DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Momentje
DINSDAG 18 MAART 1941
32ste Jaargang No. 9900
S)e £cld^elie0oii^aiit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V Andermaal: de gemeen
schap
„Het goede, dat in de prediking van ge-
meenschapsdeugden en de gedachte van
gemeenschapsverplichting vervat ligt, is
traditioneel katholiek erfgoed". Deze
woorden van mr. dr. Angelinus citeerden
wij in een artikel jl. Zaterdag.
Ja, maar zoo merkten ons enkele even
bedachtzame als voortvarende katholieken
op naar aanleiding van dat artikel hoè
hebben de katholieken dat gemeenschaps
besef getoond en beleefd in de practij k;
daar komt het op aan!
Inderdaad, de bedoeling, die duidelijk
deze opmerking uitdrukking en vorm gaf,
heeft voldoenden grond: niets zou meer te
betreuren zijn, dat dat wü in een zelfge
noegzame, wei-gedane tevredenheid zouden
voortleven, overtuigd, dat wij de christe
lijke, de katholieke gemeenschapsleer in
het verleden héél mooi hebben beleefd, en
dus op dienzelfden weg mogen voortwan-
delen, zoo gauw alle nu aanwezige obsta
kels zijn opgeruimd. Er heeft ook onder
ons aan de practiseering van de gemeen
schapsgedachte heel wat ontbroken! Pater
Angelinus zelf erkent dat onomwonden,
en wij hebben dat ook reeds meermalen
geconstateerd.
Dit vooropstellend, mogen wij wat de
practij k betreft, toch óók wijzen op
verscheidene openbaringen en vormen van
beleving van het gemeenschapsbegrip on
der de katholieken.
Is bij talrijke priesters, missionarissen,
mannelijke en vrouwelijke religieusen een
zuivere liefde voor de gemeenschap' óók
niet een beweegreden, om die vaak zoo
véél eischende roeping te aanvaarden?
Leggen de katholieke gestichten en in
richtingen voor alle hulpbehoevende in de
samenleving niet een indrukwekkend ge
tuigenis af van daadwerkelijken gemeen
schapszin?
En wat ons staatkundig en sociaal stre
ven betreft ook in het feit van de actie
voor een nieuwe gemeenschap kwam tot
ondubbelzinnige uitdrukking, dat de be
staande gemeenschap ons verre van sym
pathiek was
Ongetwijfeld, het individualisme, als
systeem belichaamd is het liberalisme, is
niet zonder invloed gebleven op der katho
lieken mentaliteit en levenshouding. Maar,
gelukkig, leefde toch ook reeds vóór den
oorlog onder ons heel sterk een bewust
zijn van schuld aan het onvoldoende ge
meenschapsleven in de ontkerstende maat
schappij, en kan worden geconstateerd een
ernstig pogen, om daarin verandering en
verbetering te bfengen.
De katholieke beginselen kunnen èn moe
ten leiden tot het meest wenschelijke ge
meenschapsleven?
Wie van de huidige propagandisten voor
een nieuwe gemeenschap, voor een socia
listische samenleving heeft scherper dan de
groote heilige Thomas van Aquine uitge
drukt, dat het individu zijn persoonlijk be
zit moet gebruiken ten nutte van de ge
meenschap, „quasi bonur.i commune", als
ware het bezit van de gemeenschap!
De katholieke leer houdt voor als een
eersten plicht de naastenliefde, zonder wel
ke het gemeenschapsleven geen blijvende
resultaten kan hebben de naastenliefde
in haar wezenlijke waarde van offergeest en
offerzin en zelfverloochening. De naasten
liefde is noodzakelijke voorwaarde voor ge
meenschapsleven, maar ook bron, waar
uit gemeenschapsbesef als vanzelf ont
springt.
Men kan een s-urrogaat van naastenliefde
geven en wij erkennen het, dat surro
gaat is niet altijd slecht. Maar het échte
is het niet.
Zonder de ware naastenliefde kan
een gemeenschapsleven de omlijsting
van de samenleving vergulden, maar, als
het verguldsel is vervlogen, is alles nog
armelijker en grauwer geworden dan voor
heen. Zonder de ware naastenliefde kan
een gemeenschapsstreven de samenleving
door marsch. en dansmuziek (in figuurlij
ken zin) opvroolijken, maar, als de mu
ziek weer zwijgt, zakt de leegte dieper in
dan te voren.
De katholieken de christenen, die de
naastenliefde kennen als hoogsten plicht,
zijn geroepen tot sociale levensdaden, tot
gemeenschapsmenschen. En hebben dus ook
als plicht bij den opbouw van een nieuwe
gemeenschap, van een nieuwe samenleving,
van een nieuwen tijd niet terzijde te blijven
staan, maar positief, waar mogelijk, mede
te werken!
Gebakken visch en
ander oliegebak
BONNEN NOODIG
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij maakt
het volgende bekend met betrekking tot de
distributie van boter en vet.
Tot dusverre ontvingen vele verkoo-
pers van gebakken visch, pommes frites,
croquetten, gehaktballen, poffertjes, wa
felen en ander oliegebak van de Neder-
landsche Zuivelcentrale regelmatig toe
wijzingen voor vet of olie, zonder dat zij
daarvoor consumentenbonnen behoefden in
te leveren. Hierin is thans verandering ge
bracht in dien zin, dat de bovenbedoelde
categorie van personen in den vervolge
uitsluitend toewijzingen, v/elke recht ge
ven op het koopen van vet of olie zullen
ontvangen, indien zij een met de toe te
wijzen hoeveelheid overeenkomend aantal
consumentenbonnen van de boter- of vet-
kaart of daaraan gelijke bonnen, inleveren.
In verband met het bovenstaande dient
het publiek voortaan bij het koopen van
de bovengenoemde artikelen een met de
daarin verwerkte hoeveelheid vet overeen
komend aantal bonnen van de boter- of
vetkaart, c. q. bonnen voor 1/50 rantsoen
boter enz." (z.g. wirselbonnen) in te leve
ren op dezelfde wijze, als dit in de hotels,
café's, restaurants e.d. geschiedt.
In een officieele publicatie zijn de voor
de verkoopers van meergenoemde artike
len van belang zijnde bijzonderheden be
treffende de toewijzingen voor vet en spijs-
olie vermeld.
DE VOORZIENING VAN MIJNHOUT.
De productiecommissaris voor den
boschbouw en de toutteelt vestigt er de
aandacht op, dat het voer het instand
houden van de kolenproduciie der Ne
derlandsche mijnen noodzakelijk is, dat
hst ncodige mijnhut uit inlandsche bos-
schen wordt geleverd.
Dit hout zal in de eerste plaats moeten
worden verkregen door een doelmatige
dunning van de bcsschen en voorts door
velling van die bosschen, waarvan niet te
voorzien is, dat zij op den duur zaag- of
paalhout zullen kunnen leveren.
Dringend wordt de medewerking van de
boschbezitters ingeroepen om de voorzie
ning van mijnhout zoo goed mogelijk te
doen verloopen, door vrijwillige verkoo-
ping van het bovenbedoelde hout aan be
kende mijnhouthandelaren, zoodat deze
laatsten hun contracten met de Limburgsche
mijnen kunnen nakomen.
Indien binnen betrekkelijk korten tijd
niet voldoende vrijwillige- verkoopingen
van mijnhout plaats hebben gehad, zal op
grond van de bodemproductiewet ter ver
zorging van het groote belang, dat voor Ne
derland hieraan verbonden is, tot aanwij
zing van te vellen of te dunnen bestanden
worden overgegaan.
Uitdrukkelijk wordt de aandacht er op
gevestigd: dat voor elke dunning of velling
een vergunning op grond van de bodem-
productiebesohikking 1939 noodig is, dat
het mijnhout slechts mag worden verkocht
aan erkende mijnhouthandelaren en
dat bij verkoop boven den vastgestelden
maximum prijs zeer strenge straffen zul
len worden opgelegd.
De aanvragen tot dunning of velling
moeten worden gericht aan den productie-
commissaris voornoemd, Museumlaan 2,
Utrecht.
Formulieren voor aanvragen zijn bij den
productiecommissaris en bij de houtvesters
van hst Staatsboschbeheer op aanvrage
verkrijgbaar.
VERVOERVERBOD HOOI EN STROO.
In een besluit van den secretaris-gene
raal van het département van Landbouw
en Visscherij tot wijziging van het inleve-
ringsbesluit 1941 hooi en stroo wordt een
vervoerverbod van stroo afgekondigd met
bepaling, dat dit verbod niet geldt in de
door de N. I. C. A. aan te wijzen gevallen,
alsmede indien en voor zoover het Vervoer
gedekt is door een geleidebiljet.
Katholiek Comité van actie
„Voor God"
„DE ZICHTBARE GOD"
Een christendom zonder naas»
tenliefde is ondenkbaar. Waar
de liefde ophoudt, houdt ook
het christendom op. „Zonder
liefde ben ik niets" (I Cor. 13,2)
Onze broeder is voor ons de
„zichtbare God" Onder duizen*
den gedaanten komt Hij ons
tegen. God is „alles in allen".
(1 Cor. 15,28)
RIJKSMIDDELEN IN FEBRUARL
Opbrengst ruim tien mlllioen hoogcr.
Ruim zestien millioen meer op kohier
gebracht.
De Rijksmiddelen brachten in Februari
van dit jaar 44.84 millioen gld. op, tegen
37.74 millioen in Februari 1940. Over de
eerste twee maanden van 1941 was de op
brengst 89.43 (v. j. 76.60). Wat de ko
hierbelasting betreft, per eind Februari was
in totaal 65.53 millioen gld. op kohier ge
bracht tegen 49.87 millioen tegen het einde
van Febr. 1940.
HANDEL IN KAAS.
Krachtens een beschikking van den se
cretaris-generaal van het departement van
Landbouw en Visscherij kunnen „kaashan
delaren met vergunning" onderling kaas,
met uitzondering van Limburgsche en Her-
vesche kaas, verkoopen en afleveren zon
der inlevering van toewijzingen.
VERGOEDINGSPRESTATIES VOOR
NIET-MILITAIRE ORGANEN
In een circulaire van het departement
van Binnenlandsche Zaken aan de gemeen
tebesturen wordt medegedeeld, dat in af
wachting van de in het vooruitzicht ge
stelde regeling voor de vergoeding voor
leveringen of verrichtingen ten behoeve
van organen van het Duitsche Rijk, die
NIET tot de Duitsche weermacht behooren,
de Rijkscommissaris voor het bezette Ne
derlandsche gebied heeft beslist, dat alle
tot 1 April 1941 neg openstaande rekenin
gen voor praestaties ten behoeve van orga
nen van het Duitsche burgerlijk bestuur
ten spoedigste door de burgemeesters te
gen quitantie aan de rechthebbenden die
nen te worden betaald.
De restitutie der aldus voorgeschoten be
dragen zal door het departement aan de
gemeente plaats vinden.
Ten aanzien van vergoedingen voor le
veringen of verrichtingen ten behoeve van
organen van het Duitsche Rijk, die niet tot
de Duitsche weermacht behooren, welke
na 1 April 1941 hebben plaats gevonden, zal
nog een nadere regeling volgen.
DUURTETOESLAG VASTE KERN
LUCHTBESCHERMINGSDIENST.
Volgens een circilaire van het departe
ment van Binnenlandsche Zaken is de voor
de rijksambtenaren getroffen regeling, in
zake de toekenning van een tijdelijken toe
lage van 6 pet. ook van toepassing op het
personeel, behoorende tot de vaste kern
van een luchtbeschermingsdienst.
In verband hiermede kan aan de tot die
kern behoorende personen, indien zij ge
huwd zijn, een tijdelijke toelage worden
toegekend van zes ten honderd van het
brato-loon, voor zoover dit loon een be
drag van 1900.'s jaars niet overschrijdt.
Hierbij moet er op worden gelet, dat het
totaal aan inkomsten uit overheidsfunc
ties in aanmerking moet wörden genomen,
zocdat by cumulatie voor rijks- en/of ge
meentebetrekkingen, waardoor de limiet
van 1900.wordt overschreden, de toe
lage niet mag worden toegekend.
Verder moet voor personen, die in den
overheidsdienst uitsluitend een
nevenfunctie vervullen, de aan deze
nevenfunctie verbonden wedde naar even
redigheid worden omgerekend, teneinde te
benalen, of deze al dan niet beneden 1900
blijft.
Deze regeling wordt geacht in werking
te zijn getreden op 1 December 1940.
Aan de personen, die op dien datum in
dienst waren, kan dus van dat tijdstip af
een duurtetoeslag worden uitbetaald, ter
wijl aan de personen, die op later tijdstip
in functie zijn gekomen, de duurtetoeslag
van den datum van indiensttreding af kan
werden uitgekeerd.
Thans wordt nog onderzocht, of het per
soneel, wat behoort tot de vaste kern van
den luchtbeschermingsdienst, valt onder
de werking van de ziektewet, de kinder
bijslagwet en eventueele andere sociale
wetten.
COMMISSIES ADVIES RIJKSBUREAU
CHEMISCHE PRODUCTEN.
Ingesteld is een commissie van advies,
welke den secretaris-generaal van het de
partement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart en den directeur van het Rijks
bureau voor chemische producten kan ad-
viseeren in alle aangelegenheden, samen
hangende met de werkzaamheden van het
Rijksbureau voor chemische producten en
de secties daarvan, alsmede in alle overige
kwesties op het gebied van de productie,
de distributie en de vervanging van che
mische producten.
Tot voorzitter en leden dezer commissie
zijn benoemd: tot lid en voorzitter: prof.
<ïr. H. R. Kruyt, tot leden: C. H. Busch-
mann, J. W. Dekker, dr. W. A. van Dorp,
F. B. J. Gips, ir. G. de Ilaas, G. Hamer,
F H. A. Hofkamp, C. H. van den Houten,
ir. C. van Loon, nrcf. mr. J. van Loon, drs.
A. M. Mees, ir. F. G. Waller. Tot secretaris:
mr. A. Steinhauser.
VERBOD TOT HET VERKOOPEN EN
AFLEVEREN VAN BEPAALDE ELECTRO
TECHNISCHE ARTIKELEN.
Krachtens een bekendmaking van den
secretaris-generaal van het departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart in
de Nederlandsche Staatscourant van 17
Maart 1941, is het verboden, zonder een
daartoe verkregen schriftelijke vergun
ning van de sectie electrotechnische indus
trie van het Rijksbureau voor verwerkende
industrieën, een aantal in die bekendma
king genoemde electrotechnische artikelen,
netzij in het binnenland, hetzij naar het
buitenland, te verkoopen of af te leveren.
Tevens is het verboden, een aantal andere
in die bekendmaking genoemde electro
technische artikelen naar het buitenland te
verkoopen of af te leveren.
Het eerstbedoelde verbod heeft o. m. be
trekking op electromotoren, generatoren,
aanzetapparaten, transformatoren, schakel
inrichtingen, verwarmingstoestellen, stof
zuigers, accumulatoren, enz. Het verbod
geldt niet voer bij genoemde sectie in
geschreven installateurs, die niet
tevens uit andere hoofde bij deze sectie zijn
ingeschreven en deze artikelen uitslui
tend en detail verkoopen. Aan de
bij de sectie ingeschreven, daarvoor in
aanmerking komende ondernemingen zijn
inmiddels algemeene verguningen tot het
verkoopen en afleveren van een deel dezer
artikelen onder bepaalde voorwaarden ver
strekt. De ondernemingen, welke nog geen
algemeene vergunning mochten hebben
ontvangen en meenen daarvoor in aanmer
king te komen, zullen goed doen deze ter
stond bij de sectie aan te vragen.
Het verbod tot verkoopen en afleveren
naar het buitenland heeft o. m. betrekking
op stalen meterborden, meterkappen en
ophanginrichtingen voor kilowattuur-me
ters, isolesrende buis in speciale uitvoering
en diverse verlichtingsartikelen.
Voor den volledigen tekst van bedoelde
bekendmaking, met de gedetailleerde op
somming der betrokken artikelen, worden
belanghebbenden verwezen naar de Ne
der1 andsche Staatscourant van 17 Maart
1941.
De sectie electrotechnische industrie van
l.et Rijksbureau voor verwerkende indus
trieën is gsve'ti'd Bezuidenhoutscheweg
78b te 's Gravenhage.
TUINZAADBESLUIT 1941.
Een in de Staatscourant verschenen be
sluit van den secretaris-generaal van het
departement van Landbouw en Visscherij,
dat een verdere uitwerking is van hetgeen
reeds op dit gebied be_tond, stelt regelen
vast ten aanzien van het telen, het ver
handelen en afleveren, het vervoer en den
exoort van tuinzaden.
De hoofdtrekken van deze teeltregeling
zijn:
1. De teelt van tuinzaden is verboden,
tenzij met schriftelijke Vergunning van de
centrale,
2. De vergunning wordt gesplitst in een
vergunning voor: a. tuinzaden, b. sluit-
kool, spinazie, radijs en tuinkerszaad, en
c. peulvrachten.
3. Teeltvergunning wordt verleend aan
elksn teler, die in een of meer der jaren
1937, 1983 en 1939 tuinzaden teelde, ter
wijl de grootte van de oppervlakten, welke
hij met elk der onder 2. genoemde groepen
mag betelen, gelijk is aan de oppervlakte,
welke hij met de even bedoelde groepen ge
wassen beteelde, in dat jaar van de ge
noemde drie jaren, waarin hij de grootste
oppervlakte met tuinzaden beteelde.
De handel in tuinzaden waaronder te
verstaan in. en wederverkoop is slechts
toegestaan aan hen, die als zoodanig bij
de Nederlandsche groenten- en fruitcen-
trale zijn aangesloten. De afzet door telers
van eigen geteelde tuinzaden is slechts ge
oorloofd indien zulks geschiedt aan han
delaren in tuinzaden, tenzij de teler tevens
zelf aangeslotene is.
Voorts gelden bepaalde voorschriften
voor het vervoeren of doen vervoeren van
tuinzaden, Voor zoover niet over andere
papieren beschikt wordt, moest het ver
voer gedekt worden door een vervoerbe-
v/ijs, door of namens de centrale afgege
ven.
De uitvoer van tuinzaden is slechts aan
„aangeslotenen" geoorloofd.
MOLENAAR,
Verleden week heb ik een adverten
tie gelezen, waarin een molenaar werd
gevraagd. Toen heb ik de stad weer
eens betreurd, waar voor de wieken
van een molen nauwelijks voldoende
plaats is.
Als ik vroeger met vacantie thuis
kwam na drie of vier maanden zoowat
opgesloten te zijn geweest om iets te
leeren van andere landen en volken,
die ik nooit kreeg te zien, was dit het
eerste wat ik deed. Ik nam een fiets
en reed de stad uit. Naar Koedijk, de
Omval of de Schermer, waar de mo
lens waren.
En nu wordt er een molenaar ge
vraagd. Ik ban per ongeluk een stads-
mensch geworden, die zijn heil zoekt
in het schrijven van rare stukkies,
maar liever zou ik molenaar zijn. Ik
heb dus naar dat ambt gesolliciteerd.
Waarom? Ik wil ons goede, mooie
land zien, hoog boven uit een molen.
Ik weet niet of het een watermolen is
of een graanmolen. Maar dat doet er
niet toe. Als het een watermolen is,
zal ik het water hooren klotsen en
bruisen bij het scheprad. Als het een
graanmolen is, zal ik het beste voed
sel van den vetten grond, het gouden
graan, malen tot meel voor alle men-
schen. En ik zal uitkijken tusschen de
lange, zwaaiende wieken over ons
mooie verre land, dat daar nog groen
is, waar nog de oude rust tot in de
poriën van je huid kruipt, waar geen
oorlog kan zijn, geen armoede en geen
ontevredenheid. Alleen maar rijkdom
en rust.
Men zegt, dat dit niets is voor dezen
dynamischen tyd. Maar juist daarom
zou ik molenaar willen zijn....
MOEDERS, DIE HUN PLICHT
VERWAARLOOZEN.
In Lichtflitsen schrijft Henri de
Greeve pr. over moeders, die haar plicht
verwaarloozen:
„De opvoeding is toch wel een speciaal
moederlijke taak. Maar zij hebben er geen
tyd voor, omdat ze tijd noodig hebben om
uit te gaan. Zij laten de kinderen over aan
de buren, aan de dienstbode, aan een tan
te, een neef, een nicht, en, het ergst, aan
de straat. Zij schepen altijd anderen op
met de kmderen. Dan moeten ze hier, dan
moeten ze daar ondergebracht worden. Dik
wijls laten zij ze zoo maar aan hun lot over
en geven aan den oudsten puk, zeven of
acht jaar oud, de opdracht op de kleintjes
WINTERHUIF&PNEDERIAND
Gironummer van de W. H N.
Stort op 5553 of 877.
Kasvereeniging N.V., A'dam.
Postgironummer 877.
De Bank van de W. H. N. is
5553
te letten. Men maakt de malste dingen
mee. Er zyn ongelooflijk lichtzinnige moe
ders.
Ik spreek niet over uitersten als ik bijv.
meemaakte toen mama op den dag van de
Eerste Communie van haar dochtertje, niet
eens bij het feestelijk dinertje kan aanzit
ten, omdat zij by een footbalmatch moest
zijn. Ik zuig dit afschuwelijke verhaaltje
niet uit mijn duim. Zoo'n wezen verdient
den naam van moeder niet, evenmin als
zij het geluk verdiende zoo'n lief dochter
tje te hebben. Maar al neemt het egoïsme
niet zulke afmetingen aan van schaamte-
looze verwaarloozing, hét kan toch erg ge
noeg zijn. De vrouw die kinderen heeft
moet haar geluk vinden in de kinderen en
dag en nacht er voor klaar staan. Zij
vindt heusch wel tijd om eens te winke
len en uit te gaan, wanneer zij dat noodig
heeft of nuttig vindt. Maar in het alge
meen belang is haar plaats bij de kinde
ren. Sommige ouders hebben altijd de on
hebbelijke gewoonte uit te gaan zonder de
kinderen, die ze thuis laten. Kinderen be
hoeven niet altijd mee, maar is er grooter
genot denkbaar dan in de vacantiedagen
of andere gelegenheden heel den dag met
de kinderen uit te gaan, te ravotten aan
strand, of duin, of bosch. De vrouw moest
het niet willen, dat de kinderen altyd
maar aan de zorgen van het dienstmeisje
worden toevertrouwd, terwijl zij met
vrienden en kennissen haar eigen vertier
zoekt. Een ander soort egoïsme interes
seert zich wel voor de kinderen, maar
toch tot meerdere eer en glorie van mama
zelf. Zij interesseert zich voor de school,
de cijfers der rapporten, maar in de hoop
in haar kind haar toekomstige glorie te
vinden. Het kind gaat naar school, niet
voor zich zelf, maar voor mama. Hij moet
later ingenieur worden, dokter, advocaat.
Aanleg of geen aanleg het moet leeren.
Mama wil geen zoon hebben, die winkelier
is, dit tuiniert, die een ambacht verstaat.
Hij moet opgenomen worden onder de co
rona der intellectueelen. Repetitoren ko
men er bij te pas. Hij moet naar het gym
nasium, naar de universiteit. De knaap
breekt zijn nek over de eerste beginselen
der algabra, haat Grieksch en breekt zijn
tong aan het Engelsch. Hij hunkert naar
een practisch vak, speelt graag met moto
ren. Dit wordt hem alleen in de toekomst
gegund onder de glorie van een inge
nieurstitel, maar gewoon practisch bank
werker of monteur mag hij niet worden.
Mama's eerzucht maakt hem tot een niets-
nutter".