Afschuwelijke moord op vijfjarig meisje PAM BIJ DE MAANAPEN LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 15 MAART 1941 DE LEH5SCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 Qemmgdeffiexicfblen In bosch Ie Soest vermoord gevonden Het vijfjarig dochtertje van de familie Strompel te Soest is Vrijdagmiddag het slachtoffer geworden van een laaghartigen moord. Omstreeks half vijf was het kind, dat op den Wiekslotenveg woont, door haar moe der uitgezonden om melk te halen. Het imeisje kwam met de boodschap niet terug. Ongeveer zes uur vonden spelende kin deren in het bosch van Pijnenburg het lijkje van het vermiste kind, dat verbor gen was in een drogen greppel. De politie werd onverwijld gewaar schuwd en deze ving terstond een uitge breid onderzoek aan. Tot dusverre leverde dit geen resultaat op. DEKSEL VAN STOOMKETEL GESPRONGEN. By de vleeschwaren- en conservenfa- briek van de firma De N. aan de Kamper foelielaan te Ede werd Donderdag een nieuwe ketel gemonteerd en daarna onder stoom gezet. Plotseling vloog met een ge weldigen slag het deksel van den ketel, waardoor de stoom ontsnapte en den 17-ja- rigen knecht B., die terzijde stond, trof. Door de hevige explosie werd een muur van het gebouw verwoest en stortte de fa brieksschoorsteen in. B., die ernstige brandwonden had opgeloopen, is in zorg- wekkenden toestand naar het Juliana Zie kenhuis overgebracht. GROOTE BRAND TE URMOND Te Urmond is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in de schuren van de boerderijen, toébehoorende aan de gebr. Bergers, Th. Bous en Vroomen. Aange wakkerd door den wind greep het vuur zeer snel' om zich heen. Spoedig waren de brandspuiten van Urmond en Berg ter plaatse. De schuren met inhoud, waaronder machinerieën, gingen verloren, terwijl bij den heer Th. Bours een eenjarig rund in de vlammen omkwam. De waterschade op de boerderijen is zeer aanzienlijk. DIEFSTAL VAN TWEE VRACHTAUTO'S OPGEHELDERD. Eenige dagen geleden werd bij de poli tie te Hengelo aangifte geda'an van dief stal van twee vrachtauto's De eene wagen werd ontvreemd van Zaterdag op Zondag van de markt en de andere op Maandag. Doordat de aangifte eerst na eenigen tijd bij de politie binnenkwam, bracht dit voor de recherche des te grootere moeilijkheden mede. Ondanks dat is de politie er echter in geslaagd in korten tijd dfezen dubbelen diefstal op te lossen. Een kleine aanwijzing kreeg men in handen, doordat op de markt een 17- tot 18-jarig jongmensch was gezien, met strak achterover gekamde haren en zwarte kap laarzen. In de garage, waar de tweede auto gestolen was had men dezen zelfden jongeman opgemerkt, hetgeen aanleiding was voor de politie om een onderzoek naar hem in te stellen. Het toeval wilde, dat Woensdag een chauffeur by de politie aangifte kwam doen dat hij opgelicht was voor 25.Deze chauffeur was met een leege accu naar den garagehouder W. gegaan, waarbij bovenbedoelde jongeman zich in zijn gezelschap had bevonden. De chauffeur kreeg by W. een gevulde accu mee, waarvoor hij 25 statiegeld moest be talen. De jongeman met het gladde haar stapte des avonds met de gevulde accu naar den garagehouder en gaf deze weer terug met de woorden: „Mijn baas ry'dt morgen toch niet, hier is de accu weer. Misschien kan ik de 25.— statiegeld met een voor mijn baas meenemen". W. zag hierin niets verdachts en gaf de f 25.— mee, welk bedrag het jongmensch evenwel zelf opstreek. Bij den chauffeur bevond zich bo vendien nog een knechtje, die den jonge man van gezicht kende. Deze nu trok er met één der rechercheurs op uit, om de verschillende plaatsen, waar vrachtauto's gestald en geparkeerd worden, af te zoe ken. Bij de haven te Hengelo had men suc ces. Na verschillende auto's onopvallend doorzocht te hebben, trof men er ten slotte brand, welke Donderdag in een woning aan de Vughterstraat te Den Bosch woedde, heeft een kindje van nauwelijks zes weken het leven ge kost Het uitgebiande perceel (Foto Het Zuiden) het jongmensch aan. Aanvankelijk ontken de hij iets te weten van den diefstal van de twee auto's en van de accu. Later viel hij echter door de mand en bekende zich aan de drie diefstallen te hebben schuldig gemaakt. De auto's had hij gebruikt voor pleiziertochtjes en om naar zijn woning te Enschede te rijden. De beide wagens zou hij gestald hebben bij het kerkhof bij het Lindenhof te Enschede. Bij onderzoek trof men hier de beide wagens aan. DIEFSTALLEN IN HET YVESTLAND OPGEHELDERD. De laatste twee maanden kwamen er bij de politie in het Westland geregeld aan giften binnen van diefstal uit tuindersschu- ren. Begunstig door de duisternis werden 's avonds en 's nachts schuren opengebro ken en leeggeroofd. Dezer dagen kreeg de politie te 's-Gravenzande echter door een partij gestolen zaad een aanwijzing. De politie heeft thans drie jongemannen van omstreeks 20 jaar uit 's-Gravenzande af komstig aangehouden, die een volledige be kentenis hebben afgelegd. Tevens heeft de politie de hand weten te leggen op een drietal helers. Bij huiszoekingen, die thans zijn gedaan, kon veel van het gestolene, zooals rubber laarzen, boonen, zaad, petroleum, lijnolie, benzine, enz. worden achterhaald. KAZEN UIT KAZEMAT GESTOLEN. Een veehouder uit Vreeland had een vijf tal kazen opgeborgen in een zeer veilige schuilplaats. De man had n.l. den mitrail leurkoepel van een kazemat uitgekozen als bergplaats van de kostbare producten. Van tijd tot tijd dient men kaas om te leg gen, doch deze arbeid is den veehouder thans bespaard gebleven. Hij deed aan gifte b(j de gemeentepolitie van Vreeland van diefstal van vijf twintigponders. Uit het onderzoek bleelr, dat een aantal per sonen, woonachtig te Bussum, in de naby- heid van de kazemat, waarin de kazen waren geborgen, werkzaamheden hebben verricht. In Bussum werd een onderzoek ingesteld en vier van de vijf ontvreemde kazen konden in beslag genomen worden. De vijfde bleek te zijn opgegeten. De Bus- summers hebben bekend, den diefstal te hebben gepleegd. SCHIP AAN DEN GROND EN WEER VLOT. Het 340 ton metende schip „Antonia" van Rotterdam was op weg van Lemmer naar Amsterdam, toen het nabij Urk op een door de schippers zeer gevreesde zand plaats vastliep. Men bemerkte dit op Urk en twee schepen, de „Quo Vadis" en de visschersboot 121 voeren ter assistentie uit. Eerst werd de lading overgenomen en daarna is het met vereende l&rachten gfe- lukt de „Antonia" van de zandplaat te treken. Het schip is de Urker haven bin nengebracht. NU DE TEXTIELGOEDEREN KOSTBAAR ZIJN.... Tientallen leege doozen op een hoop neergesmeten en verscheidene leeggeplun derde vakken, waarin Donderdag nog voor een groote waarde aan kousen lag, vond een winkelier in de Ferdinand Bolstraat 104 te Amsterdam gistermorgen, toen hij zyn zaak binnenging. Een groote moet in de buitendeur tèr hoogte van het slot duidde er op, dat de inbrekers met een zwaar breekijzer de deur hadden geforceerd om de zaak der firma Jako binnen te komen. De winke lier, die zijn zaak 's avonds met luiken goed heeft afgesloten, zoodat er geen straaltje licht naar buiten schijnt, ont dekte tevens, hoe gemakkelijk de inbre kers hier 's nachts konden „werken". Ook de dieven waren van de straatzijde niet te zien en hebben er rustig den tijd voor genomen om uit te zoeken, wat van hun gading was. Zy hebben blijkbaar verstand gehad van de manufacturen, want juist de beste kwa liteiten kousen, dames- en heeren-onder- goederen zijn weg. Naar ruwe schatting achthonderd paar kousen, vierhonderd hemden en directoires, tweehonderd hee renpantalons en borstrokken alsmede twintig pyama's ter waarde van ruim twee duizend gulden. Eén paar zijden dameskousen vond de winkelier in zijn winkel terug. Alle doo zen, waarin de kousen verpakt waren ge weest, lagen op den grond.' De inbrekers hebben dus waarschijnlijk zakken by zich gehad, waarin zij den grooten buit hebben vervoerd. Het is intusschen een raadsel, hoe de dieven ongestoord met de zakken over de straat hebben kunnen loopen. Man nen, die in den nacht, wanneer het overal stil is, met zulk een groote hoeveelheid goed loopen of rijden, kunnen toch haast niet onopgemerkt blijven. De recherche van het bureau Stadhouderskade is van morgen direct met het onderzoek begon nen. „Tel." Een merkwaardig gebruik. In Hoogeveen worden de geloovigen niet door klokgelui, doch door een trommelslager ter kerke geroepen Al roffelend maakt deze een groote wandeling door Het stadje en wanneer hij van zijn ronde terugkeert, volgen hem reeds de eerste kerkgangers (Foto Pax-Holland) SIDIN. Sidin voelt, zoodra hij zyn oogen open doet, dat de dag van vandaag prettig zal zijn. Hy springt op en rolt zyn slaapmatje op. Zijn vingers krieuwelen door zyn ha ren en van louter pret gooit hij zyn kun stig geknoopte ikat de lucht in, om deze het volgend oogenblik op zijn zwarte haren weer op te vangen. Hij voelt zich senang. Het leven is goed en waard om geleefd te worden. Hy over ziet den heelen dag en aan het eind daar van ziet hij Sarina, met wie hij zal gaan wandelen vanavond. Hij zal de desah in gaan en zoetigheden koopen en bij Li Hung gaan kyken, die een kermistent heeft, maar dat is pas op het eind van den dag en daar tusschen liggen nog vele uren. En die uren moet hij trachten, de „noodige kêtips te krijgen van den toean en de njonja. Hai! die toean en die njonja! Die zijn sukkels en bleek als de maan. Orang baroe! Nieuwelingen! Hij snuift minachtend. Hij zal vandaag voorschot vragen! Ze zijn gisteren pas aan gekomen, versch uit Holland, en zullen het hem niet durven weigeren. En anders....? Sidin haalt minachtend zijn schouders op. Natuurlijk zal hij het wel krijgen. Sa- verwacht, dat hij zal betalen, en doet hij het niet, dan zal hij haar sarong tus schen vele andere zien, maar dan op een afstand, en ze zal limonade drinken, die Karib voor haar betalen zal. Sidin huivert even, misschien is de koelte de oorzaak hiervan, maar even waarschijnlijk is Karib degene, die de rilling bezorgt. Zijn prettige stemming zak. Hij zet zijn kaken op elkaar en trekt zijn jasje open. Als Karib hier was, dan.maar deze is ver weg, ergens in de kampong en denkt misschien aan Sa rina en aan Sidin. Hij voelt zich opstandig worden. Hij trapt zijn matje in den hoek, en loopt de achtergalerij af. Die daar in de slaapkamer kan hem geld geven. Voorschot op zyn loon. En hoe langer de dag is, hoe meer gelegenheid er zal zijn, het te vragen, 't Is zes uur. De toean heeft hem gisteren met veel moeite duidelijk gemaakt, dat hij om zeven uur gewekt wil worden. Dat is nog een uur, maar een uur is lang en Sidin re deneert, dat hij in een uur wel tienmaal kan vragen. Hij klopt zacht op de slaapkamerdeur: Toean.... Toeanpoekoel toedjoeh! zeven uurHij is voorzichtig, de ge luiden van het tokkelen van zijn vingers en van zijn stem zijn nauwelijks hoorbaar, want bij schrikken uit den slaap kan de ziel ontsnappen en de toean zou geen toean meer zijn. Hij is zuinig op zy^ nieuwen meester. Hij luistert. De toean praat. Het zijn vreemde, gekke geluiden van die blanda's, maar Sidin luistert er nu graag naar vanavond zal hij er Sarina mee vermaken en haar dunne stemmetje zal lachen om die grappige Sidin en Karib zal groen zien van nijd. Ja, want Sidin kan leutig zijn als hij dubbeltjes in zijn zak heeft. De opstandigheid zakt neer, zijn goede stemming kornt terug. Hij roept kokki om de koffie klaar te maken. Er zal niets aan mankeeren. De toean zal lachen met njonja, als hij ziet hoe fyn alles klaar staat en hoe geurig de koffie is. En dan zal hy wel voorschot geven. Hij zal doen als die an dere toean's, en vragen of hy met zijn meisje uitgaat. Sidin zal dan lachen en zyn witte tanden laten zien. „Saja toean!" De toean en de njonja komen in de voorgalery. Sidin lacht. Het zyn nog echte baroe's: de toean is al heelemaal in een wit pakaian en de njonja in een deftige jurk. Ze kijken in den Indischen ochtend, de zon ryst snel boven de sawah's en de njonja maakt kleine gilletjes van verrukking als ze de kleuren van bloemen en planten ziet en de statige cocospalmen in den tuin en in de verte de rossige kleurendwarreling van den jongen dag. Sidin is gehaast. Hij staat achter hen vóór zy er erg in hebben. De njonja schrikt, ze zal nog moeten wennen aan het geluid- looze naderby kómen van bloote voeten en aan de zangerige stem van den Javaan. „Vervelende jongen'", zegt ze hardop, „je l^at me schrikken". Sidin verstaat geen Hollandsch, maar hy onderscheidt des te beter de gelaatsuitdruk kingen, want die zijn overal hetzelfde. Hy glimlacht, maar zijn stemming is vol haat. Hij leeft geheel in zijn eigen gedachtengang, die niet voor wendingen vatbaar is. Het vaste punt, dat aan het eind van den dag is, moet bereikt worden, en elke hindernis is iets vijandigs. Blank en bruin? Neen, twee menschen, die elkaar niet begrijpen. De jonge vrouw is hier vreemd en heeft haar man naast zich. Ze bewonderen samen de omgeving, en al het mooie, dat in hun tweeën is, is voor hen zelf en niemand anders. Als Sidin Sarina naast zich had op dit oogenblik, zou hij ook lachen. Maar Sarina is ver weg, en zal misschien, misschien naast hem loo pen vanavond. Als de toean voorschot geeften als hij dat niet doet, zal Karib 'naast Sarina gaan, en dan..,, en dan.... er is niaar één oplossing: voorschot op zijn salaris. „Toeande koffie,..." De toean lacht en de njonja lacht, „Komiek", zeg gen ze, „dat taaltje. Ik versta er geen snars van.oh, hij bedoelt de'koffie". ,,'t Is zoo in orde Sidin! 't Zal best sma ken. Kom Jeanne, zullen we eerst koffie drinken?Hoe laat is het eigenlijk? Half zeven?... Zeg Sidin, kom eens hier... Je hebt ons een uur te vroeg gewekt. Om zeven uur had je ons moeten wakker ma ken! Poekoelpoekoelpoekoel.... hoe zeg je dat ook al weer? Poekoel zeven had ik je gezegd!" Sidin kijkt gespannen. Het gaat hier om poekoel. Maar van de rest verstaat hy niets, 't Interesseert hem ook heelemaal niet. De perkara doeit de duitenkwestie, daar komt het op aan! Hij -raffelt verder in het Maleisch: „Toean, mag ik voorschot hebben?" Hij staat met opgeheven hand, om duidelijk te maken, wat hy bedoelt. Zijn oogen kijken recht in die van zijn meester. Twee felle -oogen in een gespan nen jongenssnuit. Hij houdt van Sarina, en twee of drie gulden is de prijs voor een heelen avond uitgaan. „Ha, ha, ha, hoor je dat, Jeanne?.... Gooi 't daar maar neer, ouwe sobat.al ga je op je kop staan, ik versta er geen .sikkepit van. Of wacht eenswat zei je ook al weertiga roepiah?.... Drie gulden? Waarvoor?" De njonja heeft pleizier. Ze bekijkt Si din van top tot teen. Ze zal eens een foto van hem maken en die opzenden naar Hol land. Ze glimlacht tegen hem, oh, wat een leuk land is 't hier! En zoo vreemd! Ze vragen je zoo maar om drie gulden. Over een poosje zal ze weten, dat voorschot een soort „adat" is, en dat Sidin voor zich het recht heeft, diep gegriefd te zijn, als 't hem geweigerd wordt. Nu begrijpt ze nog niet, wéét ze nog niet, dat Sidin op heete kolen staat, en haar pijn zou kunnen doen om dien glimlach. Hij kent haar niet en den toean niet, die als maar in het Hollandsch staat te praten. Sidin is weggegaan, en heeft zijn werk gedaan. Hij heeft enkele kêtips genomen uit de portemonnaie van de njonja. Het zal niet zoo'n groot feest worden met Sarina vanavond, maar hij heeft zijn best gedaan om geld te krijgen, en zelfs zijn meesters te vroeg gewekt om langer te kunnen vra gen. Hij zal Sarina laten lachen. Hij zal ver tellen, dat njonja boos was op kokki, om dat de nasi goreng betoel heet was, want hij heeft kans gezien, stiekum op haar bord een extra portie sambal en lombok in de ryst te voegen. De heldere lach van Sa rina zal kletteren over het kermisterrein van Li Hung, als Sidin zegt: „Njonja had het vuur op de tong, en vroeg om aier ès (ijswater)! En de toean verslikte zich, want de njonja had het erg benauwd. Eigen schuld, hy wilde geen voorschot geven". MARTIN DEVILéE. EEN AUTO IN AMERIKA 33. „Kom, ik zal maar eens aankloppen," besluit hy en voegt den daad bij het woord. Dan wacht hij, doch er ge beurt niets. Weer loopt hy om den stam, doch geen raam pje of deurtje opent zich. 34. „Dan nog maar eens probeeren", denkt Pam en op nieuw begint hy tegen den boom te kloppen, nu wat har der en wat langer. Weer wacht hy of er iets gebeurt, maar tevergeefs. In de States gaat 't zakenleven Blijkbaar heel gezellig door, Wie met centen aan de bank komt Vindt daar een gewillig oor. Want de ziel van de negotie Is daar altyd nog het geld, Dat met duivelsche devotie Wordt ontvangen en geteld. Daar gaat alles nog per aiuto, Weet U nog? Dat is zoo'n ding Waar je vroeger met z'n allen Heerlyk imee uit ryden giriig. Ergens goot je 't vol benzine Daarna gaf je blyde gas En dan reed-ie, als ten minste 't Water niet bevroren was. Ergens In Amerika heeft een bankdirecteur ten gerieve van zyn autoryden cliënten den in gang van zijn bankgebouw zóó laten verbouwen, dat de automo- Ibilisten, die bankzaken komen doen, niet meer behoeven uit te stappen, maar met auto en al tot voor het loket kunnen ryden. Courantenbericht) Voorop ergens zat een claxon En die gilde als een gek. Als er iemand in den weg stond, Die dan zei: hou jy je mond. Want die was zich doodgeschrokken Van dat heidensche geluid, Met zóó'n onaesthetisch voertuig Gingen wy toen dikwyls uit. Maar die tyd is overwonnen, Deze tyd is nu voorbij, Ieder kreeg by zijn geboorte Be enen en dus loopen wij. Met het onnatuurlyk rijden Is het nu voorgoed gedaan, 'n Mensch is ingericht voor loopen, Om te zitten of te staan. Heel veel hebben wy gesproken Over dat voortvarend land, Dat getoond werd als een voorbeeld Van vooruitgang en verstand. Maar nu blijkt het eind'lijk anders, 't Komt ons ver nu achterna: Rijden in zoo'n ouwe auto! Achterlyk Amerika!! TROUEADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 10