Weerbericht
Burgerlijke Stand
Toefisme
bij honk
STADS
NIEUWS
ZATERDAG 19 APRIL 1941
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BUD PAG. 2
Abonnementsprijs: voor Leiden 20
cent per week; 2.63 per kwartaal.
Bij onze agenten 21 cent per week;
f 2.73 per kwartaal. Franco per post
3.10 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad 0.52 per kwartaaL
Losse nummers 5 cent, met geïll.
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 32 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 55 cent per plaatsing,
alléén Woensdag en Zaterdag.
ZONS OP- EN ONDERGANG.
Zon onder 8.44 uur Zaterdagavond.
Zon op 6.33 uur Zondagochtend,
Zon onder 8.45 uur Zondagavond,
Zon op 6.31 uur Maandagmorgen.
MAANSTANDEN.
19 April: De maan komt Zaterdagnacht
om 3.38 uur op en gaat Zaterdagmiddag om
1 22 uur onder.
20 April: De maan komt Zondagmorgen
om 4.12 uur op en gaat Zondagmiddag om
2.29 uur onder.
21 April: De maan komt Maandagmorgen
om 4.39 op en gaat Maandagmiddag om
3.35 uur onder.
22 April. De maan komt Dinsdagochtend
om 5.04 uur op en gaat Dinsdagmiddag 4.40
uur onder.
23 April: De maan komt Woensdagoch
tend 5.27 uur op en gaat Woensdagnamid
dag te 5.43 uur onder.
24 April: De maan komt Donderdagoch
tend om 5.49 uur op en gaat Donderdag
avond om 6.46 uur onder.
25 April: De maan komt Vrijdagmorgen
om 6.13 uur op en gaat Vrijdagavond om
7.49 uur onder.
,'pilOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIC^.
Verduisteringstijden
Er is bepaald, dat er verduisterd
moet worden tusschen zonsonder
gang en zonsopkomst.
Deze tijden zijn voor hedenavond
en morgenochtend:
ZONSONDERGANG
8.44 uur.
ZONSOPKOMST
6.33 uur.
Tusschen deze beide tijden dient
er dus verduisterd te worden.
EEN GIFT VOOR HET DUITSCHE
ROODE KRUIS.
Bij den Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied kwam dezer dagen
een merkwaardig schrijven van een jongen
Nederlander, J. B. uit den Haag. In dezen
brief was een bankbiljet van 100 gulden in
gesloten, dat, naar de schrijver mededeelde,
werd gegeven ten bate van het Duitsche
Roode Kruis. Deze gift werd aldus toege
licht" dat op het oogenblik, dat de Duitsche
soldaat zijn leven opoffert, niet alleen voor
het Duitsche, maar ook voor het Neder
landsche volk, het den gever een vreugde
is, een kleine bijdrage voor het Duitsche
Roode Kruis te mogen schenken. Deze in
stelling toch heeft juist in den oorlog tot
taak, veel smart van gewone soldaten të
lenigen.
De schrijver deelt dan mede, in de oor
logsdagen in Mei veel Duitsche soldaten te
hebben leeren kennen. Hij begrijpt nu pre
cies, dat deze mannen op hun koppelgesp
terecht de woorden dragen: „Gott mit uns".
Voor de Duitsche soldaten en voor het ge-
heele Duitsche volk hoopt hij op een goed
einde, opdat alle Germaansche volken in
vrede aan een nieuwe toekomst zouden
kunnen bouwen.
LEIDEN
Geboren: Janna Elisabeth d. van D.
Paauw en G. Hogewoning Hendrika
Cornelia d. van A. F. van der Heijden en
C. Schenkeveld Catharina d. van H. J.
van Zwieten en A. Smeding Maria Cor
nelia Elisabeth d. van J. Verhage en E.
van Meijgaarden Adriaan Cornelis z.
van T. Gressie en E. M. W. Peuler
Neeltje d. van V. Koper en P. Noordzij
Gosina d. van M. Roeland en D. 't Lam
Albertus Johannes z. van A. A. K.
Snijders en A. de Geus van den Heuvel
Nicolaas Carolus z. van H. M. van der
Meer en H. J. Oostveen Ida d. van J.
Hogenbirk en P. Stokman Anthonia
Anna d. van J. H. Rotteveel en M. J. de
Groot Johannes Louis z. van L. J. M.
Gussenhoven en M. G. van HartevelL
Ondertrouwd: N. P. C. Mieloo, jm.
28 j. en M. A. Bruggemann, jd. 26 j. Chr.
Leupe, jm. 26 j. en M. P. Meijer, jd., 27 j.
E. Munting, jm., 30 j. en C. M. Koel,
jd., 28 j. J. H. van Hartevelt, jm., 32 j.
en H. M. P. van der Vlugt, jd., 28 j.
Overleden: Th. van der Meij, hsvr.
van P. de Vries, 56 j. H. Smittenaar,
wedn., 79 j. J. S. van den Bergh, wed.
van H. J. Tuihof de Moed, 74 j.
DE BREESTRAAT
Leiden is harteloos. Het mist een cen
traal punt, een mankt of een Dam, waar
alle draden van het verkeer samenknoo-
pen, en daarom is het voor den vreemde
ling een moeilijke stad om er zich vlug te
oriënteeren en weg-wijs te worden. Maar
dit gemis van een middelpunt wordt met
geschudde en overloopende maat vergoed
door de Breestraat.
De Breestraat is de officieele hoofdstraat
van Leiden. Het is geen middelpunt, maar
een middellijn, die aan haar twee einden
uit-stert in drukke kruis-punten de vijf
sprong van Kort-Rapenburg en de zes-
sprong aan de Korevaarstraat. Die middel
lijn is goed beschouwd een uitgezakt hart,
of, om in de taal van het hier resideerende
Hoogheemraadschap te spreken, een boe
zem, waarin zich het leven van de stad
loost. De Breestraat is om even in de
waterstaatkunde te blijven vertoeven
ook een dijk, niet bij wijze van vergelij
king, maar een echte waterkeering, de
steedsche voortzetting van de Hooge Rijn
dijk, die reeds door de Romeinen bij 't nul
punt onzer jaartelling werd aangelegd. De
zy-steegjes loopen alle eenigszins af, en in
de omgeving van het Stadhuis is deze dijk
nog zoo hoog, dat een fietser met een bee
tje evenwichts-gevoel vandaar tot de Vrou-
w ens teeg kan freewheelen zonder de trap
pers te gebruiken. De schrijver van de
„Vermaackelijke Leidsche Buyten-Cin-
gels" overdrijft dik en dikwijls, maar wij
stemmen broederlijk met elkaar overeen
om de Breestraat te noemen „een van de
fraayste, die in gantsch Holland te vinden
zyn" en „ook de naam met de daad wel
overeenkomende". Dezelfde schrijver ver
wonderde zich over de „Rojale Straat"
en met dezen term is. onze Leidsche hoofd
en hart-ader wel het best gestempeld. Een
royale straat. Zij slingert zich als een
flauwe S van Oost naar West, en wordt be-
heerscht door de alom-tegenwoordige toren
van het Stadhuis.
De begin, en eind-krullen van de S zijn
nauwer (ofschoon voor een stok-ouden
weg nog altijd zeer ruim) en verwijden
zich tot een langgerekte fuik. In de Mid
deleeuwen heette het gedeelte Vrouwen-
steegRapen urg: Noordeinde, terwijl het
gedeelte PlaatsteegHoogewoerd als No-
belstraat werd aangeduid. Het is eigenlijk
jammer, dat de naam Nobelstraat geen veld
gewonnen heeft. Een teekenende naam.
In de laatste twintig jaar heeft de straat
veel van haar adellijke ingetogenheid ver
loren, waarom wij niet rouwig zijn (al
moesten de stoepen en hekken aan het ver
keer ten offer vallen). Een bloeiende stad
•groeit uit en moderniseert zich. Door de
vele winkels is ons Leidsche corso veel
tieriger geworden. De verbouwing tot
zakelijke ondernemingen heeft tot nog toe
weinig schade berokkend aan de patriciërs
huizen, waarvan de Breestraat lang zoo
goed niet voorzien is als het Rapenburg.
Het majestueuse 18e-eeuwsche front op no.
31 werd door de inrichting van een bios
coop wel geschonden in zyn gaafheid,
maar, dank zij de ingrijpende voorschriften
van het gemeentebestuur, niet onherstel-
aar. Erger is het gesteld met het pralende,
16de eeuwsche woonhuis „In den Vergulde
Turk", waarvan de gevel door een spion-
neerende cockpit hopeloos verminkt werd.
In het tympen forsch beeldhouwwerk van
Xavéry: meneer de vergulde Turk zelve,
met een tulband op, naast wien zich Nep-
tunus, met den drietand, en Mercurius,
met staf en bokje, in aanvallige houding
neder-vleien.
Het eerste deel van de Breestraat heeft
weinig opmerkelijks. Op no. 24 een deur
bijna te mooi voor straatdeur.
De ingang van het Postkantoor wordt
bewerkt door knarsetandende circus-leeu
wen, die schilden houden, waarop een post
hoorn en een postduif. Boven de bus steekt
een besteller met een ouwerwetsch-model
pet op zijn nieuwsgierig hoofd naar buiten.
Een steen en brief-eensuur!
De studenten-societeit Minerva, ontwerp
van prof. Gugel uit 1875, is smakeloos van
ornament (op deze plaats had de beroemde
Antwerpsche drukker Planty-n zijn druk
kerij 15821585 en werd naderhand het
H Geest-hofje, nu aan de Doezastraat, ge
sticht).
Voorbij de Vrouwesteeg links een merk
waardig Renaissance-huis met in de top
een zonnewijzer en een Mercurius-kop.
Door het verlengen van de kozijnen, waar
bij de zandsteenen banden weiden door
broken, komt de gevel minder tot haar
recht.
Vis a vis van elkaar het Gemeenlandhuis
(dat een beurt apart krijgt) en d. Stads
gehoorzaal, in 1899 na een brand herbouwd
„door den tooverstaf van den gemeente
architect D. E. C. Knuttel", welke toove-
naar een prutserig product schiep, dat ken
schetsend is voor de Parijsche boulevard-
styl van dien tijd. Een zekere mondaine,
groot-steedsche allure kan men de gehoor
zaal niet ontzeggen. En evenmin een vol
komen onpartijdigheid. Zy heest alle poli
tieke richtingen blindelings gevolgd en
geeft zich veil aan een bonte verscheiden
heid van nuttige, nuttelooze en schadelijke
doeleinden. Wie zooveel pretjes meemaakt
wordt blasé; de met sterren gekapte vrou
wen kop pen op de buiten-galerij kijken ver
veeld als revue-girls, wanneer het scherm
gezakt is. Op de top van het gebouw een
lier, zoo onbereikbaar hoog, dat alleen
Aeolus Jan de Wind erop kan tok
kelen.
Heeft de Stadsgehoorzaal, alhans wat de
bouworde aangaat, verbintenissen met de
Parijsche Opera, ook de belendende Waal-
sche kerk is op de Zuider-buren georiën
teerd.
Eglise Wallonne
Culte le dimandhe
k 10 h. 30
Zondags vergadert bier de Waalsche ge
meente, worden er Fransche preeken ge
houden en psalmen en liederen gezongen,
in de zoet-gevooisde taal van Chantecler
en van de Cathérinettes. Deze jolige
Parijsche meisjes worden er aan hun pa
pieren pret-miutsen bijgesleept, omdat de
Waalsche Kerk toegewijd is aan St. Catha
rina.
Het is namelijk de kapel van het St. Ka-
thrijne-gasthuis „een van de oudste en
beroemdste gebouwen te Leiden" (dr. Lich
tenberg). Het gasthuis moet reeds vóór
1276 hébben bestaan; op den 30sten De
cember van dat jaar kwam de wijbisschop
Petrus van Zuden de kapel consacreeren,
nadat in het voorjaar (25 Maart 1276) Paus
Innocentius V toestemming had ver
leend om er een kapélaan aan te stellen.
Het wordt'vermeld als een „hospitale pau-
perum", een verblijf en verpleging voor
doortrekkende en zieke armen. Op onbe
krompen wyze heeft deze instelling
eeuwen-lang de christelijke naastenliefde
gediend en, daartoe door de milddadig
heid van de burgerij in staat gesteld, de
miserie van de armsten der armen gelenigd.
In 1799 was 't ziekenhuis zelf ook zieke
lijk geworden zoo achteruit gesukkeld,
dat het moest worden opgehev-n. In 1818
werd de kapel overgedragen aan de Waal
sche gemeente, die er vóórdien al vaak bij
eenkwam.
Het gasthuis vormde een gesloten huis
houding, gelijk mej. A. J. Versprille, amb-
tenaresse op het sted. archief in een door
wrochte studie, overzichtelijk beschreven
heeft. Het had zijn eigen brouwerij, bakke
rij, boerderij, zijn'eigen kapel en zijn eigen
kerkhof (ten oosten aan de Breestraat) en
besloeg een groot vierkant tusschen de
Breestraat en den Rijn. Het hoofdgebouw
stond echter aan de Breestraat: in 't midden
de kapel, met vleugels, waarin ziekenzalen,
aan tuiden zijden (nu Stadsgehoorzaal en
meis j esschool
De kapel in haar tegenwoordige gedaante
is laat-Gothisch, doch daarvan is noch aan
de voorzijde, noch aan de binnenzijde iets
te bespeuren.
De voorgevel is in 1890 vernieuwd, met
behoud van de XVITe eeuwsche hardstee-
nen poort en siervazen, en het coquette to
rentje uit 1737. In de poort is het gruw
zaam martelwerktuig uitgehouwen, waar
mede zestien eeuwen geleden getracht werd
de philosophisch aangelegde Catharina van
Alexandrië „tot betere gedachten" te bren
gen: een rad met vlijmende vil-messen, dat
bedoeld was om Catharina als op een snij
boontjes-molen te verminken. De toeleg
mislukte, want het rad brak (op enkele
bouwfragmenten in de Lakenhal, uit dit
gasthuis afkomstig komt een kapot rad
voor; op de kerk-poort is het rad onge
broken). Catharina werd daarna met het
zwaard (zié de gevel) afgemaakt.
Het interieur van de kerk is teleurstel
lend, gedrukt door een laag toongewelf en
met alledaageohe banken, die bovendien
beschilderd zijn in een fatsoenlijke, maar
weinig opwekkende gemakhuisjes-kleur.
Het orgel moet het generaal aspect redden
en slaagt daarin naar behooren; met élan
schiet het omhoog, rijk versierd met krul
werk. Ook het klankbord van de preek
stoel valt op prijzenswaardige wijze uit de
toon: de rand is besneden met kopjes,
waarbij een mannetje met een sik.
Voor de preekstoel een simpel zwart-
marmeren doopvont je (1931), met de in
scriptie: „Laissez venir a moi les petits en-
fants."
De kapel was dubbel-beukig, een hallen
kerk. De Waalsche kerk neemt één beuk
in beslag; de tweede is ingericht tot kos-
.terswoning. Aan de Breestraatzijde is van
die dubbelganger niets te bemerken, of
schoon de ongewone, hooge plaatsing van
de vensters een aanduiding zijn, dat het
oorspronkelijk kerkramen waren, terwijl,
de jammer-genoeg, geel-geverfde hardstee-
nen deuromlijsting van de kosterij nog im
mer een weinig huiselijk en zeer kerksch
voorkomen heeft. De koster, de heer P. D.
Upwich, stond ons toe zijn kerkhuis
te doorwandelen. In de consistoriekamer:
schilderijen van Jean Michel en Catharina
Geschier (1694), de stichters van het naar
hen genoemde hof. Beiden dragen hand
schoenen, nogal opzichtig. In het testament
wordt Jean een „coopman" genoemd, zon
der meer; wy kry gen een sterk vermoeden,
dat hij een koopman in handschoenen is
gerweest en reclame maakt voor zijn zaak!
In ovale ly'st: een portret van pasteur
Philippe Méricheau, den stichter van een
fonds voor Waalsche predikants-weduwen.
De verdiepingen van tiet huis loopen
dwars door de gothieke spitsboogramen van
de kapel heen. Het beste overzicht van de
kerkbouw heeft men vanaf de binnen
plaats. Daar staat, nog vrijwel ongeschon
den, de dubbelkapel van het St. Kathrij-
ne-gasthuis. Eenige ramen zijn dichtgemet
seld. De achterpoort, met een boog van
vakkundig metselwerk in toegeslepen
steen, is volkomen intact.
Een belangwekkend overblijfsel van het
gasthuis is te vinden op de Aalmarkt, in
het huis, bewoond door tandarts J. H. M. de
Graaf, wiens echtgenoote als laatste „moe
der" van het hospitale ons hospitaliter
rondleidde door het pand, dat, in gasthuis-
dienst. allerlei bestemmingen heeft gehad,
en later door het inbouwen van kamers
bewoonbaar is gemaakt. In de deur een
valluik je. Naast het pand een van de huis
jes voor proveniers of „kostkoopers", die
zich binnen de veilige muren van het gast
huis een onbezorgd leven verzekerden.
Schuin tegenover de Waalsche kerk, op
den hoek van de Diefsteeg een gevelsteen:
de Oranjehoed met een kroon erboven.
Tegen de steeds stijgende Breestraat op
klauterend zijn we nu gekomen op de top
van de heuvel, en in hetmiddelpunt van
de stad, aangegeven door de Blauwe Steen,
Op de Blauwe Steen (tusschen de tram-
De grootsjfejbespailng lp Uw
stroomraafcj en v^kr-fct U
- door hei I *bruuk vEi de
I beste en\pi nigsie latnpen
ooit door Phi ps vefvaardigd:
LAMPEN
DE PHILIPS „BI-ARLITA" LAMPEN V0L00EN AAN ALLE EISCHEN,
0PQEN0MEH IN DE KEHA-V00RSCHRIFTEN EN STAAN ONDER
VO0RTDUREN0E MARKTC0NTR0LE DER KEMA.
rails), die reeds in 1316 wordt vermeld,
werden van oudsher vonnissen voltrokken.
Een van de meest illustere slachtoffers
was Comelis Musius, prior van het St.
Aagten klooster te Delft, die, na in een huis
aan het Pieterskerkhof door Lumey met
sadistische wreedheid te zijn gemarteld, op
den Blauwen Steen werd opgehangen.
Door een halsgezwel wilde de strop niet
sluiten Terwijl hij langzaam gewurgd
werd, bleef de grijze prelaat den gehee-
len nacht door hangen, tot hij 's morgens
door den al te langzamen dood uit zijn lij
den werd verlost, den 11 December 1572.
De Blauwe Steen, waaraan zooveel grie
zelige herinneringen kleven, werd bij den
aanleg van een paardentram zonder eenige
respect verwijderd en naderhand her
plaatst.
De Penshal heeft op de Breestraat een
ingangs-poortje (1607), waarboven een
adhapen-kop en schapen -hoefjes. Op een
door klauwen gedragen cartouche hou
den twee gepruikte leeuwen het stadwa-
pen; zij hebben him staart tusschen buai
pooten, maar wel van verre van bang en
•bleu, zien zij toch kaïns er triomfantelijk
mee te kwispelen. In den doorloop van de
Penshal kruisgewelfjes op gemetselde mi
niatuur kraagsteen! jes.
Tegenover het stadhuis een 'bronzen pla
quette voor den vlammenden verdediger
onzer door Napoleon overrompelde vrij
heid; Kemper (t 1824).
Onder den nieuwe boekhandel van de
Templum Salomonis eenige kelders met
gewelven, die rusten op met fraai georna
menteerde kapiteelen afgedekte, middel-
eeuwsche zuilen.
De oostelijke uitlooper van de Breestraat
kunnen we vlugger doorstappen. Enkele
patriciërshuizen, één met een buiten-boord-
hangende erker. Aan het einde op den hoek,
komische gevelsteentjes: een nijt of neet
ook wel luis genaamd, met het. jaartal 1632
en het opschrift; „Wie leeft er omibe-
nit."
Onze actie tot het op hun plaats terug
brengen van interessante bouw-fragmen-
ten 'besluiten wy met een pleidooi in de
'blinde muur van 'het Gangetje die steenen
te herplaatsen, die nu op een van de bin
nenplaatsen vain de Lakenhal staan te prui
len, en die zoo 'n aardige herinnering zijn
aan de uitdijing van de stad1:
Anno dertien hondert
tachtig negen
Is Leyden vergroot
Door God es Zegen
Steenschuur was doen vest
Mijn naam roode tooren
Sta schier in 't 'best
Dankt God daervooren.
VENATOR VAGANS.
GEMEENTERAAD.
De eerstvolgende vergadering van den
Raad, na die van 21 April, zal plaats heb
ben op Maandag 5 Mei a.s. in de aula van
het Stedelijk Gymnasium.
R.K. „ALMA MATER" KOOR.
Belangrijke mededeelingen!
Dames en heeren, leden van bovenge
noemd koor, worden eraan herinnerd, dat
de repetitie voor het a.s. Meispel is a.s.
Zondagmiddag om 3.30 uur precies in
schoolgebouw Krauwelsteeg 46. Aller op
komst dringend gewenscht.
Voor de herdenking in de Pie
terskerk, waar o.a. de E moll M e s s e
van Anton Bruckner uitge
voerd zal worden, is de reptitie voor de
heeren op Woensdag a.s. in het school
gebouw „de Voorzienigheid" ingang Krau
welsteeg no. 6 en voor de dames op Don
derdag a.s. in gebouw „Staalwijk", hoek
3 Octoberstraat. Beide repetitie's vangen
aan om 8 uur precies.
Derde avond R.K. Alma-Mater koor.
Op Donderdag 8 Mei a.s. zal in de groote
zaal der Stadsgehoorzaal een Mei-spel uit
gevoerd worden, dat als titel draagt: „De
Blanke Dageraad". De inhoud; van dit
prachtige spel is een beschouwing over „De
Vrouw van de Mei" en bestaat uit drie dee-
len, de tekst en samenstelling zijn van
Tonny v. Limburg en Ben v. Zevenen.
Hieraan zullen plm. 180 personen mede
werken, n.l. het „Alma Materkoor o.l.v.
Willem Mizèe, de St. Odo koorknapen
o.l.v. kap. E. A. M. Paap en groepeeringen
uit de Kath, Jeugdbeweging. Het geheel
staat onder leiding van den bekenden de
clamator Wim Quint. Wij hopen en vertrou
wen, dat het streven der katholieke jeugd,
om Katih. kunst en cultuur ook naar buiten
uit te dragen, in ruime mate medewerking
en daadwerkelijke belangstelling zal on
dervinden van alle katholieken uit Leiden
en omgeving, zoodat de groote Stadsge
hoorzaal geheel uitverkocht zal zijn. De
toegangsprijs behoeft zeker geen bezwaar
te zijn, daar deze slechts 0.50 bedraagt.
Bespreekt ook tijdig uw plaats, ofschoon
het gesproken woord tot in de uiterste
hoeken der zaal verstaanbaar zal zijn, daar
er geen gébruik van decors gemaakt zal
worden. Inplaats daarvan zal een speciaal
voor dit spel vervaardigde decoratie ge
bruikt worden. Voorziet U, om teleurstel
ling te voorkomen, nu reeds van plaatsbe
wijzen, aangezien er reeds 600 plaatskaar-
ten verkocht zijn. Zie voor verdere bij
zonderheden de annonce in dit blad.
R.K. TEXTIELARBEIDERSBOND
„ST. LAMBERTUS"
Donderdagavond hield de afdeeling Lei
den van bovengenoemde bond haar jaar
vergadering. De voorzitter, de heer A. de
Kruiff, opende op de gebruikelijke wijze
deze vergadering en heette allen hartelijk
welkom in het bijzonder den geestelijk
adviseur kapelaan Hofstede, den oud-
voorzitter, den heer J. Gordijn en den oud-
secr. den heer H. J. Koevoet Spr. verheug
de zich over de goede opkomst op dezen
avond en deelde mede, dat de heer J. Bave-
laar thans afdeelingssecretaris geworden
is. Over den oud-secr. den heer H. J. Koe
voet memoreerde spr., dat in een bestuurs
vergadering afscheid genomen is van hem
en hij nam nu de gelegenheid te baat om
hem openlyk nog eens hartelijk te bedan
ken voor al wat hij voor de katholieke
arbeiders beweging gedaan heeft. De heer
Koevoet dankte den voorzitter voor het
gesproken woord, mede het overige be-
stuur, den geestelijk adviseur en de leden
voor de prettige samenwerking in tal van
jaren ondervonden en sprak den wensch
uit, dat in de toekomst de organisatie
onder Gods beste zegen moge uitgroeien.
Hierna werden de notulen der vorige
vergadering gelezen en onder dank goed
gekeurd.
Eenige ingekomen stukken werden afge
handeld o.a. de propaganda-actie van de
Textiel-organisatie, waarvan het parool
luidt: naar de 13.000. De voorzitter gaf
hiervan een nadere uiteenzetting en vroeg
hiervoor de medewerking van de leden
om te trachten de vele ongeorganiseerden,
vooral ook de meisjes die nog in de ver
schillende fabrieken werkzaam zijn, tot
de mooie R.K. arbeidersbeweging te bren
gen.
Vervolgens brachten secretaris en pen
ningmeester jaarverslagen uit, waarin te
constateeren viel dat de afdeeling aan het
einde van het jaar 149 leden telde. De ont
vangsten waren 6615.72, de uitgaven
6522.12 zoodat een batig saldo in kas
overbleef van 93.60.
De voorz. bracht beiden functionarissen
dank voor hun jaarverslagen. De kascon-
trole-comissie bracht gunstig verslag uit.
Hierna kwam wel het belangrijkste punt
van de agenda namelijk de inwijding van
het vernieuwd vaandel, de verandering,
welke het vaandel heeft ondergaan, be
staat hierin, dat de patroonheilige op het
oude vaandel stond: St. Bavo. Hiervoor is
nu St. Lambertus, de patroon van den
Textielbond, in de plaats gekomen. Voor
dat de geestelijk adviseur, de weleerw.
heer P. Hofstede, overging tot de wijding
van het vernieuwde vaandel, maakte hij
van de gelegenheid gebruik om den leden
te wijzen op hun plicht als katholieke
arbeider. Spreker zeide, dat de leden van
een R.K. organisatie den duren plicht heb
ben de godsdienstige waarheden, hun ge
loof goed te kennen en naar dit geloof te
leven. Met een heilige brutaliteit moeten
zij. door een oprecht christelijk voorbeeld
den geest op fabrieken en werkplaatsen in
goede banen leiden. Iedere katholieke ar
beider moet een licht zijn voor de om
geving, waarin hij verkeert. Hij moet zich
laten uitstralen aan een ieder met wien
hij omgaat. Dan is hij waard zich te scha
ren onder de banier, waarboven het kruis
van Christus staat.
Hierna stonden alle aanwezigen op en
na het bidden van de Twaalf artikelen van
het Geloof en het Onze Vader werd het
vaandel gewijd.
Na deze plechtigheid sprak de voorzitter
namens bestuur en leden. Hij dankte den
geestelijk adviseur voor zijn kernachtige
toespraak. Ook de oud-voorzitter, de heer
J. Gordijn, sprak nog een enkel woord. Hij
dankte het bestuur voor de uitnoodiging
en uitte den wensch, dat de leden, voor al
de jongeren, trouwe leden zullen blijven
van dezen mooien Textielbond en een
drachtig achter dit mooie vaandel ge
schaard zullen blijvén staan.
Aan het einde der vergadering werd aan
de leden een consumptie vertrekt, terwijl
de voorzitter tenslotte een dankwoord
sprak tot de aanwezigen.
KOFFIE ONTVREEMD EN IN BESLAG
GENOMEN.
Ten nadeele van zekeren S. zijn begin de
zer week van het veilingterrein 24 blikken
Delmontekoffie ontvreemd. In verband
daarmede zyn aangehouden de 26-jarige
M. J. B. en zijn 23-jarige broer C. H. B.
De koffie werd in beslag genomen bij den
caféhouder W. C. v. H., hier ter stede.
De nieuwe burgemeester, mr. R. N. de
Ruyter van Steveninck, zal gaan wonen in
het pand Rijnsburgerweg 161, alhier.