M
Nieuwe uitgaven
Weerbericht
Land- en Tuinbouw
STADSNIEUWS
Burgerlijke Stand
DINSDAG 18 MAART 1941
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
Abonnementsprijs: voor Leiden 19
cent per week; ƒ2.50 per kwartaal.
Bij onze agenten 20 cent per week;
2.60 per kwartaal. Franco per post
2.95 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad 0.50 per kwartaal.
Losse nummers 5 cent, met geïll.
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 32 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 55 cent per plaatsing,
alléén Woensdag en Zaterdag.
ZONS OP- EN ONDERGANG.
Zon onder 7.48 uui* Dinsdagavond.
Zon op 7.47 uur Woensdagochtend.
MAANSTANDEN.
18 Maart: De maan komt Dinsdagnacht
om 1.16 uur op en gaat Dinsdagochtend om
10.39 uur onder.
19 Maart: De maan komt Woensdagnacht
om 2.25 uur op en gaat Woensdag voormid
dag om 11.28 uur onder.
(Laatste kwartier).
20 Maart: De maan komt Donderdag
nacht om 3.26 uur op en gaat Donderdag
middag cm 12.22 onder.
21 Maart: De maan komt Vrijdagmor
gen om 4.17 op en gaat Vrijdagmiddag om
1.22 uur onder.
22 Maart: De maan komt Zaterdagmorgen
om 5 uur op en gaat Zaterdagsmiddags om
2.25 uur onder.
23 Maart: De maan komt Zondagmorgen
te 5.36 ïiur op en gaat Zondagmiddag te
3.31 uur onder.
24 Maart: De maan komt Maandagmorgen
om 6.07 op en gaat Maandagmiddag om
4.36 uur onder.
25 Maart: Da maan komc Dinsdagochtend
te 6.35 op en gaat Dinsdagmiddag te 5.42
onder.
.OIIOIIOIIOIICDIIOIIOIIOIIOIIC^
-
Verduisteringstijden
0 Er is bepaald, dat er verduisterd
moet worden tusschen zonsonder- U
0 *ang en zonsopkomst
0 Deze tijden zijn voor hedenavond
Er en morgenochtend; U
y ZONSONDERGANG n
fj 7.48 uur. -
- o
ZONSOPKOMST Z
r 7.47 uur. Q
0 Tusschen deze beide tijden dient Q
n er dus verduisterd te worden. -
0
-JMCDIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIO
Kool-aanvoer.
Volgens mededeeling van de Groenten-
en Fruitcentrale zijn de telers van sluitkool
en kroten verplicht tot nader order niet
meer kool ter veiling aan te voeren dan in
verband met de vervoersmogelijkheden kan
worden afgevoerd. Indien de afvoer weer
normaal is, moet wekelijks weer ten min
ste 8 pet. van den voorraad ter veiling wor
den gebracht. Van roode en gele kool dient
voor export te worden aangehouden 60 pet.,
en van witte kool 95 pet. Van de overige
exportproducten is geen exportpercentage
vastgesteld.
Frère André, de grootste won
derdoener onzer dagen, Apostel
van St. Joseph, door H. P. 1
Bergeron C.S.C.
Weinigen wellicht zullen ooit gehoord
hebben van frère André, die, zooals hier
boven vermeld, de grootste wonderdoener
onzer dagen en de apostel van St. Joseph
genoemd kan worden. En de faam, welke
van dezen eenvoudigen leekebroeder ge
durende zijn leven uitging, was zoo groot,
dat het slechts verwondering kan wekken,
dat hij niet meer bekend is.
Op 6 Januari 1937 stierf in Montreal (Ca
nada) de simpele leekebroeder frère André,
een voorbeeld van deugd en eenvoud en
van heiligheid.
Frère André was ondanks zijn eenvoudi
gen staat van kloosterbroeder tot in alle
uithoeken van Amerika bekend en naar
zijn levensbeschrijver, Pater H. P. Berge
ron in zijn inleiding meedeelt, had hij toen
hij in Mei 1937 over den „wonderman van
Montreal" een tijdschriftartikeltje schreef,
de overtuiging, dat het hierbij niet blijven
zou.
Vandaar, dat hij dit artikeltje destijds
eindigde met de woorden: „In de toekomst
zal Montreal in één adem genoemd worden
met Lourdes, Assisië, Loyola en Sienna!"
Wat Pater Bergeron over dezen eenvou
digen broeder verhaalt, grenst aan het on
gelooflijke en niet ten onrechte wordt hij
de grootste wonderdoener genoemd. Maar
bij alles blijft hij de nederige, zichzelf ver
getende leekebroeder, die al zijn daden, al
zijn werken toeschrijft aan St. Joseph, zoo
dat hij zichzelf meermalen „het hondje
van St. Joseph" noemt.
Alfred Bessette, zoo heette hij, was het
zesde kind uit een arm gezin. Zijn vader
was timmerman en wagenmaker, precies
als St. Joseph. Den lOden Augustus 1845
werd hij geboren en, toen de parochiepas
toor den nooddoop verrichtte, moet hij ge
zegd hebben: „Dat is geen blijvertje!"
Dank echter de zorgen van een liefheb
bende moeder bleef het kind in leven. Vanaf
de wieg christelijk opgevoed, vond zijn hei
ligheid haar oorsprong in het hart zijner
moeder, die zich beijverde een erfgenaam
des hemels van hem te maken. Deugdzaam,
zachtmoedig, arbeidzaam, is zij het beeld
der ideale christelijke moeder.
Toen de jonge Alfred 12 jaar oud was,
waren zijn vader en moeder dood. De jon
gen ging bij een schoenmaker in de leer,
werd vervolgens boerenknecht, smid, fa
brieksarbeider. Maar waar zijn werk zich
ook bevond, hij bad altijd en had een spe
ciale devotie tot St. Joseph.
Toen hij eens op het land werkte, leunde
hij uitgeput op zijn riek en hij vroeg aan
St. Joseph: „Waar zal ik sterven?" In een
soort droomgezicht wordt een groot huis
zichtbaar, dat hij nog nooit heeft gezien.
Deze herinnering blijft onuitwischbaar in
zijn geheugen gegrift. Verscheidene jaren
later zal hij het volmaakte evenbeeld van
dit gezicht herkennen in het Notre Dame
college. Hij zal in dit huis niet sterven,
maar wel zal hij veertig jaar van zijn reli-
gieuse leven daarin doorbrengen en daar
ook zijn werk van het Oratorium van St.
Joseph beginnen.
De pastoor van Saint Césaire ried hem
aan kloosterbroeder te worden en wel bij
de Religieuzen van het H. Kruis, een Con
gregatie, die uit Frankrijk was gekomen.
Alfred vreesde, dat men hem om zijn zwak
te en ziekelijkheid niet zou aannemen.
Maar men wilde het met hem probeeren.
In 1870, hetzelfde jaar, dat St. Joseph door
Paus Pius IX tot Patroon der Kerk werd
verheven, trad Alfred toe tot de Congrega
tie. Nog altijd vreesde hij, dat hij niet zou
mogen blijven. Maar hij was voor allen een
voorbeeld van deugd en gebed. Hij werd
geprofest en kreeg bij deze gelegenheid den
naam van Frère André. Hij werd aange
steld tot portier van het studentencollege
der Paters te Montreal, en deze nederige
functie zou hij veertig jaar bekleeden.
GEMEENTERAAD VAN TER AAR
•Be Raad van Ter Aar vergaderde onder
voorzitterschap van d sn, 'burysme ester.
Afwezig met kennisgeving de heer J. van
Eijk Dzn.
Tot leden van het alg. bestuur van de
Drinkwaterleiding „De Elf Gemeenten."
werden herkozen de heeren D. van der
Hoorn en J. van Vliet Wzn en als plaats
vervanger de heer M. J. N. van der Weij-
den.
Op een verzoek van de plaatselijke toe-
wijzingscommisie in de keuringskring
Nieuwveen om in de Winkelsluitingsver
ordening een bepaling op te nemen op
grond waarvan het verboden is op Woens
dagen na 1 uur des namiddags een slagers
winkel voor het publiek geopend te heb
ben, besloot de raad met alg. stemmen
zulks vast te stellen.
Na het aanbrengen van wijzigingen in
de verordeningen op de Vleeschkeurings-
dienst en van de gemeenschappelijke rege
ling tot onderlinge hulpverleening ingeval
van brand werd overgegaan tot het vast
stellen van de voorschotten ovar 1941 voor
de Bijz. Lagere Scholen. De bedragen wer
den bepaald voor de R.K. School op
4676.70; voor de Chr. Nat. School op
906.70 en voor de School voor Chr. Volks
onderwijs op 1050.
Van het R.K. schoolbestuur kwam een
verzoek in om een lokaliteit beschikbaar
te stellen voor het geven van onderwijs in
lichamelijke opvoeding gepaard gaande
met een aanvraag ter verkrijging van de
daartoe benoodigde leer- en hulpmiddelen.
Van de Chr. Nat. School was een dergelijk
verzoek ingekomen alleen wat betreft de
leer- en hulpmiddelen. Na toelichting
door de voorz. werd besloten de gevraagde
medewerking aan beide schoolbesturen te
verleen en. De voorz. deelde in dit verband
mede, dat het in de bedoeling van het ge
meentebestuur digt een lokaliteit in het
Parochiehuis te huren van het R.K. Kerk
bestuur en die ter beschikking van het
schoolbestuur te stellen, met welke ge
dragslijn de Inspecteur van het L.O. zich
intusschen heeft kunnen vereenigen.
Tot onderwijzeres aan de L.O. School
werd benoemd, ingaande 16 Maart mej. P.
J. van der Veen. Besproken werd vervol
gens een verzoek om voorschot ten behoe
ve van de cursus voor landbouwhuishoud-
onderwijs, georganiseerd door den L.T.B.
en den Chr. B. en T. B. welke cursus, naar
de voorz. mededeelde, in een behoefte
blijkt te voorzien, gezien ook de groote be
langstelling.
Voor extra steunverleening B. over 1941
aan ondersteunden en tewerkgestelde
werkloozen en aan kleine tuinbouwers
werd hi'3rna f 453.beschikbaar gesteld
in welk bedrag een rijksbijdrage van
319.zal worden ontvangen.
Besloten werd een tijdelijke toelage te
verstrekken aan de leden van het gemeen-
te-ipersoneel van 6 pet., voor zoover dit
overeenkomstig de rijksregeling hieronder
valt.
De verordening gemeente-veldwachters
onderging wijziging in dien zin, dat de kin
dertoelage van 60.op 75.per kind
gebracht werd.
Bij het punt wijziging begrooting 1941
kwam o.m. naar voren, dat tengevolge van
het gewijzigde systeem van belastingheffen
een bate van 6000.voor de gemeente
kas te verwachten is.
Tenslotte deelde de voorz. mede dat door
het Instituut Stad en Landschap thans een
uitgebreide, tot in onderdeden verzorgde
regeling der bebouwing zal worden ont
worpen, waartoe van het destijds toegesta
ne crediet gebruik zal worden gemaakt.
Geestig schertste hij „hij was dan tóch aan
de deur gezet".
H(j werd aangesteld tot kapper van de
jongens en onder het haarknippen sprak
hij altijd met hen over St. Joseph, den hei
lige naar zijn hart.
Aan den overkant van het college ligt
een mooie berg; daar gaat hij dikwijls in
z'n eentje heen om er in stilte te bidden.
Dien mooien berg wil hij toewijden aan
St. Joseph en hij begraaft er op zijn lie
velingsplek een medaille van dien heilige.
Frère André onderscheidt zich al spoedig
door een groote iiefde en zorg voor zieken
en des avond gaat hij dikwijls de stad in
om zieken te troosten en dooden te ver-
verzorgen. Dan treedt hij na een leven van
boete en versterving binnen de klooster
muren ook in het openbaar op en... hij
gaat zieken genezen. Eerst wordt er mee
geöpot, doch deze spot maakt spoedig plaats
voor ernst, wanneer men de kracht van de
zen heiligen kloosterling in feiten ziet ver
anderen.
De geestelijke en tijdelijke gunsten sta
pelen zich meer en meer op. Het nieuws
verbreidt zich, steeds meer bezoekers ko
men hun genezing vragen bij den heiligen
portier, maar van den anderen kant maakt
men hem uit voor kwakzalver.
De vrees om de communiteit in opspraak
te brengen verbiedt den oversten zich voor
dezeti weliswaar vromen en ijverigen, maar
toch ongeletterden zonderling uit te spre
ken; van den anderen kant verbiedt hun
geest van geloof hun toch de mogelijke be
deelingen van de Voorzienigheid recht
streeks tegen te werken. De bisschop
spreekt er met den overste over:
„Wanneer u frère André zou gelasten
geen zieken meer te genezen", vraagt hij,
„zou de broeder dan gehoorzamen?"
„Blindelings!" is de overtuiging van den
Overste.
„Laat hem dan maar zijn gang gaan",
zegt de wijze bisschop.
„Ik doe 't niet", bekent Frère André oot
moedig, ,,'t is de heilige Joseph".
De berg van Montreal wordt een genade
oord, dagelijks komen er bedevaarten heen,
't wordt een ander Lourdes, en Frère An
dré is de genadebron. De zieken, blinden,
lammen, kreupelen behoeven slechts langs
hem heen te trekken, en ze zijn genezen.
Soms neemt hij er een apart en fluistert
hem toe: „ga eens biechten, je bent niet in
staat van genade". Frère André kijkt in de
zielen, net als Pastoor van Ars.
Meestentijds leidt hij de aandacht naar
ernstige onderwerpen. Allen staan ver
baasd over de wijsheid van zijn opmerkin
gen. Van de gesprekken van de menschen
over de mode maakt hij gebruik om ook
in die materie een gedragslijn te geven.
Zijn kennis van de ziel doet hem beseffen
hoe gevaarlijk die bres is in de borstwe
ring van onze schristelijke beschaving; de
slaafsche houding van de, vrouw tegenover
heidensche modes.
Als het verkeerd loopt, komt dat' door
de vrouw, zegt hij boudweg.
Spreekt men over de eéonomische ont
wrichting van dezen tyd, dan geeft hij ook
de diepere oorzaken van dit verval. Enkele
maanden voor zijn dood vraagt een van
zijn vrienden hem:
Zou deze economische crisis, die ons
reeds zoo lang teistert, spoedig op hou
den?
Neen, antwoordt hij, want de goede
God is in toom ontstoken, de wereld bidt
niet voldoende. Deze crisis zou voor de
menschen een les moeten zijn, toch vergeet
men den goeden God, men belastert Hem
en bidt niet. De kerken zijn leeg. Zij zal pas
eindigen, wanneer men weer bidt.
Een hooge Fransche bezoeker vroeg eens
aan mgr. Gauthier: „wie is toch die broeder
Andreas waar heel de wereld over spreekt?
Een man Gods, antwoordde de Bisschop.
Bij zijn dood zal de halve burgerij van
Montreal uitloopen om zijn graf te bezoe
ken.
De voorspelling kwam uit. Frère André
moest acht dagen lang opgebaard blijven
om den honderdduizenden gelegenheid te
geven den doode nog eenmaal te zien.
Kreupelen, blinden, alle mogelijke zieken
trekken er langs, zelfs een stervende op
een baar. De menigte bidt luid, en juicht
geestdriftig, telkens wanneer er een gene
zing schijnt plaats te hebben.
Enkele oogenblikken voor den aanvang
«van den lijkdienst werd zijn lichaam nog
maals naar buiten gedragen om het te too-
nen aan het volk, dat buiten de kerk ver
zameld was. In de kerk, die slechts half in
rouw was, begon de liturgie der dooden.
Een bisschop celebreerde de Requiemmis,
een kardinaal hield de lijkrede....
Dat alles vindt men levendig-eenvoudig,
naar de nuchtere waarheid beschreven in
dit boek, dat men tot het einde geboeid
zal lezen, omdat het van begin tot einde
zoo wonderschoon is.
Een boek voor dezen tijd!
Atjcnöa
LEIDEN.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken te Leiden wordt van Zaterdag
15 Maart 20 uur tot Zaterdag 22 Maart 8
uur waargenomen door de Apotheek Boek
wijt, Breestraat 74, Tel. 20552 en de Haven-
Apotheek, Haven 18, Tel. 20085.
Te Oegstgeest door de Oegstgeestsche
Apotheek, Wilhelminapark 8, Tel. 26274.
VOETGANGERS,
er dreigt U groot gevaar,
indien gij loopt op den rijweg
en niet op het trottoir!
Vereeniging voor V ei lig Verkeer,
VORMING S WEEK
„HET LEVEN ROEPT!"
Bidweek.
Door de welwillendheid van de Redac
tie mag ik een vriendelijke herinnering
plaatsen, aan de Bidweek, die morgen be
gint, ter voorbereiding van de Vormings-
week der jongemannen.
Wij beginnen deze Bidweek op Sint Jo
seph en sluiten haar op Maria Boodschap.
In elk gezin worde aan het avondgebed
toegevoegd: „Drie Wees Gegroeten voor
het welslagen van de Vormingsweek". Na
tuurlijk kan men deze gebeden uitbreiden;
niet zonder reden is het feest van den H.
Joseph uitgekozen als eerste bededag.
Cursusweek.
Tot een intense voorbereiding van de
Vormingsweek behoort ook het vrij maken
der jongemannen op de Vormingsavonden
van allerlei cursuswerk.
Met groote dankbaarheid kan ik mede-
deelen, dat van- alle adressen, waartoe een
dergelijk verzoek gericht is, volle mede
werking wordt verkregen.
De lessen van de Vestigingscur
sussen van den Katholieken Midden
stand worden op die avonden geheel stop
gezet.
De katholiek gedoopte leerlingen van M.
S. G. Mathesis Scientiarum Genetrix
zoowel als die van Kennis is Macht
zullen, wanneer zij daartoe verlof vragen,
vrijstelling van lessen krijgen.
De Avondteekenschool van den
Ned. R. K. Volksbond heeft in onze Vor-
mingsdagen juist haar laatste cursusweek;
hier ligt de zaak dus wel wat moeilijk;
niettemin zal zoo veel mogelijk aan ver
zoek om vrijstelling worden voldaan.
Rector L. BEUNE.
Morgenavond wordt in ons Gezellenhuis
een bijzondere viering gehouden.
Het is immers de feestdag van onzen
Patroon en daarom hoopt het bestuur, dat
zeer vele leden aanwezig zullen zijn.
Kap. E. Paap houdt een inleiding over
onzen Patroon en de opvatting van den
arbeid.
Er is voorts een omlijsting van muziek
en declamaties.
Gezellen en Gehuwden, ge zijt niet
slechts welkom, ge behoort het als een
eeretaak te zien zulk een Patroonsfeest
uitnemend te doen slagen.
De bijeenkomst begint om half negen en
is omstreeks half tien ten einde.
R. K. HUISHOUDSCHOOL.
Voor het theoretisch gedeelte van het
examen voor de akte N VII (leerares Huis
houdkunde en Waschbehandeling) slaag
den de dames: H. A.Habbema, Amster
dam; A. M. de Jong, Leiden; W. M. C.
van de Ven, Heerlen;
en voor het theoretisch gedeelte van het
examen voor de akte N VIII (Leerares Ko
ken en Voedingsleer) slaagden de Eerw.
Zusters Sophronia van Mil en Veridiana
van der Voort, Oegstgeest; en de
dames: N. v. d. Boon, Bodegraven;
M. Booy en J. Gesman, A1 p h e n a. d.
Rijn; H. M. A. Helmer, Amsterdam; I.
J. M. Hustinx, Overschie; M. Ch. W. Snel-
der, Utrecht; C. J. E. M. Timmermans,
Schagen; en H. P. Edel, Sneek.
VIJF JEUGDIGE DIEVEN
AANGEHOUDEN
Zondagayond deed de groentenhandelaar
J. V. bij de politie aangifte, dat uit een
toonbank-lade in zijn winkel aan den Haag-
weg eenig kleingeld was ontvreemd. Bij het
onderzoek, dat de politie in deze zaak in
stelde, hield zij aan de 12-jarige G. v. G.
en de 13-jarige D. K., die zich aan de lade
lichting hadden schuldig gemaakt en een
bedrag van 15 hadden buit gemaakt. Ook
werd, als verdacht van heling, aangehou
den de 22-jarige G. de J.
Toen deze zaak eenmaal aan 't rollen was
kwam er meer aan het licht. Het bleek, dat
de 12-jarige, G. v. R., bovengenoemd, zich
tezamen met den 14-jarigen V. en den 17-
jarigen N. F. W. zich ook schuldig had ge
maakt aan diefstal van boter, vet, kaas en
een transportrijwiel ten nadeele van een
bede op de Kaasmarkt. Ook hierbij was de
22-jarige G. de J. als heler opgetreden. Bo
vendien kwam vast te staan, dat G. de J.
debet was aan ten muntgasmeterlichting,
waarvoor hij reeds eerder was gehoord.
Men had hem toen echter wegens gebrek
aan bewijs moeten laten gaan. Tenslotte
bleek uit het vruchtbaar en met succes be
kroond politie-onderzoek, dat V., W. F. W.,
G. de R. en G. de J. een aardig plannetje
hadden opgezet om Maandagavond een in
braak te plegen bij een boterhandelaar. De
heeren waren thans echter verhinderd om
dit voorgenomen bezoek af te leggen.
G. de J. en W. F. W. zijn ingesloten. Hoe
jeugdig verschillende van deze jongelui ook
nog zijn, ze kwamen toch reeds verschil
lende malen met de politie in aanraking.
Zondag, 23 Maart a.s. zal het 50 jaar ge
leden zijn, dat mr. W. Cusop Koopmans,
wnd. dir. der Haarl. Brandverz. Mij. en
directeur der Teylers-stichting te Haarlem
aan de Leidrche Universiteit promoveerde
tot doctor in de rechtswetenschap.
LEIDEN.
Geboren: Jacoba, dochter van J.
Wetselaar en J. Pardon Jan Gerard, zoon
van T. C. van EngeMorp Gastelaars en J.
Zwiggelaar Elisabeth, dochter van J.
Lancel en E. Sierat Maria, dochter van
T. van Helden en II. Brassem Christina
Johanna Wilhelmina, dochter van W. H.
Philippo en J. W. van Dam Elisabeth
Susanna, dochter van A. J. A. Warmond
E. S. van Staden Jacobus, zoon van
C. Arnoldus en M. C. Kanbier Theodo-
rus Josef Maria, zcon van H. C. Hooge-
veen en E. C. van Leeuwen Jacob, zoon
van B. de Jong en H. van Rijn Anto-
nius Maria Joseph, zoon van W. H. A. Beu-
gelsdijk en M. H. J. Driessen Jacobus
Bartholomeus Maria, zoon van Th. C. A.
Goddijn en W. Th. van Rooden Johan
nes Joseph, zoon van A. J. van Rijn en
A. H. de Lange Henricus Cornelis, zoon
van H. van den Wijngaard en C. van der
Blom - Lambertus Johannes, zoon van L.
J. va nden Berg en R. van Leeuwen.
Overleden\A. den Hertog, wed. van
G. Swart, 83 j. Chr. van dien Berg, wedn.
73 j. S. Verhoog, wed. v. J. Marbus, 74
j. G. Boeff, zn, 6 mnd. N. Meijvogel,
dr. 1 j. W. A. Eodrij, dr. 9 mnd. C.
Zee, zn. 2 weken. P. van Muijen, m., 89
j. J. C. Verwer, wed. van F. Wassenaar,
80 j. Boverhuis, wed. van. F. L. van
der Veen, 60 jaar.
Ondertrouwd: J. Hes, jm. en A.
C. Vermeer jd.
LEIDSCH JAARBOEKJE
Het Leidsch Jaarboekje voor 1941 uit
gave van „Oud Leiden" schenkt ons weer
heel interessante lectuur, ditmaal ook met
zeer mooie photo's.
Wie van de „Camp" te Leiden achter de
Haarlemmerstraat meer weten wil en
welke Leidenaar zal dat niét interessant
vinden? leze het geïllustreerd artikel
van ir. Hugo van Oerle over „de bouw van
het Cecilia Gasthuis in de Camp te Lei
den."
Over het Salvaternofje aan de Steen
straat schrijït mr. Sormani een, eveneens
geïllustreerde, historie, waarbij hij tegelij
kertijd enkele feiten mededeelt en opmer
kingen maakt over de hofjes in het alge
meen, voorheen en onder de huidige om
standigheden.
Mr. Sormani schrijft o. m.:
„Een hofje is niettegenstaande alle ge
wijzigde omstandigheden voor zeer velen
een aantrekkelijkheid gebleven.
Een eigenaardig verschijpsel is wel de
afwisseling van het aantal sollicitanten
voor toewijzing van een huisje. In goede
jaren, in jaren van eoonomisohen opbloei,
werden steeds veel aanvragen tof de regen
ten gericht, terwijl nauwelijks sen econo
mische terugslag zich deed voelen of er
meldden zich weinig personen meer aan.
Ik geloof dat hierbij twee factoren samen
werken.
Ie. Wanneer de economische toestand
goed is en de bevolking welvarend, dan zal
menig kind redenseren: voor hst missen
van de kleine intreesom willen wij den last
en de moeite niet hebben, om in onze toch
reeds bekrompen woning nog de zorg voor
vader of moeder 'f beiden op ons te nemen.
Is het echter een slechte tijd, met werk
loosheid en armoede, dan is een intreesom
een waardevol bezit en zullen de kinderen
redeneeren: laat vader en moeder maar bij
ons komen inwonen, want dan kunnen wij
nog eenigen tijd leven van hun spaarduit
jes en, als dat op is, zullen we verder wel
zien. Een volkomen bevestiging van den
regel, dat een vader en moeder beter 8
kinderen kunnen onderhouden dan 8 kin
deren hun ouders.
In de slechte tijden, waarin we leven,
tengevolge waarvan het aantal sollicitanten
vaak heel gering is, zullen wij, regenten,
toch alles moeten doen om het testament
van den stichter uit te voeren en ik heb me
reeds afgevraagd of wij dit niet zouden
kunnen doen door ons te wenden tot een
categorie menschen, die vroeger nooit in
aanmerking kwam om in een hofje onder
dak te zoeken, n.l. tot de categorie van da
mes en heeren xiit de meer gezeten bur
gerklasse of z.g. deftige burgerstand, die
door de economische omstandigheden hun
vermogen en inkomen hebben zien ver
dwijnen en die nu inderdaad armoe lijden.
■Voor deze menschen is een steunbedrag na
tuurlijk zeer weinig en voor hen wordt in
het algemeen zeer weinig gedaan."
Wij zouden stuk voor stuk op vele an
dere artikelen de aandacht kunnen vestigen
omdat ze allen, voor een grootere of klei
nere categorie, belangstelling wekken.
Artikelen, betrekking hebbend op mo
numenten buiten Leiden, zijn: „Over een
kapel bii het huis te Warmond" door W.
J J. C. Büjleveld. „De Ouden-Hof te Oegst
geest" door dr. W. C. Braat, „De Ned. Herv.
Kerk te Koudekerk" door I-I. J. Jesse,
Rondom de Kerk te Lisse" door ir. A. T.
de Graaff. Een artikel, „Schoolwetten te
Zoeterwoude" door J. van de Ruit geeft
een kijk od de volksgewoonten omstreeks
het jaar 1800.
Verder geeft het Jaarboekje een „in me-
moriam" van bekende persoonlijkheden,
een verslag van „Oud Leiden", een korte
kroniek van Leiden en Rijnland (1940) enz.
De Drukkerij P. J. Mulder en Zoon heeft,
zooals altijd, deze uitgave van „Oud Lei
den" keurig verzorgd.