van den doop
van Christus door Johannes. De koperen
koepel heeft zulk een gewicht, dat een
ijzeren kraan versierd met het wel bi
zonder toepasselijk motief van waterlelies
en plompe-blaren het deksel van het
vont tilt.
Bij den uitgang der kerk een kleurig ie-
geltableau door Felix Timmermans: St.
Antonius brood uitreikend aan de armen.
Oogenschijnlijk achteloos en klakkeloos is
de schilder te werk gegaan volgens zijn
bekend procédé: dikke verf met kinderlij
ke eenvoud uit te strijken, zwarte klod
dertjes voor de bandstoppels van den be
delaar (is dat niet Suskewiet?), oranje
appeltjes op de koontjes van de beide en
gelen, die door middel van gevleugelde
oortjes zich wiegen op azuren wolken,
roode penseelspatten voor de steenen van
het klooster, op den achtergrond een geel
kerkje met een paars dak en daarmede
is het kunststuk gereed. Maar wie het ta
bleau aandachtiger beschouwt: de milde
gelaatsuitdrukking van St Antonius en de
ellende en hunkering op de gezichten der
wachtenden afgeteekend, voelt, dat, al zal
Gemeentel. Aankondiging
TEXTIELDISTRIBUTIE,
Met ingang vfm MajflKjag 5 Mei a^. zal
de Textielafdeelng «Tan h*t Distributiekan
toor om 4 uur An. Voorset publiek geslo
ten zijn.
PLUIMVEEHOUDERS.
Er zal voor p' iimvd
Vrijdag 9 Mei a. gele
nen 81 tot en r e
Distributiebonbokl
ders tot en met
eid zijn de bon-
i het Algemeen
leveren aan het
Leiden, 3 Mei
LEIDEN.
Geboren: Abraham z. van A. Neute
boom en W. Hartevelt Johanna Marga-
retha d. van M. van Egmond en A. A. Vlie
land Abraham Cornelis z. van C. Schou
ten en G. H. van der Heiden Arie z. van
A. Hofman en J. C. W. Post Willem z.
van W. van der Heijden en C. Smit
Adrianus z. van W. Krom en C. C. van
Spronssen Hendrina Johanna d. van J.
Bergman en W. van Klaveren.
Ondertrouwd: J. J. A. M. Roozen
jm. 40 j. en G. Henseler jd. 30 j. D. van
den Burg jm. 25 j. en J. van Eek jd. 21 j.
Overleden: J. Veen, wed. v. H. T.
van Urk, 79 j. J. F. W. van Vliet z.
7 maanden.
de naieve techniek ons amuseeren, het den
Felix bij zijn werk diepe ernst is ge
weest. Hij heeft ons steenen hart willen
vermurven tot een met blijheid gegeven
aalmoes.
In den gang, die door de „feestdeur"
naar de sacristie leidt, hangen een 17e
eeuwsche Verrijzenis (van een onbeken
den meester) en een prachtig schilderij
van Theod. van der Schuer (1681): de he-
melrit van Elias, terwijl Eliseus met diens
mantel achterblijft.
In de groote zaal van de pastorie por
tretten van pastoor Th. de Cock, herder
van „De Kachel", de schuilkerk in de St.
Joris-steeg, welke de asschepoesserige
voorgangster was van deze nieuwe St. Pe
truskerk; van pastoor Bern. Ocke, den eer
sten herder van de St. Lode wij kskerk en
van pastoor Kervel, den bouwer van de af
gebrande St. Petruskerk.
Uit de galmgaten van de toren kan men
de voorspoedige- groei van dit stadsdeel
„diepgaand" bestudeeren. Er hangen vier
klokken (plus een in het kleine torentje),
met de doopnamen Petrus, Bonifacius (pa
troon van „De Kachel"), Theodoras (naar
den pastoor), Maria en Jacobus (naar een
schenker) en door zinrijke opschriften
omkranst.
Hebben de bouwmeesters van de St. Pe
truskerk straf aan de traditie vastgehou
den, de architect van de schuins-tegenover
liggende Gereformeerde kerk heeft daar
mede gebroken.
Is de appreciatie van de Kropholler ty-
peerende bouwtrant der Petrus-kerk ver
deeld, de gedurfde, hypermoderne, waarin
architect A. van der Kraan zijn bedehuis
heeft opgetrokken, stoot naar onze
smaak ten onrechte op bijna algemeene
critiek. Het wordt een bioscoop genoemd.
D eranke toren is het voorwerp van min-
of meer geestige bekogeling geworden
door Jan een alleman. De zonderlinge be
kroning ervan die ook bij ons geen ge
nade vindt is vergeleken met haarspel
den en iets te hoog geplaatste fietsen-rek-
ken.
Toegegeven moet worden, dat de kerk
er afgezien van de baksteenen kruisen
in de ronde ramen en de sculptuur van
een pelikaan, die met haar eigen bloed
zijn jongen voedt (symbool van den Za
ligmaker) een erg onkerksch uiterlijk
heeft, beoordeeld naar conventioneelen
maatstaf. Dat went. wel. Het voornaamste
van een kerk is niet de buiten-, maar de
binnenkant, en wie deze tot hooren ge
neigde en omgebogen hal intreedt wordt
op slag gegrepen en veroverd. Het is ge
niaal, zooals de architect de vormen en
lijnen heeft laten uitstralen van het mid
delpunt: de kansel en daarboven het or
gel. Het interieur preekt het Woord en
zingt 's Heeren lof, ook wanneer geen do
minee spreekt en wanneer het orgel
zwijgt. De meubileering is eenvoudig en
in lichte houtsoorten; het gebrandschilder
de glas in de raamrondingen tusschen
wolken de zinnebeelden -der vier Evange
listen verlevendigt zonder de klaarheid
van deze Protestantsche tempel te beïn
vloeden.
In de open klokkestoel van de toren
bengelen met opgetogen geluidjes twee
klokken, de eenige nabestaanden van het
in de vuurzee gesmolten Stadhuiscarillon.
De koster, de heer K. P. Wiekhart, ge
troostte zich de moeite ons voor te ga^n
bij deze hoeveelste? klokken-inspec-
tie. Beide bellen zijn geteekend door Pe
tras Hemony, den beroemden klokkegieter,
en gedateerd: 1677. De grootste erv*i
draagt het randschrift: „Laudate Doiri-
num in cymbalis benesonantibus Looft
den Heer op welluidende cymbalen".
Het kerkgebouw is omgord door veler
lei dienstvertrekken, practisch en handig,
zonder iets opmerkelijks, of het moest het
zuilen-halletje zijn, dat bij vergaderingen
als buffet gebruikt wordt.