RECHTZAKEN VRIJDAG 17 JANUARI 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 8 Duitsche Landgerecht Het Deutsche Landesgericht heeft Woensdag te Zutfen een zitting gehouden. De 24-jarige slager W., uit Aalten, had zich te verantwoorden wegens beleediging van den Führer. Hij was in de plaats zij ner inwoning in een café geweest, had daar veel spiritualiën gedronken en ging als zin gende naar huis. Op straat liet hij zich be- leedigend uit over den leider van het Duit sche volk. Een voorbijganger, die den man waarschuwde, dat bij gevaarlijk spel speelde, kreeg als dank daarvoor een klap, welke hem tegen den grond deed slaan. Dientengevolge kon de man twee dagen zijn werk niet verrichten. De Staatsanwalt, dr. Koblitz, achtte de beleediging een ernstig delict, dat hij wenschte gestraft'te zien met een gevan genisstraf van acht maanden, terwijl hij voor de mishandeling vier maanden ge vangenisstraf eischte Rechter dr. Topich veroordeelde den man tot een gezamenlijke straf van zeven maanden gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis. Vervolgens stonden terecht twee koop lieden uit Zwolle, de 21-jarige T. en de 2C-jarige De V., die gezamenlijk in den nacht van 7 en 8 October j.l. een étalage hebben opengebroken van den schoenen winkel van Bata te Deventer. In totaal hebben zij 40 paar kousen en 4 paar schoe nen gestolen, welke zij in Zwolle aan den man trachtten te brengen voor resp. 0.75, f 1 en 2. T. lukte het uit de voorloopige hechtenis te vluchten, waarna hij zijn me dewerker aan de inbraak ook in vrijheid hielp. Beide verdachten bekenden het ten laste gelegde. Staatsanwalt dr. Koblitz zeide, dat vol gens het Duitsche recht deze vergrijpen eeer zwaar gestraft worden, omdat zij zijn gepleegd onder de verbescherming van de verduistering. Wie van de verduistering, welke wordt bevolen tot beveiliging van het land tegen vijandelijke vliegeraanval len, misbruik maakt, vergrijpt zich volgens Duitsche opvatting ten ergste aan de alge- ri'iPene veiligheid. Daarom dient dit geval streng te worden gestraft. In het Duitsche recht wordt rekening gehouden met deze gezichtspunten, in de Nederlandsche recht spraak niet. Vandaar dat het Duitsche recht hier behulpzaam is. Hoewel uit het verleden van beide jon gelieden is gebleken, dat zij niet steeds hun plicht hebben begrepen, wenschte spr. toch Een milde straf te vragen. De minste straf bi het Duitsche recht voor dit soort delic ten is een jaar gevangenisstraf. Tegen T. sischte hy een jaar en drie maanden, tegen De V. een jaar en twee maanden gevange nisstraf. De rechter, dr. Topich, bepaalde de straf sp een jaar en drie maanden voor T. en een jaar voor De V. Hij motiveerde dit vonnis met te zeggen, 'dat ook hij de mis? daad zeer zwaar vond. Het volk moet wor den beschermd tegen misdaden als de onr Serhavige. Spr. liet zich leiden door de om- itandigheden, dat verdachten volmondig bekend hadden, hun jeugd en de zekere mate van nood, waarin zij waren komen te verkeeren. Evenals in de vorige zaak de den ook deze veroordeelden afstand van aun recht op hooger beroep. HAAGSCHE RECHTBANK EEN PREMIEHORLOGE DEED INBREKER IN DE VAL LOOPEN. Een jaar gevangenisstraf geëischt. Op 16 November van het vorig jaar hoor de de vrouw van den tuinder A. J. Volle- bregt te Zoetermeer lawaai in huis. Zij maakte haar man wakker, die daarop een onderzoek instelde. Hij kwam tot de ontdekking, dat er bij hem ingebroken was en hij vermiste o.a. een horloge, eenig geld en een paar ringetjes. Het gouden horloge van V., dat in zijn vestzak was, terwijl het vest over een stoel hing, had de inbreker over het hoofd gezien. De politie was gewaarschuwd en de chef veldwachter van Zoetermeer J. F. H. Steenhuizen hield dien zelfden ochtend nog een persoon aan, P. M. L. D. uit Rotter dam, die echter pertinent ontkende bij V. ingebroken te hebben. Er werd alleen maar op hem gevonden een premiehorloge van „De Leidsche Cou rant" en dat bleek net zulk een horloge te zijn als V. vermiste. ,,Hoe of verdachte dan wel aan het hor loge kwam als hij niet in het huis bij V. geweest was", wilde de presndent weten. Verdachte kwam met het verhaal, dat hij dat horloge reeds een jaar tevoren gevon den had in Rotterdam. Men vond zulks heel vreemd, omdat het horloge geen hooge waarde vertegenwoor digde en een reclame-artikel was. De Officier nam dit excuus dan ook niet aan en wees er op, dat er in diezelfde maand nog meerdere inbraken te Zoeter meer gepleegd woren, die dezelfde kenmer ken droegen als waarmede verdachte te werk was gegaan. De eisch werd, het ten laste gelegde bewezen achtend, een jaar gevangenisstraf. Uitspraak over veertien dagen. NOG EEN ONTKENNENDE VERDACHTE Maar de politiehond nit Noordwijkerhout wees hem aan. Vervolgens moest terecht staan de 24-ja- rige schoenmaker J. v. d. W. eveneens uit Rotterdam. De 58-jarige landbouwer A. P. V. te Zoetermeer had geconstateerd, dat er in den nacht van 22 op 23 November van het vorig jaar geprobeerd was bij hem in te breken. Men had op zijn stoep een stapel stee- nen opgestapeld en had de hor van een bovenraam er uit gehaald waarna men be zig was geweest de stopverf uit de spon ningen te verwijderen. Vermoedelijk was de inbreker bij zijn werk gestoord, want rots het feit, dat er al een ladder klaar lag, was het bij een poging gebleven. Ook hier was de chef-veldwachter van Zoetermeer dadelijk aan den slag gegaan met als gevolg, dat hij des ochtends v. d. W. aan kon houden, die een heel partijtje inbrekerswerktuigen bij zich had. De ver dachte ontkende pertinent gepoogd te heb ben in te breken en gaf als reden voor zijn verblijf in Zoetermeer op, dat hij op zoek naar werk was geweest en dat hij zijn ge reedschap bij zich had. Aangezien hij tus- schen 12 en 4 uur niet op straat mocht zijn, had hy in een hooiberg geslapen. Men had toen den specialist op het ge bied van politiehonden, den brigadier C. M. Beke uit Noordwijkerhout met zijn hond er bij gehaald. Aan den hond was lucht gegeven aan den hor van het raam, dat er uit gehaald was en de hond had l daarna de pet van verdachten, uit zes an deren petten, aangewezen, terwijl hij daar na verdachte zelf had aangewezen. Ook hier achtte de Officier het ten laste gelegde bewezen en hij eischte ook hier een gevangenisstraf van één jaar. Uitspraak over 14 dagen. 199 GOUDEN TIENTJES NIET AANGEGEVEN. De aannemer L. J. van H. uit Wa s s e- naar had, toen het nog toegestaan was, 199 gouden tientjes gekocht voor 13.50 per stuk. Toen kwam de verordening, dat de gouden tientjes ingeleverd moesten wor den bij de Nederlandsche bank. Maar dit lichaam gaf maar ruim ƒ12.voor een gouden tientje, zoodat van H. er op zou verspelen. Daarom had hij den minder rechten weg bewandeld en had, door bemiddeling van een tusschenpersoon gepoogd de geldstuk ken te verhandelen. Op de een of andere manier was het „zaakje" uitgelekt en had men er stokje voor gestoken. Van H. had zich voor de Haagsche Recht bank te verantwoorden wegens overtre ding van deze deviezenbeschikking. De ambtenaar achtte dit bewezen en eischte een geldboete van 10.subs. 10 dagen en verbeurdverklaring van de 199 in beslag genomen goudstukken. Vonnis over 14 dagen. De bemiddelaar. Daarna moest terecht staan de fabrikant C. J. B. uit Wassenaar. Hy had zijn Een laag zand en zout vormt aan den voet van den St. Pieters berg te Maastricht een .rem" voor de talrijke slee rijders, die er van den sneeuwval prohteeren (Foto Het Zuiden) Zwaar weer op zee. Een hulpvaartuig van de Duitsche marine op de Noordzee (Foto Weltbild) bemiddeling in de transcactie aangeboden, welke aanvaard was. Ook hij was gelijk met den vorigen verdachte aangehouden, terwyl op hem bovendien nog werden ge vonden drie Belgische bankbiljetten van 100 francs en een van 50 francs. Ook hij had zich deswege te verantwoorr den, want hij had de buitenlandsche bank biljetten op moeten geven en inleveren. Hier werd de eisch een geldboete van 50.subs. 50 dagen met verbeurdverkla ring van het in beslag genomen bankpapier. Uitspraak over 14 dagen. MOORD TE OSS. In den nacht van 12 op 13 October heeft te Oss een vechtpartij plaats gehad, welke aan Marinus Johannes den Brok het leven ■heeft gekost. Eenige uren nadien werd het lijk van den Brok gevonden, waarna de politie in de zaak werd gemoeid. Onder leiding van den inspecteur van politie Kn iepstra werd een onderzoek in gesteld, ten einde den dader op te sporen. Bij dit onderzoek kwam het volgende aan het lidht. Dien naoht had Marinus den Brok, in gezelschap van twee militairen, een be zoek gebracht aan de woning van den 22- jarigen arbeider A. W. M. van E. woon achtig te Oss. Van E. maakte zich daarop kwaad over de houding van B. en wilde hem aan de deur zetten. Dat ging niet zoo gemakkelijk. Er ontstond een vechtpartij waarbij den Brok een vuistslag te incas- seeren kreeg. Van E. slaagde er in den Brok naar buiten te werken, nadat hij geroepen- hod: „Er uit. Ik sla je er uit of ik steek je er uit". Een troer van van E. die dien bewusten avond in de woning van van E. vertoefde, haalde dezen naar binnen, waarbij hy te gen hem zei: „Wees maar voorzichtig met dén Brok, want die is in staat een mes tus- schen je ribben te steken." Nadat van E. eenige-minuten in de woon kamer had gezeten, was hij opgesprongen en naar de keuken ge gaan, en terwijl hij uitriep: „Ik laat me niet op mijn kop zit ten" is hij naar buiten gerend, in de rich ting van den Berghemschenweg. Daar ont moette van E. den 40-jarigen Marinus den Brok. Tusschen beiden ontstond toen een vechtpartij. Hierbij heeft van E. zijn te genstander met een mes in de borst gesto ken, waarby een slagader werd getroffen. Tengevolge van een inwendige verbloei- ding is den Brok toen overleden. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek, werd de 22-jarige arbeider van E. als verdacht van moord gearresteerd. Gisteren stond hij voor de Bossche recht bank terecht Hem was primair doodslag ten laste gelegd en subsidair mishandeling den dood tengevolge hebbend. Bij het verhoor verklaarde van E., dat by de ontmoeting op den Berghemschenweg den Brok had uitgeroepen: „Oh,* ben jij daar". Den Brok heeft hem toen met een groot dolkmes aangevallen en verschillende malen naar hem gestoken. Eenmaal is van E. daafbij in de heup getroffen. Van E. •heeft toen een mes getrokken en heeft zooals hij beweerde uit zelfverdediging, daarmede naar den Brok gestoken". De president en ook de Officier van Ju- Vitammen-C verhoogen den weerstand, vooral In den winter en gedachtig aan deze wetenschap zijn vele groote bedrijven er toe overgegaan, dagelijks vitamine-C tabletten voor hun personeel beschikbaar te stellen. Tijdens de dag.lijbch. uitr.iklng 'c— D" u-"— (Foto Pax-Holland) De eindwedstrijden om het kampioenschap van Nederland hoofdklasse klein biljart zijn te Amsterdam aangevangen. P. J. M. Geestman aan stoot tijdens zijn partij tegen A. J. Hoogland (Foto Pax Holland) stitie vroegen aan den verdachte of het voor hem noodzakelijk was, den Brok met een mes te steken. Hierop antwoordde de verdachte: „Als ik hem niet gestoken had, dan had hij mij dood gestoken. De verdachte voegde er nog aan toe, dat hij den Brok niet opzettelyk heeft dood gestoken. Hij beweerde den Brok niet eens te ken nen. Op den Berghemschen weg wist hij ook niet, dat de persoon, die hem aanviel, den Brok was. By het getuigenverhoor verklaarde de inspecteur van politie Kniepstra en de agent van politie G. de Haan, dat verdach te opvliegend van aard is. Overigens staat hy niet ongunstig bekend. Den Brok daar entegen stond ongunstig bekend. De officier van justitie mr. Raceveur zei- de in zijn requisitoir, nadat vele getuigen aan den tand waren gevoeld, vast kwam te staan, dat niemand anders dan van E. de dader kon zijn. De verdachte bleef aanvankelijk ontken nen den steek te hebben toegebracht. Ten slotte, toen hy inzag, dat ontkennen niet meer hielp, legde hij een bekentenis af en gaf toe den Brok van het leven te hebben beroofd. Hij voegde er onmiddellijk aan toe, dat hij dat niet opzettelijk had gedaan, en dat hij nooit den opzet heeft gehad den Brok te do oden. De officier was van meening, dat uit de bekentenissen van den verdachte en uit de verklaringen der getuigen is komen vast te staan en 'bewezen, dat de verdachte zich aan doodslag heeft schuldig gemaakt. Over den verdachte is een psychiatrisch rapport uitgebracht en de conclusie daar van is, dat de verdachte toerekeningsvat baar is. De officier eischte tegen den verdachte wegens doodslag een gevangenisstraf van zes jaar. De verdachte betoogde hierna met klem, dat hij nooit de 'bedoeling heeft gehad' den Brok van het leven te berooven. De verdediger drong er met klem op aan den verdachte van de tenlasteleggin gen van doodslag en zware mishandeling vrij te spreken. Subsidair concludeerde pleiter tot het opleggen van een mildere straf. HAAR KINDEREN HULPLOOS ACHTERGELATEN. Veroordeeld tot 6 maanden gevangenis. De Rotterdamsche Rechtbank veroor deelde de 32-jarïige J. G. K.-M., wegens het in hulpeloozen toestand achterlaten van haar kinderen verdachte had op 14 Mei haar vier kinderen in haar woning achter gelaten en zelf was zij, in gezelschap van een man naar veiliger oorden;'vertrokken, zonder zich ook maar iets van die kinderen, aan te trekken, hoewel zij regelmatig het volle steunbedrag van Maatschappelijk Hulpbetoon bleef incasseeren tot zes maanden gevangenisstraf. W. A.-HOPMAN VOOR HAARLEMSCHE RECHTBANK. De Haarlemsche Rechtbank behandelde heden een zaak tegen den 40-jarigen ac countant H. uit Overveen, hopman van de W. A., wien diefstal van een speldje der Nederlandsche Unie en mishandeling van een voetganger was ten laste gelegd. De Officier van Justitie, mr. B. van der Burg, was van oordeel dat de feiten wel vaststonden, doch dat er verschil van mee ning bestond over de omstandigheden, waaronder zij zich hadden voorgedaan. Hij eischte tegen den hopman dertig gul den boete subs, dertig dagen hechtenis. De verdediger, mr. Nieuwenhuis, ver klaarde, dat van diefstal geen sprake was geweest en dat de hopman ten aanzien van de ten latste gelegde mishandeling uit nood weer heeft gehandeld, zoodat vrijspraak zal moeten volgen. Uitspraak 30 Januari. Nu het graszoeken vo >r de schapen door sneeuw en vorst zooveel moei'ijker is gewoiden, gaan de veehouders er toe over om hooi op het 'and bij te voederen, waardoor de wold-agers beter tegen het koude jaargetijde kunne" (Foto Pax-Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 8