DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN fZïe óbtijxl met Cugxiand De „Southampton" verloren De stand der Rijksmiddelen. Bonaanwijzingen. VRIJDAG 17 JANUARI 1941 32ste Jaargang No. 9849 3)e Ceiul&elveSoii/^atit Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbox 11, DUITSCH WEERMACHTBERICHT. Het Duitsche weermachtbericht van giste ren luidt als volgt: Het luohtwapen heeft gisteren overdag tiidens een gewapende verkenning een troepenkamp en een ander doel in Zuid- Oost-Engeland met bommen bestookt. In den afgeloopen nacht hebben forma ties gevechtsvliegtuigen ondanks den on- gunstigen weerstoestand voortdurend voor den oorlog belangrijke doelen in een stad in Midden-Engeland, in geringen omvang ook te Londen aangevallen. Het station van Dover heeft verscheiden voltreffers gekre gen. Voorts zijn weer mijnen gelegd voor Engelsche havens. De vijand heeft in den afgeloopen nacht op verscheiden plaatsen in Noord-Duitsch- land brisant- en brandbommen geworpen. Te Wilhelmshaven is brand in verscheidene huizen ontstaan. Het energieke ingrijpen van den veiligheids- en hulpdienst en van de zelfbescherming kon echter uitbreiding van deze branden voorkomen. Ook in het havengebied lagen enkele brandbommen te gloeien, zonder evenwel noemenswaar dige schade aan te richten. De verliezen te Wilhelmshaven bedragen twintig dooden en 35 gewonden. Volgens de bij het opperbevel van de weermacht ontvangen berichten, zijn op 15 Januari drie vijandelijke vliegtuigen in luchtgevechten neergeschoten. Aan Duit sche zijde zijn geen verliezen geleden. BRITSCHE KRUISER VERLOREN. Volgens den Londenschen berichten dienst heeft de Britsche admiraliteit mee gedeelde dat de schade, die de zware Brit sche kruiser „Southampton" (9.100 ton) Vrijdag heeft opgeloopen, tot het totale verlies van den oorlogs bodem heeft geleid. De uitgebroken branden konden niet meer gebluscht worden en zij bereikten zulk een omvang, dat het schip opgegeven moest .worden. Daar het onmogelijk was, het schip een haven binnen te sleepen, moest het door de eigen bemanning tot zinken gebracht worden. NA HET BOMBARDEMENT VAN SOUTHAMPTON. Het gemeentebestuur van Southampton heeft, volgens een bericht in de „Daily Mail", thans zelf de taak op zich moeten nemen, te zorgen voor warme winterklee- ding voor 110.000 burgers der stad. De meeste hunner hadden bij de groote bran den, die na de jongste Duitsche luchtaan vallen waren uitgebroken, hun geheele garderobe verloren. Tegelijkertijd werden echter ook, naar het blad meldt, reusach tige voorraden stoffen en kleedingstukken in de magazijnen vernield. Dientengevolge werden aldra de nog gespaard gebleven zaken door kooplustigen bestormd. Daar waren de voorraden natuurlijk in een oog wenk verdwenen. Het stadsbestuur heeft eerst langdurig met de regeering onder handeld. Daar deze onderhandelingen even wél te lang duren, heeft de stedelijke over heid midden Januari besloten, door een eigen actie voor de noodige warme winter- kleeding te zorgen. BRAND WACHTDIENST IN ENGELAND. De Engelsche minister van veiligheid, Morrison, heeft een verordening uitge vaardigd, naar Associated Press meldt, dat alle Engelschen tusschen 16 en 60 jaar, zoo wel mannen als vrouwen, opgeroepen wor den voor den brandwachtdienst. Het zou in dit geval aan gegoeden niet geoorloofd zijn menschen te huren om dezen dienst van hen over te nemen. De brandwachts moe ten 48 uur per maand zonder vergoeding dienst doen. Het hoofd van de politie te Manchester, die tevens commandant van de brandweer is, heeft medegedeeld, dat bij een der groote nachtelijke aanvallen der Duitsche luchtmacht op Manchester 37 brandweer mannen om het leven gekomen zijn. Vier der slachtoffers behoorden tot brandweren uit andere steden, die te hulp gesneld wa ren. Het Britsche ministerie van gezondheid heeft, volgens den Britschen nieuwsdienst, verordend, dat alle kinderen beneden de 14 jaar uit Londen moeten worden geëva- cueerd- HET GEVAL VAN DE „MENDOZA". De regeering van Uruguay heeft thans of ficieel vastgesteld, dat het Engelsche oor logsschip „Asturias", dat het Fransche vrachtschip „Mendoza" heeft opgebracht, hierbij de neutraliteitszone heeft geschon den. De minister van buitenlandsche zaken van Uruguay heeft reeds den Engelschen gezant opmerkzaam gemaakt op den ern- stigen toestand, welke dit feit op de be staande betrekkingen tusschen de regeerin gen van Uruguay en Engeland kan heb ben. Naar verluidt, heeft de Engelsche ge zant hierop beloofd, zich met het Foreign Office in verbinding te zullen stellen. De „Glebo" meldt uit Rio de Grande, dat het Fransche s.s. „Mendoza" ongeveer twee mijl van den haveningang van Rio Grande voor anker gegan is. IJSLAND WIL GEEN ENGELSCHE BEZETTING. In grooten opmaak publiceeren de Deen- sche bladen een telegram uit New York, volgens hetwelk de IJslar.dsche consul-ge neraal, Thors, onlangs in een onderhoud gezegd heeft, dat IJsland een klein land is, zonder leger, zonder militie en met slechts 10 politie-agenten. De bevolking geeft dan ook uiting aan den begrypelijken wensch, dat de Engelschen zoo spoedig mogelijk het land weer zullen verlaten, omdat een be zetting ernstig in strijd is met de IJsland- sche mentaliteit. Men koestert ook planren om zich tot de Vereenigde Staten te wen den, opdat Amerikaanshe troepen de be zetting overnemen, op voorwaarde echter, dat de Engelschen vertrekken. TERUGKEER DER IN ZWITSERLAND GEÏNTERNEERDE FRANSCHEN. De Zwitsersche bondsraad heeft op grond van de Duitsch-Fransche wapenstilstandns- overeenkomst toegestemd in den terugkeer der geinterneerde Fransche soldaten naar Frankrijk. Krachtens de overeenkomst zijn de paarden der geinter neerden aan de Frar.sche boeren teruggegeven, terwijl de oorlogsuitrusting van het 45ste Fransche legercorps ter beschikking van Duitschland gesteld wordt. De geïnterneerden zullen aan de Fransche grens gedemobiliseerd worden en naar hun haardsteden in bezet en onbezet gebied terugkeeren. Over de soldaten van het 45ste legercorps, die geen Franschen zijn, wordt later beslist. HOOGERE OPBRENGSTEN IN 1940. Aan de gegevens over den stand der Rijks middelen per ultimo 1840 wordt het volgen de ontleend. Directe belastingen. Bij - de beoordeeling van het totaal bedrag der kohieren voor deze belas tingen, kan in deeerste plaats met voldoening worden geconstateerd, dat deze middelen over het gepasseerde jaar volkomenaen de verwachtingen hebben beantwoord. Bedroeg op ultimo December 1939 het zuiver bedrag der kohieren 133.150.782.93, thans is dit bedrag gestegen tot 183.526.268,95 of ruim 50 millioen gulden meer. Hierbij moet echter niet worden verge ten, dat eerstgenoemd bearag slechts be trekking had op de grondbelasting, de inkomstenbelasting, de vermogensbelas ting en de verdedigingsbelasting terwijl nu daarbij gekomen zijn de opcenten op de gemeentefondsbelasting en de winstbelas ting. De grondbelasting, waarvoor geraamd was 10.780.000, bracht 10.865.072 op of ruim 85.000 gulden meer en kwam daar mede 161.205 boven de opbrengst over het voorafgaande jaar. Ook de inkomstenbelasting kwam met een opbrengst van 92,840.430 boven de raming en wel met 3.840.430. Deze belas ting bleef daarmede nog 178.000 boven de opbrengst over 1939. De vermogensbelasting (raming 20 mil lioen) bracht het in 1940 tot een bedrag van 18.806.120 of bijna een half millioen minder dan over het jaar daarvoor. Hoewel de verdedigingsbelasting met 9.437.335 bijna 't bedrag der raming 9.5 millioen) naderde, vertoonde dit middel in vergelijking met 1939 echter een terug gang van ruim 1 millioen. Wat de opcenten op de gemeentefonds belasting betreft, welke in 1940 voor het eerst op den middelenstaat voorkwamen en waarvoor een bedrag van 29.5 millioen was geraamd, vermeldt het overzicht dat deze tot dusver 28.803.288 hebben opge bracht. Tenslotte geeft de onlangs ingevoerde winstbelasting, waarvoor nog geen ramings bedrag was uitgetrokken, tot ultimo 1940 eert opbrengst te zien van 22.774.020. Overige middelen. Ook de totale opbrengst der overige mid delen over het jaar 1940 stemt, alles in aan merking genomen, tot tevredenheid. Natuurlijk valt het te betreuren, dat ver schillende dezer middelen als gevolg van de omstandigheden ver bij de raming ten ach ter moesten blijven, doch daarnaast stemt .het tot verheugenis, dat tal van andere mid delen door een aanmerkelijk hoogere op brengst dezen achteruitgang weer hebben te niet gedaan, zoodat uiteindelijk de totale opbrengst ad 462.244.281 de raming van 450.5 millioen met 11.744.281 heeft over schreden. Bij een beschouwing van de cijfers der middelen afzonderlijk zien we in de eerste plaats, dat de dividend- en tantièmebelas ting met een opbrengst van f 11.095-483 daarmede ruim 15.9 millioen beneden de raming bleef en 15.28 millioen ten achter by de opbrengst over 1939. Het tweede middel, dat als vanzelfspre kend een grooten terugslag gaf te zien, zijn de rechten op den invoer. Bedroegen deze over 1939 het record van f 122.755.170, thans kon de opbrengst van deze rechten het niet verder brengen dan f 80.070.711 of ruim 27.9 millioen minder dan de ra ming. Ook de rechten en boeten van zegel toon den een dalenden tendenz. Bij een raming van 20 millioen bedroeg de opbrengst slechts 12.647.630 of ruim 7.35 millioen minder. Vergeleken bij 1939 was de op brengst 5.370.000 lager. De overige m,.'delen, welke de raming niet konden haleni zijn: het statistiekrecht met een opbrengst van f 1.650.817 (lager 849.182)de accijns op wijn met 2.234.113 (lager 65.887); de. couponbelasting met 3.960.069 (lager f 839.930); de rechten en boeten van successie met f 41.753.861 (la ger 2.246.138) en, o n begrijpelijke rede nen. de loodsgelden met slechts 94.012 (lager 705.937). Komen we thans aan de middelen, welke de raming hebben overschreden, dan dient daarvan in de eerste plaats te worden ge noemd de omzetbelasting, welke bij een opbrengst van f 108.945.014 met een bedrag van 25.945 boven de raming kwam en ru'TTi 20 millioen boven de opbrengst van 1939. Daarop volgt de accijns op tabak, voor welk middel de raming was gesteld op 36 millioen. De opbrengst steeg echter, mede dank zij den ingevoerden opcenten, tot f 55.954.250, met welk bedrag deze accijns ongeveer 16.5 millioen meer opbracht dan in het voorafgaande jaar. Ook de accijns op het gedistilleerd kwam aanmerkelijk boven de raming uit en wel met ruim 12.5 millioen. De opbrengst van dit middel bedroeg 41.527.655, hetgeen ruim 10 millioen hooger is dan over 1939. De andere middelen met een hoogere opbrengst dan de raming zijn: de acciins op zout met een opbrengst van 2.481.597 (hooger 681 597); de accijns on geslacht met 10.987.604 (hooger 3.787.604); de accijns op bier met f 10.282.689 (hooger f 1.782.669): de accijns op suiker met 59 304.356 (hooger 304.356, doch 1.822.485 lager dan de opbrengst over 1939); de belasting on gouden en zilveren werken met 830.727 (hooger 230 727), en de rechten en boeten van registratie met 18.422.696 (hooger f 2.422.696). Wat tenslotte de opbrengst over de maand December 1940 betreft, kan wor den geconstateerd, dat deze f 42.600.447 heeft bedragen, of ruim 5 millioen gulden meer dan de maandelijksche raming. Nieuwe Staatsleening. Rente 4%; looptijd 10 jaar. Naar wij van bevoegde zijde verne men zal zeer binnenkort een nieuwe staatsleening worden uitgegeven tot een bedrag van 500 millioen gulden. De rentevoet zal 4 procent bedragen, terwijl de leening een looptijd zal heb ben van 10 jaar. De obligaties dezer leening zullen gebruikt kunnen worden voor de be taling van aanslagen in de successie rechten. Het prospectus zal a.s. Maandag ver schijnen. De secretaris-generaal van het Departe ment van Landbouw en Visscherij maakt het volgende bekend: BOTER EN VETTEN. Gedurende het tijdvak van Zaterdag 18 Januari tot en met Vrijdag 24 Januari a.s. geeft de met „26" genummerde bon van de boterkaart en van de vetkaart recht op het koopen van een half pond boter of een half pond margarine. Deze bon geeft der halve geen recht op het koopen van vet. De met „26" genummerde bonnen, die op Vrijdag 26 Januari nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog geldig tot en met Vrijdag 31 Januari a.s. BROOD EN GEBAK. Gedurende het tijdvak van Maandag 20 Januari tot en met Zondag 26 Januari a.s. geeft elke der met „24" genummerde bon nen van de broodkaart recht op het koo pen van ongeveer 100 gram roggebrood of ander brood. Voorts geeft elke der met ,.24" genummerde broodbonnen recht op het koopen van een rantsoen gebak. Dit omvat voor de hierna genoemde bakkerij producten telkens ten minste het daarach ter geplaatste aantal grammen: beschuit 75 gram biscuits en wafels 90 gram speculaas 140 gram andere koekjes 200 gram. koek 160 gram. cake 300 gram. gevuld klein korstgebak. (b.v. amandelbroodjes) 400 gram. gevuld groot korstgebak. (b.v. boterletter) 500 gram. taart en gebakjes 600 gram. Voor geheel of ten deele uit meel of bloem gebakken producten, welke hierbo ven niet genoemd zijn, geldt, dat een rant soen een hoeveelheid omvat, waarin 70 gram meel of bloern is verwerkt. De op 26 Januari nog niet gebruikte bon nen blijven voorts nog geldig gedurende de week van 27 Januari tot en met 2 Februari a^., met dien verstande, dat zij gedurende laatstgenoemde week niet mogen worden gebruikt in hotels, restaurants e. d. EIEREN. Gedurende het tijdvak van Maandag 20 Januari tot en met Zondag 26 Januari a.s. geeft de met „46" genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje recht op het koopen van één ei. De bonnen, welke op 26 Januari nog niet zijn gebruikt, blijven geldig tot en met Zondag 2 Februari a.s., met dien verstande, dat zij gedurende de week van 27 Januari tot en met 2 Februari niet gebruikt mogen worden in hotels, restaurants e. d. SUIKER. Gedurende het tijdvak van Zaterdag 18 Januari tot en met Vrijdag 14 Februari a.s. geeft de met „91" genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje recht op het koopen van één kilogram suiker. PETROLEUM. De secretaris-generaal van het departe ment van handel, nijverheid en Scheep vaart maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Maandag 20 Januari tot en met Zondag 23 Februari éLS. de met „pe riode D" gemerkte zegel van de serie, wel ke is uitgereikt ten behoeve van hen, die voor verlichting in het huishouden uitslui tend op het gebruik van petroleum zijn aangewezen, recht geeft op het koopen van 2 liter petroleum. NED. ARBEIDERS IN DUITSCHLAND. Regeling van de geestelijke verzorging. Na langdurige onderhandelingen met het kerkelijk gezag hier te lande en de Neder- landsche autoriteiten van Sociale Zaken, is het R.K. Werkliedenverbond er in ge slaagd een regeling te treffen voor de gods dienstige verzorging van de Ned. Katho lieke arbeiders die in Duitschland werken. Volgens de jongste gegevens moet het totaal aantal Ned. arbeiders in Duitsch land op het oogenblik ongeveer 80.000 be dragen, w.o. 25.000 z,g. grensarbeiders, die of eiken avond of eens per week naar hun haardsteden in Nederland kunnen terug keeren. In overleg met Z. H. Exc. den Aartsbis schop zijn bereids twee paters Carmelieten voor de verzorging van de geestelijke be langen der Ned. katholieke arbeiders in Duitschland aangewezen, n.l. de weleerw. paters Ewald Rüther en Salvator v. d. Hurk. Het wachten is nu nog slechts op de toe stemming van de bevoegde Duitsche in stanties, van wie men verhoopt, dat zij spoedig zullen beslissen, dat tegen uitzen ding van deze priesters geen bezwaren be staan. Alamentje IN SEGETITSJ. Snapt u zoo'n man? Ik bedoel dien 68-jarigen boer uit het dorp Segetitsj bij Oejvideck en als het u met deze aanduiding nog niet duidelijk genoeg is, dan zal ik er maar bij vertellen, dat dit ergens in Joego-Slavië ligt in het vroegere Servië dus of Bosnië of Mon tenegro. Die boer was bewusteloos in eengezakt en men daoht, dat hy was overleden. Met zoo iets zijn ze daar in die bergen nogal gauw, want ze zijn tuk op een begrafenisfeest. Den boer werd dus snel zijn houten demie-tje aangetrokken en juist was men bezig, dat houten jasje dicht te spijkeren, toen de doodgewaande tot het bewust zijn terugkeerde. Vanuit zijn opberg plaats moet hy toen in een van de vijf tien talen, die daar gesproken wor den, de volgende merkwaardige woorden hebben gezegd: ,,Ik denk er niet aan om dood te gaan, ik wil eerst het einde van den oorlog be leven." Nu kan een mensch, zelfs op hoogen leeftijd, verzot zyn op een pretje, maar ik waag het toch te betwijfelen of al les wat wij beleven een pretje mag worden genoemd. Nu zijn er in Sege titsj waarschijnlijk geen broodkaarten, geen vleeschbonnen, hoewel ik mij her inner, dat er toch iets aan de hand is geweest met de bakkers van Petrinja. Maar toch schijnt het daar in Segetitsj niet ongezellig te zyn. Zoo gauw de verbindingen wat beter worden, denk ik er over naar Segetitsj te gaan om daar gezellig met het le vende lijk het einde van den oorlog af te wachten. Als het maar niet al te lang duurt.... Gironummer van de W. H N. Stort op 5553 of 877. Kasvereeniging N.V., A'dam. Postgironummer 877. De Bank van de W. H. N. is 5553 Waar blijft het geld van Winterhulp? Wij kunnen de lezers van ons blad me- dedeelen dat de Burgemeescter van Leiden, als Plaatselijk Directeur van Winterhulp, reeds een tweetal uitkeeringen van het Provinciaal Bureau ontvangen heeft waar van het totaal-bedrag ver uitgaat boven hetgeen in deze gemeente aan collecte, speldjesverkoop en giften is opgebracht Het Plaatselijk Bureau Leiden, dat ge vestigd is in het Stadhuis (kamer 27), heeft gezorgd, dat na tevoren ingesteld onder zoek én met inachtneming van bepaalde normen thans reeds door middel van de verpleegsters van de verschillende wijk- vereenigingèn, die zich daartoe gaarne wel willend bereid hebben verklaard, aan ruim 400 gezinnen in deze gemeente en uitkee- ring kon worden verstrekt. Deze uitkeeringen varieeren van 2.50 tot 27.50, waarby natuurlijk met ver schillende factoren rekening is gehouden. Het Plaatselijk Bureau gaat met zijn werkzaamheden geregeld voort; 'alle ver zoeken, die inkomen, worden geleidelijk onderzocht en verder behandeld. Indien men nog niets op zijn verzoek hoorde, loo- pe men niet dadelijk naar het Stadhuis, doch wachte nog even rustig af. Het spreekt van zelf dat, wil men aan de zeer vele aanvragen voldoen, nog zeer veel geld noodig is. Daarom, gedenkt de collecte voor Win terhulp Nederland, de collecte met Intee- kenlijsten, die op 31 Jan. en 1 Febr. a.s. langs de huizen zal worden gehouden. Legt nu reeds uw gift ter zijde, het komt ten bate van uw nevenmensch die het noo dig heeft. Geeft Royaal!!! DE OORLOG TER ZEE. NEW YORK, 17 Jan. (D. N. B.). Het Britsche motorschip „Zealandic", groot 10.578 ton, heeft in S. O. S.-seinen mede gedeeld, dat het 650 mijl ten Noord-Wes ten van Londonderry is getorpedeerd. Het schop voer tusschen Engeland en Nieuw- Zeeland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1