CucfrfoatCag,
Bommenwerpers
deden hun werk
in fiet lüeóten
Kan Amerika
schepen leveren?
VRIJDAG 14 MAART 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
GRAANSILO'S VAN LIVERPOOL
ZWAAR GETROFFEN.
Liverpool is in den nacht van 12 op 13
Maart het doel geweest van een bijzonder
geslaagden grooten Duitschen aanval. Ver
scheidene honderden Duitsche gevechts
vliegtuigen zijn in golven gedurende den
geheelen nacht naar deze belangrijke haven
aan de westkust van Engeland gevlogen,
om daar bommen van allerlei kaliber op
belangrijke militaire doelen te werpen.
Het zwaartepunt van den aanval lag dit
maal in het bijzonder op het stadsdeel Bir
kenhead, waar talrijke pakhuizen en graan
silo's alsmede stapelplaatsen voor de le
vensmiddelenvoorziening van Midden-En-
geland zijn gelegen. De silo's en de graan-
pakhuizen werden ernstig getroffen, een
graansilo werd volkomen verwoest, talrijke
graanpakhuizen stonden in brand. De vlak
aan de Mersey gelegen slacht- en koelhui
zen van de veehaven stonden eveneens in
brand. Het Engelsche luchtdoelgeschut pro
beerde eerst door krachtig afweervuur de
Duitsche vliegers van hun doelen weg te
houden. Na korten tijd echter werd het vu
ren verrassend zwak en werden de stralen
der zoeklichten bijna in het geheel niet
meer gezien. Hieruit kan worden geconclu
deerd, dat ook de voornaamste stellingen
luchtdoelgeschut door de bommen van de
Duitsche gevechtsvliegtuigen waren getrof
fen.
In aanvulling op het weermachtsbericht
verneemt het D.N.B. het volgende:
In den afgeloopen nacht heeft Liverpool
volgens een Londensch verslag „den zwaar-
sten aanval sedert het begin van den oor
log" te verduren gehad. Sedert Londen in
de onmiddellijke gevarenzone van het
Duitsche lucht wapen is gekomen en deze
reusachtige haven, waardoor Ongeveer 40
pet. van den totalen Britschen buitenland-
schen handel ging, voor een zeer groot deel
is uitgeschakeld, moeten de groote havens
aan de westkust, in de eerste plaats Liver
pool en Glasgow, een groot gedeelte van
het Londensche goederenverkeer overne
men. Zoo gaat sedert maanden devoor
naamste toevoer van de Britsche oorlogs-
aanvoeren via Liverpool, waar de koelhui
zen, voorraadschuren en silo's tot de uiter
ste grens van de capaciteit worden ge
bruikt.
De groote aanval in den afgeloopen nacht
werd door verscheidene honderden vliegtui
gen uitgevoerd. Van verre zichtbare bran
den woedden in de pakhuizen en graan
silo's, terwijl de groote tankinstallaties, die
alleen in het havengebied een terrein V2n
twaalf hectaren beslaan, door zwarte rook
wolken aan het oog werden onttrokken.
De gedeeltelijke vernieling van de groot
ste Engelsche aluminiumfabriek Lochaber
bij Fort William vormt voor de Engelsche
oorlogseconomie een bijzonder ernstig ver
lies. Deze aluminiumfabriek vervaardigde
alleen viervijfde van de totale Engelsche
aluminiumproductie. Daar de Engelsche
oorlogsindustrie bij de geweldige eischen,,
die aan haar vliegtuigfabrieken worden ge
steld, 60 a 80 pet. van haar behoeften uit
het buitenland moet invoeren, heeft een
aanzienlijke vernieling van deze groote
fabriek tot gevolg, dat de Engelsche alu-
miniumindustrie zelfs niet eens meer aan
de opdrachten van de industrie voor het
repareeren van beschadigde vliegtuigen
kan voldoen.
Op grond van verklaringen van vliegtuig
bemanningen die door het D.N.B. zijn ont
vangen, staat vast, dat de vernielingen in
Liverpool die van Coventry nog overtref
fen.
OOK CARDIFF GETROFFEN.
Behalve Liverpool-Birkenhead, is, naar
het D.N.B. verneemt, ook de havenstad
Cardiff aan de Engelsche Z. W. kust hevig
gebombardeerd. Twee groote ontploffingen
en tien branden in de havenwerken van
deze wegens haar kolenuitvoer bekende
haven konden waargenomen worden. Ook
hebben verscheidene vliegtuigen Londen
aangevallen, als gevolg waarvan zich in de
haveninstallaties van Purfleet ontploffin
gen voordeden. Bovendien werden nog tien
vliegvelden in Midden- en Zuid-Ergeland
aangevallen, waarbij hangars, gebouwen
en zoeklichtbatterijen getroffen werden.
Vliegtuigen, die voor de hangars stonden
opgesteld, werden met succes met de boord-
wapens beschoten.
LUCHTGEVECHT BOVEN HET KANAAL.
In een luchtgevecht, dat gistermiddag bij
helder weer boven het Kanaal werd gele
verd tusschen Duitsche jagers en Engel
sche Spitfires, werden vijf Engelsche vlieg
tuigen neergeschoten.
De Engelsche jagers, die op weg waren
om een actie te ondernemen tegen de Ka-
naalkust, werden op groote hoogte door
Messerschmitt vliegtuigen aangevallen,
waarbij het tot een feilen strijd kwam. In
zeer korten tijd wisten de Duitsche jagers
de overwinning in de lucht te behalen,
terwijl kapitein Ihlefeld zijn 32ste tegen
stander neerschoot.
Naar het D.N.B. verneemt is gisteren in
de nabijheid van Portsmouth een Duitsch
verkenningsvliegtuig dat op den terugwee
naar de Fransche kust was, bij verrassing
aangevallen door vijf Engelsche Spitfires.
In weerwil van de overmacht verweerde
het Duitsche toestel zich door met de boord-
wapenen naar alle zijden te vuren. Het
schoot een Britschen jager neer, waarna d-3
andere vijandelijke toestellen op de vlucht
girgen. De Duitscher keerde volkomen on
beschadigd on zijn basis terug.
WOONWIJKEN TE HAMBURG
GEBOMBARDEERD.
Naar het D.N.B. verneemt, zijn in den
afgeloopen nacht Engelsche bommenwer
pers boven Noord-Duitschland verschenen.
Op woonwijken en niet-militaire doelen te
Hamburg werden een groot aantal brand
bommen en eenige brisantbommen gewor
pen. Verscheidene burgers werden gedood
of gewond. Volgens de tot dusverre ont
vangen berichten zijn met zekerheid vijf
Engelsche vliegtuigen door Duitsche nacht
jagers en afweergeschut neergehaald; waar
schijnlijk zal dit cijfer rog stijgen, daar
een groot aantal Britsche bommenwerpers
door den Duitschen afweer zoo ernstig be
schadigd is, dat zij hun basis nauwelijks
zullen kunnen bereiken.
DE VERLIEZEN IN DEN LUCHTOORLOG
In de afgeloopen 24 uur heeft de Duit
sche luchtmacht in het geheel zes vliegtui
gen verloren. In hetzelfde tijdsverloop wer
den bij de Engelsche aanvallen op Berlijn,
Hamburg en Bremen, die door veel minder
toestellen zijn ondernomen, alleen al door
den Duitschen afweer 10 Britsche bommen
werpers vernield. De Duitsche verliezen
bedragen slechts twee derde van het door
de Engelschen opgegeven verliescijfer. Een
nuchtere vergelijking toont aan aldus
wordt van Duitsche zijde verklaard dat
de Duitsche luchtmacht in aanval zoowel
als verdediging nog steeds verre in het
voordeel is boven de Britsche luchtvloot.
HEVIGE AANVALLEN OP GLASGOW.
De Duitsche luchtmacht heeft gisteren
met een groot aantal toestellen geslaagde
aanvallen gedaan op belangrijke fabrieken
en havenwerken te Glasgow, aldus ver
neemt. het D.N.B. De rapporten van de
eerste vliegtuigen zijn reeds binnengeko
men en daaruit blijkt, dat te Glasgow, het
belangrijkste scheepsbouwcentrum van
Groot-Brittannië, reeds na de eerste aan
valsgolf meer dan twinti? g"oote branden
konden worden waargenomen.
Andere afdeelingen der Duitsche lucht
macht hebben in den afgeloopen nacht het
havengebied van Liverpool-Birkenhead,
dat 24 uur tevoren reeds een hevigen aan
val had ondergaan, bestookt met brisant-
en brandbommen. Opnieuw deden zich he
vige ontploffingen voor en braken groote
branden uit, die de verwoestingen van den
vorigen dag voltooiden.
DE MEENING
VAN VICE-ADMIRAAL GADOW.
De bekende Duitsche marine-deskundi
ge vice-admiraal Gadow houdt zich in de
„Deutsche Allgemeine Zeitung" bezig met
het programma en de feiten van de Ame-
rikaansche hulp op scheepvaartgebied aan
Engeland.
Dat voor de eigen verdediging van de
Vereenigde Staten geen staand leger van
900.000 man en een Twee-Oceaan-vloot
van drie millioen ton noodig is, zoo merkt
de vice-admiraal in zijn inleiding op,
wordt aan de overzijde ook door deskun
dige lieden, zooals de chef van den gene-
ralen staf, Marshall, duidelijk ingezien.
Het invasiespook vat men niet meer ern
stig op. Het gaat hier dus om een middel
voor expansieve actie buiten het conti
nent
Het dilemma is alleen, zoo verklaart de
schrijver met nadruk, dat men Engeland
zou willen behouden en niet wil laten val
len, voordat de eigen bewapening ten
minste klaar is. De voltooiing van deze
bewapening wordt zelfs bij het grootste
optimisme niet voor 1946 verwacht, het
geen te laat is. Tot op dit tijdstip moet
echter, zoo schrijft vice-admiraal Gadow,
iedere hulp aan Engeland een vertragen-
der. invloed hebben op de eigen bewape
ning, vooral voor het geval, dat Amerika
zelf aan den oorlog zou gaan deelnemen.
Vandaar dan ook de afkeer voor het
zenden van Amerikaansche schepen met
of zonder bescherming, hetgeen tot een
deelnemen aan den oorlog zou kunnen
leiden.
Om dezelfde redenen kan de Engelsche
regeering een dergelijke ontwikkeling
niet wenschen, omdat dit tot een vermin
dering der hulp zou leiden.
In het verdere verloop houdt de schrij
ver zich bezig met de ondersteuning van
Engeland, door het afstaan van schepen
en herinnert hij aan de verklaring van de
Amerikaansche scheepvaartautoriieirten,
dat geen schepen meer kunnen worden
afgestaan.
Voor den overzeeschen dienst komt
slechts een voorraad van 331 schepen en
46 tankschepen met 2.4 millioen brt. in
aanmerking en die heeft men nog zelf
noodig.
„Hoe staat het met den scheepsbouw?"
vraagt admiraal Gadow, waarbij hij tege
lijkertijd constateert, dat in de Vereenig
de Staten rond 500.000 brt. aan nieuwe
schepen in het afgeloopen jaar is ge
bouwd, dus evenveel als de Shipping
Board voor eigen doeleinden noodig heeft
en overigens evenveel als jn drie weken
in Februari tot zinken is gebracht. Het zal
moeilijk zijn om den scheepsbouw, zooals
in het voornemen in 1941 ligt, op te voe
ren tot 860.000 brt., zoo merkt de schrij
ver verder op, nu de scheepswerven niet
eens een tonnage vat ^00.000 brt. hebben
geleverd, zoodat het geschoolde scheeps-
bouwpersoneel al lang is vertrokken. Het
ontbreekt dus aan geschoolde krachten en
een aanvullend bouwprogramma voor de
koopvaardijvloot van tweehonderd sche
pen van middelgroote tonnage, dus onge
veer twee millioen brt., zooals Roosevelt
heeft opgegeven, zou tot zeer groote moei
lijkheden leiden.
Daarvoor zou het opzetten van een heel
aantal nieuwe werven noodig zijn, wier
behoefte aan staal en ander materiaal,
machines en arbeidskrachten zou moeten
worden onttrokken aan de onmiddellijke
behoefte van Engeland.
De eigen Britsche productie op de door
luchtaanvallen steeds vernielde of bescha
digde werven kan, aldus Gadow, voorzich
tigheidshalve nog slechts op 3 400.000
ton per jaar worden geschat.
Hierbij komen honderdduizend ton uit
de Dominions, hetgeen een vrij duidelijk
beeld geeft van de scheepsruimte-positie:
de vernietigingen en verliezen zijn veel
grooter dan de mogelijkheden van de
Amerikaansche hulp en de eigen Engel
sche productie.
TWEE CANADEESCHE BOMMEN
WERPERS GEVALLEN.
Bij Bondhead in de Canadeesche provin
cie Ontario zijn twee groote bommenwer
pers der Oanadeesche luchtmacht met el
kaar in botsing gekomen en gevallen. As
sociated Press verneemt, dat vermoedelijk
zeven inzittenden zijn omgekomen.
Prof. dr. R.R. Welschen o.p.f
Hoogleeraar in de Thomistische
Wijsbegeerte te Amsterdam
en Leiden
In den ouderdom van 63 jaar is na een
ongesteldheid van slechts ruim een week
te Amsterdam overleden prof* dr. Wel
schen O.P., bijzonder hoogleeraar in de
Thomistische wijsbegeerte aan de univer
siteiten te Amsterdam en Leiden.
Maandagavond van de vorige week werd
prof. Welschen in de woning der Paters Do
minicanen aan de Honthorststraat te Am
sterdam plotseling ongesteld. Zijn toestand
bleek van dien aard, dat hem de laatste
H.H. Sacramenten moesten worden toege
diend. Den volgenden morgen werd prof.
Welschen in het Maria Paviljoen ter verple
ging opgenomen, waar hij thans kalm en
vredig is ontslapen.
Prof. Rosarius Renier Welschen werd op
7 Juli 1877 te Rotterdam geboren. Hij stu
deerde te Rolduc en te Freiburg (Zwitser
land), waar hij de wijsbegeerte studeerde.
Slechts een jaar (1896) verbleef hij hier en
trad in 1897 in de Orde der Dominicanen.
In 1904 werd hij priester gewijd. Kort daar
na behaalde hij den graad van lector in
de wijsbegeerte en Godgeleerdheid en werd
belcst met het onderwijs in de natuurphilo-
sophie, zielkunde, logica, metaohysica en
de geschiedenis der nieuwe wijsbegeerte in
het studiehuis der Dominicanen te Zwolle.
In 1923 werd hij als opvolger van pater
de Groot O.P. benoemd tot bijzonder hoog
leeraar in de Thomistische Wijsbegeerte aan
de universiteit te Amsterdam en 2 jaar later
werd hij tot hetzelfde ambt geroepen aan
de Leidsche universiteit door de Radboud-
stichting. Zijn inaugureele rede te Amster
dam hield hij over: „Continuïteit en we
tenschappelijke zelfstandigheid in de Tho
mistische wijsbegeerte". Zijn inaugureele
rede te Leiden had tot titel: „De juiste for
muleering van h#t causaliteitsbeginsel".
Voor de vereeniging „Geloof en Weten
schap" te Den Haag, hield prof. Welschen,
jaren geleden reeds, een cursus over het
Modernisme, aan de volksuniversiteit te
Amsterdam trok zijn cursus gedurende
drie achtereenvolgende jaren in logica,
zielkunde en nieuwere wijsbegeerte groote
belangstelling.
Aan een „In memoriam", dat „De Tijd"
aan den overleden hoogleeraar wijdt, ont-
leenen we o.m. het volgende:
„De „kerkelijke hoogleeraar" In de wijs-
JAPANSCH AMBASSADEUR TE
MOSKOU BIEDT MOLOTOV
DINER AAN.
De Japansehe ambassadeur te Moskou,
Katekawa, heeft Woensdagavond ter eere
van den Sowjet-Russischen regeerings-
chef en commissaris van buitenlandsche
zaken, Molotov, een diner gegeven. Hier
aan werd deelgenomen door de plaatsver
vangende volkscommissarissen van buiten
landsche zaken, Wisjinski en Losovski, en
door talrijke andere Sow jet-Russische auto
riteiten.
Dit was de tweede maal, dat Molotov te
gast was in de Japansche ambassade. In
diplomatieke kringen te Moskou beschouwt
men dit tweede bezoek als een bewijs voor
de voortgaande verbetering der Sowjet-
Russisch-Japansche betrekkingen.
DE POLITIEK VAN TURKIJE.
De Turksche ministerpresident Saydam
heeft Woensdag bijna 2 uur lang het woord
gevoerd voor de leden van de eenige po
litieke partij des lands, de Volkspartij, en
hun het standpunt van Turkije ten aan
zien van de bezetting van Bulgarije door
Duitsche troepen uiteengezet. Omtrent de
ze rede zijn nog geen nadere bijzonderhe
den bekend. Naar in politieke kringen ver
klaard wordt, hebben de leden der partij
de politiek der regeering eenstemmig
goedgekeurd. De vergadering der partij,
waartoe alle afgevaardigden behooren,
duurde 4 uur. Saydam sprak eveneens over
de houding van Joegoslavië tegenover den
Duitschen intocht in Bulgarije. Verder trad
hü in bijzonderheden ten aanzien van de
aocoorden, die tusschen de Turksche_ re
geering eenerzijds en den Britschen minis
ter van buitenlandsche zaken Eden en
generaal sir John Dill anderzijds zijn ge
sloten.
begeerte van den H. Thomas van Aquino
aan de gemeentelijke universiteit te Am
sterdam, gelijk professor R. Welschen ge
noemd werd ingevolge Kuyper's wijziging
in de Wet op het Hooger Onderwijs, waar
aan de hoogleeraarszetel van zijn voorgan
ger, prof. J. V. de Groot, het aanzijn dank
te, voelde zich in alle bescheidenheid, die
hem kenmerkte, een vertegenwoordiger van
het katholieke levensbegrip op een zeer
vooruitgeschoven post, en zeker overdrijft
men niet, wanneer men veronderstelt, dat
deze opvatting van zijn taak grooten in
vloed heeft gehad op zijn wetenschappelijke
werkdadigheid. Hier kwam nog bij, dat
prof. Welschen een groote vereering koes
terde voor zijn voorganger, prof. de Groot.
Hoog zag hij op tegen diens praestaties,
misschien zelfs in zooverre iets te hoog, dat
hij als het ware schroomde, met zijn voor
ganger te worden vergeleken .en het be
sluit scheen te hebben genomen zich als
openbaar werker te verbergen in diens
schaduw. Immers naar het uiterlijk be
oordeeld is de wetenschappelijke carrière
van prof. Welschen niet buitengewoon rijk
geweest. Dat hij veel invloed had op de
studenten, dat hij vooral als immer hulp
vaardig voorlichter zijner ambtgenooten
en eventueel ook als helper zijner orde
broeders en jongeren veel goed heeft ge
daan bleef hoofdzakelijk in kleinen kring
bekend. Hij zocht voor het overige onbe
kend te zijn. Een man, die in wetenschap
pelijke milieus over de tong ging en wiens
opvattingen beantwoord werden met een
hartstochtelijk vóór of tegen, is pater Wel
schen allerminst geweest. Doch een man,
iie door zijn heele levens- en denkwijze
onmiddellijk eerbied wist te verwerven
voor de levensinzichten, welke hij was toe
gedaan, heeft ieder die hem op het gebied
der wetenschap ontmoette, spontaan in
Welschen gehuldigd. De serene kalmte van
ziin geest, helder en illusieloos, kon men
alleen begrijpen als de vrucht van een
kloosterlijk leven, waarin de verachting van
's werelds ijdelheden een rustige en onge
forceerde nederigheid had teweeggebracht".
Men zendt ons nog volgend in-memo-
riam:
Het is niet het meerendeel der studenten
die bij prof. Welschen college liepen; het
zijn er weinigen geweest, maar getrouwen,
die slechts noode een college oversloegen.
Prof. Welschen doceerde op een wijze, die
door velen dor of saai gevonden werd, maar
deze manier van doceeren had het voor
deel, dat men dictaat kon maken, als bij
geen ander. Ieder moeilijk gedeelte, soms
iedere zin, herhaalde hij één a twee keer,
daarbij een ieder van ons aankijkende met
een gezicht, alsof hij wilde vragen: begrijp
je me?
Prof. Welschen hield er zich verre van
een propagandist voor de wijsbegeerte te
zijn en ook in den omgang sprak hij be
trekkelijk weinig hierover. Soms kon hij
in vuur geraken en telkens stilstaan op
straat om iets te verklaren, zoodat over een
wandeling van het Rapenburg naar de
Boerhaavelaan drie kwartier werd gedaan.
Hij was een bespiegende geest, zonder
zich te verliezen; van alles, dat onduidelijk
of onzuiver was, gruwde hij, direct er op uit
een probleem zoo zuiver mogelijk te stel-
len en met dit al legde hij een vriendelijk
heid aan den dag, die men oogenschijnlijk
misschien niet zou verwachten.
Kwam men hem tegen in de stad, dan kón
men hem niet zonder meer voorbijgaan;
zijn zachte blik met die alles-doorborende
oogopslag noodigde immer tot stilstaan.
Prof. Welschen liet de dingen der wereld
weinig aan zich gelegen liggen, overtuigd
als hij was van het beatus ille.... Steeds
was zijn speurenden geest er op uit de
waarheid in het licht van een andere we
reld te volgen en te dienen.
De verwezenlijking van zijn diepbeleefd
geloof moge in rijke mate met hem zijn.
Gerard Goudriaan.
De „De Profundis" voor wijlen prof. pater
R. R. Welschen O.P. zal gehouden worden
op Zondag 16 Maart a..s van twee tot vier
uur in de Profundis-kapel van het O. L.
Vrouwegasthuis, Ruyschstraat 218, Amster
dam-Oost. De plechtige H. Requiem-Mis
Maandag 17 Maart om half elf in de St. Do-
minicuskerk. Spuistraat te Amsterdam.
De begrafenis zal geschieden na de uit
vaart op het R.K. kerkhof „St. Barbara"
te Amsterdam.
Het Duitsche luchtwapen in Afrika. Stofwolken begeleiden
lederen start en Iedere landing In de woestijn (Fo»o W#ltb»M)
Kesten van vernielde Engelsche vliegtuigen worden verzameld,
om dienstte doen als,materiaal voor de Duitsche oorlogsindustrie
(Foto Weltbifd)
Verantwoordelijk werk. Aan boord
van ean Duitschen mijnenveger tijdens
het uitzetten der mijnen in de Noord
zee (Foto Woltbild)