Weerbericht Burgerlijke Stand Toefisme bij honk STADS NIEUWS ZATERDAG 19 APRIL 1941 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BUD PAG. 2 Abonnementsprijs: voor Leiden 20 cent per week; 2.63 per kwartaal. Bij onze agenten 21 cent per week; f 2.73 per kwartaal. Franco per post 3.10 per kwartaal. Geïllustreerd Zondagsblad 0.52 per kwartaaL Losse nummers 5 cent, met geïll. Zondagsblad 9 cent Advertentiën: 32 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 55 cent per plaatsing, alléén Woensdag en Zaterdag. ZONS OP- EN ONDERGANG. Zon onder 8.44 uur Zaterdagavond. Zon op 6.33 uur Zondagochtend, Zon onder 8.45 uur Zondagavond, Zon op 6.31 uur Maandagmorgen. MAANSTANDEN. 19 April: De maan komt Zaterdagnacht om 3.38 uur op en gaat Zaterdagmiddag om 1 22 uur onder. 20 April: De maan komt Zondagmorgen om 4.12 uur op en gaat Zondagmiddag om 2.29 uur onder. 21 April: De maan komt Maandagmorgen om 4.39 op en gaat Maandagmiddag om 3.35 uur onder. 22 April. De maan komt Dinsdagochtend om 5.04 uur op en gaat Dinsdagmiddag 4.40 uur onder. 23 April: De maan komt Woensdagoch tend 5.27 uur op en gaat Woensdagnamid dag te 5.43 uur onder. 24 April: De maan komt Donderdagoch tend om 5.49 uur op en gaat Donderdag avond om 6.46 uur onder. 25 April: De maan komt Vrijdagmorgen om 6.13 uur op en gaat Vrijdagavond om 7.49 uur onder. ,'pilOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIC^. Verduisteringstijden Er is bepaald, dat er verduisterd moet worden tusschen zonsonder gang en zonsopkomst. Deze tijden zijn voor hedenavond en morgenochtend: ZONSONDERGANG 8.44 uur. ZONSOPKOMST 6.33 uur. Tusschen deze beide tijden dient er dus verduisterd te worden. EEN GIFT VOOR HET DUITSCHE ROODE KRUIS. Bij den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied kwam dezer dagen een merkwaardig schrijven van een jongen Nederlander, J. B. uit den Haag. In dezen brief was een bankbiljet van 100 gulden in gesloten, dat, naar de schrijver mededeelde, werd gegeven ten bate van het Duitsche Roode Kruis. Deze gift werd aldus toege licht" dat op het oogenblik, dat de Duitsche soldaat zijn leven opoffert, niet alleen voor het Duitsche, maar ook voor het Neder landsche volk, het den gever een vreugde is, een kleine bijdrage voor het Duitsche Roode Kruis te mogen schenken. Deze in stelling toch heeft juist in den oorlog tot taak, veel smart van gewone soldaten të lenigen. De schrijver deelt dan mede, in de oor logsdagen in Mei veel Duitsche soldaten te hebben leeren kennen. Hij begrijpt nu pre cies, dat deze mannen op hun koppelgesp terecht de woorden dragen: „Gott mit uns". Voor de Duitsche soldaten en voor het ge- heele Duitsche volk hoopt hij op een goed einde, opdat alle Germaansche volken in vrede aan een nieuwe toekomst zouden kunnen bouwen. LEIDEN Geboren: Janna Elisabeth d. van D. Paauw en G. Hogewoning Hendrika Cornelia d. van A. F. van der Heijden en C. Schenkeveld Catharina d. van H. J. van Zwieten en A. Smeding Maria Cor nelia Elisabeth d. van J. Verhage en E. van Meijgaarden Adriaan Cornelis z. van T. Gressie en E. M. W. Peuler Neeltje d. van V. Koper en P. Noordzij Gosina d. van M. Roeland en D. 't Lam Albertus Johannes z. van A. A. K. Snijders en A. de Geus van den Heuvel Nicolaas Carolus z. van H. M. van der Meer en H. J. Oostveen Ida d. van J. Hogenbirk en P. Stokman Anthonia Anna d. van J. H. Rotteveel en M. J. de Groot Johannes Louis z. van L. J. M. Gussenhoven en M. G. van HartevelL Ondertrouwd: N. P. C. Mieloo, jm. 28 j. en M. A. Bruggemann, jd. 26 j. Chr. Leupe, jm. 26 j. en M. P. Meijer, jd., 27 j. E. Munting, jm., 30 j. en C. M. Koel, jd., 28 j. J. H. van Hartevelt, jm., 32 j. en H. M. P. van der Vlugt, jd., 28 j. Overleden: Th. van der Meij, hsvr. van P. de Vries, 56 j. H. Smittenaar, wedn., 79 j. J. S. van den Bergh, wed. van H. J. Tuihof de Moed, 74 j. DE BREESTRAAT Leiden is harteloos. Het mist een cen traal punt, een mankt of een Dam, waar alle draden van het verkeer samenknoo- pen, en daarom is het voor den vreemde ling een moeilijke stad om er zich vlug te oriënteeren en weg-wijs te worden. Maar dit gemis van een middelpunt wordt met geschudde en overloopende maat vergoed door de Breestraat. De Breestraat is de officieele hoofdstraat van Leiden. Het is geen middelpunt, maar een middellijn, die aan haar twee einden uit-stert in drukke kruis-punten de vijf sprong van Kort-Rapenburg en de zes- sprong aan de Korevaarstraat. Die middel lijn is goed beschouwd een uitgezakt hart, of, om in de taal van het hier resideerende Hoogheemraadschap te spreken, een boe zem, waarin zich het leven van de stad loost. De Breestraat is om even in de waterstaatkunde te blijven vertoeven ook een dijk, niet bij wijze van vergelij king, maar een echte waterkeering, de steedsche voortzetting van de Hooge Rijn dijk, die reeds door de Romeinen bij 't nul punt onzer jaartelling werd aangelegd. De zy-steegjes loopen alle eenigszins af, en in de omgeving van het Stadhuis is deze dijk nog zoo hoog, dat een fietser met een bee tje evenwichts-gevoel vandaar tot de Vrou- w ens teeg kan freewheelen zonder de trap pers te gebruiken. De schrijver van de „Vermaackelijke Leidsche Buyten-Cin- gels" overdrijft dik en dikwijls, maar wij stemmen broederlijk met elkaar overeen om de Breestraat te noemen „een van de fraayste, die in gantsch Holland te vinden zyn" en „ook de naam met de daad wel overeenkomende". Dezelfde schrijver ver wonderde zich over de „Rojale Straat" en met dezen term is. onze Leidsche hoofd en hart-ader wel het best gestempeld. Een royale straat. Zij slingert zich als een flauwe S van Oost naar West, en wordt be- heerscht door de alom-tegenwoordige toren van het Stadhuis. De begin, en eind-krullen van de S zijn nauwer (ofschoon voor een stok-ouden weg nog altijd zeer ruim) en verwijden zich tot een langgerekte fuik. In de Mid deleeuwen heette het gedeelte Vrouwen- steegRapen urg: Noordeinde, terwijl het gedeelte PlaatsteegHoogewoerd als No- belstraat werd aangeduid. Het is eigenlijk jammer, dat de naam Nobelstraat geen veld gewonnen heeft. Een teekenende naam. In de laatste twintig jaar heeft de straat veel van haar adellijke ingetogenheid ver loren, waarom wij niet rouwig zijn (al moesten de stoepen en hekken aan het ver keer ten offer vallen). Een bloeiende stad •groeit uit en moderniseert zich. Door de vele winkels is ons Leidsche corso veel tieriger geworden. De verbouwing tot zakelijke ondernemingen heeft tot nog toe weinig schade berokkend aan de patriciërs huizen, waarvan de Breestraat lang zoo goed niet voorzien is als het Rapenburg. Het majestueuse 18e-eeuwsche front op no. 31 werd door de inrichting van een bios coop wel geschonden in zyn gaafheid, maar, dank zij de ingrijpende voorschriften van het gemeentebestuur, niet onherstel- aar. Erger is het gesteld met het pralende, 16de eeuwsche woonhuis „In den Vergulde Turk", waarvan de gevel door een spion- neerende cockpit hopeloos verminkt werd. In het tympen forsch beeldhouwwerk van Xavéry: meneer de vergulde Turk zelve, met een tulband op, naast wien zich Nep- tunus, met den drietand, en Mercurius, met staf en bokje, in aanvallige houding neder-vleien. Het eerste deel van de Breestraat heeft weinig opmerkelijks. Op no. 24 een deur bijna te mooi voor straatdeur. De ingang van het Postkantoor wordt bewerkt door knarsetandende circus-leeu wen, die schilden houden, waarop een post hoorn en een postduif. Boven de bus steekt een besteller met een ouwerwetsch-model pet op zijn nieuwsgierig hoofd naar buiten. Een steen en brief-eensuur! De studenten-societeit Minerva, ontwerp van prof. Gugel uit 1875, is smakeloos van ornament (op deze plaats had de beroemde Antwerpsche drukker Planty-n zijn druk kerij 15821585 en werd naderhand het H Geest-hofje, nu aan de Doezastraat, ge sticht). Voorbij de Vrouwesteeg links een merk waardig Renaissance-huis met in de top een zonnewijzer en een Mercurius-kop. Door het verlengen van de kozijnen, waar bij de zandsteenen banden weiden door broken, komt de gevel minder tot haar recht. Vis a vis van elkaar het Gemeenlandhuis (dat een beurt apart krijgt) en d. Stads gehoorzaal, in 1899 na een brand herbouwd „door den tooverstaf van den gemeente architect D. E. C. Knuttel", welke toove- naar een prutserig product schiep, dat ken schetsend is voor de Parijsche boulevard- styl van dien tijd. Een zekere mondaine, groot-steedsche allure kan men de gehoor zaal niet ontzeggen. En evenmin een vol komen onpartijdigheid. Zy heest alle poli tieke richtingen blindelings gevolgd en geeft zich veil aan een bonte verscheiden heid van nuttige, nuttelooze en schadelijke doeleinden. Wie zooveel pretjes meemaakt wordt blasé; de met sterren gekapte vrou wen kop pen op de buiten-galerij kijken ver veeld als revue-girls, wanneer het scherm gezakt is. Op de top van het gebouw een lier, zoo onbereikbaar hoog, dat alleen Aeolus Jan de Wind erop kan tok kelen. Heeft de Stadsgehoorzaal, alhans wat de bouworde aangaat, verbintenissen met de Parijsche Opera, ook de belendende Waal- sche kerk is op de Zuider-buren georiën teerd. Eglise Wallonne Culte le dimandhe k 10 h. 30 Zondags vergadert bier de Waalsche ge meente, worden er Fransche preeken ge houden en psalmen en liederen gezongen, in de zoet-gevooisde taal van Chantecler en van de Cathérinettes. Deze jolige Parijsche meisjes worden er aan hun pa pieren pret-miutsen bijgesleept, omdat de Waalsche Kerk toegewijd is aan St. Catha rina. Het is namelijk de kapel van het St. Ka- thrijne-gasthuis „een van de oudste en beroemdste gebouwen te Leiden" (dr. Lich tenberg). Het gasthuis moet reeds vóór 1276 hébben bestaan; op den 30sten De cember van dat jaar kwam de wijbisschop Petrus van Zuden de kapel consacreeren, nadat in het voorjaar (25 Maart 1276) Paus Innocentius V toestemming had ver leend om er een kapélaan aan te stellen. Het wordt'vermeld als een „hospitale pau- perum", een verblijf en verpleging voor doortrekkende en zieke armen. Op onbe krompen wyze heeft deze instelling eeuwen-lang de christelijke naastenliefde gediend en, daartoe door de milddadig heid van de burgerij in staat gesteld, de miserie van de armsten der armen gelenigd. In 1799 was 't ziekenhuis zelf ook zieke lijk geworden zoo achteruit gesukkeld, dat het moest worden opgehev-n. In 1818 werd de kapel overgedragen aan de Waal sche gemeente, die er vóórdien al vaak bij eenkwam. Het gasthuis vormde een gesloten huis houding, gelijk mej. A. J. Versprille, amb- tenaresse op het sted. archief in een door wrochte studie, overzichtelijk beschreven heeft. Het had zijn eigen brouwerij, bakke rij, boerderij, zijn'eigen kapel en zijn eigen kerkhof (ten oosten aan de Breestraat) en besloeg een groot vierkant tusschen de Breestraat en den Rijn. Het hoofdgebouw stond echter aan de Breestraat: in 't midden de kapel, met vleugels, waarin ziekenzalen, aan tuiden zijden (nu Stadsgehoorzaal en meis j esschool De kapel in haar tegenwoordige gedaante is laat-Gothisch, doch daarvan is noch aan de voorzijde, noch aan de binnenzijde iets te bespeuren. De voorgevel is in 1890 vernieuwd, met behoud van de XVITe eeuwsche hardstee- nen poort en siervazen, en het coquette to rentje uit 1737. In de poort is het gruw zaam martelwerktuig uitgehouwen, waar mede zestien eeuwen geleden getracht werd de philosophisch aangelegde Catharina van Alexandrië „tot betere gedachten" te bren gen: een rad met vlijmende vil-messen, dat bedoeld was om Catharina als op een snij boontjes-molen te verminken. De toeleg mislukte, want het rad brak (op enkele bouwfragmenten in de Lakenhal, uit dit gasthuis afkomstig komt een kapot rad voor; op de kerk-poort is het rad onge broken). Catharina werd daarna met het zwaard (zié de gevel) afgemaakt. Het interieur van de kerk is teleurstel lend, gedrukt door een laag toongewelf en met alledaageohe banken, die bovendien beschilderd zijn in een fatsoenlijke, maar weinig opwekkende gemakhuisjes-kleur. Het orgel moet het generaal aspect redden en slaagt daarin naar behooren; met élan schiet het omhoog, rijk versierd met krul werk. Ook het klankbord van de preek stoel valt op prijzenswaardige wijze uit de toon: de rand is besneden met kopjes, waarbij een mannetje met een sik. Voor de preekstoel een simpel zwart- marmeren doopvont je (1931), met de in scriptie: „Laissez venir a moi les petits en- fants." De kapel was dubbel-beukig, een hallen kerk. De Waalsche kerk neemt één beuk in beslag; de tweede is ingericht tot kos- .terswoning. Aan de Breestraatzijde is van die dubbelganger niets te bemerken, of schoon de ongewone, hooge plaatsing van de vensters een aanduiding zijn, dat het oorspronkelijk kerkramen waren, terwijl, de jammer-genoeg, geel-geverfde hardstee- nen deuromlijsting van de kosterij nog im mer een weinig huiselijk en zeer kerksch voorkomen heeft. De koster, de heer P. D. Upwich, stond ons toe zijn kerkhuis te doorwandelen. In de consistoriekamer: schilderijen van Jean Michel en Catharina Geschier (1694), de stichters van het naar hen genoemde hof. Beiden dragen hand schoenen, nogal opzichtig. In het testament wordt Jean een „coopman" genoemd, zon der meer; wy kry gen een sterk vermoeden, dat hij een koopman in handschoenen is gerweest en reclame maakt voor zijn zaak! In ovale ly'st: een portret van pasteur Philippe Méricheau, den stichter van een fonds voor Waalsche predikants-weduwen. De verdiepingen van tiet huis loopen dwars door de gothieke spitsboogramen van de kapel heen. Het beste overzicht van de kerkbouw heeft men vanaf de binnen plaats. Daar staat, nog vrijwel ongeschon den, de dubbelkapel van het St. Kathrij- ne-gasthuis. Eenige ramen zijn dichtgemet seld. De achterpoort, met een boog van vakkundig metselwerk in toegeslepen steen, is volkomen intact. Een belangwekkend overblijfsel van het gasthuis is te vinden op de Aalmarkt, in het huis, bewoond door tandarts J. H. M. de Graaf, wiens echtgenoote als laatste „moe der" van het hospitale ons hospitaliter rondleidde door het pand, dat, in gasthuis- dienst. allerlei bestemmingen heeft gehad, en later door het inbouwen van kamers bewoonbaar is gemaakt. In de deur een valluik je. Naast het pand een van de huis jes voor proveniers of „kostkoopers", die zich binnen de veilige muren van het gast huis een onbezorgd leven verzekerden. Schuin tegenover de Waalsche kerk, op den hoek van de Diefsteeg een gevelsteen: de Oranjehoed met een kroon erboven. Tegen de steeds stijgende Breestraat op klauterend zijn we nu gekomen op de top van de heuvel, en in hetmiddelpunt van de stad, aangegeven door de Blauwe Steen, Op de Blauwe Steen (tusschen de tram- De grootsjfejbespailng lp Uw stroomraafcj en v^kr-fct U - door hei I *bruuk vEi de I beste en\pi nigsie latnpen ooit door Phi ps vefvaardigd: LAMPEN DE PHILIPS „BI-ARLITA" LAMPEN V0L00EN AAN ALLE EISCHEN, 0PQEN0MEH IN DE KEHA-V00RSCHRIFTEN EN STAAN ONDER VO0RTDUREN0E MARKTC0NTR0LE DER KEMA. rails), die reeds in 1316 wordt vermeld, werden van oudsher vonnissen voltrokken. Een van de meest illustere slachtoffers was Comelis Musius, prior van het St. Aagten klooster te Delft, die, na in een huis aan het Pieterskerkhof door Lumey met sadistische wreedheid te zijn gemarteld, op den Blauwen Steen werd opgehangen. Door een halsgezwel wilde de strop niet sluiten Terwijl hij langzaam gewurgd werd, bleef de grijze prelaat den gehee- len nacht door hangen, tot hij 's morgens door den al te langzamen dood uit zijn lij den werd verlost, den 11 December 1572. De Blauwe Steen, waaraan zooveel grie zelige herinneringen kleven, werd bij den aanleg van een paardentram zonder eenige respect verwijderd en naderhand her plaatst. De Penshal heeft op de Breestraat een ingangs-poortje (1607), waarboven een adhapen-kop en schapen -hoefjes. Op een door klauwen gedragen cartouche hou den twee gepruikte leeuwen het stadwa- pen; zij hebben him staart tusschen buai pooten, maar wel van verre van bang en •bleu, zien zij toch kaïns er triomfantelijk mee te kwispelen. In den doorloop van de Penshal kruisgewelfjes op gemetselde mi niatuur kraagsteen! jes. Tegenover het stadhuis een 'bronzen pla quette voor den vlammenden verdediger onzer door Napoleon overrompelde vrij heid; Kemper (t 1824). Onder den nieuwe boekhandel van de Templum Salomonis eenige kelders met gewelven, die rusten op met fraai georna menteerde kapiteelen afgedekte, middel- eeuwsche zuilen. De oostelijke uitlooper van de Breestraat kunnen we vlugger doorstappen. Enkele patriciërshuizen, één met een buiten-boord- hangende erker. Aan het einde op den hoek, komische gevelsteentjes: een nijt of neet ook wel luis genaamd, met het. jaartal 1632 en het opschrift; „Wie leeft er omibe- nit." Onze actie tot het op hun plaats terug brengen van interessante bouw-fragmen- ten 'besluiten wy met een pleidooi in de 'blinde muur van 'het Gangetje die steenen te herplaatsen, die nu op een van de bin nenplaatsen vain de Lakenhal staan te prui len, en die zoo 'n aardige herinnering zijn aan de uitdijing van de stad1: Anno dertien hondert tachtig negen Is Leyden vergroot Door God es Zegen Steenschuur was doen vest Mijn naam roode tooren Sta schier in 't 'best Dankt God daervooren. VENATOR VAGANS. GEMEENTERAAD. De eerstvolgende vergadering van den Raad, na die van 21 April, zal plaats heb ben op Maandag 5 Mei a.s. in de aula van het Stedelijk Gymnasium. R.K. „ALMA MATER" KOOR. Belangrijke mededeelingen! Dames en heeren, leden van bovenge noemd koor, worden eraan herinnerd, dat de repetitie voor het a.s. Meispel is a.s. Zondagmiddag om 3.30 uur precies in schoolgebouw Krauwelsteeg 46. Aller op komst dringend gewenscht. Voor de herdenking in de Pie terskerk, waar o.a. de E moll M e s s e van Anton Bruckner uitge voerd zal worden, is de reptitie voor de heeren op Woensdag a.s. in het school gebouw „de Voorzienigheid" ingang Krau welsteeg no. 6 en voor de dames op Don derdag a.s. in gebouw „Staalwijk", hoek 3 Octoberstraat. Beide repetitie's vangen aan om 8 uur precies. Derde avond R.K. Alma-Mater koor. Op Donderdag 8 Mei a.s. zal in de groote zaal der Stadsgehoorzaal een Mei-spel uit gevoerd worden, dat als titel draagt: „De Blanke Dageraad". De inhoud; van dit prachtige spel is een beschouwing over „De Vrouw van de Mei" en bestaat uit drie dee- len, de tekst en samenstelling zijn van Tonny v. Limburg en Ben v. Zevenen. Hieraan zullen plm. 180 personen mede werken, n.l. het „Alma Materkoor o.l.v. Willem Mizèe, de St. Odo koorknapen o.l.v. kap. E. A. M. Paap en groepeeringen uit de Kath, Jeugdbeweging. Het geheel staat onder leiding van den bekenden de clamator Wim Quint. Wij hopen en vertrou wen, dat het streven der katholieke jeugd, om Katih. kunst en cultuur ook naar buiten uit te dragen, in ruime mate medewerking en daadwerkelijke belangstelling zal on dervinden van alle katholieken uit Leiden en omgeving, zoodat de groote Stadsge hoorzaal geheel uitverkocht zal zijn. De toegangsprijs behoeft zeker geen bezwaar te zijn, daar deze slechts 0.50 bedraagt. Bespreekt ook tijdig uw plaats, ofschoon het gesproken woord tot in de uiterste hoeken der zaal verstaanbaar zal zijn, daar er geen gébruik van decors gemaakt zal worden. Inplaats daarvan zal een speciaal voor dit spel vervaardigde decoratie ge bruikt worden. Voorziet U, om teleurstel ling te voorkomen, nu reeds van plaatsbe wijzen, aangezien er reeds 600 plaatskaar- ten verkocht zijn. Zie voor verdere bij zonderheden de annonce in dit blad. R.K. TEXTIELARBEIDERSBOND „ST. LAMBERTUS" Donderdagavond hield de afdeeling Lei den van bovengenoemde bond haar jaar vergadering. De voorzitter, de heer A. de Kruiff, opende op de gebruikelijke wijze deze vergadering en heette allen hartelijk welkom in het bijzonder den geestelijk adviseur kapelaan Hofstede, den oud- voorzitter, den heer J. Gordijn en den oud- secr. den heer H. J. Koevoet Spr. verheug de zich over de goede opkomst op dezen avond en deelde mede, dat de heer J. Bave- laar thans afdeelingssecretaris geworden is. Over den oud-secr. den heer H. J. Koe voet memoreerde spr., dat in een bestuurs vergadering afscheid genomen is van hem en hij nam nu de gelegenheid te baat om hem openlyk nog eens hartelijk te bedan ken voor al wat hij voor de katholieke arbeiders beweging gedaan heeft. De heer Koevoet dankte den voorzitter voor het gesproken woord, mede het overige be- stuur, den geestelijk adviseur en de leden voor de prettige samenwerking in tal van jaren ondervonden en sprak den wensch uit, dat in de toekomst de organisatie onder Gods beste zegen moge uitgroeien. Hierna werden de notulen der vorige vergadering gelezen en onder dank goed gekeurd. Eenige ingekomen stukken werden afge handeld o.a. de propaganda-actie van de Textiel-organisatie, waarvan het parool luidt: naar de 13.000. De voorzitter gaf hiervan een nadere uiteenzetting en vroeg hiervoor de medewerking van de leden om te trachten de vele ongeorganiseerden, vooral ook de meisjes die nog in de ver schillende fabrieken werkzaam zijn, tot de mooie R.K. arbeidersbeweging te bren gen. Vervolgens brachten secretaris en pen ningmeester jaarverslagen uit, waarin te constateeren viel dat de afdeeling aan het einde van het jaar 149 leden telde. De ont vangsten waren 6615.72, de uitgaven 6522.12 zoodat een batig saldo in kas overbleef van 93.60. De voorz. bracht beiden functionarissen dank voor hun jaarverslagen. De kascon- trole-comissie bracht gunstig verslag uit. Hierna kwam wel het belangrijkste punt van de agenda namelijk de inwijding van het vernieuwd vaandel, de verandering, welke het vaandel heeft ondergaan, be staat hierin, dat de patroonheilige op het oude vaandel stond: St. Bavo. Hiervoor is nu St. Lambertus, de patroon van den Textielbond, in de plaats gekomen. Voor dat de geestelijk adviseur, de weleerw. heer P. Hofstede, overging tot de wijding van het vernieuwde vaandel, maakte hij van de gelegenheid gebruik om den leden te wijzen op hun plicht als katholieke arbeider. Spreker zeide, dat de leden van een R.K. organisatie den duren plicht heb ben de godsdienstige waarheden, hun ge loof goed te kennen en naar dit geloof te leven. Met een heilige brutaliteit moeten zij. door een oprecht christelijk voorbeeld den geest op fabrieken en werkplaatsen in goede banen leiden. Iedere katholieke ar beider moet een licht zijn voor de om geving, waarin hij verkeert. Hij moet zich laten uitstralen aan een ieder met wien hij omgaat. Dan is hij waard zich te scha ren onder de banier, waarboven het kruis van Christus staat. Hierna stonden alle aanwezigen op en na het bidden van de Twaalf artikelen van het Geloof en het Onze Vader werd het vaandel gewijd. Na deze plechtigheid sprak de voorzitter namens bestuur en leden. Hij dankte den geestelijk adviseur voor zijn kernachtige toespraak. Ook de oud-voorzitter, de heer J. Gordijn, sprak nog een enkel woord. Hij dankte het bestuur voor de uitnoodiging en uitte den wensch, dat de leden, voor al de jongeren, trouwe leden zullen blijven van dezen mooien Textielbond en een drachtig achter dit mooie vaandel ge schaard zullen blijvén staan. Aan het einde der vergadering werd aan de leden een consumptie vertrekt, terwijl de voorzitter tenslotte een dankwoord sprak tot de aanwezigen. KOFFIE ONTVREEMD EN IN BESLAG GENOMEN. Ten nadeele van zekeren S. zijn begin de zer week van het veilingterrein 24 blikken Delmontekoffie ontvreemd. In verband daarmede zyn aangehouden de 26-jarige M. J. B. en zijn 23-jarige broer C. H. B. De koffie werd in beslag genomen bij den caféhouder W. C. v. H., hier ter stede. De nieuwe burgemeester, mr. R. N. de Ruyter van Steveninck, zal gaan wonen in het pand Rijnsburgerweg 161, alhier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2