De kindertoelage
Bonaanwijzingen.
Momentje
VRIJDAG 24 JANUARI 194x
32ste Jaargang No. 9855
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
Regeling voor sommige
groepen Rijkspersoneel
De Staatscourant van gisteren bevat een
beschikking van de secretarissen-generaal
van de departementen van Binnenlandsche
Zaken en van Financiën betreffende rege
ling van de kindertoelage voor sommige
groepen van rijkspersoneel. We ontleenen
er het volgende aan:
Ambtenaren, in tijdelijken dienst aange
steld, zoomede arbeiders in den zin van
artikel 1 van het arbeidsovereenkomsten-
besluit, wier loon wordt bepaald volgens
artikel 12, eerste lid, sub b of c, van ge
noemd besluit, hebben aanspraak op een
tijdelijke kindertoelage op denzelfden
voet als het overeenkomstig personeel in
vasten dienst.
Het bepaalde geldt niet voor de bij het
departement van Koloniën te werk gestelde
koloniale landsdienaren en gewezen kolo
niale landsdienaren.
Arbeiders in den zin van artikel 1 van
het arbeidsovereenkomstenbesluit, wier
loon wordt bepaald volgens artikel 12, eer
ste lid, sub a, d en e, van genoemd besluit,
hebben aanspraak op een tijdelijke kinder
toelage volgens de hierna vermelde rege
ling. Deze regeling geldt eveneens voor de
bij het departement van Koloniën te werk
gestelde koloniale landsdienaren en gewe
zen koloniale landsdienaren. Zij geldt niet
voor het personeel bij het staatsmijnbedrijf
in Limburg.
De ambtenaar of arbeider, als evenbe-
doeld, wiens gezin meer dan twee kinderen
beneden den leeftijd van vijftien jaar telt,
heeft voor elk kind, te rekenen van het
eerde kind. dat den leeftijd van vijftieif
jaar nog niet bereikt heeft, aanspraak op
een tijdelijke kindertoelage op den voet,
als bepaaid in deze regeling.
Dit geldt niet ten aanzier van de ge
huwde vrouwelijke ambtenaar of arbeider,
wier echTgenoot, hetzij ingevolge het bij
of krachtens de kinderbijs'agwet bepaalde
recht op kinderbijslag heeft, hetzij wegens
ziekte, ongeval om werkloosheid een uit-
keering ontvangt, waarvan het bedrag me
de verband houdt met de gezinssamenstel
ling.
Onder kind wordt ih deze regeling ver
staan een wettig of gewettigd kind van den
ambtenaar of arbeider of van de(n') echtge
noot (e) van den ambtenaar of arbeider.
Voor de aanspraak op kindertoelage tij
dens een kalenderjaar is beslis 'd de sa
menstelling van het gezin van den ambte
naar of arbeider op den 1ste Januari van
dat jaar.
Voor ambtenaren of arbeiders met een
wedde of loon:
a. per maand van 100 of minder,
b. per week van f 24 of minder,
c. per dag van 4 of minder,
bedraagt de kindertoelage 0.10 per ar
beidsdag.
Voor ambtenaren of arbeiders met een
wedde of loon:
a. per maand van 100, doch niet meer
dan 150.—,
•b. per week van meer dan 24.doch
niet meer dan 30.
c. per dag van meer dan f 4,doch
niet meer dan 6.
bedraagt de kindertoelage 0.15 per ar
beidsdag.
Voor ambtenaren of arbeiders met een
wedde of loon:
a. per maand van meer dan 150.-*-, doch
niet meer dan 200.
b. per week van meer dan 36.doch
niet meer dan f 48.
c. per dae van meer dan 6, doch niet
meer dan f 8.
bedraagt de kindertoelage 0.20 per ar
beidsdag.
Voor ambtenaren of arbeiders met een
wedde of loon:
a. per maand van meer dan 200,
b. per week van meer dan f 48.
c. per dag van meer dan 8.
bedraagt de kindertoelage 0.25 per ar
beidsdag.
De kindertoelage wordt uitgekeerd over
iederen dag, waarop de ambtenaar of ar
beider gewerkt heeft. Dagen, waarop niet
gearbeid is maar waarop de ambtenaar of
arbeider wedde of loon heeft ontvangen,
worden mede als arbeidsdagen beschouwd.
Over zeven achteenvolgende dagen wordt
den ambtenaar of arbeider echter nooit
meer uitgekeerd dan zesmaal het hem per
arbeidsdag aan kindertoelage toekomende
bedrag.
De kindertoelage wordt uitbetaald tege
lijk met de wedde of het loon.
Onder wede of loon wordt in deze rege
ling verstaan het normale wedde- of loon
bedrag, vermeerderd met eventueele toela
gen, met uitzondering van die, bedoeld in
deze regeling, voorzooveel noodig vermin
derd met den standplaatsaftrek en vermeer,
derd bovendien met de geldswaarde voor
het geheel of gedeeltelijk genot van vrije
woning en/of vrij vuur. licht en/of water,
Voorzoover een en ander wordt genoten
op den lsten Januari van het kalenderjaar,
of, bij latere in dienst treding, op den da
tum van de in dienst treding.
Deze beschikking treedt in werking met
ingang van 1 Januari 1941.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
VOORBEELDIGE NEDER-
LANDSCH INDIë.
In de Januari-aflevering van de „Eco
nomist" publiceert prof. G. Gongrijp een
beschouwing over het cultuurstelsel in
Indië, aan het slot waarvan hij een alge
meen oordeel uitspreekt over onze Indische
politiek sinds 1900. Hij beroept zich daarbij
op twee buitenlanders. De eerste, dien hij
citeert, is de Engelsman Furnivall, wiens
groote werk „Netherlands India, a study
of plural economy" verleden jaar van de
pers kwam:
„Furnivall is door jarenlange ervaringen
als bestuursambtenaar en diepgaande ver
gelijkende studies van de Engelsche en
Nederlandsche koloniale bestuursstelsels
zeker tot oordeelen bevoegd. Hij schrijft:
„Nooit heeft wellicht eenige Regeering zoo
van ganscher harte en met zulk een ijver
en grondig begrip de taak aangebat, de
welvaart van haar onderdanen op te bou
wen, als die van Nederlandsch-Indië in het
begin dezer eeuw."
De tweede, bij wien hij om een getuige
nis aanklopt, is dr. W. K. G. Gretzer in
Medan. Deze schreef:
„In den tijd, dat een weerloos, verslagen
van zijn koloniën beroofd, innerlijke en
uiterlijk verscheurd en economisch ver
nield Duitsohland aan vele van zijn zonen
geen plaats meer bood en voor een jongen
planter begrip noch interesse had, in den
tijd, dat ook de rest van de wereld niets,
maar dan ook niets, van een Duitschen
planter wilde weten, was er eigenlijk maar
een enkel klein land, dat wat deze kwestie
betrof een ander, eigen en veel beter oor
deel had: Nederland. Zijn groot en prach
tig koloniaal rijk in het verre Oosten stond
voor iedereen open, die eerlijk den wil had
naar best vermogen mee te werken.
„De vele, verantwoordelijke, vooraan
staande posten, welke in de Nederlandsche
koloniën door buitenlanders, speciaal Duit-
schers worden bekleed, getuigen onweer
legbaar van Nederlandsche keurigheid van
opvatting. Wij, Duitschers, hebben alle
reden, dat tegenover onze Nederlandsche
buren indachtig te blijven."
ZIEKENVERPLEGING EN KRAAM-
VERZORGING.
Arbeidsbemiddeling slechts voor
gediplomeerden.
De directeur van het rijksarbeidsbureau
heeft aan de directeuren der districtsar
beidsbeurzen medegedeeld, dat de organen
de' openbare arbeidsbemiddeling in het
'vervolg voor beroepen betreffende zieken
verpleging en kraamverzorging slechts de
volgende personen als werkzoekenden mo
gen inschrijven en als zoodanig mogen be
middelen:
Ziekenverpleging: Uitsluitend
personen, die in het bezit zijn van:
a. een diploma A, uitgereikt krachtens
het bepaalde in de wet van den 2d en Mei
1921 tot wettelijke bescherming van het
diploma voor ziekenverpleging (Staats
blad no. 702);
b. een diploma voor gewone ziekenver
pleging, dat krachtens het bepaalde in de
artikelen 5 en 8 van genoemde wet gelijk
gesteld is met het onder a bedoelde diplo
ma.
Kraamverzorging: Uitsluitend
personen, die in het bezit zijn van:
a. een diploma, als hierboven genoemd,
waarop de aanteekening voor kraam ver
pleging is geplaatst;
b. een diploma voor kraamverzorgster
of voor baker van de commissie inzake
kraamhulp;
c. een diploma voor kraamverzorgster of
voor baker, voorzien van een stempel van
het staatstoezicht op de volksgezondheid.
Verpleging van Zenuwzieken en
krankzinnigen: Uitsluitend per
sonen, die in het bezit zijn van:
a. een diploma B. uitgereikt krachtens
het bepaalde in de wet van den 2en Mei
1921 tot wettelijke bescherming van het di
ploma voor ziekenverpleging (staatsblad
no. 702);
b. een diploma voor verpleging van ze
nuwzieken en krankzinnigen, dat krach
tens het bepaalde in de artikelen 5 en 8
van genoemde wet gelijkgesteld met ge
noemd diploma.
Melden zich personen om werk, die aan
deze eischen niet voldoen, dan mogen de
di-ecteuren wel bemiddelen, doch niet
in een van de genoemde beroepen. Dan
kan b.v. bemiddeling als „verzorger van
hulpbehoevenden" plaats vinden.
BEDR1JFSPLULMVEEHOUDERS
WERKEN SAMEN
De besturen van N.P.F. en A.N.P.V., resp.
de Nederlandsche federatie van vereeni-
gingen van bedrijfspluimveehouders en de
Algemeene Ned. pluimveeteelt vereeniging
deelen mede, dat zij, in afwachting van het
resultaat van nadere besprekingen tusschen
beide organisaties, hebben besloten alle ge
meenschappelijke belangen van hun leden
gezamenlijk te behartigen.
VASTE BRANDSTOFFEN.
Ten gevolge van de plotseling ingetreden
vorst zijn er de afgeloopen weken moei
lijkheden ontstaan bij den aanvoer van
vaste brandstoffen.
Aangezien echter onder de huidige weers
gesteldheid wederom een normale aanvoer
mag worden verwacht, zal de brandstof-
fenvoorziening waarschijnlijk binnenkort
een beter verloop hebben.
Uiteraard kan echter, indien onverhoopt
de vorst opnieuw mocht intreden, in den
aanvoer eenige stagnatie ontstaan, het als
gevolg, dat plaatselijk een tijdelijk gebrek
aan brandstoffen zou optreden. In dat ge
val zal echter worden getracht hierin met
den grootsten spoed te voorzien.
In verband met het bovenstaande is be
paald, dat gedurende het tijdvak van Za
terdag 25 Januari tot en mei Vrijdag 28
Februari a.s. de met „11", „12" en „13" ge
merkte bonnen van de „bonkaart distri
butie vaste brandstoffen - haarden, kachels'
alsmede de met „25", „26", ,.27", „28.
29", ,.30", „31" en „32 gemerkte bonnen
van de „bonkaart distributie vaste brand
stoffen centrale verwarming" elk recht
geven op het koopen van één eenheid vaste
brandstoffen.
De geldigheidsduur der met „08", „09".
„10" gemerkte bennen van de „bonkaart
distributie vaste brandstoffen - haarden,
kachels: alsmede die van de met „15" tot en
met „24" gemerkte bonnen van de „bon
kaart distributie vaste brandstoffen - cen
trale verwarming", is verlengd tot en met
Vriidag 14 Februari a.s..
Nader zal worden bekend gemaakt, wan
neer de met „brandstoffen één eenheid
vie^e periode" en de met cokes één een
heid vierde periode" gemerkte bonnen gel
dig zullen worden verklaard.
BOTER EN VETTEN.
Gedurende het tijdvak van Zaterdag 25
Januari tot en met Vrijdag 31 Januari a.s.
geeft de met „27" genummerde bon van de
boterkaart en van de vetkaart recht op het
koooen van een half nond boter of een
hal* nond m^rparine of twee ons vet.
De met „27" genummerde bonnen, die op
31 Januari nog niet gebruikt zijn blijven
voorts nog geldig trt en met Vrijdag 7
Februari a.s.
RIJST.
Gedurende het tüdvak van Zaterdag 25
Januari tot en met Vriidag 21 Februari a.s.
geeft de met „92" genummerde bon van
bet aleemeen d'"t-'*'hiit?phpri'Kpp.Vi<» re^bt od
het koopen van 250 gram rijst of rijstebloem
of riistemeel of gruttemeel (gemengd
meel).
BROOD EN GEBAK.
Gedurende het tijdvak van Maandag 27
Januari tot en met Zondag 2 Februari as.
geeft elke der met „25" genummerde bon
nen van de brou^kaart recht op het koopen
van ongeveer 100 gram brood.
Voorts geeft elke der met „25" genum
merde broodbonnen recht od het koooen
van een rantsoen gebak. Dit omvat voor
de hierna genoemde bakkeriiproducten tel
kens ten minste het daarachter geplaatste
aantal grammen:
beschuit 75 gram;
biscuits en wafels 90 gram;
speculaas 140 gram;
andere koekjes 200 gram;
koek 160 gram;
cake 300 gram;
gevuld klein kerstgebak (b.v. amandel-
broodjes) 400 gram.
gevuld groot korstgebak (b.v. boterlet
ter) 500 gram.
taart en gebakjes 600 gram.
Voor geheel of ten deele uit meel of
bloem gebakken producten, welke hierbo
ven niet genoemd zijn, geldt, dat een
rantsoen een hoeveelheid omvat, waarin 70
gram meel of bloem is verwerkt.
De op 2 Februari nog niet gebruikte bon
nen blijven voorts nog geldig gedurende de
week van 3 tot en met 9 Februari a.s., met
dien verstande, dat zij gedurende laatstge
noemde week niet mogen worden gebruikt
in hotels, restaurants e. d.
Voorts geven de met „4" genummerde
bonnen van de bloemkaart gedurende het
tydvak van Maandag 27 Januari tot en met
Zondag 23 Februari a.s. recht op het koo
pen van 50 gram brood of een half rant
soen „gebak" als hierboven genoemd.
TARWEBLOEM.
De met „4" genummerde bonnen van de
bloemkaart geven gedurende het tijdvak
van Maandag 27 Januari tot en met Zon
dag 23 Februari as. recht op het koopen
van 35 gram tarwebloem of tarwemeel of
boekweitmeel of roggebloem of roggemeel
of zelfrijzend bakmeeL
KAAS.
Gedurende het tijdvak van Maandag 27
Januari tot en met Zondag 23 Februari a.s.
geeft elke der m?t „19", „32", „45" en
,.58" genummerde bonnen van het alge
meen distributiebonboekje recht op het koo
pen van 100 gram kaas.
EIEREN.
Gedurende het tijdvak van Maandag 27
Januari tot en met Zondag 2 Februari as.
geeft de met „59" genummerde bon van het
algemeen distributiebonboekje recht op het
koopen van één ei. De bonnen, welke op 2
Februari nog niet gebruikt zijn, blijven gel
dig tot en met Zondag 9 Februari a.s„ met
dien verstande, dat zij gedurende de week
van 3 tot en met 9 Februari niet gebruikt
mogen worden in hotels, restaurants e.d.
VLEESCH.
Gedurende het tijdvak van Maandag 27
Januari tot en met Woensdag 5 Februari
as. geeft elk der vier met „16 vleesch" ge
merkte bonnen van de vleeschkaart recht
op het koopen van 100 gram vleesch, been
üibegrepen, of één rantsoen vleeschwaren.
De met „16 worst, vleeschwaren" gemerkte
bon geeft uitsluitend recht op het koopen
van een rantsoen vleeschwaren.
De bonnen, welke op 5 Februari a.s. nog
niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en
met Zondag 9 Februari a.s.
Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon
kan worden gekocht, bedraagt 75 gram
voor gerookt of gekookt varkens-, rund-,
of kalfsvleesch en voor gerookte worst
soorten, 100 gram voor gekookte worst
soorten, rolpens en knakworst, 12 gram
voor leverartikelen, tongenworst en nier-
broord en 150 gram voor bloedworst.
BETALINGSVERKEER MET
DENEMARKEN.
Het Nederlandsche clear in ginstituiut
maakt het volgende bekend betreffende
het betalingsverkeer met Denemarken.
De afwikkeling van het betalingsverkeer
met Denemarken geschiedt voortaan bin
nen het kader der Nederlandsch-Duitsche
en Duitsch-Deensche clearing.
Onder de regeling vallen alle wederzijd-
sche verplichtingen, onverschillig het tijd
stip van ontstaan daarvan, wegens:
1. Den invoer van goederen uit Dene
marken in Nederland en van goederen uit
Nederland in Denemarken;
2. nevenkosten in het Deensch-Neder-
landsche goederenverkeer, zooals invoer
rechten. spoorvrachten, expeditiekosten en
economisch gerechtvaardigde provisies en
kosten van zakenreizen;
3. Octrooirechten, licenties, auteurs
rechten en soortgelijke ideeële prestaties;
4. Zeevrachten, charterkosten en kos
ten van de zeescheepvaart van Deensche
en Nederlandsche schepen in het Deensch-
Nederlandsohe goederen- en transitover-
keer;
5. Vrachten en kosten van het transito-
goederen verkeer over land voorzoover het
betreft het Deensche en Nederlandsche
traject;
6. Premiën en schadevergoedingen in
het transportverzekeringsverkeer, voorzoo-
ver 'betrekking hebbende op het Deensch-
Nederlandsche goederenverkeer;
7. Ondersteuningen, pensioenen, studie
gelden en dergelijke. Particuliere compen
saties zijn niet toegelaten.
Voor storting in de clearing is een ver
gunning van het deviezeninstituut te
's-Gravenhage vereischt, aan te vragen
per formulier B 1, met vermelding boven
aan het formulier „Denemarken". Het de
viezeninstituut zal deze aanvragen behan
delen aan de hand van de voor den invoer
van goederen uit Denemarken voorziene
mogelijkheden.
Nederlandsche debiteuren zijn verplicht
tot storting op postrekening 2020 ten name
van het Nederlandsch clearinginstibuut
„Duitsohland" of op de rekening „Duitsch-
land" van het Nederlandsch Clearinginsti
buut bij de Nederlandsche Bank N.V. te
Amsterdam onder gelijktijdige inzending
aan het clearinginstituut, afd. „Denemar
ken", van het in de Duitsche clearing ge
bruikelijke stortingsformulier „A", waar
op duidelijk in rood te vermelden „Dene
marken".
Met nadruk wordt erop gewezen, dat
onderaan het formulier de schuld, waarte
gen gestort wordt, duidelijk en nauwkeu
rig dient te worden omschreven, bij schul
den ontstaan uit invoer onder vermelding
van het statistieknummer der goederen.
Is de invulling onvolledig of ontbreken be
scheiden, dan wordt het formulier terugge
zonden en de storting voorloopig aange
houden.
In Deensche kronen en andere vreemde
valuta luidende verplichtingen moeten bij
storting op basis van de laatst gepubli-,
ceerde clearingkoersen in guldens worden
omgerekend.
Bij invoer uit Denemarken moeten de
gebruikelijke clearingdocumenten aan de
douaneambtenaren worden overlegd.
Nederlandsche crediteuren moeten hun
vorderingen na ontvangst van het bericht
van storting aan het Clearinginstituut in
dienen door middel van het in de Duitsche
clearing gebruikelijke formulier „B", in te
zenden aan de afd. „Denemarken" van het
Nederlandsch Clearinginstituut.
Voor den export naar Denemarken is
voorzoover deze heeft plaatsgevonden resp.
zal plaats vinden na 21 December 1940 een
vereffeningsoertificaat. Verwezen wordt
VITAMINEN.
De voedselschaarschte houdt niet
zoozeer een gebrek aan hoeveelheid in
als wel een langzamerhand ontstaand
tekort van bepaalde vitaminen. En de
dames, die weldoende bezig zijn om
ons zoo te leeren koken, dat de vita
minen, die wij juist noodig hebben, niet
wegloopen uit de pan en door de goot
steen ontvluchten, mogen wij wel op
de handen dragen. Ik schrijf dit ern
stig en oprecht, omdat men mij er van
verdenkt, dat ik den draak zou willen
steken met altruïstische en vaderlands
lievende pogingen om den menschen
zooveel mogelijk profijt van hun voed
sel te doen trekken. Het zij verre van
my. Dit is een zaak van de volksge
zondheid en de dames, die zich daar
onvermoeid mee bezig houden, ver
dienen meer dan onverschilligheid. Dit
stel ik dus voorop. Maar die vitami
nen, daar weet ik altijd nog geen raad
op. En nu hoor ik plotseling, dat er vi
tamineballetjes C in den handel zijn.
Die eet je precies als een dropje, als je
verkouden bent Je slikt een vitamine
balletje C en de zaak is gezond.
Als men mij vraagt: lust je boeren
kool, dan zeg ik ja. Misschien niet
meer zoo „volmondig" als vroeger, maar
ik zeg ja. Maar wat moet ik zeggen, als
men mij vraagt: lust je vitamine C?
Dat weet ik niet.
Ik vraag mij af: hoe smaakt dat?
Naar roode kool of naar vijgen?
En smaakt vitamine Q anders dan
vitamine Z. Als dat het geval is, zal ik
daar met de samenstelling van mijn
menu's rekening mee moeten houden
en eenvoudig een bepaald gedeelte van
het a-b-c- bestellen.
Ik wensch "mijzelf nu vast smakelijk
eten.
V.
WINTERHULPfSNEDERLAND
Gironummer van de W. H N.
Stort op 5553 of 877.
Kasvereeniging N.V., A'dam.
Postgironummer 877.
De Bank van de W. H. N. is
5553
naar onderstaande mededeel in g van hö
crisis-uitvoerbureau.
Formulieren zijn verkrijgbaar bij de Ka
mer van Koophandel, de Banken en het
Clearinginstituut.
De bepalingen der deviezenverordening
1940 blijven van toepassing op handelingen,
vallende buiten het kader van bovenstaan
de regeling.
Een leidraad voor het betalingsverkeer
met Denemarken is binnenkort bij het Ne
derlandsche Clearinginstituut, Anna Pau-
•lownastraat 6, 's Gravenhage, verkrijgbaar.
Het Crisis Uitvoerbureau deelt in aan
sluiting aan het bovenstaande mede:
Het vereffeningscertificaat kan bij het
Crisis Uitvoerbureau worden aangevraagd
op de voor Duitschland gebruikelijke wijze.
D.i. door middel van het gele aanvraagfor
mulier, hetwelk by den Economischen
Voorlichtingsdienst en de Kamers van
Koophandel en Fabrieken verkrijgbaar is.
Bij deze instellingen zal binnen enkele da
gen een handleiding voor de invulling van
het genoemde aanvraagformulier beschik
baar zyn.
Voor producten, welke onder een uit-
voermonopolie uit hoofde van Landbouw-
crisiswet vallen, is de afgifte van het ver
effeningscertificaat door het Crisis Uitvoer
bureau gedelegeerd aan de desbetreffende
centrale monopoliehoudsters. Bovenstaande
regeling brengt geen wijziging in de ver
plichting tot het indienen van een verzoek
om dispensatie, resp. uitvoermachtiging in
gevolge de Uitvoerverbodenwet en het Cri-
sislandbouw-uitvoermonopoliebesluit 1939.
UITBETALING VOOR MELK NAAR
KWALITEIT
Met ingang van 12 Mei as.
Naar het Officieele Orgaan van den
F.N.Z. mededeelt, acht het bestuur van den
bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken
den tijd gekomen, dat de aangesloten fa
brieken algemeen overgaan tot uitbetaling
van de melk naar de kwaliteit.
Geadviseerd wordt reeds thans het
nieuwe systeem voor te bereiden, zoodat
het mogelijk is dit 12 Mei a.s. volledig in
werking te stellen. In Mei 1938 is reeds
met de noodige onderzoekingen begonnen.
Gedurende de daarop volgende jaren heeft
de Bacteriologische Dienst dit systeem
I beproefd en de uitkomsten getoetst aan die,
verkregen met andere gebruikelijke metho
den van onderzoek.