ZATERDAG 22 FEBRUARI 1941 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 3 DE WATERLEIDINGTARIEVEN. Door den Leidschen Verhuurdersbond is aan de Leidsche Duinwater Maatschappij het volgende schrijven verzonden. Zooals u bekend zal zijn, werden in den laatsten tijd de lasten op het huizenbezit belangrijk verhoogd, door het heffen van nieuwe verhoogde belastingen en door de steeds stijgende belastingen en door de houd van de woningen. •Hiertegenover staat, dat de huishuren niet verhoogd mogen worden en al zou dit mogen, dan zouden in vele gevallen de huurders geen hoogere huurprijzen kunnen opbrengen. Om uit de exploitatie van het onroerend goed nog een kleine winst te halen of het nadeelig saldo zooveel mogelijk te beper ken, moeten bezuinigingen worden getrof fen en uitgaven, welke te hoog blijken te zijn, worden nagelaten. Onder de posten, die op de huizenexploi tatie zwaar drukken, sorteeren de uitgaven voor watervoorziening, voor zoover deze voor rekening van den verhuurder zijn. Hier is de druk dikwijls ongelijk, om dat wanneer het minimum aantal M.3 wa ter per aansluiting wordt overschreden bij betaling voor het meerder gebruik wofdt verlangd, terwijl bij minder gebruik, het overschot met het te veel gebruik in an dere, aan denzelfden eigenaar behoorende woningen, niet mag worden verrekend. In de practijk is thans overduidelijk ge bleken, dat de vaststelling van een mini mumtarief volgens het aantal vertrekken, eveneens ongelijk drukt, omdat b.v. be woning van een perceel met 4 of meer dere kamers door één persoon of klein ge zin, een geringer watergebruik behoeft dan het minimum-tarief aangeeft en omdat de ze bewoners geen water noodig hebben voor het bereiden van spijzen en dden van de wasch, omdat dit in deze gezinnen veel al buiten de deur geschiedt. Hierdoor vol staan deze bewoners bij normaal waterge bruik met ongeveer de helft van het tarief- minimum en komt voor hen de waterprijs, berekend volgens de afname op 50 of 60 cent per M.3. Hetgeen onredelijk hoog is. Wij achten thans het oogenblik gekomen u dringend te verzoeken, deze onbillijkhe den weg te nemen, door bepalingen in het leven te roepen, waardoor het mogelijk wordt: a. dat het minimum per jaar af te ne men M.3 water wordt verlaagd tot hoog stens 40 M.3 per woning en/of dat dit mi nimum in bijzondere gevallen lager kan worden gesteld dan het tarief aangeeft. b. dat aan een huizenexploitant geen bijbetaling voor waterlevering in rekening zal worden gebracht, wanneer door hem in zijn woningen gezamenlijk, minder water werd afgenomen dan waarvoor hij in to taal voor waterlevering heeft gecontrac teerd. EXPOSITIES KEES VERWEY IN „DE LAKENHAL". De laatste tentoonstelling, die de „Leid sche Kunstvereeniging" in dit seizoen heeft aangelegd, betreft schilderijen van Kees Verwey uit Haarlem. Bij de opening.van deze tentoonstelling waren weer talrijke schilderij en-vrienden aanwezig, die mr. Slagter, de voorzitter der vereeniging, welkom heette, evenals den schilder zelf. Het is de eerste tentoonstelling in dit sei zoen van een nog levend, Nederlandsch schilder, zei mr. Slagter en zij geeft bij alle onvolledigheid een goed beeld van het werk van Verwey. Er blijkt een groote veelzijdigheid uit. Men vindt hier land schappen, stillevens en portretten en men krijgt den indruk, alsof Verwey nog zoekt naar een vaste richting. Zijn stillevens ver- toonen eigenschappen als kleur, vorm, ge voel voor de dingen en een groote ontvan kelijkheid, die ook blijkt uit zijn Amster- damsch stadsgezicht. Spreker besloot met het uitspreken van den wensch, dat het Verwey gegeven moge zijn zijn werk tot groote hoogte óp te- voe ren. De schilder spreekt. Ik wil aan de vriendelijke woorden van den voorzitter gaarne iets toevoegen, zoo nam Kees Verwey het woord, omdat er be hoefte is aan bezinning in dezen tijd. Breitner en Verster zullen in hun tijd geen behoefte aan een verklaring bij hun werk hebben gehad, maar dat is thans an ders. Men zoekt naar een beteeken is voor kunst en stijl. Hier in „De Lakenhal", voelt spreker de nabijheid van Floris Verster, voor wien spreker een groote bewondering heeft en aarzelend treedt hij daarom op deze plaats nader tot dien meester. Door Verster en Breitner is hij tot zijn werk gekomen. Men noemt hun werk impressionistisch en in die stijl is ook mijn werk gemaakt, zei Verwey. Heeft die stijl nu nog beteekenis? Men ont kent het, maar naar sprekers meening heeft zij nog niet afgedaan. Het impressionisme heeft zijn groote tijd achter den rug, maar het is toch de laatste groote stijl, die wij kennen. Zij is de groote waarschuwing te gen het moderne, zij is de meest actieve, rechtstretksche overbrugging van het le ven van den modernen mensch. Wij moe ten niet nalaten het na 1880 en 1900 in een nieuw kleed te steken, zoodat het aanvul lend zal werken bij het streven van heden. Al lijkt het moeilijk, zoo hoopte spreker tot die gedachte een bijdrage te mogen le veren. De tentoonstelling. De tentoonstelling omvat ruim veertig kleine en groote doeken. Men leert daaruit ongetwijfeld den geheelen Verwey kennen: een driftig werker, een man, die met zachte kleuren harde dingen kan doen spreken, een epigoon der impressionisten, die hun hoogste vlucht ongeveer een halve eeuw geleden konden maken, een zoeker inderdaad, die echter meer impressionist, dan modernist is. Verwey's talent schijnt somtijds niet meester te zijn van zijn werkdriften. En wie vooral zijn twee groo te stillevens, dat met hoed en dat met buste bekijkt, vraagt zich onwillekeurig af, of de weinig speelsche en fantasielooze kleur- en vormschikkingen van denzelfden man zijn, die in een andere hoek van de tentoonstellingszalen een bedelaarskop presenteert, die leven heeft en als de meis jes- en vrouwenkoppen van een onmisken bare gevoels-sfeer zijn. Als Verwey zegt bewonderaar te zijn van Breitner en Verster dan is hij dat stel lig meer in de navolging van den eerste dan van de tweede. Het bezonkene, men zou mogen zeggen, het aristocratisch fijne, het diepdoorleefde en precieus verwerkte schilderij van Verster, mist men bij Ver wey, al zijn er hier en daar wat veraf ge legen kenmerken, die overeenstemmen. Zou een vreemdeling deze zaal binnentre den en geplaatst worden tegenover het schilderij „Binnen-Amstel bij dooiweer", dan zou voor den geest direct opdoemen de bruinzwarte schemer van Breitner's „Lauriergracht" of „Brouwersgracht". Zoo veel overeenstemming in vorm en opzet, niet het markante verschil, dat Breitner's vlammend bruin en gloeiend zwart heeft plaats gemaakt voor het vale blauw en nevelig grijzen in Verwey's Amstelgezicht: minder visioenair, minder impressionis tisch, en dusminder groot! Soms lijkt deze onrustige Verwey, in zichzelf zoekende, gevonden te hebben. Dan worden zijn portretten gave werkjes van een man, die in stilte huilen kan om de schoonheid, die niet gevonden, om de liefde, die niet geschonken werd. En een enkele keer, in een bloemenstilleven, legt hij in olieverf van geel en rood de vreug de neer, die ieder mensch na sombere oogenblikken toch weer weet te winnen. Een tentoonstelling, zoo moet de conclu sie luiden, die ons meer over den man, dan over den schilder vertelt: geen vaste lijn, geen program, het mocht dan zijn het pro gram van een dwalende. Bioscopen Trianon. Het oude thema van intrige en bedrog in hofkringen is verwerkt in de Veit Harlan- film, welke deze week onder den naam Jud Süss in het Trianontheater gegeven wordt. Het verhaal van deze film verplaatst ons naar de jaren 17331738 en speelt zich af in het oude vorstendom Wurtemberg, waar de pronkachtige Karl Alexander hertog is geworden. Hij is evenwel een arme hertog, die maar matig aan zijn pronkzuchtige en heerschzuchtige verlangens kan voldoen. Een verzoek tot den Landdag om gelden voor een ballet en om gelden voor een lijfgarde worden hem botweg geweigerd, want: de vroegere hertogen konden zonder beide ook leven! Bovendien bezit de hertog geen cent om sieraden voor de hertogin te koopen. Evenwel, zijn raadsman weet er wel raad op; anders zou hij geen goede raadsman zijn. Hij zoekt den Jood Süss op, die een kostbaren voorraad grootere en kleinere sieraden bezit. Deze wil maar al te graag den hertog voorzien, want hij wil er goede munt uitslaan. Den Joden n.l. is het verboden Stuttgart te betreden. Op een vrijbrief van 's hertogen raadsman komt hij de afzetting der stad door. Hij toont zijn kostbaarheden aan den hertog en spoe dig heeft hij dezen zwakkeling in zijn macht. Als hij hierbij tevens hoort, dat de Landdag den hertog geen ballet en geen lijfwacht wilde veroorloven, schenkt hij hem het geld ervoor, maar de hertog raakt door zijn eer- en pronkzucht steeds dieper in de klem en zijn geldschieter krijgt macht en aanzien. Hij wordt minister van finan- cin, wordt slechts nog geremd door den Landdag en adviseert den hertog dezen te ontbinden. Zulks geschiedt ondanks heftige protesten. Het land komt in oproer, de openbare meening komt in verzet tegen den hertog en zijn slechte raadgevers. De op stand wordt dan formeel revolutie en als men den hertog voor een voldongen feit plaatst, is dit hem te machtig en hij sterft ter plaatse door de groote opwinding, wel ke de tegenstand bij hem verwekte. Dan is het gedaan met de macht van den Jood Süss, hij wordt veroordeeld tot den dood door den strop en den Joden wordt de toe gang tot de stad weer verboden. De rust in het land keert hiermee terug. In dit verhaal treden voorts tal van goe de spelers op den voorgrond, als Heinrich George, Ferdinand Mariam, Kristina Sö- derbaum, Eugène Kloppfer, Werner Krauss en tal van anderen. Een programma, dat alleen voor volwas senen toelaatbaar is. Lido. DE HEMEL OP AARDE Zoover is 't nog niet, en zoover zal het ook nooit komen. En zelfs in deze prettige en genoegelijke film is 't lang niet alles „hemel op aarde". De titel is ontleend aan een operette, die Hermann Thimig aan het schrijven is, welke operette de hemel op aarde zingend, dansend en musiceerend uitbeelden zal. Die tooneelvoorstelling is bijzaak. De bezoekers krijgen er eenige melodietjes uit te hooren, en daar blijft het bij. Meer belangstelling trekt wat zich op den achtergrond afspeelt en in deze film op den voorgrond komt. De schoonvader van den componist, Hans Moser, heeft zijn schoonzoon, Hermann Thimig, geld ver strekt om een landgoed te koopen, maar deze heeft dit aardige zakduitje verspeeld aan zijn operette. Schoonpapa belt op, en deelt mede, dat hij het landgoed komt be zichtigen het landgoed, dat er niet is. Het muziekminnende echtpaar zit met de hemden in 't haar: hoe aan een landgoed te komen? Gelukkig hebben zij onder hun vrienden zoo'n rijkaard, Heinz Rühmann, die er geen bezwaar tegen heeft, dat schoonpa op zijn landgoed komt logeeren; en gedurende dien tijd zal hij schuil gaan als rentmeester. Hans Moser komt op zijn landgoed, dat niet het zijne is, en vat een hevige wrok op tegen den rentmeester, die zich gedraagt alsof hij heer in huis is, wat hij ook werkelijk was. Och, alles zou nog van een leiendakje zijn gegaan, als Heinz Rühmann niet een tante had gehad, die onverwacht ook het landgoed kwam be zoeken, en deze tante was niemand meer of minder dan Adèle Sandrock. Toen waren wat je noemt „de raapjes gaar", en er ontstaat een spinneweb van elkaar kruisende misverstanden, die het publiek, dat toekijkt, buitengewoon amuseeren. Het is een onschuldig lachedingetje, en zeer geschikt voor een Vastenavond-pretje. Als variété-nummer een van de groote trekpleisters van „Lido" 'n jonge dame met haar beenen in de lucht, en met die beenen, zoo lenig als elastiek, haalt zij velerlei kunstjes uit. En daarna twee zeer gespierde mannen, die prachtige en kracn- tige gymnastiek ten beste geven. Grieksche beelden in de ongelooflijkste standen en be wegingen. Een nummer, dat insloeg. Daverend applaus. Rex DE KEIZER VAN CALIFORNIë. Louis Trenker, die het scenario schreef en ook de regie voerde over de füm „De keizer van Californië", heeft hiervan een machtig filmepos gemaakt, dat bewonde ring verdient, omdat het werkelijk een kunstwerk geworden is. Louis Trenker zien we hier als voortrekker in de woes tijn van Californië in een lang niet ge makkelijke rol, doch hij heeft hier een schitterende creatie van gemaakt. Sutter, een Zwitser, heeft biljetten gedrukt en la ten verspreiden, waarin hij het volk opzet om zich van den verdrukker te bevrij den Hij zal gearresteerd worden wegens opruiing, doch weet te ontvluchten. Hij besluit het land te verlaten en vertrekt naar Californië, waar hij als een arm en berooid man aankomt. Binnen een half jaar heeft hij echter een fortuin bijeen ge gaard, doch hij wil zijn werkkracht beter benutten. Hij ontvlucht met een tweetal vrienden dieper het land in op zoek naar een onontgonnen gebied, doch tijdens de zen tocht, die een jaar duurde, hebben zij vele moeilijkheden te overwinnen. Van den gouverneur krijgen zij een groot ge bied toegewezen om te bewerken en na en kele jaren hebben zij van het dorre terrein een vruchtbare streek gemaakt. Alles schijnt goed te gaan, totdat zijn medewer ker Marshall goud vindt, wat de oorzaak wordt, dat er een „goldrush" naar zijn terrein ontstaat. Zijn werklieden weige ren verder te arbeiden en worden door de goudkoorts aangegrepen. Het vruchtbare terrein wordt verwaarloosd en Sutters dreigt ten onder te gaan. Hij zoekt echter zijn recht, wat hij ook verkrijgt en wordt tevens to generaal benoemd van het Ame- rikaansche leger. Het volk is woedend, dat zij van het terrein verjaagd zullen worden en steken zijn bezittingen in brand. Sutters ziet men tenslotte als een oud man terug geheel verarmd nog pogingen aanwendend om zijn verloren gegane be zittingen terug te krijgen. Dit is in het kort de inhoud van dit machtige filmwerk. Een film in het voorprogramma noopt ons het geheel uitsluitend toelaatbaar te verklaren voor volwassenen. Casino ALLES VOOR DE FIRMA. Nederlandsche films hebben, evenals films van andere landen, een apart cachet en een aparte sfeer. Die sfeer wordt bij ons voornamelijk bepaald door de spelers, die op den voorgrond treden en ons allen bekend zijn van het tooneel. Onze film industrie heeft zich nog niet zóó uitge breid en ontwikkeld, dat wij ons de luxe van speciale filmsterren kunnen veroor loven. De Hollandsche film. welke deze week in Casino gaat en getiteld is „Alles voor de firma", wordt beheeischt door Johan Kaart in de rol van Jacob Schat. U weet, wie Jacob Schat is? De film is een reprise en gemaakt naar het gegeven van het bekende tooneelstuk „De vier Mullers". Deze vier Mullers zijn: de oude Philip Muller, die zich 20 jaar geleden uit de zaak moest terugtrekken wegens on- eenigheid met zijn zoon Max Muller. Deze is de tweede Muller en getrouwd met de derde Muller, mevrouw Muller, eveneens deelgenoote in de zaak. Hiin zoon is Otto Muller, die zich bij het begin van het ver haal brouilleert met zijn vader. De ge schiedenis herhaalt zich van vóór 20 jaar, met dit verschil, dat toen de oude Leer het veld moest ruimen en thans de jongste Muller uit de firma treedt. De jonge Otto zoekt hulp bij den ouden heer Philip, met het gevolg, dat grootvader en zoon den vader er onder weten te krijgen, maar op zoo'n manier, dat de vier Mullers weer in harmonie en eensgezindheid de firma er boven op halen. Maar wie is nu Jacob Schat? Dat is de bloedeigen neef van de aangetrouwde schoonzuster vanik weet het niet meer. In ieder geval een verre en arme bloedverwant, die gebruikt wordt om nieuwtjes uit te visschen en te vertellen van en aan de heeren Muller en daarvoor beloond wordt met de afdankertjes van den ouden heer. Johan Kaart typeert de zen klaplooper op de hem eigen grapoige manier. Hy zit overal. Zijn wij bij den ouden heer, dan zien wij Jacob Schat bin nenvallen; zijn wij bij meneer Max, dan komt Jacob Schat om een hoek kijken; zijn wij bij den jongen heer Otto, dan vin den wij Jacob Schat daar ook al. Overal weet hij wat te snorren en op te duikelen. Aan hem is het op de eerste plaats te danken, dat deze film een lach-schlager is geworden. Overigens heeft de film ook op zichzelf zijn goede kwaliteiten. Bijzonder goed gevonden zijn de overgangen der scènes, waarbij menig komisch effect wordt bereikt. Voor de pauze ondergaat men een reeks sensaties, door het vastleggen op de cel- luloid-strook van diverse adem-benemen de sportprestaties, terwijl wij bovendien verrast worden door een aardige gekleur de teekenfilm. Met het journaal vormt dit alles een zeer onderhoudend en overwegend ko misch programma. Reeds geplaatst in een gedeelte onzer vorige oplage. LEIDEN R.K. HANDELSREIZIGERSVEREEN. „ST. CHRISTOFFEL". Ter gelegenheid van het 25-jarig be staan der afdeeling, dat op 29 Januari werd herdacht, zal Zondag om 9 uur in de St. Leonarduskerk aan den Haagweg een H. Mis tot intentie van de vereeniging wor den opgedragen. Daarna zullen de leden zich aan een gemeenschappelijk ontbijt vereenigen in de bovenzaal van „De Har monie", Breestraat, alhier. Wegens de tijdsomstandigheden, zal het zilveren feest slechts op deze sobere wijze worden her dacht. SLACHTOFFER VAN DE DUISTERNIS Gisteravond te half elf is de 55-jarige A. H., wonend aan de Volmolengracht, in de duisternis aan de Oude Vest te water ge raakt. Door verschillende voorbijgangers werd onmiddellijk hulp verleend en men slaagde erin den drenkeling met behulp van een roeiboot en een reddingshaak weer op het droge te brengen. Nadat hij bij om wonenden van droge kleeren was voorzien, kon hij naar huis gaan. De E.H.D. kon geen letsel bij den man constateeren. GEEN WIT LICHT! Gedurende de laatste dagen is wederom tegen verschillende personen proces-ver baal opgemaakt, wijl zij gebruik maakten van lantaarns, welke wit licht uitstraal den. BINNENLAND. ONDERZOEK OP TRICHINEN. In den naasten tijd en in elk geval vóór 1 Mei wordt in een aantal Nederlandsche steden het onderzoek op trichinen inge voerd, dat wil zeggen: dat in de bedoelde steden voortaan alle geslachte varkens niet slechts op de vleeschkwalijeit, maar op het voorkomen van trichinen gekeurd worden. Hierdoor zullen ook in dit op zicht eventueele schade voor de mensche- lijke gezondheid worden voorkomen. Om de inrichtingen hiervoor te bestu- deeren en de bedrijfstechnische inschake ling van dezen dienst te leeren kennen, zal een aantal Nederlandsche directeuren van abattoirs in gezelschap van de directie van den Staatsveeartsenijkundige dienst een onderzoekingsreis naar Duitschland maken en verschillende abattoirs alsmede andere ter zake van belang zijnde inrich tingen bezoeken. ONRECHTMATIG VERBRUIK VAN MOTOBRANDSTOF. De laatste weken zijn alleen op het Mer- wedekanaal turschen Weesp en Utrecht tientallen schippers, die niet in het bezit waren van een vergunning, geverbali seerd. Gistermiddag surveilleerde wederom een rijkspolitievaartuig op het Merwedeka- naal. Niet minder dan acht schippers wer den verbaliseerd wegens bet onrechtma tig gebruik van motorbrandstof. De politie stelde aan boord van een der schippers een onderzoek in. Het resultaat hiervan was, dat men zevenhonderd liter motorbrand stof aantrof. De schipper had aap de be vrachtingscommissie opgegeven, over geen voorraden te beschikken. Deze man kreeg een tweede proces-verbaal. BUITENLAND. HET DUITSCHE WEER.MACHTS- BERICHT. BERLTJN, 21 Febr. (D. N. B.). Het op perbevel der Duitsche weermacht deelt mede: Bij aanvallen op vijandelijke convooien in het zeegebied rond Engeland heeft de luchtmacht drie koopvaardijschepen van 11.500 b.r.t. in totaal vernield en vier groo te schepen zwaar beschadigd. De vijand heeft in een luchtgevecht bij Dover twee jachtvliegtuigen van het type Spitfire ver loren. In den nacht van 20 op 21 Februari zijn geslaagde luchtaanvallen ondernomen op havens en pakhuizen in het gebied van de Theems en aap het Bristol-kanaal. Een ha ven aan de Westkust werd met mijnen af gesloten. In het Middellandsche Zee-gebied heb ben Duitsche gevechtsvliegtuigen Britsche troepenconcentraties bij El Breda en een haven in Libye met goed gevolg aangeval len. De vijand heeft in den afgeloopen nacht op een plaats in het bezette gebied bommen geworpen zonder schade aan te richten. Agenda LEIDEN. De Zondagsdienst der huisartsen te Lei den wordt waargenomen door de dokters: v. Bockel, Flim, Kortmann, Lahr. Nieuw- zwaag en Teeuwen. De Zondagsdienst der huisartsen te Oegstgeest wordt waargenomen door dr. Hugenholtz, Tel. 390. De avond-, nacht- en Zondagsdienst dei- apotheken te Leiden wordt van Zaterdag 22 Februari 20 uur tot Zaterdag 1 Maart 8 uur, waargenomen door: de Apotheek van Driesum, Mare 110, Tel. 20406, de Zui- der Apotheek, Lammenscliansweg 4 Tel. 23553. Te Oegstgeest door de Oegstgeestsche Apotheek, Wilhelminapark 8, TeL 26274. HET ITALIAANSCHE WEERMACHTS- BERICHT. ERGENS IN ITALIë, 21 Febr. (Stefani). Het 259ste communiqué van het Italiaan- sche hoofdkwartier luidt: „Aan het Grieksche front geen enkele gebeurtenis van veel beteekenis. Onze af- deelingen bommenwerpers hebben troe pen, convoöien en verdedigingswerken van den vijand op krachtige wijze met zware en lichte bommen bestookt. Onze jagers hebben opnieuw hun stoutmoedigheid be wezen door in een gevecht met sterkere afdeelingen Gloster- en P.Z.L.-toestellen 12 vijandelijke vliegtuigen neer te schieten. Een onzer vliegtuigen is neergeschoten, twee andere keerden terug met dooden en gewonden aan boord. In Noord-Afrika de gewone verkennings- bedrijvigheid van onze snelle colonnes. In de zóne van Koefra hebben onze vliegtui gen lichte bommen op vijandelijke installa ties geworpen en daarna branden waarge nomen. In den afgeloopen nacht hebben Duitsche vliegtuigen de basis Benghazi en vijandelijke vliegvelden en artilleriestel lingen aangevallen. In de Aegeïsche Zee hebben onze vliegtuigen militaire objecten in een Grieksche basis gebombardeerd. Aan den benedenloop van de Joeba in Oost-Afrika duurt de strijd aan weerszijden van de rivier voort. Van de andere sec toren is niets van belang te melden. De vijand heeft eenige luchtaanvallen gedaan op plaatsen in Erythrea, Joebaland en de streek van Djavello. Er zijn slachtoffers gevallen, terwijl er eenige schade is aange richt. Twee vijandelijke vliegtuigen zijn door de luchtverdediging neergeschoten. In den vroegen ochtend van den 21sten hebben vijandelijke vliegtuigen eenige bommen op Catania geworpen. Zes per sonen werden gewond. Er is eenige onbe langrijke schade aangericht." Laatste Berichten RADIOREDE PROF. DR. VAN DAM. Zondag 23 Februari van 18.0018.15 uur zal Prof. Dr. J. van Dam, Secretaris-Gene raal van het Departement van Onderwijs. Wetenschappen en Cultuurbescherming een radiorede houden over „eenige actueele onderwijsvraagstukken". De uitzending geschied over de zender Hilversum en alle aangesloten distributie netten. MARKTBERICHTEN LEIDEN, 21 Febr. Groenten veiling. Roode kool 7.28, Savoye kool 5.82, Groene kool 3.20—5.82, Prei 6.90—16.90, Kroten, gekookt 3.0011.00, Uien 2.206.16, Peen 3.7017.70, Spruiten 9.0019.00, Nero 7.3019.04, Spruiten geschoond 22.00—33.00, Witloof 19.00—29.00, per 100kg.; Salade 4.108.30, Knolselderie 11.1019.90, per 100 stuks; Pieterselie 12.30, Selderie 4.80—11.00, Rabarber 11.0012.00, Raapstelen 8.00, per 100 bos. LEIDEN, 22 Febr. Boter. Geen aan voer. UTRECHT, 22 Febr. Vee. Totaal aan gevoerd 1715 stuks vee, o.a. 520 runderen, vaarzen ƒ300430, melkkoeien 330530, kalfkoeien f 350550, varekoeien 240 380. Handel kalm, onveranderde prijzen. 100 Magere kalveren 140220. Handel matig, zelfde prijzen. 625 Nuchtere kalve ren, 230 schrammen 1933, 180 biggen 1219. Handel flauw, gelijke prijzen. Kleinhandel: boter 100 kg. 2.40, kaas 250 kg. 1.201.40 per kg. 8000 eieren: 1.07 per kg. VINKEVEEN, 20 Febr. Coöp. Groenten- en Fruitveiling. Witlof le soort 23.00— 26.00, Idem 2e soort 13.0020.00, Idem stek 7.0010.00, Andijvie 11.90, per 100 kg. Aanvoer Witlof 6000 kg. OFFICIEELE VALUTAKOERSEN DER NEDERLANDSCHE BANK. 21 FEBRUARI. Valuta's (schriftelijke en Tel. transac ties): New-York 1.88 3/16—1.88 9/16 Berlijn 75.28—75.43 Brussel 30.11—30.17 Helsinki 3.81—3.82 Stockholm 44.81—44.90 Zuerich 43.63—43.71 Bankpapier: Berlijn 75.19—75.34 Neij-York 1.86 1/2—1.90 1/4 Brussel 30.0830.20 Stockholm 44.76-^14.94 Zuerich 43.59—43.75

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 3