DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN SAMENWERKING LANDBOUWORGANISATIES Momentje MAANDAG 24 MAART 1941 32ste Jaargang No. 9905 S)e CeicbcHeSou/taint Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. V Waarom isolement? De katholieken mogen in den nieuwen tijd zich niet afzijdig houden, niet stil toe zien. Het isolement, de afzondering en ge scheidenheid is nooit door de katholie ken beschouwd en nagestreefd als het hoog ste ideaaL Gaat en verkondigt het Evangelie aan alle volkeren. Gij zult zijn als een stad op een hoogen berg en als het licht op den kandelaar. In deze, aan den christen gegeven geboden ligt duidelijk uitgedrukt zijn plicht, om te staan en te arbeiden mid den in de gemeenschap, om het ware en het goede, dat hij kent en bezit, te propa- geeren, te verspreiden, uit te breiden. Maar hoe verklaren wij dan het isole ment, waarom in en door de katholieke organisaties de katholieken zijn gebracht? Voordat wij hier pntwoord geven op deze vraag waarvan wij volkomen kunnen begrijpen, dat ze gesteld wordt moeten wij eerst wijzen op een overdrijving, die er vaak in ligt. De katholieke organisaties streven niet in dézen zin naar isolement, dat hun stre ven omsloten wordt door de belangen der katholieken, die tot hun leden behooren, of van de katholieken in het algemeen, Geenszins. Hun bedoeling is juist ge richt op het belang van héél de gemeen schap; het doel van dat isolement is wezen lijk een sociaal doel. Met een voorbeeld willen wij dit verduidelijken. De katholieken willen niet het indivi dualisme van het liberalisme en willen niet den klassenstrijd van het Marxisme. Dat individualisme en die klassenstrijd vorm den voor hen een zeer ernstige belemme ring voor samenwerking in eenzelfde maat schappelijke doelstelling met voorstan ders van het liberalisme en met voor standers van het Marxisme maakte zulk een samenwerking, zooals duidelijk is, zelfs onmogelijk. De katholieken, die voor standers zijn van de leer van het so'Jdarisme in dezen tijd door velen socialisme ge- heeten hebben zich geïsoleerd in katho lieke vereenigingen, om met meer kans op succes en resultaat de solidaristische leer voor de samenleving te kunnen propagee- ren. Individueel waren zij aldus in zekeren zin geïsoleerd, maar gezamenlijk, als or ganisatie zochten zij het isolement geenszins en waren zij ook volstrekt niet geïsoleerd! Men overdrijve dus over dat isolement der katholieken niet! Met de ontleding van bedoelde overdrij ving hebben wij eigenlijk al beantwoord de vraag, hoe moet worden verklaard het iso lement, waarin in en door de katholieke organisaties de katholieken zijn gebracht. Dat moet worden verklaard door de o m- standigheden. In hoeverre in den nieuwen tijd de katholieke organisaties reden van bestaan hebben, zal afhangen van de omstandighe den in dien nieuwen tijd. Natuurlijk na tuurlijk! zullen zeker'niet alle katholieke organisaties kunnen verdwijnen; dat de omstandigheden zóó zullen zijn, dat niet meer alle katholieke organisaties bestaans- noodzakelijkheid, bestaansreden hebben, willen wy van ganscher harte hopen. De omstandigheden zijn in velerlei op zicht aan het veranderen. De „Tijd" merkte dezer dagen in een artikel op: „Zoo is bijvoorbeeld de klassenstrijd in dezen revolutionairen tijd plotseling historie geworden. Het standpunt van de solidariteit tusschen de standen, an ders gezegd: van de doelgemeenschap van alle werkers, schijnt daarentegen plotseling tot gemeengoed te zijn be vorderd. Het wordt thans ook verkon digd door vakorganisaties die tot voor kort, zij het allengs ook minder over tuigd en overtuigend, verkondigden, dat het sociale vraagstuk niet eerder opgelost zou zijn dan op het oogenblik, dat de klasse der loontrekkers den voet zou zetten op de in haar laatste stuip trekkingen terneerliggende klasse der kapitaalverstrekkers". Wij herhalen: de katholieken hebben nooit gezocht en zullen nooit zoeken het isolement óm het isolement, maar aanvaar den het en verlangen het alléén inzoover dit het aangewezen en noodzakelijk mid del is voor hun op gemeenschapsnut gericht doel. Te Boskoop zijn zes personen door gasver giftiging om het leven gekomen Ten huize van den boomkweeker A. van Eyk aan den Zijdeweg, een echt paar met vijf jonge kinderen, is een vreeselijk drama gebeurd. Tengevolge van gasvergiftiging zijn van dit gezin de man en vijf kinderen vannacht om het leven gekomen. De man verscheen hedenmorgen niet op zijn werk en daarom besloot zijn pa troon, de heer W. Vermeulen, eens te gaan zien, wat er aan de hand was. Hij begaf zich naar de woning, doch het huis was gesloten en op zijn her haald kloppen werd niet opengedaan. De heer V., die ongerust werd, sloeg een glasruit in waarna hem een sterke gaslucht tegemoet kwam. Toen men een onderzoek instelde kwam men tot de ontdekking dat het geheele gezin bewusteloos te bed lag. De 29-jarige vrouw L. van EykVan der Weyden, gaf nog eenige teekenen van leven, doch de 44-jarige man, drie meisjes en twee jongens, waar van de jongste een jaar en het oudste vijf jaar oud is, waren reeds gestor ven. De echtgenoote is naar het zieken huis in Gouda overgebracht. De lijken zijn door de politie in beslaggenomen. De oorzaak is, zooals men heeft kun nen vaststellen, te wijten aan het springen van een gasbuis, waardoor het uitctroomende gas het gezin in den slaap heeft verrast. MONUMENT VOOR DE GESNEUVELDEN TE BARNEVELD Zaterdagmiddag is in hei dorp Voorthui- zij bij Barneveld een monument onthuld voor de gevallenen van het eerste regiment huzaren. Omstreeks drie uur in den mid dag nam oud-luitenant kolonel Camerling Helmont het woord voor het uitspreken van de onthullingsrede. In eenvoudige tref fende woorden herdacht spreker de kame raden, die het hoogste offer, dat van hun leven, hebben gebracht. Door hun trou we plichtsvervulling hebben zij de groot ste dankbaarheid en hoogachting verdiend van allen. „Als wij de 39 namen van onze vrien den aanschouwen", zoo ging overste Ca merling Helmont voort, dan rijzen hun ge stalten, zooals wij ze gekend hebben, voor ons op. Door het oprichten van dit ge- denkteeken hebben wij gemeend onze diep ste gevoelens van vriendschap te moeten vertolken. Laat daarom dit gedenkteeken een symbool zijn van eerlijke plichtsver vulling, opdat het nageslacht in eenheid zal voorkomen hetgeen hier is geschied en eens gezind zal arbeiden aan dt werken des vredes". Hierna droeg spreker het monument over aan het gemeentebestuur van Barneveld. Namens de bevolking aanvaardde de bur gemeester, de heer J. Westrik, het monu ment en verzekerde, dat hij en alle ingeze tenen het steeds in eere zullen houden. Vervolgens werden een aantal kransen bij het monument gelegd, o.a. van de gemeen te Barneveld, van officieren en manschap pen van het regiment en van de nazaten van den eersten commandant van het regi ment in 1814, baron van Sytsema. Het monument is, in opdracht van een comité van reserve-officieren ontworpen door den heer M. van Dijk. Het is geheel in strakke lijnen gehouden en uitgevoerd in baksteen, terwijl op een zandsteenen plaat in bronzen letters de namen van de 39 gesneuvélden zijn aangebracht De plantsoenendienst van de gemeente Barne veld heeft de beplanting verzorgd. De sobere plechtigheid werd bijgewoond door kolonel van Alphen, hoofd van het regelingsbureau, luitenant-kolonel Cromme- lin, oud-commandant van het regiment, de oud-officieren van het regiment en talrij ke minderen. MONUMENT VOOR GESNEUVELDEN TE BOXMEER Op het R.K. kerkhof te Boxmeer is Za terdag een monument onthuld, dat werd opgericht op het gemeenschappelijk graf van zeven gesneuvelde Nederlandsche sol daten. In den ochtend heeft de oud-aalmoezenier, pater Linnenbank O.P., in de parochiekerk een plechtige H. Mis opgedragen, terwijl ook in de Hervormde kerk een herdenkings dienst werd gehouden. De onthulling van het monument ge schiedde te twee uur. Pater Silverius van Geffen sprak een openingswoord, waarna oud-majoor Alma het monument onthulde VAN DE Rijkscommissaris heeft commissie ingesteld onder voorzitterschap van dr. Posthumaverdere leden de voorzitters der landbouworganisaties GRAF GROTHF. HEEFT DEZE COMMISSIE GEÏNSTALLEERD. Het A. N. P. meldt: Op de dagelyksche persconferentie te 's-Gravenhage, heeft de referent der Geschaftsgruppe voedselvoor ziening en landbouw de volgende mede- deelingen gedaan: Bij besluit van 19 Maart heeft de Rijkscommissaris ter ondersteuning van de maatregelen genomen door de bevoegde instanties met het doel eenheid te brengen op het gebied der landbouworganisaties, welke deze maatregelen behooren te steunen, door dat de landbouwers met elkaar zich be raden een commissie ingesteld en tot voorzitter daarvan benoemd oud-mi nister dr. Posthuma. Tot deze commissie behooren de voorzit ters der volgende vereenigingen: 1. Chr. Boeren- en Tuindersbond; 2. Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond, 3. Nederlandsche Agrarisch Front, 4. Ne- derlandsch Landbouwcamité. De voorzitter der commissie kan verdere leden benoe men. De commissie heeft ten doel, de werk zaamheid van alle organisaties in dienst te stellen van de grootst mogelijke productie- verhooging en een éénvormige organisatie van dien arbeid te verwezenlijken. De besturen hebben daartoe den plicht hun organisaties met hun gezamenlijke ap paraten volgens richtlijnen van den voor zitter ter beschikking te stellen. Deze richt lijnen zijn voor landbouworganisaties bin dend, onverschillig of zij zijn aangesloten bij bovengenoemde corporaties. De voorzitter kan de productievermeer dering door eigen maatregelen bevorderen, voor zoover dit wenschelijk is, buiten het werk der organisatie om. Hij kan van het Departement van Landbouw en Visscherij alle in dit verband noodige inlichtingen en steun eischen. De consulenten van dit De partement zijn verplicht, de commissie en de landbouworganisaties te adviseeren. Ten slotte kan de voorzitter van de landbouworganisaties verlangen, clat personen, die medewerking weigeren, worden geroyeerd. Wordt aan dit verlangen geen gevolg gegeven, dan is de commisaris-generaal voor Financiën en Economie bevoegd, de noodige maatregelen te treffen en in een bepaald geval de royeering ook te doen geschieden zonder inachtneming van een wettelijken opzeggingstermijn. Eenigerlei aanspraken' kan men na een dergelijke verbreking van het dienstverband niet doen gelden. Met betrekking tot haar geheelen arbeid ressorteert de commissie onder den com missaris-generaal voor Financiën en Eco nomie. De uitsluitende bevoegdheid en verantwoordelijkheid van het departe ment van Landbouw en Visscherij ten aan zien van de regeling en verdeeling der landbouwproductie blijft intact. De installatie. In opdracht van den Rijkscommissa ris heeft Landesbauernführer Graf Grothe op 21 Maart het besluit aan dr. Posthuma overhandigd en hem de taak cpgelegd zyn bevoegdheden nauwkeu rig uit te oefenen. Dit geschiedde in het departement in tegenwoordigheid van den directeur-generaal van den Landbouw, ir. Roebroek en de voorzit ters der vier genoemde landbouworga nisaties. Daarbij wees Graf Grothe er op, dat het en overdroeg aan de gemeente. Vervolgens voerden achtereenvolgens de burgemeester van Boxme^./, mr. A. van Hellenberg, kapitein van Houwen inghe, luitenant van Lanschot, ds. Bal jon en pa ter Linnenbank het woord. Allen brachten hulde aan de nagedachte nis van de gesneuvelden. Het monument is ontworpen door de architecten A. J. Kropholler en R. Veendorp en is in kera miek uitgevoerd. De plechtigheid werd uitgevoerd door tal rijke belangstellenden, waaronder alle oud- militairen, welke te Boxmeer hebben gele gen. de voornaamste taak van de Nederland sche boeren is, in dit jara uit eigen kracht de grootst mogelijke bijdragen te leveren aan de voeding van het Nederlandsche volk. Bij allen arbeid voor de voedselvoor ziening loopen de belangen van het volk en de bezettende macht parallel. Van regee- ringsziide zijn doeltreffende maatregelen genomen om het doel te bereiken. Deze met groote vakkennis getroffen maatrege len hebben, om tot succes te leiden, den waarachligen steun noodig van den afzon derlijken boer. In dit verband hebben ook de bestaan de landbouworganisaties deA plicht tot actieve medewerking. Deze medewerking dient te geschieden volgens een eenvormig plan. Op grond hiervan is de onderhavige commissie door den Rijkscommissaris in gesteld. Dat aan dr. Posthuma de leiding dezer commissie is toevertrouwd, vindt zijn oorzaak in de groote ervaring welke hij sedert den wereldoorlog heeft opge daan. Graf Grothe sprak de hoop uit, dat de maatregelen van den Rijkscommissaris bü alle landbouworganisaties het juiste be grip zouden vinden en zouden worden op gevat als een oproep tot gemeenschappelij- ken arbeid en het bijleggen van in moei lijke tijden onnoodige geschillen. Graf Grothe herinnerde aan den op wensch van den Rijkscommissaris door het ministerie van Landbouw en Visscherij tot de landbouwbonden gerichten oproep voor den volstrekt mogelijken regelmatigen aanvoer van vee voor binnenlandsche be hoeften te zorgen. Daarmede is het ge- wenschte resultaat niet bereikt, zoodat de directeur-generaal der voedselvoorziening zijn toevlucht heeft moeten nemen tot dwangmaatregelen. Aangezien moeilijke tyden steeds als een proefsteen gelden, zal overeenkomstig het groote belang, dat met een en ander is gemoeid, een succes of mislukking be slissend zijn voor de bestaande organisa ties en haar besturen. In aansluiting daaraan wendde Graf Grothe zich tot den aanwezigen directeur- generaal: en wees er op, welk een belang rijke aanvulling van het werk van het de partement tot verhooging der landbouw productie de arbeid der gezamenlijke or ganisaties vormt. Hieruit volgt de ver plichting van het ministerie zich den steun van de commissie en van de organisaties ten nutte maken en geregeld het noodige contact te bewaren. Want juist het beroep van den boer behoeft in bijzonder sterke mate een vruchtbare wisselwerking tus schen practijk en regeeringsbureaux. In aansluiting aan hetgeen Graf Grothe gezegd had verklaarde dr. Posthuma, dat hij de opdracht van den rijkscommissaris heeft aanvaard omdat hij daarmede als Nederlander de belangen van zijn volk het beste meent te dienen. De voorzitters van de vier organisaties brachten tot uitdrukking dat zij de nood zakelijkheid van een constructieve samen werking in het belang van het Nederland sche volk inzagen en zeiden hun loyale medewerking toe. Graf Grothe wenschte dr. Posthuma ge luk met zijn taak en gaf voor ieder afzon derlijk den wensch te kennen, dat hun loyale samenwerking met succes zou wor den bekroond. EEN KULTUURKAMER. Een Nederlandsche Kultuurkamer zal binnenkort worden opgericht, aldus heeft de secretaris-generaal van het departe ment van Volksvoorlichting en Kunsten, dr. T. Goede wagen, in een bijeenkomst van kunstenaars in het Stedelijk Museum te Amsterdam meegedeeld. Deze Kultuurkamer zal bestaan uit een aantal gilden; een kunstenaarsgilde, een persgilde en een filmgilde. Elk gilde krijgt een gildeleider en een adviseerenden gil- deraad. Jhr. Mr. J. W. M. BOSCH VAN OUD-AMELISWEERD OVERLEDEN Te Utrecht is op ruim 80-jarigen leeftijd overleden jhr. mr. J. W. M. Bosch van Oud-Amelisweerd, oud-president van de rechtbank aldaar en van 19141923 lid van de Éérste Kamer voor de R.K. Staatspartij. Ook is hij president-curator geweest van de voormalige veeartsenij kundige hooge- schooL KLEIN DUIMPJE. Het is al een keer gebeurd met brui ne boonen en nu is in Deventer Klein Duimpje alweer aan het werk geweest. Nu met koffieboonen. Het verhaal is als volgt: By een grossier in koloniale waren in de Papenstraat te Deventer was ingebroken en de inbreker was er van door gegaan met vier zakken, inhou dende 125 kg. gebrande koffieboonen. De politie werd gewaarschuwd, maar de rechercheurs, die met het onder zoek werden belast, hadden het niet moeilijk: in een der zakken had blijk baar een gaatje gezeten en een spoor van glimmende koffieboontjes wees de politie precies den weg, dien de dief was gegaan. Het boontjesspoor eindigde bij een woning in de Molen straat, waar men inderdaad de vier zakken koffie terugvond; de dief werd eenigen tijd later te Zwolle aangehou den. Ik vind het een prettige gedachte, dat zelfs inbrekers hun gevoel voor romantiek nog niet hebben verloren. Er is nog een overblijfsel van de sprookjes hunner kindsheid en dit geeft aan hun latere handelingen een kinderlijk en onschuldig cachet. Maar. de gevolgen! Het is natuurlijk niet de bedoeling van een inbreker om door de sprookjes uit zijn jeugd in de gevan genis terecht te komen. Hy zal dus iets moeten smokkelen, dat moeilijker door een verborgen gaatje valt, bij voorbeeld varkens. Ofer zal een vestigingswet moeten komen voor in brekers met als verpliohte leerstof de sprookjes van Grimm, waaruit op het examen zal worden gevraagd. Dan zal het den candidaat blijken, dat hij meer heeft aan zevenmijlslaar zen dan aan zakken met gaatjes erin... INLEVERING VAN MILITAIRE RIJKSGOEDEREN. Verzocht wordt het volgende bekend te maken: Aan de verlofgangers beneden den rang van adjudant-onderofficier, wonende .cf verblijfhoudende in de provinciën Zuid- Holland, Zeeland, Noord-Brabant en het westelijk gedeelte der provincie Noord- Holland, alsmede op de eilanden Texel, Vlieland, Terschelling en Ameland, die, om welke redenen ook, nog niet aan hun verplicthing hebben voldaan om de on der hun berusting zijnde militaire rijks- goederen in te leveren, wordt alsnog opge dragen die verplichting na te komen. Zij behooren zich, voor zoover zij van den burgemeester geen persoonlijke oproe ping ontvangen hebben, vóór 1 April a.s. te melden ter gemeente-secretarie (bu reau voor Militaire Zaken) van hun woon- of tijdelijke verblijfplaats, teneinde te we ten te komen, waar en wanneer voor hen de gelegenheid openstaat om de rijksgoe deren in te leveren. De verplichting om zich te melden by den burgemeester en ter plaatse der inle vering, bestaat eveneens voor hen, die, hoewel geen militaire rijksgoederen onder hun berusting hebbende nog niet de ver klaring hebben onderteekend, dat zij geen rijksgoederen meer in hun bezit hebben. Indien de tot inlevering of aanmelding verplichte verlofganger wegens bijzondere omstandigheden niet in de gelegenheid is persoonlijk de goederen in te leveren kan een en ander geschieden door een familie lid of huisgenoot. J. C. E. BARON VAN LYNDEN VERLAAT DEN RIJKSGEBOUWENDIENST. Bij besluit van den secretaris-generaal van Financiën is aan J. C. E. baron van Lynden op zijn verzoek met ingang van 21 Maart 1941 eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van administrateur, chef van de afdeeling Rijksgebouwen van het departement van Financiën en hoofd van den Rijksgebouwendienst. Eveneens met ingang van genoemden datum is met de waarneming van bovengenoemde functies belast mr. H. F. C. Hardenberg, referenda ris bii de afdeeling Rijksgebouwen. VOORBURG HEEFT 30.000 INWONERS. De gemeente Voorburg heeft Zaterdag haar 30.000en inwoner in de registers van den burgerlijken stand mogen inboeken. De 30.000e is een meisje, Emmy v. d. Greft geheeten, in het gezin van den meubelma ker W. A. van der Greft. De gelukkige va der kwam zijn dochtertje Zaterdag ter se cretarie aangeven. Als ambtenaar van den burgerlijken stand fungeerde voor deze bijzondere gelegenheid de burgemeester, dr. J. A. Nederbragt, die namens het ge meentebestuur woorden van gelukwensch sprak en den vader een spaarbankboekje met vijftig gulden overhandigde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1