Japan en de Vmeettig.de
Siaten
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
winterhulp^nederiand
Momentje
ZATERDAG 25 JANUARI 1941
32ste Jaargang No. 9856
$e£eid&eli£(3oii/fcciAit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus v
antwoord aan
cordell hull
ANGELSAKSISCHE HEGEMONIE OVER
DE WERELDZEEëN.
(Van onzen V.P.B.-correspondent(
WASHINGTON, Januari 1941.
Amerika wordt, volgens de beweringen
van President Roosevelt, die later nog
eens werden aangedikt door de redevoe
ringen van Cordell Huil, bedreigd door de
spilmogendheden. Nu heeft het echter de
aandacht getrokken, dat Cordell Huil een
nieuw element in het debat heeft betrok
ken, in dien zin, dat hij Japan heeft aan
geduid als de mogendheid, die er naar
streeft, de opperheerschappij te verwerven
over den Stillen Oceaan, zooals de beide
anderen die over den Atlantisohen Oceaan
in handen trachten te krijgen.
Deze directe aanval op Japan brengt
niet alleen een nieuw element in de be
handeling van de wet ten behoeve van
het verleenen van steun aan Engeland;
daardoor wordt ook, van Amerikaansch
standpunt bezien, een nadere beschouwing
moodig vein het Driemogendhedenverbond,
de diplomatieke voorloopige machtsverdee-
ling in de wereld. Wel is waar beeft men
in ambtelijke kringen en in de pers nooit
den band uit het oog verloren, waardoor
de Europeesche politiek en die van het
Verre Oosten verbonden zijn; doch de
steunbeweging aan Engeland was in de
laatste weken zoo sterk onder den invloed
van den toestand in Europa geraakt, dat
men bijna den indruk krijgt alsof Cordell
Huil de Amerikanen weer wil wijzen op
hun belangen op de beide wereldzeeën en
de daaraan grenzende continenten.
Het standpunt van de Japansche pers.
De Japansche pers heeft dadelijk den
handschoen opgeraapt, die Japan is toe
geworpen. Zij heeft op Cordell Hulls be
weringen geantwoord met de wedervraag,
of het niet veeleer de Vereenigde Staten
zijn, die zich met Engeland willen verbin
den om aan het Angelsaksische ras de
heerschappij over de zeeën en daarmede
over de geheele wereld te verzekeren.
Reeds vóór de onderteekening van het
Driemogendhedenverdrag was het duide
lijk, dat de lijnen der politiek in Europa
en die van de politiek in het Verre Oosten
zich in gelijke richting ontwikkelden.
Evenals de spilmogendheden door een sy
steem van verdragen en bondgenootschap
pen in Europa de overwinnaars uit den we
reldoorlog ten onder trachten ce brengen,
zoo zag Japan zich in het Verre Oosten
voor een dergelijke taak geplaatst. Wel is
waar had het in den wereldoorlog gestre
den aan de zijde van Engeland en de Ver
eenigde Staten, doch thans stiet het op den
voortdurend toenemenden tegenstand der
beide Angelsaksische landen en trachtte
het zich los te maken uit het net van ver
dragen, waarin het was gewikkeld door
deze beide mogendheden.
Het vlootverdrag van Washington uit
het jaar 1922 en het tegelijkertijd gesloten
Nigenmogendheden verdrag ten aanzien
aanzien van de integriteit van China spe
len in het politieke bewustzijn van Japan
en voor activeering van de Japansche bui-
tenlandsche politiek in de laatste tien jaar
een zoowel symbolische als practische rol.
Zooals Duitschland door het verdrag van
Versailles werd gekneveld en Italië van
zijn rechtmatig aandeel in de souvereini-
teit over de Middellandsche Zee werd be
roofd, zoo werden ook de belangen van
Japan geschaad.
Gelijkschakeling door gelijke aanspraken.
Door het feit, dat zij voor gelijke belan
gen streden, ontwikkelde zich in den loop
der jaren een nauwe sympathie tusschen
de drie landen, zoowel in politieken als in
diplomatischen zin. Zij werden het eens
over de noodzakelijkheid van de invoering
van een nieuwe orde zoowel in Europa als
in het Verre Oosten en het breken van een
macht, die gebaseerd was op de verdeeling
van de wereld in bezitters en niet-bezit-
ters.
Het samengaan van de Engelsche en de
Amerikaansohe belangen in het Verre Oos
ten heeft geleid tot de ontwikkeling van
de anti-Japansche politiek der Vereenigde
Staten in dit deel van de wereld. Het ster
ke spel, dat Engeland in de laatste drie
jaar in Europa k,on uitspelen tegen de
spilmogendheden was alleen mogelijk,
doordat het de Amerikaansche politiek
achter zich wist. Langs dezen weg hebben
de Vereenigde Staten zich indirect bijna
evenzoo vast gebonden aan de Britsche po
litiek in Europa, als zij dit direct hebben
gedaan door hun openlijk partij kiezen
voor de Engelsche zaak.
„Wij houden het voor zeer belangrijk",
schreef een Japansch blad over de rede
voering van Huil, „dat Japan de agressie
ve houding van de Vereenigde Staten zorg
vuldig in het oog houdt en geen moeite te
veel acht, om elke crisis die zich te eeni-
ger tijd voordoet, onmiddellijk te kunnen
pareeren." Het vraagstuk, dat hierdoor
aangesneden wordt, is in den grond het
zelfde, waarvoor het Amerikaansche volk
zich gesteld ziet, als het denkt aan de
gelijkheden, die het verleenen van steun
aan Engeland en de samenkoppeling daar
van met de Japansch-Amerikaansche po
litiek in zioh sluit. Het herinnert ook aan
de vraag, welke Vorst Konoye stelde na
het onderteekenen van het driemogendhe
denverdrag, namelijk dat het van het er
kennen door de Vereenigde Staten van de
positie van Japan in de „Groot-Aziatische
levensruimte" afhing, of de Stille Oceaan"
het toekomstige tooneel zou worden van
den strijd tusschen de beide mogendheden.''
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
UITERLIJKE EN INNERLIJKE
MACHT.
Onder dezen titel publiceert Arnold
Meyer in „Nederlandsch Dagblad"
een hoofdartikel, waaraan wij het volgende
ontleen en:
„Na de capituluatie van ons leger
heeft geen Nederlander in het bezette
gebied het recht' een greep naar de
macht, die de macht van den bezetter
iS, te doen. „Dat bedoelen zij niet, die
zoo spreken" zal men mij tegenwer
pen. „Laten zij, die toch ook aan een
goed gebruik van Nederlandsche woor
den gebonden zijn, dan van die bom
bastische taal afstand doen".
Men moet dus begriinen, dat deze
luidruchtigen met „veroveren" geen
veroveren en met „overnemen" geen
overnemen bedoelen, maar dat zij be
doelen van den bezetter als een soort
geschenk de uiterlijke macht te krij
gen. En wat zouden deze lieden dan
hebben aan deze uiterlijke macht?
Misschien de financieele voordeelen,
die aan zulk een macht voor hen per
soonlijk verbonden zijn?? Of misschien
het voor ons onbegrijpelijk genoegen,
zijn machtswellust een korten tijd te
kunnen botvieren? Maar verder dan
ook niets, absoluut niets! Iedere uiter
lijke macht kan zich slechts als in
nerlijke macht consolideeren. Geen
uiterlijke macht, kan zich op den duur
handhaven, indien zij door haar aard
en haar weldadige werking geen weer
klank vindt in het volk".
OORLOGSGEDENKTEEKENEN
Aan goedkeuring onderhevig
Het Verordeningenblad bevat een
sluit van den secretaris-generaal van het
Departement van Volksvoorlichting en
Kunsten betrefxende ooriogsgedenkteeke-
nen. Hierin wordt bepaald:
Het ter herinnering aan oorlogsfeiten
maken en oprichten van een oorlogs-
gedenkteeken of een aanleg behoeft d«
goedkeuring van den secretaris-generaal
van het Departement van Volksvoorlicn-
ting en Kunsten.
Het op verkrijging dier goedkeuring ge
richt verzoek moet o.m. bevatten:
De naam en het adres van opdracht
gevers, voorts opgaven van de geldmidde
len of van de wijze, waarop deze zijn of
worden verkregen, voorts een nauwkeurige
begrooting van de kosten, den naam en het
aches van de kunstenaars en aannemers,
die met de uitvoering van de opdracht zijn
of zullen *worden belast, benevens ont-
werpteekeningen op 1/50 der ware grootte
Met betrekking tot een werk, met het
maken of oprichten waarvan op den dag
van inwerkingtreding van dit besluit reeds
een aanvang is gemaakt, maar hetwelk
nog niet is beëindigd, moet binnen dertig
dagen na dat tijdstip het verzoek tot goed
keuring worden gedaan; met het verzoek
schrift moet worden overgelegd opgaven
(zoo mogelijk foto's) omtrent den stand der
desbetreffende werkzaamheden op dien
dag.
De secretaris-generaal van het Departe
ment van Volksvoorlichting en Kunsten
beslist op het bij hem ingediende verzoek
schrift volgens maatstaven van kunstzin-
nigen en volksopvoedkundigen aard.
Alvorens zijn beslissing te nemen, hoort
hij het Rijksbureau voor de Monumenten
zorg.
Aan de goedkeuring kunnen voorwaar
den en verplichtingen worden verbonden.
Tegen de beslissing is geenerlei voor
ziening toegelaten.
NEDERLANDSCH KAPITAAL
IN DUITSCHLAND
Enquête wordt ingesteld.
De staatscourant bevat de volgende der
de beschikking van den secretaris-generaal
va nhet departement van financiën ter uit
voering van de verordening no. 198/1940
betreffende het in Duitschland belegde Ne
derlandsche kapitaal.
Artikel 1:
Ingezetenen in den zin van artikel 1 der
deviezenverordening 1940 (verordeningno.
27/1940), die bij den aanvang van den lsten
November 1940 eigenaar of beheerder wa
ren van een of meer beleggingen of vorde
ringen in den zin van het geblokkeerde
markenbelastingzbesluit 1940, zijn hoofde
lijk gehouden vóór 15 Februari 1941 daar
van een aangifte in tweevoud in te dienen
bij den inspecteur der geblokkeerde-mar
kenbelasting te 's Gravenhage. De verplich
ting van den eigenaar gaat over op zijn
erfgenamen.
De termijn voor de aangifte kan door
den inspecteur worden verlengd. Aan de
verlenging kunnen voorwaarden worden
verbonden.
Artikel 2:
De aangifte geschiedt naar den toestand
bij den aanvang van den lsten November
1940 en dient te worden ingericht overeen
komstig het voorgeschreven model.
Door of voor een eigenaar kunnen meer
dan één aangifte worden gedaan mits elke
aangifte het aantal aangiften vermeldt.
Artikel 3:
Dit besluit treedt heden in werking.
Toelichting van het departe
ment van Financiën.
Het departement van Financiën brengt
in verband met het bovenstaande het vol
gende onder de aandacht:
Deze beschikking roept voor ingezetenen
in den zin van art. 1 der deviezenverorde-
nign 1940 (verordening no. 27/19400) die
bij den aanvang van den lsten November
1940 eigenaar of beheerder waren van een
of meer beleggingen of vorderingen in den
zin van 't geblokkeerde marken-belasting-
besluit 1940 (a.w.z. in het algemeen alle
tot dat tijdstip in Duitschland geblokkeer
de verm agens bestanddelen van ingezete
nen) de verplichting in het leven daarvan
vóór 15 Februari a.s schriftelijk aangifte te
doen bij den inspecteurder geblokkeerde
marken-belasting te 's Gravenhage. De
aangifte, welke blijkens het vorenstaande
betrekking heeft op den toestand bij den
aanvang van den lsten November 1940 en
waartoe zoowel de eigenaar (c.q. diens wet
telijke vertegenwoordiger) als de beheerder
gehouden zijn, dient te geschieden door in
zending van een behoorlijk ingevuld en on
derteekend aangifte-formulier, hetwelk
binnen enkele dagen verkrijgbaar zal zijn
bij de banken, bankiers enz., commissio
naires in effecten, zoomede aan bovenge
noemd adres tegen vergoeding van 2 cents
per formulier.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
het niet-voldoen aan voormelde verplich
ting (waaronder begrepen onjuiste of on
volledige invulling van het aangifte-formu
lier) ingevolge art. 6 van het geblokkeerde
marken-belastingbesluit 1940 wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste
vijfhonderdduizend gulden, dan wel met
hechtenis van ten hoogste zes maanden en/
of geldboete van ten hoogste honderddui
zend gulden, al naar gelang het strafbare
feit met opzet dan wel met schuld is ge
pleegd. Een ieder wordt derhalve in zijn
eigen belang aangeraden, aan een voor hem
bestaande aangifte-verplichting met de
grootst mogelijke nauwkeurigheid te vol
doen. Men raadplege daarbij de bij het aan
gifte-formulier gevoegde toelichting.
Tenslotte kan reeds thans worden mede
gedeeld, dat van tijd tot tijd opnieuw soort
gelijke aangiften zullen worden gevorderd,
welke uiteraard op den toestand op nader
te bepalen tijdstippen betrekking zullen
hebben.
HET KADER VAN DEN OPBOUWDIENST
Aan een heden verschenen besluit van
den secretaris-generaal van het Departe
ment van Algemeene Zaken houdende
voorloopige regeling van den rechtstoe
stand van het kader van den Opbouw-
dienst, ontleenen wij het volgende:
De leden van het hooger, midden- en
lager kader van den Opbouwdienst zijn
geen ambtenaren in den zin der Ambte
narenwet 1929 of der militaire Ambte
narenwet 1931.
Op diegenen onder hen, die de hoe
danigheid van officier of ambtenaar op
non-activiteit bezitten, blijven de voor hen
uit dezen hoofde geldende bepalingen van
de in het voorgaande lid genoemde wetten
van toepassing.
Voorts behelst het besluit de bepaling,
dat aanstelling, bevordering en ontslag van
het hooger-, midden- en lager kader ge
schieden door den secretaris-generaal van
het departement'van Algemeene Zaken,
en ten aanzien van het lager kader den
commandant van den Opbouwdienst deze
bevoegdheid kan verleenen.
UITKEERINGEN, COLLECTEN EN
COLLECTANTEN.
Gedurende de drie laatste dagen werden
wederom in de gemeente Leiden aan een
120-tal gezinnen waardebons Winterhulp
uitgereikt.
Aangezien op de waardebons niet lan
ger naam en adres van den betrokken
persoon, doch slechts het nummer van de
distributie-stamkaart van het hoofd van
het gezin behoeft te worden vermeld, kon
de uitreiking der waardebons op vertoon
van die distributie-stamkaart geschieden
op het Plaatselijk Bureau Leiden ten Stad
huizen, en behoefde van de zeer gewaar
deerde diensten der wijkverpleegsters geen
gebruik meer te worden gemaakt. Het is
de bedoeling dat de winkeliers de waarde
bons met de distributie-stamkaart-num
mers vergelijken.
Natuurlijk is voor het regelmatig uit
reiken van deze waardebons aan hen, die
daarvoor in aanmerking komen, veel geld
noodig, geld, dat, behalve uit giften, in
hoofdzaak wordt gevonden uit de op
brengst van collecten. Wil deze collecte
opbrengst aan haar doel kunnen beant
woorden, dan zijn daarvoor uiteraard vele
collectanten noodig. Daarom verwijzen wij
dan ook gaarne naar de in dit blad voof-
komende officieele kennisgeving, waarbij
de Burgemeester een dringend beroep doet
op hen, die zich beschikbaar willen stel
len voor de op 31 Jan. en 1 Febr. a.s. en
eventueel volgende dagen te houden col
lecte langs de huizen met inteekenlijsten.
Dames en heeren, die hiertoe bereid zijn,
gelieven zich spoedig mondeling of schrif
telijk te richten tot het Plaatselijk Bureau
Leiden, Winterhulp Nederland, kamer 27,
Stadhuis.
Door zich voor deze collecte beschik
baar te stellen verricht men een daad waar
door men niet alleen het welslagen van
Winterhulp Nederland helpt bevorderen,
doch waardoor men tevens indirect het
leed van behoeftige Nederlanders helpt
verzachten. Een daad dus van sociaal be
lang en tevens een daad van barmhartig
heid.
Thans is toch wel overtuigend gebleken,
dat de opbrengsct der collecten aan Winter
hulp Nederland ten goede komt en dat die
opbrengst ook uitsluitend aan die perso
nen, welke behoeftig zijn, wordt uitge
keerd.
Men verzoekt ons voorts mede te deelen,
dat elke gift door inteekening op de lijs
ten, welke op 31 Jan. of 1 Febr. en even
tueel volgene dagen worden aangeboden,
hoe groot of hoe klein deze ook moge zijn,
van harte welkom is en uitsluitend aan
behoeftige medeburgers ten goede komt.
Ook giften buiten de inteekenlijsten wor
den gaarne ingewacht. Men gelieve deze
te zenden aan den Burgemeester van Lei
den, Plaatselijk Directeur Leiden Winter-
hlup Nederland of men storte deze op het
giro-nummer 6155 van den Gemeente-Ont
vanger, die ambtshalve penningmeestter is.
FIN ANC IEELE CONTROLE VAN DE
NEDERLANDSCHE WINTERHULP.
De voorzitter van het financieele comité
der Nederlandsche Winterhulp, de secre
taris-generaal L. I. A. Trip, die met de
voortdurende controle der financieele han
delingen van de Nederlandsche Winterhulp
belast is, heeft kortelings de leden dezer
fiancieele commissie
1. den president der rekenkamer, den
heer R. Zuijderhofi,
2. den accountant, den heer J. C. Span
genberg,
met de controle der boeken, van de Neder
landsche Winterhulp belast en hen voorts
opdracht gegeven een rapport over de fi
nancieele handelingen der genoemde stich
ting uit te brengen.
Volgens het rapport van den heer Trip
d.d. 21 Januari 1941 zijn de boeken van de
Nederlandsche Winterhulp van de oprich
ting dezer stichting tot begin Januari 1941
in orde bevonden. De boeken waren in
overeenstemming met de scheiden.
Het werk vafl den chef der financieele
af deeling, den heer Stut wordt in het bij
zonder nog daardoor erkend, daar in het
rapport vermeld staat, dat de geheele boek
houding een goede en overzichtelijke in
druk maakt.
Voorts blijkt uit het rapport, dat alle tot
dusver binnengekomen gelden zonder uit
zondering voor behoeftige Nederlandsche
volksgenooten besteed zijn. Door het' rap
port van den heer Trip zal thans alle twij
fel, die sommigen ten opzichte van de be
steding der geldmiddelen onder het volk
ronddroegen, uit den weg geruimd wor
den.
Gironummer van de W. H N.
Stort op 5553 of 877.
Kasvereeniging N.V., A'dam.
Postgironummer 877.
De Bank van de W. H. N. is
5553
Heden overleed mijn lieve,
trouwe hond
MAX,
in den leeftijd van ruim 11 jaar.
Alle dierenvrienden zullen be
seffen hoe zwaar mij dit valt.
Mevr. SIERMANS,
Fred. Hendriklaan 24 Den Haag
Dit is geen grapje van mijn grillige
fantasie en het schijnt ook geen
grapje van Mevrouw Siermans te zijn,
maar droevige ernst.
We hebben thuis in onze jonge jaren
een hond gehad, die Polly heette en
die ons, als kinderen, jaren lang om
twaalf uur en om vier uit school
kwam halen. Niemand behoefde hem
daarvoor ooit te zeggen hoe laat het
was en een klok had hij niet noodig.
Toen hij oud werd en blind en ge
brekkig bracht mijn vader hem naar
den apotheker, die hem zonder dat hij
er iets van merkte naar den honden-
hemel hielp. Dat was maar het beste.
Wjj, kinderen, begroeven hem in
den tuin met kinderlijke plechtigheid.
En wij waren heusch oprecht be
droefd, dat Polly naar de eeuwige
jachtvelden was vertrokken. Maar er
stond geen advertentie in de krant
en mijn Moeder was ook niet bij de
begrafenis in den tuin aanwezig.
Ziet U, zij had het te druk met haar
veertien spruiten.
En daarvan ben ik de elfde.
DEELNEMING IN NIEUWE STAATS-
LEENING
Vrijwaart tegen inschrijving op
gedwongen leening
Van bevoegde zijde wordt gemeld: uit van
verschillende zijden bij het departement
van financiën ontvangen vragen is geble
ken dat niet ieder zich een voldoend duide
lijke voorstelling heeft gevormd van het
verband tusschen de vrijwillige 4 pet.
staatsleening, waarop thans de inschrijving
is opengesteld en een bij mislukken daarvan
uit te geven gedwongen 2K procent lee
ning.
Zooals in het voorbeeld, opgenomen in
het prospectus der 4 pet. staatsleening 1941,
is uiteengezet zullen de inschrijvers op de
4 pet. staatsleening, ingeval het tot een
gedwongen leeninguitgifte mocht komen,
tot het volle beloop hunner inschrijving op
de vrijwillige leening in feite worden vrij
gesteld van hunne verplichte deelneming in
de V/i pet. leening.
Technisch zal dit kunnen geschieden door
het inleveren van de stortingsbewijzen, wel
ke zich aan de stukken der pet. staats
leening bevinden.
Men houdt aldus zijn stukken in de 4 pet.
staatsleening. Van de verplichte deelne
ming in de 2H pek leening is men derhalve
tot het bedrag zijner vrijwillige inschrijving
vrijgesteld.
TOESLAG OP PENSIOEN AAN DE
WEDUWEN EN WEEZEN VAN
GESNEUVELDE MILITAIREN.
Naar wij vernemen hebben de persioe-
nen van de weduwen en weezen van de
gesneuvelde militairen een onderwerp van
overleg gevormd tusschen het hoofd van
het afwikkelingsbureau van het departe
ment van Defensie en den secretaris-gene
raal van het Departement van Financiën.
Deze pensioenen zijn als gevolg van de
totstandkoming van het uitvoeringsbesluit
van het hoofd van het afwikkelingsbureau
van het Departement van Defensie van 27
Augustus 1940, No. 115, voor het meeren-
deel der nabestaanden reeds met ruim 40
pet. verhoofd.
Desniettegenstaande is de wenschelijk-
heid gebleken om aan de gezinnen, waar
van het hoofd, die in dienst van het va
derland zijn leven liet, voordat hij in mi
litairen dienst kwam een inkomen had,
hetwelk hooger was dan 1000 per jaar,
indien de financieele omstandigheden zulks
noodig maken, om redenen van billijkheid,
een toeslag te verleenen boven het reeds
toegekende pensioen.
De beslissing of en tot welk bedrag die
toeslag zal worden verleend, ligt in han
den van het hoofd van het afwikkelings
bureau van het Departement van Defensie.
De toeslag wordt slechts toegekend naar
mate daaraan behoefte bestaat.
De voor de berekening der pensioenen
geldende pensioengrondslagen (minimum
ƒ1000, maximum 3000) worden door het
bovenstaande niet gewijzigd.