S DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PREKENDE CIJFERS Momentje Huislijstcollecte van Winterhulp WOENSDAG 19 MAART 1941 32ste Jaargang No. 9901 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer bestaat uit twee bladen. V De toekomst Wij willen ons niet wagen aan voorspel lingen over de toekomst Maar wij kunnen wèl omtrent de toe komst dit met zekerheid vaststellen, dat zij zal zijn, wat de menschen er van ma ken. God kan ingrijpen in het wereldge beuren natuurlijk, maar de gewone gang van zaken is, dat God de menschelijke activiteit niet uitschakelt De wereld zal er uitzien, zooals de men schen haar maken. Misschien kan deze gedachte een mensch neerdrukken in pessimistische beschouwin gen over de toekomst „Welken invloed kan ik uitoefenen op het wereldgebeuren. Niet den minste. Dus ik moet maar afwachten, wat anderen doen". Dit is echter een pessimisme, dat ver klaarbaar is, maar dat er niet van getuigt, dat men het wereld-gebeuren dóórdenkt en doorschouwt in het licht van de chris telijke beginselen, van zijn gosdienstige overtuiging! Wy kennen de kracht van het gebed, waardoor wij ook voor andere menschen veel goeds kunnen verkrijgen: een goeden wil en goede daden. Die kracht van het ware gebed is niet een vrome phantasie, maar een ontzaglijk-groote werkelijkheid. Door het gebed kan ieder invloed uitoefe nen op het wereld-gebeuren, kan ieder mede-bouwen aan de vorming van de toe komst. Doch ook bezien van louter natuurlijk standpunt is de rol, die de enkele mensch in den opbouw van een nieuwe wereld kan vervullen, hoewel zijn levenstaak slechts is van eenvoudigen en bescheiden aard, niet zoo gering. Als iedere Nederlander op z ij n plaats en op z ij n wijze op de plaats en de wijze, waartoe h ij is geroepen zijn plicht vervult, dan zal zeker het Neder- landsche volk in zijn geheel mee-spreken bij, mee-beinvloeden de vorming van de toekomst. Als Nederlanders behoeven wij zeker niet ons te schamen voor wat op velerlei gebied door ons volk is gedaan in het ver leden. En dat verleden, getuigend van ar- beidslust en doorzettingsvermogen, opent een perspectief voor de toekomst. Als wij tezamen en ieder voor zich ook in en door dezen tijd heen blijven bewaren die ar- beidslust en dat doorzettingsvermagen. Over wat door ons voik in het verle den is gepraesteerd willen wij hier niet een historische beschouwing geven; enkele zinnen, die ons gisteravond troffen in een Haagschen Brief van den „Tijd": „Terwijl wij de uitbarsting ,die ten slotte gekomen is, met de geringe ons ten dienste staande middelen hebben trachten te voor komen door onze daadwerkelijke hulp, door het aandeel, door onze voormannen in de internationale economische conferenties genomen, door onze vrijgevige internatio nale handelspolitiek, door onze open-deur- politiek in Indië, waarvan alle volkeren gelijkelijk hebben geprofiteerd, kunnen wij in het binnenland o.a. wijzen op de grootscheepsche landaanwinningen in de vroegere Zuiderzee, welke haar weerga in Europa nog niet hebben gevonden, op de exploitatie van ons Limburgscb kolenbek ken, die ons land aan de spits heeft ge bracht van de technische en sociale vol maaktheid op dit gebied, op de snelle en afdoende industrialisatie op schier alle onderdeelen van het bedrijfsleven, op de moderniseering van onze koopvaardijvloot, de verbetering van onze havens, kanalen en verkeerswegen. Noch als persoon noch als volk mogen wij pesimistisch zijn. Wij willen mede werken aan de vorming van de toekomst En er openen zich vóór ons zonnige pers pectieven. HANDEL IN KAAS. Krachtens een beschikking van den se cretaris-generaal van het departement van Landbouw en Visscherij kunnen „kaashan delaren met vergunning" onderling kaas, met uitzondering van Limburgsche en Hervesche kaas verkoopen en afleveren zonder inlevering van toewijzingen. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN OVER HET WERK VAN WINTERHULP „Waar blijven de centen?" Dat is een vraag, waarvoor iedere Neder lander zich interesseert, dat zit hem als het ware in 't bloed. Wij komen op die vraag nog eens terug in verband met de actie voor de Winterhulp, niet omdat wij het noodig vinden om het dwaze praatje, dat bij den aanvang van deze actie, rondging, opnieuw te dooden; dat praatje is al dood genoeg, sinds ons volk aan den lijve ge voeld heeft, dat het wel degelijk zelf zoo wel oorzaak als doel van de Winterhulp is. Maar hoewel wij weten, dat het geld bin nen de grenzen blijft, is het toch ook wel interessant te weten, hoe het precies ver deeld wordt. Winterhulp Nederland zendt ons nu het volgende vergelijkingsstaatje over de pro vincie Zuid-Holland. Dit staatje is tot 1 Maart bijgewerkt Door W.H.N. ondersteunde werkloozen: alleenwonenden 1188, gezinnen 16342, ge zinsleden 93957. Bij de werkverschaffing geplaatsten: al leenwonenden 61, gezinnen 1558, gezins leden 6903. Door W.H.N. ondersteunde kleine boeren of tuinders: alleenwonenden 34, gezinnen 1310, gezinsleden 6018. Door Maatschappelijk Hulpbetoon ge- steunden: alleenwonenden 1642, gezinnen 4935, gezinsleden 19234. Door Burgerlijk Armbestuur gesteunden: alleenwonenden 1811, gezinnen 4567, ge zinsleden 17296. Door kerkelijke armbesturen gesteunden: alleenwonenden 2854, gezinnen 4028, ge zinsleden 17795. Door W.H.N. ondersteunde kleine zelf standigen: alleenwonenden 228, gezinnen 2449, gezinsleden 9691. Door W.H.N. ondersteunde stille armen: alleenwonenden 281, gezinnen 1735, ge zinsleden 7070. De provincie Zuid-Holland is met deze gegevens de eerste. Winterhulp Nederland hoopt gelijke staatjes van elke provincie te geven en tenslotte een samenvattende lijst van het geheele land. Wanneer men in de cijfers voor het ge heele land terecht komt, dan m moet men zich hier en daar nog met min of meer glo bale getallen tevreden stellen. Zoo kan ge raamd worden, dat thans in totaal in Ne derland is uitgekeerd een bedrag van rond vier millioen gulden, waarvan twee mil- lioen uit de collecten zijn gekomen. De an dere twee millioen zijn' bestreden uit lan delijke bijdragen of giften buiten de collec ten om. In de provincie Zuid-Holland is in de 179 gemeenten, die dit gewest telt, tij dens de collecten opgehaald 450.226.56 gul den. Uitgekeerd is echter 892.237 gulden, dus bijna tweemaal zooveel, als de inza melingen opbrachten. Hoe noodig het is, dat er gesteund wordt, moge ook uit de volgende cijfers blijken. Nederland telt, volgens de statistische gegevens, die daarvoor ter beschikking staan, 8.833.977 inwoners, van wie volgens officieele opgaven 1.370.000 in behoeftige omstandigheden leven. Het aantal gezin nen in ons land bedraagt 1.885.567, waar van driehonderdduizend zeker voor steun in aanmerking komen. Het was dus duide lijk, dat het aantal aanvragen bij Winter hulp zeer groot zou worden. Tot op heden zijn ontvangen zevenhonderdduizend ver zoeken (waaronder uiteraard herhalingen vallen en verzoeken van alleenstaanden). Sinds zjj met haar werkzaamheden be gonnen is, heeft Winterhulp aan 237.518 personen, omgerekend in 41.718 gezinnen, een uitkeering verleend. Men heeft dus aan een zesde deel van de gerechtvaardig de aanvragen op bescheiden wijze kunnen voldoen. Voor dezen steun kwamen in aanmer king: werkloozen, ouden van dagen, kleine neringdoenden, stille armen, enz. De uit keering (per maand gerekend) bedroeg on geveer vier gulden per persoon. De stand van zaken is op het oogenblik zoo, dat negentig procent van de aanvragers in aanmerking komt voor een gift in één keer, en tien procent voor, voorloopig maande- lijksche ondersteuning. Wil men nog een paar cijfers uit de drie groote steden, dan kan meegedeeld worden, dat uit Den Haag rond 30.000 aanvragen om steun binnenkwamen, uit Rotterdam 45.000 en uit Amsterdam 50.000. Deze cijfers werden ons dezer dagen ver strekt op een bijeenkomst, waar de heer J. A. Hollander, organisatie-chef van de Winterhulp Nederland in de provincie Zuid-Holland, en de heer C. de Bruin, huisbezoeker van de W.H.N. te Den Haag, het een en ander mededeelden van hun er varingen en hun werkzaamheden. Het zijn cijfers, die welsprekend genoeg zijn. NIET MOEDELOOS ZIJN! De jongste rede van den Rijkscommis saris was héél duidelijk, kon door iedereen worden begrepen. Commentaar op deze rede was dan ook vrij overbodig. En wij verwonderen ons er niet over, dat door bladen, die tóch commentaar hebben wil len geven, commentaarloos commentaar is geleverd. Op één punt in het pers-commentaar welke wij echter even de aandacht vestigen. De Rijkscommissaris eischt van het Ne- derlandsche volk een Europeesche samen werking, zooals Duitschland die voorstaat. En verklaart de bereidheid daartoe alleen te vinden bij de N.S.B. Zoo mogen wij wat de Rijkscommissaris gezegd heeft in eigen woorden samenvatten. De Volkskrant is intussóhen van meening, dat er voor het Nederlandsche volk, voor zoover 'het buiten de N. S. B. staat, toch geen reden is om moedeloos te worden: „Van de leiding van Nationaal Front en van het driemanschap der Neder landsche Unie mag worden gezegd, dat zij den toestand klaar inzien en aanvaarden niet mleen, maar een Euro- peesche samenwerking zooals Duitsch land die verstaat van harte voorstaan. De naam nationaal-socialisme alleen en een bepaald partijverband kan toch geen blijvend beletsel zijn om de me dewerking van overtuigde goediwilli- gen af te wijzen. Zoo behoeft men de hoop niet op te geven, dat een weg zal worden gevon den om de krachten van allen die van goeden wil zijn samen te bundelen in het belang van ons land en volk en van een toekomst heilrijk voor het her ordende Europa." En voor hen, die, begrijpelijkerwijze, zich belangstellend afvragen, hoe Nationaal Front daarop reageert, willen wij hier citeeren uit wat de J°ider Arnold Meijer schrijft in het Nederlandsche Dag blad: „De Rijkscommissaris heeft het nog eens herhaald, dat hij het Nederland sche volk niet wil benauwen, noch het een politieke overtuiging wil opdrin gen. De Rijkscommissaris behoudt zich van zelfsprekend het recht voor zijn voor keur te hebben en hij motiveert een voorkeurbehandeling als het in forma tie mogen marcheeren met er op te wijzen, dat de nationaal-socialisten (kennelijk is hier deze verzamelnaam gebruikt voer de N. S. B.-ers) duide lijk hebben bewezen den weg van de lotsgemeenschap met het Duitsche volk te willen gaan. Die lotsgemeenschap in een Ger- maanschen Statenbond wenschen wij eveneens van ganscher harte. Den weg, dien de N. S. B. daarbij bewandelt, zullen wij niet bewandelen, al was het alleen hierom dat deze weg doodloopt. Onze weg is een duidelijke en klare. Het nationaal-socialisme is een univer- seele leer. Het zal bij ieder volk een aan dat volk aangepaste gestalte moe ten aannemen. Zonder die volkseigen gestalte zal het geen volksgemeen schap kunnen winnen. Over die gestalte van een Neder- landsch nationaalsocialisme mogen wij. Nederlanders vap de eerste ure der nieuwe gedachte in Nederland, die vasthoudend en stabiel in houding heb ben gewerkt, zeker een oordeel geven. Wij behooren het zelfs te geven. Wij zijn er toe verplicht, zoowel tegenover ons volk als tegenover de Duitsche autoriteiten. Het gaat er namelijk niet om of hier een afgescheiden groepje volkomen gescheiden van het volk den weg tot samenwerking inslaat: het gaat er om, dat via een beweging het ge heele volk wordt meegetrokken die samenwerking. En de beweging, die met dezelfde vrijheden uitgerust als de N. S. B. dat zou kunnen, die eenige beweging is „Nationaal Front". Wij zijn ook van meening. dat èl dege nen onder het Nederlandsche volk, die waarlijk goed willen, die waarlijk open oog hebben voor den nieuwen tijd, die de feiten, zooals ze nu eenmaal zijn en niet veranderd kunnen worden, willen aanvaar den als basis voor hun handelingen, voor- zoover het niet in strijd komt met wat hun heilig is en w e r k e 1 ij k heilig moét zijn als beginsel wij zijn óók van meening, dat al deze goed-willende en emstig-mee r.ende Nederlanders ook na de jongste rede van den Rijkscommissaris niet moedeloos behoeven te zijn! Het publiceeren van radio-programma's De Staatscourant van gisteren bevat een besluit van den secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten betreffende de radio-programma bladen. Uit overweging, dat het noodzakelijk is, regelen vast te stellen voor het samenstel len, drukken en uitgeven van radioprogram mabladen, is bepaald, dat zij zijn onderwor pen aan een aantal bepalingen, waarvan wij er hier enkele laten volgen. Zonder een machtiging van den secretaris generaal van het departement van Volks voorlichting en Knnsten is het verboden uit te geven een blad, tijdschrift, periodiek of eenig ander geschrift, waarin de program i's van den Nederlandschen Omroep, in welken vorm ook, worden gepubliceerd. Van dit verbod zijn uitgesloten, die dag en nieuwsbladen, welke op aanwijzing van den secretaris-generaal de programma's van den Nederlandschen Omroep en voor zoover aanwezig van de buitenlandsche omroepstations in verkorten vorm van het Staatsbedrijf „De Nederlandsche Omroep" ter beschikking krijgen, zulks ter publicee ring in hun bestaande bladen dag voor dag of zoo het een nieuwsblad betreft voor ten hoogste drie dagen. Aan de ter beschikking stelling kan de directeur-generaal van den Nederlandschen Omroep voorwaaden verbinden. De programa's van den Nederlandschen Omroep en voor zoover aanwezig f de buitenlandsche omroepstations wor den gepubliceerd in weekbladen. Deze weekbladen mogen ni e t het karakter dra gen van een orgaan, uitgegeven door een organisatie, ten behoeve van bij haar aan gesloten leden. Voor het uitgeven van dergelijke omroep bladen komen alleen in aanmerking rechts personen, die zich ten doel stellen de pro gramma's van den Nederlandschen Omroep en voor zoover aanwezig van de bui tenlandsche omroepstations en een toelich ting daarop te publiceeren. Deze toelich ting zal, op welk onderdeel van de pro grama's zij ook betrekking heeft, slechts van cultureel opbouwenden aard mogen zijn. Als zoodanig komen in de eerste plaats in aanmerking de uitgevers van de thans bestaande omroepbladen („Radiobode", „Omroepgids", „Radiogids" en „Vrije Ge luiden"), met dien verstande, dat deze uit gevers hun tegenwoordig karakter van een oganisatie, die ten behoeve van bij haar aangesloten leden een vereenigingsorgaan uitgeeft, moeten prijsgeven. De uitgevers zijn verplicht artikelen, fo to's en teekeningen, hun verstrekt door of vanwege het departement van Volksvoor lichting en Kunsten, zonder eenige vergoe ding onverkort in hun omroepbladen te plaatsen op de wijze, als door of vanwege dit departement wordt gewenscht. Deze bijdragen zullen op een door of vanwege het departement te geven wijze kenbaar worden gemaakt, als afkomstig van of vanwege het departement van Volksvoor lichting en Kunsten. De uitgevers dienen telkenjare vóór 15 October bij den secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten een gemotiveerd voorstel in inzake den prijs van het door hen uitgegeven om roepblad voor het komende kalenderjaar. De prijs der omroepbladen wordt telken jare op een voor alle omroepbladen gelijk minimum bedrag door den secretaris-ge neraal vastgesteld. Voor het jaar 1941 wordt de prijs der omroepbladen vastgesteld op ten minste 5.20 per jaar. De door den uitgever van een omroepblad schriftelijk aan te wijzen redacteur is, on geacht de verantwoordelijkheid ingevolge de wet, tegenover den secretaris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten voor den inhoud van het om roepblad verantwoordelijk. VERPLICHTE LUISTERBIJDRAGE. Ontheffingen nog in onderzoek. Een geweldig aantal verzoeken om ont heffing van de verplichte luisterbijdrage heeft de posterijen bereikt, zoo vernemen wij van bevoegde zijde. Zoo groot is dit aantal, dat de verozeken uit Januari nog niet geheel zijn afgehandeld. Het is dan ook begrijpelijk, dat velen zich hebben af gevraagd of zij, hangende hun verzoek, moeten doorgaan met het betalen van de radiobelasting. Op deze vraag kregen wij een bevesti gend antwoord. Het is een omvangrijke ar beid, ;zoo verklaarde men ons, al deze ver gunningen ter plaatse te doen nagaan. Daart>ij moet tevens rekening worden ge houden met de bepaling, dat slechts een tiende deel van de luisteraars voor ont heffing in aanmerking komt. Men behoeft zich daarover echter geen zorgen te maken. Staat eenmaal vast, dat men voor ontheffing in de termen valt, dan wordt alsnog restitutie verleend over de ten onrechte betaalde radiozegels. „Tel." BEZUINIGING. In Zwitserland zullen de overhem den tien centimeter korter worden gemaakt. Hiermede is in Zwitserland een kwestie opgelost, die mij heime lijk reeds lang heeft beziggehouden. Wij speelden vroeger een kinderspel letje: blijf zitten, waar je zit; verroer je niet! Dat is ook de taak van het verlengstuk van het overhemd, te zor gen, dat het blijft zitten. Het crite rium is, dat het aan den onderkant ongezien ergens eindigt. Maar is het daartoe noodig, dat dit einde zoo on geveer eerst bereikt wordt bij je knieën? Hoe grooter het verborgen gedeelte is, hoe meer kan er ook slor dig bovenuit steken. En ik breng dus hulde aan de Zwitsers, die nu einde lijk gedecreteerd hadden: tien centi meter eraf. Denkt u eens in hoeveel zakdoeken daarvan kunnen worden gemaakt! Ik vermoed overigens, dat de Zwitsers op dat idee gekomen zijn door hun kaas, waarvan je de gaten ook opeet. Als de kaas schaarscher gaat worden, kun nen zij de gaten nog grooter maken, net zoo lang tot je de bekende defi nitie van een net erop kunt toepas sen: een net zijn allemaal gaatjes met touwtjes aan elkaar geregen. Ziet u, dat is economie. En dat kun nen wü uitbreiden. Sigaren zonder puntjes, of nog beter zonder de end jes, die wij toch maar weggooien. En de sokken kunnen nog wel een pietsie korter. En vesten zonder ruggen. Gaat u zelf maar eens verder zoe ken, u zult zien, dat u tot fantastische resultaten komt. Van Maandag 17 Maart tot den daarop volgende Zaterdag zal in go- heel Nederland van huis tot huis wor den gegaan om nogmaals een offer te vragen voor steun aan den behoefti- gen landgenoot. Onder groote opoffering hebben duizenden collectanten zich voor dit werk beschikbaar gesteld. Opent uw deuren voor hen, weest vriendelijk voor hen en zorgt, dat uw gift klaar ligt, of stelt het bedrag aan een uwer huisgenooten ter hand, in dien gij uw woning verlaat, opdat de collectant niet vele malen naar het zelfde adres behoeft terug te keeren. Vele Nederlanders zien vol ver wachting ook naar uw offer uit. PRIJZENBESLUIT 1941 GROENE ZAAIER WTEN De secretaris-generaal van landbouw en visscherij heeft bepaald, dat de prijzen, waartegen door den Nederlandschen Alge- meenen Keuringsdienst goedgekeurde, voor zaaidoeleinden bestemde groene erwten ten hoogste mogen worden te koop aangeboden en verkocht aan uiteindelijke verbruikers en door dezen mogen worden gekocht, be dragen bij levering boordvrij of vrij op wa gon of wagen: voor groene erwten van den eersten nabouw 22, en voor groene erw ten van den tweeden en ouderen nabouw 21 per 100 kg. in cl. f 1 provisie per 100 kg. voor tusschenpersonen en detaillisten. GEEN GESLOTEN TIJD VOOR ZEELT De secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en vischerij heeft be paald, dat, met afwijking in zoover van de betreffende visscherijreglementen in het belang van de uitoefening der visscherij, in 1941 voor de zeelt geen gesloten tijd wordt vastgesteld. VERVOERVERBOD HOOI EN STROO. In een besluit van den secretaris-gene raal van het Departement van Landbouw en Visscherij tot wijziging van het inlevc- ringsbesluit 1941 hooi en stroo wordt een vervoerverbod van stroo afgekondigd met bepaling, dat dit verbod niet geldt in de door de N.I.C.A. aan te wijzen gevallen, alsmede indien en voor zoover het ver voer gedekt is door een geleidebiljet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1