Achttien doodvonnissen voltrokken DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Verwijdering van Joden uit bedrijfsleven Momentje VRIJDAG 14 MAART 1941 32ste Jaargang No. 9897 S)e Ccid^dveSoii^Mit Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. V Zegen van de arbeidsgemeenschap De R. K. Boekhandelaren- en Uitgevers- vereeniging „St. Jan" heeft dezer dagen vergaderd. Twee dingen uit deze vergade ring hebben ons getroffen. Ten eerste de mededeeling van den voor zitter, den heer P. Brand, „dat het ernstige, het religieuze boek momenteel grooten af trek vindt". Dit is zeer verheugend. Dat wijst naar de mooie lichtzijde van dezen tijd: verdieping, verinnelijking van het godsdienstig leven, minder materialisme en meer spiritualisme, minder oppervlakkig heid en meer consequent-leven. Het tweede ding, dat ons heeft getroffen en verheugd, is het bestuursvoorstel, om volwaardige bedienden in de organisatie op te nemen, welk bestuursvoorstel door de vergadering in principe is aangenomen. Wij nemen hier over een deel van het verslag der bedoelde vergadering, dat op dat punt betrekking heeft. Mr. F. P. Th. Rohling heeft een uit voerige inleiding gehouden over het onderwerp: „Is het gewenscht, dat de bedienden van R. K. Uitgevers en Boekhandelaren lid worden van St. Jan?", waarop spr. een bevestigend antwoord gaf, er op wijzend, dat be dienden deel uitmaken van het bedrijf en daarom dus ook belang hebben by de bedrijfs- d.i. de gezamenlijke belan gen. Wettelijk bezien staan de partijen tegenover elkaar, maar deze voorstel ling van zaken is een juridi:che con structie, die het wezen van de onder linge verhouding geen recht doet we dervaren. Een bedrijf is een geheel, en* alles, wat dient, om dat geheel s.amen te stellen, behoort dus tot de onder- deelen van dat bedrijf, zoodat er sprake is van een groote gemeenschapsge dachte. Verklaarbaar is het door een en an der, dat de partijen van patroons en arbeiders tegenover elkaar zijn gaan staan. Komt men echter meer tot de overtuiging, dat men eigenlijk niet te genover elkaar staat, doch naast elkaar. J dan zou het voor de hand liggen, dat het tegenover elkaar staan van organi saties ook zou verdwijnen. Alsdan zou het mogelijk moeilijk zijn, de gezamen lijke belangen gezamenlijk te beharti gen, waarbij nochtans, een hiërarchisch verschil in één organisatie mogelijk zou blijven. De vraag doet zich intusschen voor, welke bedienden kunnen in „St Jan" worden opgenomen? Vakbe kwaamheid en het gedurende eenigen tijd lid geweest zijn van een zelfde be drijf spelen hierbij volgens spr. een rol. Een moeilijker vraag is dan nog: welke moet nu de aard zijn 'van het lidmaat schap? Er zullen zich moeilijkheden voordoen, maar onoplosbaar zullen deze niet zijn. Van een goede onderlirge verstandhouding zal het bedrijf onge twijfeld goede vruchten plukken. Hoofdzaak, aldus spr., is momenteel, dat men zich bewust wordt, dat een bedrijf een arbeidsgemeenschap is. En door goeden geest zullen vele moeilijk heden opgelost kunnen worden. Diverse aanwezigen namen deel aan een discussie over dit onderwerp. O.m. werd naar voren gebracht dat bij opneming van de bedienden niet alleen een bedrijfsbelang moet gediend worden, doch dat ook persoonlijke be langen van de bedienden behartigd moeten worden. Er werd op aangedrongen, bij alle respect voor de idealen, op reëelen grondslag te staan. Men kan zeggen, dat er geen tegenstellingen zouden moeten bestaan, maar een feit is, dat er tegenstellingen zijn, voortkomend uit het feit, dat ieder individu zijn per soonlijk belang moet behartigen. Tenslotte Heek men het in principe eens te zijn met de houding van het bestuur, dat de volwaardige bedienden in deze organisatie wenscht toe te la ten. Bij de uitwerking van een en ander zal rekening worden gehouden met de statuten. Het bewustzijn, dat het bedrijf een ar beidsgemeenschap is, is niet nieuw. Zeker niet! Het is tot uitdrukking gekomen in reeds lang bestaande collectieve arbeidsovereen komsten; het is belichaamd in zeer vele ge schriften. Maar dat bewustzijn leeft toch nog niet krachtig genoeg in de praktijk, de dagelijksche practijk van het arbeidsleven. En om verschillende redenen is dat ge wenscht. Oók om het materieele belang van het bedrijfsleven zelf. Bevoorrecht zijn de bedrijven, waarvan de leiders, vrij van zelfgenoegzaamheid en eigengereidheid, in het bedrijf, in de ondernemingen die ar beidsgemeenschap weten te beleven! Door het bureau van den bevelhebber der Duitsche weermacht In Nederland wordt bekend gemaakt: Op 13 Maart zijn van de achttien Nederlanders, die, zooals bekend is gemaakt, in het Haagsche proces tegen een terreur-, sabotage- en spionnageorganisatie ter dood waren veroordeeld, vijftien door den kogel terecht gesteld. Een gratieverleening kwam niet in aanmerking, daar bedoelde organisatie behalve ernstige sabotagehandelingen tegen militaire inrichtingen op de laagste wijze en met de gemeenste middelen, zooals zij anders slechts bij onbeschaafde volken bekend zijn, b.v. allerlei gilmoorden en aanvallen op Duitsche militairen be raamd en in een aantal gevallen ook ten uitvoer heeft gebracht. Slechts drie der veroordeelden heeft de bevelhebber der weermacht tot een levenslange tuchthuisstraf begenadigd, omdat zij bi] het plegen der daad nog geen twintig jaar oud waren. De weermachtbevelhebber wenscht hiermede een laatste beroep te doen op het verstand en het rt licht van de Nederlandsche jeugd. Tegelijk zijn drie te Amsterdam veroordeelde ophitsers, die tot de stakingen in de provincie Noord-Holland hadden aangezet, doodge schoten. Tot levenslange tuchthuisstraf begenadigd werden voorts 2 Neder landers, die in een ander proces door een Duitsch krijgsgerecht wegens een ernstige sabotagehandeling ter dood waren veroordeeld. Ook in dit geval is de gratie voor de laatste maal verleend, daar de veroor deelden ten tijde van de daad nog geen twintig jaar oud waren. VERORDENING AFGE KONDIGD. Het Verordeningenblad van gisteren be vat een verordening van den rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche ge- hied betreffende de behandeling van on dernemingen, welke aangegeven dienen te worden. Daarin wordt bepaald: Artikel 1. 1) Goedkeuring is vereischt voor: 1. Het oprichten van een onderneming, welke onder de bepalingen van de ver ordening no. 189/1940 betreffende het aan geven van ondernemingen valt (onder neming, welke aangegeven dient te worden); 2. Het aanbrengen van veranderingen in een bestaande onderneming, waardoor die onderneming komt te vallen onder de ver plichting tot aangifte. 3. Het verzoek om goedkeuring moet worden ingediend door hem, die het op richten der onderneming of het aanbren gen der verandering beoogt. Artikel 2. 1) Goedkeuring is vereischt voor: 1. Het vervreemden, verhuren, verpach ten, liquideeren of stilleggen van een onderneming, welke aangegeven dient te worden, of van een gedeelte eener zoo danige onderneming; 2. Het vestigen van een recht van vruchtgebruik op een onderneming, welke aangegeven dient te worden, of op een gedeelte daarvan; 3. Het aanbrengen van veranderingen in een onderneming, welke aangegeven dient te worden, waardoor de gronden, waarop de verplichting tot aangifte berust, weg vallen; 4. Het aangaan van de verplichting tot het verrichten van een rechtshandeling van de onder 1 tot en met 3 bedoelde soort, wordt goedkeuring verleend tot het aan gaan van een zoodanige verplichting, dan heeft die goedkeuring mede betrekking op het ten uitvoer leggen dier verplichting. 2) Het verzoek om goedkeuring moet worden ingediend door hem, die de over eenkomst, waarvoor de goedkeuring ver eischt is, te sluiten of den maatregel, waar voor goedkeuring vereischt is te verrichten beoogt. Artikel 3. Maatregelen van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde soort, welke reeds getroffen zijn in den tijd tusschen 9 Mei 1940 en den dag van het in werking treden dezer verordening, dienen achteraf goedgekeurd te worden. Artikel 4. Misbruik van formeele of materieele rechtsvoorschriften van burgerlijk recht kan niet tot gevolg hebben, dat de ver plichting tot het verkrijgen van goedkeu ring ontdoken wordt Artikel 5. Bevoegd tot het verleenen der goed keuring is de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commis saris-generaal voor financiën en economi sche zaken). Engelsche bommen op Nederland Donderdagavond was het Engelsche lucht wapen boven ons land bijzonder ac tief. Een groot aantal vliegtuigen ver scheen boven Nederlandsch grondgebied en wierp vele bommen, welke meerendeels buiten de bebouwde kommen neervielen. In een aantal plaatsen echter ontstond schade van niet zeer emstigen aard aan woonhuizen, aan een sleepboot, aan boer derijen en aan veel vensterruiten. Een bur ger is gedood en zes zwaar gewond. Een vrouw werd licht gewond. Artikel 6. 1) De goedkeuring moet worden aange vraagd. 1. In de in de artikelen 1 en 2 bedoelde gevallen vóór het treffen der daar be doelde gevallen binnen een maand na het in werking treden dezer verordening. 2) Wordt de goe&ceuring geheel of ten deele geweigerd, dan bepaalt de Rijks commissaris voor het bezette Nederland- sóhe gebied (commissaris-generaal voor financiën en economische zaken), of en op welke wijze de getroffen maatregelen ongedaan dienen te worden gemaakt, dan wel of zij rechtsgeldigheid missen. Daarbij kan hij bindend beslissen omtrent de daar door ontstaande rechtsverhoudingen; zoo danige beslissingen zijn ook bindend voor organen der rechterlijke en uitvoerende macht Artikel 7. 1) De Rijkscommissaris vior het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-gene raal voor financiën en economische zaken) kan in ondernemingen, welke aangegeven dienen te worden, bewindvoerders aan stellen. 2) De onderneming draagt de kosten der bewindvoering. Artikel 8. 1) Voor zoover bij de aanstelling van den bewindvoerder niet anders wordt be paald, is de bewindvoerder bevoegd tot het verrichten, zoo in als buiten rechte, van alle rechtshandelingen en anderszins, wel ke de bedrijfsvoering der onderneming met zich brengt. Tijdens den duur van de bewindvoering kan geen voogd, curator of eenig ander beheerder worden benoemd, voor zoover zulks de onderneming aan gaat. Tijdens den duur van de be wind voering worden de bevoegdheden van den eige naar, van de bestuurders of van de overi gens tot vertegenwoordiging of bestuur be voegde personen opgeschort. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van alle orga nen; deze bevoegdheden oefent de be windvoerder uit. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (com missaris-generaal voor financiën en econo mische zaken) kan evenwel bepalen, dat de bevoegdheden der organen geheel of gedeeltelijk door deze blijven worden uit geoefend. 2) De aanstelling van den bewindvoer der in een onderneming, welke in het handelsregister is ingeschreven, wordt ambtshalve en vrij van kosten in het han delsregister ingeschreven. Artikel 9. 1) De bewindvoerder heeft bij de uit oefening van zijn functie de zorgvuldig heid van een goed bewindvoerder in acht Verhooging van den tabaksaccijns Met ingang van 1 April a.s. Sigaren van een dubbeltje komen op 12 cent. Een sigaret van 1 cent gaat 1 1/2 cent kosten. In het verordeningenblad is opgenomen een besluit van den secretaris-generaal van het departement van financiën betreffende verhooging van den tabaksaccijns. Deze verhooging treedt in werking met ingang van 1 April 1941. Hierbij wordt de bij besluit van genoem den secretaris-generaal met ingang van 15 September 1940, ingevoerde verhooging van den accijns ten aanzien van sigaren, rook- en pruimtabak en snuif overgenomen in art 5 van de tabakswet. De toen even eens ingevoerde verhooging van tabaksac cijns op sigaretten met 10 opcenten vervalt, zoodat de accijns op sigaretten wederom op 50 pet. van den kleinhandelsprijs wordt gebracht, zooals ook reeds in de tabakswet is bepaald. De thans ingevoerde verhooging betreft de heffing van 100 opcenten op den tabaks accijns voor alle genoemde artikelen. Wat deze verhoogir.g beteekent kan uit eenige voorbeelden blijken. Voor een sigaar, welke voor 10 cent wordt verkocht, bedraagt de accijns thans 20 ten honderd of 2, cent, welke accijns in den prijs van 10 cent is inbegrepen. Met ingang van 1 April zullen op de accijns van 2 ceht 100 opcenten worden geheven of wel een bedrag van eveneens 2 cent, zoodat de ver koopsprijs van deze sigaar dan zal bedra gen 10 -J- 2 cent 12 cent. In den prijs van een sigaret van 1 cent is een acijns van *4 cent begrepen. Op deze Yt cent komen 100 opcenten of eveneens cent, zoodat een sigaret van 1 cent voortaan l -\- cent zal kosten. Een doosje van 20 sigaretten, waarop staat 20 cent -{- opc. 1 cent zal derhalve 30 cent gaan kosten enz. Voor rook- en pruimtabak bedraagt de accijns 30 pet. van den kleinhandelsprijs. Kost een pak tabak thans 20 cent, dan is dus de accijns 6 cent. Daarop komen 100 opcenten of eveneens 6 cent, zoodat de prijs van dit pak tabak op 26 cent zal ko men enz. 2) De bewindvoerder staat onder toe zicht van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commis saris-generaal voor financiën en economi sche zaken) en is voor zijn handelingen jegens dezen alleen verantwoording ver schuldigd. Artikel 10. De bewindvoerder heeft recht op terug gave van zyn werkelijke onkosten en op een redelijke vergoeding voor zijn be moeiingen. Het bedrag wordt door den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied, (commissaris-generaal voor financiën en economische zaken) vast gesteld. Artikel 11. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-gene raal voor financiën en economische zaken) kan te allen tijde de bewindvoering doen beëindigen en de aanstelling van den bewindvoerder intrekken. Is de onder neming in het handelsregister ingeschre ven, dan moet de intrekking van de aan stelling vrij van kosten in het handels register worden ingeschreven. Artikel 12. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-gene raal voor financiën en economische zaken) kan het voortzetten van eenigerlei bedrijfs uitoefening van een onderneming, welke aangegeven moet worden, verbieden. Hij kan bepalen, dat zoodanige ondernemingen voor een door hem te bepalen tijdstip ge liquideerd of tot een zoodanig tijdstip stil gelegd moeten worden. Artikel 13. Aan een goedkeuring of aan een be schikking, waarbij een gevraagde goed keuring geheel of ten deele' wordt gewei gerd. kunnen voorwaarden en verplichtin gen wórden verbonden. Artikel 14. 1) Op de procedure krachtens deze ver ordening kan een recht worden geheven. 2) De behandeling van een verzoek kan van de geheele of gedeeltelijke vooruitbe taling van het recht afhankelijk worden gemaakt. Voorts bevat de verordening strafbepa lingen. VERZEKERING. Wie zijn leven wil verzekeren zoo lees ik ergens in een tijdschrift, moet aan zekere voorwaarden voldoen. Hij moet behoorlijk gezond zijn, want aan een verzekerde, die spoedig na zijn handteekening te hebben gezet zich aan zijn contractueele verplichtin gen onttrekt door stiekum het tijde lijke met het eeuwige te verwisselen, heeft de maatschappij niets. Dat is de bedoeling niet van een verzekering. In het vragenformulier van een Ame- rikaansche verzekeringsmaatschappij staat nu echter ook een rubriek: Lief hebberij. Dit punt wordt als volgt toe gelicht. Indien de candidaat een of an dere hobby heeft, hetzij voor postze gels, hetzij voor handteekeningen of voor gramofoonplaten, krijgt hij kor ting op de premie. Maar krijgt hij dat ook als hij een hobby heeft voor bank overvallen, voor het schieten met een mitrailleur in een volle straat of voor kidnapping? Ik vraag mij trouwens af, wat voor zin verzekeren feitelijk nog wel heeft. Natuurlijk, een bom kan ons wegruk ken uit dit broze leven, maar als hij vanwege de saamhoorigheid den doode laat vergezellen door diens erf genamen, is het toch nog weer de ver zekeringsmaatschappij, die het laatst en het best lacht. Dat hebben deze maatschappijen trouwens altijd ge daan, de mooiste en grootste geldpa leizen in alle groote steden der wereld zijn immers die van de verzekerings maatschappijen. En wat is er nog wel zeker voor een verzekerde in deze rare wereld? Niet eens z'n ongedistribueerde pie pertjes. Rijksradio-Omroep Regeling voor de opgeheven omroep-organisaties Blijkens de heden verschenen tweede verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, houdende maatregelen op het gebied van den Nederlandschen radio-omroep, geschie den de samenstelling en de uitvoering van het programma van dezen omroep en van de radiodistributie uitsluitend van rijks wege. Te dien einde wordt een staatsbedrijf in het leven geroepen, dat den naam van „Rijksradio-omroep" draagt, rechtspersoon lijkheid bezit en welks zetel te Amsterdam is gevestigd. De secretaris-generaal van het departe ment van volksvoorlichting en kunsten heeft het toezicht over den Rijksradio-om roep. Artikel 2 bepaalt, dat de bestaande radio-omroeporganisaties worden ont bonden en dat het aan deze toebehoo- rende vermogen in eigendom overgaat van den Rijksradio-omroep, welke ook a'le civielrechtelijke rechten en ver plichtingen van de radio-omroeporgani saties overreemt. Aan de bij de radio-omroeporganisaties aangestelde leden van het bedrijfs- en ad ministratief personeel, zoomede aan de daarbij aangestelde artisten, allen voor zoover zy daarbij op 1 Januari 1941 in dienst waren en bij de samenstelling en de uitvoering der programma's hun eigenlijke dagtaak vervullen, zal worden aangeboden in dienst van den Rijksradio-omroep te tre den, voor zoover zij daarbij passende werk zaamheden kunnen vinden. De directeur-generaal van den Rijksra dio-omroep stelt, zoo mogelijk in overeen stemming met de belanghebbenden, de schadevergoeding vast, welke aan de vroe gere eigenaars en aan de personen, die niet in dienst van den Rijksradio-omroep over gaan, worden toegekend. RIJKSCOMMISSARIS SCHENKT 500.000 Voor Winterhulp te Amsterdam. Naar de Deutsche Ztg. i. d. N. meldt, heeft de Rijkscommissaris een bedrag van 500.000 ter beschikking gesteld voor het werk van de Winterhulp in Amsterdam. In een begeleidenden brief aan den ge machtigde, senator Böhmcker, zegt de Rijkscommissaris daarbij uit tegaan van het feit, dat het deel der Amsterdamsche bevolking, hetwelk de gelegenheid en de verplichting had bij een dergelijke hulp actie zyn sociaal verantwoordelijksheids- gevoel te toonen, in belangrijke mate is te kort geschoten. Verzocht wordt voorts bij de verdeeling van het bedrag er toe bij te dragen, dat met de laatste gebeurtenissen in Amsterdam op passende wijze rekening wordt gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1