£eeflepscaaL Meenette ave* (iet S)*iemag,endHedeapact Tegen Roosevelts verwijten Toestand in Roemenië Nationale raad in Frankrijk Wapenstilstand in Indo-China ZATERDAG 25 JANUARI 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BEAD - PAG. 5 OPENBARE BIECHT Kleine jongens in lange rokken. Psalmen komen weer in de mode Het graf van den onbe kenden soldaat Het gesprek was blijven steken bij de samenspraak, die priester en misdienaars houden aan het begin van de Mis. „Het is een grappig gezicht" zei de heer Nix „die lilliput-patertjes te zien bidden en buigen, maar snappen die knul letjes wat zij in 't Latijn bidden?" „Neen" gaf Pastoor grif toe „geen joot. Zelfs als de gebeden in het Neder- landsch waren, zouden ze er geen hoogte van krijgen, want de Psalmen zijn niet ge schreven als leeslesjes voor de kinderka mer." „Zou men dan niet liever groote jon gens, of volwassenen als misdienaars aan stellen?" mengde Stupido zioh in het gesprek. „Dat zou zeker aanbeveling verdienen" beaamde de herder, „in sommige ker ken gebeurt het ook reeds, met name in de Hoogmissen. Het is maar een gewoonte, om dreumessen misdienaar te maken. „Consuetudo consuetudine vincitur", de eene gewoonte wordt door de andere overwonnen. Wanneer eenmaal de gewoon te dat groote mannen als misdienaar op treden de overhand heeft verkregen, zal niemand de tegenwoordige gang van za ken terug-wenschen. Het mis-dienen is een prachtig ambt, dat een leek in het nauwste contact brengt met het altaar". „Ik heb het op mijn hoogen leeftijd ook eens gedaan" vertelde Stupido maar nogal wat bokjes om zeep gebracht." „Op de bokkenjacht ben je een echte Nimrod", stookte de Pastoor. Stupido wilde, als natuurlijk gevolg op dat stoken, juist gaan overkoken, toen de heer Nix, de altijd kalme en bedaarde, het dekseltje van de ketel schuin-zette met een nieuwe vraag: „Psalmen zijn geen kinderlectuur, werd opgemerkt. Ik meende, dat alleen de Pro testanten psalmen zongen." „Ik heb ook nog nooit een Katholiek psalmen hooren galmen" deed Stupido zich hooren. „O, nee?" vroeg de Pastoor vinnig. „De liturgie van de Kerk is een echte psalmen- eeredienst. De priesters lezen ieder week in hun brevier alle honderd-en-vijf tig psal men „Ook geen kleinigheid" dat was weer Stupido. en de Mis, die op 't oogenblik ons onderwerp van gesprek uitmaakt, vangt met drie psalmen aan: bij de zegening ps. 51 „Ontferm u mijner"; aan de voet van het altaar, ps. 43 „God, schaf me recht" en vervolgens een stuk psalm, dat iederen dag wisselt." „Toch blijkt uit de opmerking van den heer Stupido" bracht de heer Nix in 't midden „dat het psalmen-zingen bij de Katholieken geen gemeengoed is." „Uw gevolgtrekking, ofschoon wat voor- barig-generaliseerend, is juist. Vóór de Hervorming werd het boek der psalmen door de Katholieken druk gelezen. Er is weer een wending ten goede te bespeuren. Dit onderwerp kunnen we echter beter op een anderen tijd doorpraten. Evenals de boetepsalm 51 voor de kerkzegening. werd psalm 43 als inleiding tot de Mis uitgeko zen, omdat de aan alle Katholieken be kende zinsnede erin voor komt: „Introibo ad altare Dei Ik zal ingaan^tot het altaar Gods". „Ja", zei Stupido, in zijn missaal na wijzend, „het staat er zoo waar drie keer' „O Stupido, o Stupido!" zuchtte de herder „Als jij niet gezakt' bent op de groote leering! Vorigen keer heb ik je al verteld, dat de Kerk bij iedere psalm het vers, dat haar op een bepaald oogenblik het best van pas komt, eruit pikt, en het voor en na de psalm herhaalt. Dit heet een antifoon. Het vers: „Introibo ad altare Dei" komt dus driemaal voor, omdat de Kerk juist dat zinnetje hier als de pries ter aan de voet van het altaar staat bi zonder op zijn plaats acht." „Gesnapt" zei Stupido, geenszins on der den indruk van het priesterlijk ver maan. „Waarom boog de priester zich een tijdje voorover en draaide hij links en rechts" wilde de heer Nix, die zijn oogen niet in zijn zak had gehad, weten. „Dat is de Confiteor, de zondenbelijdenis. De priester buigt zich schuldbewust neer en bekent aan God en alle heiligen, en ook aan alle geloovigen (hier buigt hij zich naar de misdienaars, die afgezanten van het volk zijn), dat hij zwaar gezondigd heeft „door zijn schuld, door zijn schuld, door zijn zeer groote schuld", om vervolgens alle heiligen en alle kerkgangers te vragen voor hem te bidden. Desgelijks doen ook de mis dienaars." „Een indrukwekkend oogenblik" prees de heer Nix. „Een biecht in het openbaar" dacht Stupido hardop. „Juist! En niet alleen bestemd voor den priester". „Waarom staat St. Josepft niet onder de heiligen-namen? ontdekte Stupido, die naarstig in het missaal neusde. „Is die niet meer in tel?" „Je kunt beter zeggen: hij wès nog niet in tel. De vereering van St. Joseph is pas veel later gekomen. Nog in de middeleeu wen waren er maar weinig kinderen, die naar den pleegvader van Christus werden vernoemd". „Vreemd" vond Stupido. „In de eerste eeuwen werden, behalve de H. Maagd en St. Jan de Doopei, alleen martelaren vereerd. De Mis werd by voor- Keur opgedragen op het graf van een mar telaar." „Dan zou men tegenwoordig nog marte laren te kort komen" rekende Stupido uit. „En toch" verzekerde Pastoor, „wordt iedere Mis nog steeds opgedragen op het graf van een martelaar." De heeren waren verbaasd, keken ten minste alsof. „Let maar goed op. Als de priester, na kwijtschelding van zonden door Gods barm hartigheid te hebben afgesmeekt, langzaam de treden naar het altaar opgaat, buigt hij zich diep voorover, kust het altaar, en b'dt: „Wij bidden U, Heer, door de verdien sten uwer heiligen, wier stoffelijk over schot hier rust, en van alle heiligen, dat U al myn zonden genadig moogt ver geven." Jn iedere altaartafel is een kleine holte, met een steen afgesloten, waarin stukjes van het gebeente van heiligen rusten. Een der relieken moet van een martelaar zijn. Zoo bly'ft een gebruik gehandhaafd uit de alleroudste tijden van het Christendom, dat de Mis wordt opgedragen op het graf van een bloedgetuige." De twee luisteraars waren er stil van, en Stupido nam zich vast voor, in het ver volg, als de priestei het altaar kust, in den geest met hem het graf van den „onbe kenden soldaat" te vereeren, die in den strijd voor Christus dapper had gestreden en daarbij gesneuveld was. Onbekend is deze soldaat wel niet, want een oorkonde is in het altaargraf toege voegd. waarin de namen staan vermeld van degenen, wier stoffelijk overschot daar is neergelegd. ARCANUS. ENGELAND HEEFT TEKORT AAN VLIEGERS De leider van de militaire vóóropleiding voor de Royal Air Force, Woolkonson, heeft, naar uit Londen vernomen wordt, gisteren in een rede onomwonden toege geven, dat het opleidingskorps voor vlie gers opgericht is in verband met het cata strofale gebrek aan geoefende vliegers. Naar voorts uit Londen wordt vernomen, heeft deze bekentenis in leidende kringen der R. A. F. groote onrust teweeg gebracht. Het gebrek aan piloten in Engeland is voortdurend grooter geworden. Het wordt des te ernstiger geacht, nu het na de on verwacht groote verliezen der R. A. F. in het Middellandsche zeegebied en na het optreden van de Duitsche luchtmacht in dit •gevechtsgebied, zeer merkbaar is geworden. GEEN AGRESSIEVE BEDOELINGEN Het tijdschrift „BerlinRomeTokio" dat nauwe relaties onderhoudt met de Wilhelmstrasse, publiceert van de hand van den bekenden publicist dr. Karl Megerle een opmerkelijk artikel over het driemogendhedenpact. De schrijver gaat eerst in (jp de voor geschiedenis van het pact en keert zich vervolgens op scherpe wijze tegen de ver wijten van president Roosevelt, die het pact bewust naar letter en geest heeft misvormd, toen hij de drie bondgenooten een expansieprogram, dat naar de wereld heerschappij streeft, toedichtte.- Geen der principes of artikelen van het driemogend hedenpact, zoo betoogt daarentegen Megerle, behelst een agressief element, geen streeft naar wereldheerschappij. De door het pact verbonden mogendheden willen, wat deze politiek der vreedzame begrenzing betreft, samenwerken met allen, die van goeden wil zijn. Allen zijn uitgenoodigd zich te vereenigen in het streven, dat den wereldvrede als einddoel heeft. De geografische afbakening is even eens duidelijk. Zij geldt eveneens voor het Europeesche als voor het Groot-Azia tische gebied. Leiden en ordenen, doch niet veroveren en tyranniseeren, een einde maken aan de tweedracht, geen vernieti ging der vrijheid en onafhankelijkheid, is het doel. Megerle wijst er voorts op, dat het Roosevelt spijt, dat de landen van het Driemogendhedenpact zich niet hebben laten provoceeren en geweigerd hebben hem ook iets van zijn verantwoordelijk heid af te nemen voor het feit, dat hij zonder eenige zakelijke reden zijn volk tegen drie groote mogendheden heeft op gezet. Duitschland en V. S. Tusschen Duitschland en de Vereenigde Staten bestaan geen geschilpunten noch wat betreft grondgebied, noch in strate gisch, economisch en politiek opzicht. Duitschland eerbiedigt de Amerikaansche levensbelangen, doch wenscht zelf even eens zoo behandeld te worden. Het heeft zich van elk vijandig gebaar jegens de Vereenigde Staten onthouden, maar een dergelijke houding niet van de Vereenigde Staten ondervonden. Integendeel, de at mosfeer tusschen twee bevriende volkeren is door de eene partij stelselmatig ver stoord. Indien het Duitsche gevaar werkelijk bestond, zou een groote mogendheid ais Amerika zich niet door Engeland laten verdedigen, dat economisch en militair reeds kreupel geslagen is. In het bijzonder, zoo vervolgt Megerle, is de geschiedenis der Japansch-Ameri- kaansche betrekkingen gekenmerkt door een onuitputtelijken goeden wil van de zijde van Japan en een onuitputtelijk aan tal uitdagingen en onvriendelijkheden van de andere zijde. Japansche staatslieden, het laatst nog de minister president Ko- noje en de minister van Buitenlandsche Zaken, Matsoeoka, hebben zoo onderstreept Megerle, steeds weer getoond tot overleg bereid te zijn. Thans is het bondgenoot schap niet alleen gerechtvaardigd door nieuwe bewijzen van de agressieve vijand schap van den Amerikaanschen president, maar ook door de onthulling der laatste oorlogsdoelen van het Angelsaksendom. De wereld dient nu pas goed aan een Angelsaksische ordening te worden onder worpen. Deze machtsaanspraak kent geen grenzen. Zij eischt van de beschaving de onderwerping aan de Angelsaksische levenswijze, van de volkeren de invoering der Angelsaksische democratie, van de rassen de erkenning van het Angelsaksi sche eerstgeboorterecht. De Angelsaksi sche strijdkrachten zullen de wereld „ordelyk" houden. De Angelsaksische wereldtrusts zullen over de sociale en eco nomische levensmogelijkheden der andere volkeren beschikken. Dat is overmoed. Maar de wereld is en wordt niet Angelsaksisch. Duitschland en zijn vrienden hebben zich over de werke lijke voornemens van Roosevelt nooit illu sies gemaakt, doch daar rekening mede ge houden. De drie bondgenooten hebben hun buitenlandsche politiek op het driemogend hedenpact gebouwd, ten einde op iedere eventualiteit voorbereid te zijn. De onder teekenaars van dit pact zijn voornemens om het, wanneer zij zich daartoe genoopt zien, tegenover eiken aanvaller in zijn ge- heele draagwijdte toe te passen. Antonescu vormt eigen legioen OPSPORING VAN HORIA SIMA VERZOCHT. Het ministerpresidium van Roemenië heeft gisteren over de radio de bevolking aangemaand de verblijfplaatsen» mede te deelen van degenen, die bij de incidenten der laatste dagen - betrokken zijn geweest. Tot hen wordt in deze oproep ook Horia Sima gerekend. Generaal Antonescu heeft een commu niqué uitgegeven, waarin hij de ambtena ren en arbeiders aanspoort, onmiddellijk het werk te hervatten, op straffe van ont slag. Aan de autoriteiten heeft hij het ver zoek gericht eventueele haarden van ver zet te signaleer en, omdat onmiddellijk kan worden ingergrepen. Personen, die uit een huis de gewa pende macht, op personeel van de open bare orde en burgers schieten, zullen ter plaatse gefusileerd worden. Voorts deelde de generaal mede, dat thans in Roemenië onder zijn persoonlijke leiding een werkelijk legioen zal worden gevormd. De directie der posterijen deelt mede, dat het telegraafverkeer hervat is. De divisie-generaal Leovanu is benoemd tot directeur-generaal van de staatsveilig- beidspolitie. Brigade-generaal Mitrea is benoemd tot prefect van politie te Boeka rest. Uit de berichten in de Bulgaarsche bla den blijkt, dat het in Roemenië rustig is. Alle bladen melden, dat generaal Ante- nescu de orde hersteld en het land zijn evenwicht hergeven heeft NIEUWE DUITSCHE GEZANT. Vanochtend is de nieuwe Duitsche ge zant te Boekarest, Freiherr von Killinger, in de Roemeensche hoofdstad aangekomen. Op het koninklijk station Baneasa waren ter verwelkoming o.m. verschenen de mi nister van Justitie, Antonescu, de secreta ris-generaal van het departement van Bui tenlandsche Zaken, Cretzeanu en de chef van het protocol, benevens vertegenwoor digers van het leger. Van Duitsche zijde waren o.m. verschenen dr. Fabricus, die tot dusver gezant was, met het geheele per soneel der legatie, de chef van de weer machtmissie en bevelhebber van de leger- missie, generaal Hansen en de bevelhebber van de luchtvaartmissie, lt.-generaal Spei- del. Van Italiaansche zijde waren gekomen de gezant, Chigi en de gezantschapsraad Formentini. Het blad „Universal" heeft medegedeeld, dat het voorloopig slechts in verkleind for maat' kan verschijnen, daar bij de gebeur tenissen der laatste dagen belangrijke on derdeden van de drukkerij vernield zijn. T« Moskou had op 10 Januari da onderteekening plaats van het verdrag betredende de Duitsch-Russischa grans van da Igorka tot da Oostzee. Volkscommissaris Molotow zat zijn handteekening (Foto Weltbild) NAUWER CONTACT TUSSCHEN STAATSHOOFD EN VOLK. Bij een gisteren in het Fransche staats blad verschenen verordening is, naar reeds verwacht werd, de z.g. Nationale Raad in gesteld, welke een consultatieve taak heeft en 188 leden telt. De zittingen van dezen raad zijn geheim. De verslagen wor den aan het staatshoofd voorgelegd, die er alleen over te beslissen heeft of ze gepu bliceerd kunnen worden. Onder de leden bevinden zich talryke leden van het vroegere parlement, perso nen uit geestelyke- en kunstkringen en voorts bekende zakenlieden en indus- trieelen. Lid zijn o.m. Bardoux, Georges Bonnet, Chichery, Doriot, Bergery, de oud minister van Oorlog Fabry, de sociaal-de mocraat Paul Faure, de oud-minister van Voorlichting Frossard, kardinaal Suhard. De la Rocque, de vroegere ambassadeur te Berlijn en Rome Francois Poncet en Jean Mistier. De Fransche regeering heeft een offi- cieelen commentaar verstrekt, waarin de oprichting van den nationalen raad uitvoe rig wordt besproken en zijn taak nauwkeu rig omlijnd. Maarschalk Pétain, aldus deze commentaar, heeft ongeveer een maand geleden den wensch der openbare meening tot uiting gebracht, een orgaan te stichten, op welks inzichten hij kon steunen en dat tusschen het hoofd van den staat en het Fransche volk eep nauwer contact moge lijk zou maken. Dit denkbeeld is thans door de stichting van een nationalen raad verwezenlijkt. Er wordt speciaal op gewezen, dat de nationale raad slechts een voorloopige in stelling kan zijn, die waarschijnlijk zal worden afgeschaft, zoodra Frankrijk een nieuwe grondwet heeft gekregen. De na tionale raad heeft noch wetgevende macht noch de bevoegdheid om een grondwet tot stand te brengen. De leden van den natio nalen raad hebben slechts een adviseeren- de stem. De Fransche ministerraad is gisteravond twee uur bijeen geweest. Naar verluidt, zijn alleen administratieve kwesties behan deld. De ambtsperiode van den waarnemend leider van den staats-radio-omroep, Jean Masson, die door den gewezen minister van Staat, Baudoin, was benoemd, moet vol gens een in het staatsblad van gisteren ge publiceerde mededeeling als geëindigd worden beschouwd. Zijn opvolger is nog niet benoemd. Gereed "OO' den strijd ter eee De torpedo- lanceerbuizen aan boord van een der Duitsche oorlogsbodems wordon geladen (Foto Weltbild) OOK THAILAND AANVAARDT DE BEMIDDELING VAN JAPAN. Volgens gelijkluidende berichten uit Ha noi en Bangkok zyn zoowel de Thailand- scheregeering als het gouvernement-gene raal van Fransch Indo-China bereid tot een vreedzame regeling van het conflict. Gouverneur-generaal Decoux, zoo wordt voorts verklaard, heeft zich reeds, na een nauwkeurige inspectie der situatie aan de grens en na bestudeering van den door Bangkok gestelden eisch tot afstand van gebieden, die vroeger tot Thailand behoor den, tot Vichy gewend, met het verzoek om instructies voor het geval over een compromis onderhandeld zou worden. Fransch Indo-China eischt echter, zoo wordt voorts gemeld, dat Thailand de door den Franschen gezant te Bangkok gedane tegenvoostellen in verzoenlijken geest bestudeert. VIJANDELIJKHEDEN GESTAAKT. Volgens een bericht uit Bangkok zijn de vijandelijkheden tusschen Fransch Indo- China en Thailand gestaakt. Er wordt een wapenstilstandsverdrag voorbereid. Officieel wordt medegedeeld, dat Japan reeds begin December den Franschen am bassadeur te Tokio zyn bemiddeling in het Thailandsch-Indochineesche conflict heeft aangeboden. Deze poging is echter mis lukt, waarna de toestand steeds ernstiger werd. Met het oog daarop heeft de Japansche minister van buitenlandsche zaken, Mat soeoka, op 20 Januari den regeeringen van Frankrijk en Indo-China voorgesteld, de vijandelijkheden onmiddellijk te staken, en de bemiddeling van Japan aangeboden, die thans aanvaard is. Japan is daarbij uitgegaan van de overweging, dat de vre de in Azië verzekerd moet worden met het oog op de gemeenschappelijke belangen van de volken, die dat gebied bewonen. MATSOEOKA OVER DE NIEUWE ORDENING VAN OOST-AZIë In de begrotingscommissie van het Ja pansche Lagerhuis heeft de minister van buitenlandsche zaken in antwoord op een desbetreffende vraag verklaard, dat de voorgenomen nieuwe ordening van Oost- Azië in het kader van het geografisch af gebakende economische gebied de voor waarde vormt voor de algemeene veiligheid van Oost-Azië. Het opbouwende werk zal meer dan vijftig jaar vereischen. Spreken de over Fransch Indo-China zeide de mi nister, dat Japan voor deze Fransche be zitting in de eerste plaats economische be langstelling heeft, hetgeen ook blijkt uit de te Tokio gevoerde JapanschFransche besprekingen. In het conflict tusschen Thailand en Fransch Indo-China zal Ja pan een afwachtende houding aannemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5