DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
3iet dtatna vati Jaeyaöiauië
Hoe het In een paar
weken ten onder
fling
Momentje
ZATERDAG 26 APRIL 1941
32ste Jaargang No. 9933
Sb Céid&elieSoii/fca/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 1L
V Eén kudde, één herder
Als men ons vraagt, wat een der voor
naamste sociale plichten is van een goed
vaderlander in dezen tijd, dan aarze
len we geen oogenblik met ons antwoord
dan staat ons onmiddellijk voor den geest,
wat wij op deze plaats herhaaldelijk heb
ben betoogd: een onzer voornaamste plich
ten is, dat wij samenwerken, dat wij met
elkander overleggen en handelen in het al
gemeen belang van ons volk, van ons va
derland.
Wij, Katholieken, met elkander. En
niet: tegen elkander!
Maar óók wij, Nederlanders, met elkan
der over alle verschillen heen.
Ons volk moet zeker in dezen tijd een
eenheid vormen, en Aldus correct en loyaal
samenwerken met de bezettende macht.
Samenwerken in het belang van ons
dierbaar vaderland.
Ons trof vanmorgen volgend stukje in de
„Tijd":
„Onlangs betraden we een ouder-
wetsch groot gebouw, dat eens voor de
opvoeding der jeugd gediend had. Onze
voorouders hadden boven een der in
gangen een spreuk doen aanbrengen,
welke nog voluit voor onze dagen geldt:
„IJvert niet tegen elkander, maar ijvert
met elkander".
Waar we ook geplaatst zijn in de
wereld: in gezin en maatschappij moe
ten we den diepen zin van dit oude
volksgezegde betrachten. Wij zijn door
God geschapen om te zamen Hem te
dienen, om één schaapstal onder één
Herder te zijn. Eenheid maakt macht,
leerden óók onze vaderen. Eenheid is
een geestelijke sterkte voor elkaar,
door elkaar. Kinderen van eenzelfde
gezin dienen alle twisterijen terzijde
te stellen. „Laat uw offer daar op het
altaar en ga u eerst met uw broeder
verzoenen", sprak Christus. Zijn ver
maan is nooit een hol, ledig woord. We
zijn op elkaar aangewezen, we moeten
elkander niet bestrijden, maar aanvul
len, helpen. Samenwerking zij in alle
levensstadia en in alle omstandigheden
het parool. „IJvert niet tegen elkander
maar ijvert met elkander".
Onze ijver zou inderdaad heel wat meer
bereiken, als hij er steeds op gericht
was om met elkander te ijveren.
Morgen stelt de Liturgie, op heerlijke
wijze, ons Christus voor als den Goeden
Herder en ons allen als Zijn schapen.
Men leze het Evangelie:
„In dien tijd zeide Jesus tot de farizeeën:
Ik ben de goede Herder. De goede Herder
geeft zijn leven voor de schapen. Maar de
huurling, die de herder niet is, en wien de
schapen niet toebehooren, hij laat de scha
pen in den steek en slaat op de vlucht, zoo
dra hij den wolf ziet komen; en de wolf
rooft en verstrooit ze. Want hij is een huur
ling, en hjj heeft geen "hart voor de scha
pen. Ik ben de goede Herder; Ik ken de mij
nen, en de mijnen kennen Mij, zooals de
Vader Mij kent, en Ik den Vader ken. En
Ik geef Mijn leven voor de schapen. Ik heb
ook nog andere schapen, die niet uit dezen
schaapstal zijn. Ook hen moet Ik leiden, en
zij zullen luisteren naar Mijn stem; dan zal
het worden: één kudde, één herder".
Eén kudde, één herder. Wij al
len moeten medewerken, opdat dit verlan
gen van Christus moge worden vervuld;
wij kunnen medewerken op vele manieren,
maar allereerst moet onze geheele geestes
gesteldheid zóó zijn, dat wij willen streven
en werken met elkander.
DE WAARDE-BONS VAN DE WINTER
HULP NEDERLAND.
De directeur-generaal van de stichting
Winterhulp Nederland maakt ter aanvul
ling van de publicatie van 4 April j.l. nader
bekend, dat de termijn waarbinnen de
waardebonnen series A, B, C en D bij win
keliers en handelaren kunnen worden aan
geboden, in afwijking van den op de voor
zijde vermelde tekst blijft verlengd tot
uiterlijk 31 Mei 1941. Wat echter de series
E en F (5e en 6e millioen) betreft, wordt
deze termijn opnieuw verlengd tot uiter
lijk 30 Juni 1941.
De overige inhoud van de bovengenoem
de publicatie blijft van kracht behoudens
dat de beide laatste series (E en F) tot 15
Augustus in plaats van tot 31 Juli 1941
door winkeliers en handelaren kunnen
worden verzilverd bij alle banken en spaar
banken.
DE OMWENTELING TE BELGRADO.
Het hoofdstuk uit den oorlog, dat tot op
schrift draagt „Joegoslavië", is uit.
Het was een kort, maar fel bewogen stuk
uit de historie van dezen aan verrassin
gen zoo rijken oorlog.
Omdat alles zoo verrassend snel in z'n
werking is gegaan, moge hier nog een klei
ne terugblik volgen.
Op de eerste plaats een uiteenzetting van
de omwenteling, welke te Belgrado plaats
vond, na de onderteekening door de Joego
slavische regeering van het Driemogendhe-
denpact, welke uiteenzetting ontleend is
aan hetgeen de voormalige Joegoslavische
minister-president Tswetkowitsj heeft mee
gedeeld in een interview, verleend aan een
verslaggever van het Bulgaarsche blad
„Oetro".
Een geestelijk verwarde groep van twin
tig officieren heeft in één enkelen nacht,
verklaarde Tswetkowitsj, den grooten staat
in den afgrond gestort en een geheel volk
aan den ondergang prijsgegeven. Deze
groep heeft niet willen begrijpen, dat de
groote mogendheid Duitschland iedere hin
dernis op den weg naar het vervullen van
haar taak zou vernietigen en zoo heeft zij
Duitschland van een vriendschappelijk
land tot een beslist vijandig land gemaakt,
ofschoon geen doortocht van Duitsche troe
pen door Joegoslavië was verlangd. De ge
neraals hielden echter vast aan hun helsch
plan en door een nachtelijken putsch riepen
zij het noodlot op. Tswetkowitsj werd dien
nacht door den commissaris van politie te
lefonisch er van in kennis gesteld, dat voor
het gebouw van den ministerraad militai
ren bijeenkwamen. Toen Tswetkowitsj op
het punt stond de regeeringsgetrouwe lei
ders van de koninklijke garde op te bellen,
drongen drie vliegerofficieren met eenige
gewapende soldaten zijn slaapkamer bin
nen en verklaarden, dat de putsch was vol
trokken, waarop Tswetkowitsj en zijn
vrouw werden gearresteerd en in een ka
mer opgesloten. Na drie dagen werden hjj
en zijn vrouw, vergezeld van een kapitein
en eenige soldaten naar Nisj overgebracht
en daar in een villa geïnterneerd. Op 7
April doken de eerste Duitsche pantserwa
gens in Nisj op, hetgeen voor den kapitein
en de wacht aanleiding was te vluchten,
waarbij zij Tswetkowitsj en zijn vrouw
meenamen met de bedoeling, hen over te
geven aan het in de richting van Morawa
terugwijkende Servische leger. Onderweg
gelukte het daarop een officier den kapi
tein te bewegen Tswetkowitsj en zijn
vrouw vrij te laten. Thans woont hjj te
Nisj in volledige vrijheid. De Duitsche
autoriteiten zijn zeer correct.
DE KRIJGSOPERATIES.
Als wij vervolgens een overzicht willen
hebben van de snelle krijgsoperaties in
Joegoslavië, moeten wij bijgaand kaartje
De opmarschlinies van de Duitsche-Ita-
liaansche en Hongaarsche legers zjjn vol
gens de weermachtsberichten op deze
kaart gebracht.
Op 6 April gaf Hitier aan zjjn soldaten
van het Zuid-Oostelijk front het bevel tot
den opmarsch tegen Joegoslavië.
Terzelfder tijd rukten sterke legerafdee-
lingen, ondersteund door het luchtwapen,
Joegoslavië binnen.
Het Noorderleger opereerde van uit de
Oostmark (Graz), het centrale leger van
uit Sofia (Bulgarije), het Zuid-leger van
uit Petric (Zuid-Bulgarije) in de richting
van Stroemitza en viel Servisch Macedonië
binnen. Bij Stroemitza verdeelde zich het
Zuid-leger in twee formaties; één hiervan
volgde de Vardar in de richting van
Skoplje, de andere de Vardar in de rich
ting van Saloniki, dat op 9 April in Duit
sche handen viel. Het Noorderleger volgde
de rivier de Save, nam Marburg (Maribor),
op 9 April, trok verder op naar Reichen-
burg (10 April), en verdeelde zich in twee
vleugels; één hiervan ging in de richting
van Agram, de linkervleugel in de rich
ting van Serajewo.
De rechtervleugel van het Noorderleger,
een gemechaniseerde afdeeling, volgde de
rivier de Save, veroverde Agram (Zagreb)
op 11 April, Sissik (Sisac) op 11 April, en
de stad Brod op den 13de. Deze colonne
kreeg contact met de troepen te Sabac (die
Belgrado omsingeld hadden) op den 14den
April.
De linkervleugel van het Noorderleger
kreeg op 13 April contact te Karlstadt
(Karlovac) met de Italiaansche troepen,
komende uit Susa (Soesak), veroverde Plit-
vice pti Bihatsch (Bihac) op 13 April, Seco-
vac (S kov»k) en Jajce, Pravrik en Sera
jewo op 15 April. Daarna capituleerde het
tweede Joegoslavische leger.
Het Centrale leger rukte op van uit de
Bulgaarsche hoofdstad Sofia, bereikte Nisj
(Nis) op 9 April, Varvarin en Krusevac
op 12 April en voegde zich bij de Duitsche
colonne, die van uit Bazias, gelegen in Roe
menië, Belgrado omsingelde. De hoofdstad
van Joegoslavië viel dezen beiden legers in
den nacht van 12 op 13 in handen. Hierme
de capituleerde het eerste Joegoslavische
leger.
Het Zuid-leger: op 8 April viel Stroe
mitza reeds in Duitsche handen; Veles
(Keuprula) en Skoplje (Usküb) vielen op
den 9de, Tetovo (Kalkandelen) op den
10de.
Van Veles uit bereikte een vooruitge
schoven colonne Prilep (10 April); Bitolj
(Monastir) en Ochrida (Ochrid) op 11
April en brachten een verbinding met Ita
lianen aldaar tot stand.
Debar (Dibra) viel op den 12de in Ita
liaansche handen.
Het Italiaansche Noorderleger begon zijn
opmarsch bij Soesak langs de Dlamatische
kust in de richting van Ragusa. Vervolgens
vielen de volgende steden: Gospik 13), No-
vigrat (14) (Novigradi); Knin (15); Sebe-
nico (15); Spalato (16); Mostar (18); Ra
gusa (18). Aldaar kregen de Italianen con
tact met hun Zuidleger komende vanuit
Albanië.
Het Zuid-Italiaansche leger opereerde
van uit Scutari, veroverde Cetinje (17),
Cattaro (18), Castelnuovo (18) en voegde
zich te Ragusa bij het Noorderleger.
De operaties in het dal van de Save vor
derden langzaam. Op 12 April viel de stad
Laibach (Ljubljana) in Italiaansche han
den.
Wat de operaties der Hongaren betreft,
deze kwamen van Szeged en opereerden
tusschen Donau en Theiss. Zij veroverden
Mariatheresiopel (12), Sombar (12) en Es-
seg (13). De volledige bezetting van den
Drave-Donau driehoek werd beëindigd op
den 15den April, toen Neusatz en Wer-
schetz gevallen waren.
Op den 18den April capituleerde de rest
I van het Joegoslavische leger.
Distributie van koffie-
surrogaat en thee
Nieuwe bon geldig op 5 Mei
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij maakt
het volgende bekend met betrekking tot
de distributie van koffiesurrogaat en van
thee.
Zooals bekend, heeft de met „18" genum
merde bon van de bonkaart „algemeen"
gedurende het tijdvak van 17 Maart j.l. tot
en met 27 April recht gegeven op het koo-
pen van 50 gram thee of 125 gram koffie,
voor zoover voorradig, of 250 gram koffie
surrogaat. Er zij in dit verband aan her
innerd, dat uitsluitend koffiesurrogaat van
de van overheidswege voorgeschreven sa
menstelling, in de verpakking welke het
opschrift „vergunning nodraagt,
wordt gedistribueerd en andere soorten
koffiesurrogaat zonder bon mogen worden
uitverkocht.
Aangezien het in den handel brengen
van het officieele koffiesurrogaat meer tyd
in beslag neemt, dan aanvankelijk werd
verwacht, wordt teneinde het publiek in
staat te stellen ook de eventueel nog niet
ingeleverde bonnen bij de detaillisten
tegen het daarop verkrijgbaar gestelde
rantsoen in te wisselen, de geldigheidsduur
van bon 18 met 2 weken verlengd.
De met „18" genummerde bon geeft
derhalve ook nog gedurende het tijd
vak van Maandag 28 April tot en met
Zondag 11 Mei a.s. recht op het koopen
van 50 gram thee of 125 gram koffie,
voor zoover voorradig, of 250 gram
koffiesurrogaat.
Zooals destijd werd bekend gemaakt,
wordt in den vervolge de duur der distri
butieperioden gesteld op vier in plaats van
zes weken. Het rantsoen zal 40 gram thee
of 250 gram koffiesurrogaat per periode
van vier weken bedragen. Teneinde de
vraag naar koffiesurrogaat geleidelijker
te verdeelen, is besloten de nieuwe distri
butieperiode niet op Maandag 28 April a.s.,
doch een week later, d.i. dus op Maandag
5 Mei a.s. te doen aanvangen. Waar het
echter niet in de bedoeling ligt de distri
butieperiode als zoodanig naar een latèren
datum te verschuiven, doch uitsluitend
den aanvangsdatum daarvan, zal de eerst
volgende op 5 Mei aanvangende periode bij
uitzondering drie in plaats van vier weken
duren.
Voor het tijdvak van Maandag 5
Mei tot en met Zondag 25 Mei a.s. zal
derhalve een nader aan te wijzen bon
van de „bonkaart algemeen" recht
geven op het koopen van 40 gram thee
of 250 gram koffiesurrogaat.
In verband met het bovenstaande dienen
de detaillisten de in ontvangst genomen
bonnen 18 in plaats van gedurende het
tijdvak van 28 April tot en met 2 Mei in
te leveren in het tijdvak van 5 Mei tot en
met 9 Mei a.s.
De bonnen, welke zij na 5 Mei van hun
klanten ontvangen, dienen na afloop van
de volgende distributieperiode, dat is dus
in het tijdvak van 26 tot en met 30 Mei
te worden ingeleverd.
HET VASTE PERSONEEL VAN DEN
LUCHTBESCHERMINGSDIENST EN DE
SOCIALE WETTEN.
Blijkens een bericht van den secretaris
generaal van het departement van blnnen-
landsche zaken aan de burgemeesters zijn
KOFFIE.
Nu ga ik u een geheim vertellen, op
voorwaarde natuurlijk, dat u het niet
verder vertelt, want het is slechts ge
schikt voor enkelen.
Wij zijn nu aan onze laatste koffie-
distributie-periode. Als het ten einde
is en zij spoedt ten einde zal er
geen koffie meer zijn en zullen wij ons
tevreden moeten stellen met een sur
rogaat, dat Brazilië niet kent, dat de
zeeën niet heeft doorkruist en dat
slechts een schamele gelijkenis ver
toont met ons oude bakje troost Dat
komt dan, omdat het door menschen-
handen is gemaakt en niet door de na
tuur.
En nu fluister ik. Hier in ons land
groeit koffie. Wat zeg ik? Hier in onze
goede stad groeit koffie. In onze be
roemde Leidsche Hortus bloeit de kof-
fieplant. Dat heeft onze groote stads
beschrijver Venator Vagans mij verze
kerd. Ik ben er een oogenblik stil van
geworden. U begrijpt natuurlijk even
als ik, dat deze plant er niet is om te
oogsten, maar slechts ten dienste der
wetenschap. En dat is maar goed ook.
Want nu kan onze koffieplant blijven
groeien en kunnen er velen pleizier
van hebben.
Weet u wat u doet?
U gaat met uw koffiepot naar de
Hortus. Dan houdt u uw koffiepot on
der de bloeiende koffieplant en giet
over de koffieplant een keteltje heet
water uit. Dat lijkt mij d e oplossing.
Zoo drinkt u koffie.
Zoo blijft de plant bloeien.
Zoo wordt de wetenschap niet ge
schaad.
Leve de Hortus!
op het personeel, dat behoort tot de vaste
kern van den luchtbeschermingsdienst de
Ziektewet, de Kinderbijslagwet en de In
validiteitswet van toepassing.
De gemeenten zijn voor dit personeel
premiën ingevolge de Ziektewet verschul
digd, waarvan 50 pet op de belanghebben
den kan worden verhaald.
De gemeenten zullen ook volgens de Kin
derbijslagwet premiën voor dit personeel
verschuldigd zijn.
Deze regeling zal met ingang van 1 April
jL geacht worden in werking te zijn getre
den.
WERKPAARDEN
Het Rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd deelt inede, dat een rege
ling is tot stand gekomen ten aanzien van
den handel in en de prijzen voor werkpaar
den. Deze regeling houdt o.m. in, dat al
leen zü den handel als zoodanig zullen
megen uitoefenen, die georganiseerd zijn
bij de Nederlandsche veehouderij centrale
en ingedeeld in de groep „paardenhande
laren''.
De aandacht van belanghebbenden
wordt erop gevestigd, dat de aanvrage
tot erkenning uitsluitend schriftelijk,
zoo spoedig mogelijk, gericht dient te
worden tot de Nederlandsche veehou
derijcentrale, Laan van Meerdervoort
84, Den Haag.
Bij deze aanvrage moeten tevens gege
vens worden overgelegd, door middel waar
van ten genoegei. van de Nederlandsche
veehouderijcentrale of een door haar aan te
wijzen commissie wordt aangetoond, dat de
aanvrager, als handelaar, tot nu toe zijn
beroep maakt van den handel in werk- en
gebruikspaarden (dus niet als commission-
nair of anderszins als tusschenhandelaar).
De secretaris generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten,
dr. Goedewasgen en generaal-commissaris dr. Wimmer woonden te 's Gravenhag#
de opening der tentoonstellino .Het nieuwe Duitsche boek bij (Schimmelpenning!*]