UE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
Reeds geplaatst in een gedeelte onzer
vorige oplage.
OOK LEIOEN VIERDE
IJSFEEST
In stad en omgeving werd
druk gereden
Nadat Vrijdagavond en Zaterdag de
dooi gedreigd had als spelbreker op te
treden en daardoor de plannen van dui
zenden en honderdduizenden, die in de
week misschien slechts even tijd hadden
om 'n baantje te rijden, in de war zou
sturen, is het afgeloopen weekeinde toch
bijzonder meegevallen.
Zaterdagmorgen was de vorst geweken
en des middags stond de thermometer nog
2 graden bóven nul. Tegen den avond ech
ter herleefde de hoop, dat er nog een goede
ijs-Zondag zou volgen en dat was inder
daad het geval.
Zaterdagmiddag bonden de duizenden en
duizenden schaatsliefhebbers de ijzers onder
en gisteren werd dit aantal nog vele malen
verdubbeld, zoodat we met recht kunnen
zeggen, dat geheel Nederland gisteren op
de gladde ijzers stond. Alle tijdsomstan
digheden met al den aankleve van dien ten
spijt hebben jong en oud zich thans ten
volle kunnen overgeven aan de zoo bij uit
stek geliefde volkssport, waarvoor niemand
zich te oud voelt: het schaatsenrijden, en
al komt thans de dooi, we mogen zeggen,
dat de winter 19401941 weer een sum
mum aan wintersportvermaak heeft gege
ven.
We schreven hierboven, dat geheel Ne
derland gisteren op de schaats stond en
niets is minder waar. Men behoeft slechts
de sportrubriek na te1 lezen om te zien hoe
overal in den lande wedstrijden werden
gehouden en toertochten werden georgani
seerd van tientallen K.M. De geliefkoosde
ijssport bracht naast de wedstrijd- en toêr-
rijders evenwel nog tienduizenden andere
schaatsliefhebbers op de gladde ijzers en
het groote koor dezer ongenoemden over
trof nog verre dat der wedstrijd- en toer
rijders. Maar, zonder zich een 'grootheid in
deze sport te gevoelen, zal menigeen volop
hebben kunnen genieten en hetzij op ijs
banen, of singels, hetzij op polderslooten of
meren, overal zag men in de afgeloopen
dagen schaatsenrijders, die aan dezen bijT
zonderen winter toch aangename herinne
ringen zullen bewaren.
Ook de Leidsche IJsclub bleef niet ach
terwege om het ijzer te smeden, nu het
heet was.
Zaterdagmiddag werden wedstrijden in
het hardrijden gehouden. Deze waren
onverdeeld in die voor schoolploegen en
voor individueele rijders, beide weer ge
scheiden in seniores en juniores-wedstrij
den.
Voor de juniores-schoolwedstrijden had
den vijf ploegen ingeschreven.
Allereerst reed de Chr. H. B. S. tegen
de Ambachtsschool I, welke race door eerst
genoemde school gewonnen werd.
Daarna kwamen tegen elkaar de Gem.
H.B.S. I en II tegen Ambachtsschool II.
H.B.S. I won en de tweede ploeg zag zich
als snelste tweede in de finale geplaatst.
Hier won wederom de Gem. H.B.S. I,
de Chr. H.B.S. werd tweede en de Gem.
H.B.S. II derde.
Tien deelnemende ploegen telden we bij
de seniores. De resultaten in de voorwed
strijden waren als volgt: Chr. H.B.S. I
wint van de School Reuver, U.L.O.-school
Rijswijk wint van de R.K. H.B.S., de Chr.
H.B.S. II wint van de Ambachtsschool I en
de Gem. H.B.S. I wint van Ambachtsschool
II. Het Gymnasium tenslotte won van de
Gem. H.B.S. II, maar deze race werd ongel
dig verklaard, omdat een der deelnemers
van het Gymnasium wegens een gebroken
schaats was uitgevallen en deze rijder zich
had doen vervangen door een deelnemer,
die reeds was uitgekomen. De Gem. H.B.S.
I kreeg dus nog een kans en won nu op
niet onfortuinlijke wijze.
In de halve finale won vervolgens de
Chr. H.B.S. I van de U.L.O.-school Rijswijk,
en de Gem. H.B.S. I van de Gem. H.B.S. II,
terwijl de Chr. H.B.S. II vrijgeloot was,
zoodat deze ploeg met de twee winnaars
van de halve finale in den eindstrijd kwam.
Dit werd een enerveerende strijd, waar
uit de eerste ploeg van de Chr. H.B.S. als
winnares te voorschijn kwam. Tweede werd
de Gem. H.B.S. I, derde de Chr. H.B.S. II.
Daarna werd een aanvang gemaakt met de
individueele wedstrijden.
Bij de seniores war^n tien deelnemers in
geschreven, die twee aan twee over de
baan van 500 Meter gingen.
Jammer genoeg bleken de twee eerste
rijders de besten, zelfs ondanks een der
deelnemers in den eersten bocht een val
maakte.
Het waren dr. ten Cate en Gentis, die
hier tegen elkaar kwamen. Beiden stonden
zij op Noren, dr. ten Cate het eerst in de
binnenbaan, Gentis in de buitenbaan. Gen
tis zette in den eersten bocht te ver door en
toen hij te scherp naar het einde van den
bocht trachtte te komen, schoof hij onder
uit Even dacht hij eraan den strijd te sta
ken, doch daarna stond hij op en vervolg
de de race. De tijd van dr. ten Cate was
59.1 sec., van Gentis 1 min. 8 sec. En daar
mede bezette Gentis zelfs nog de plaats
van den snelsten tweede, want de tijden
der overige deelnemers waren:
Ver'iey v. Wijk 1 min. 9 2/5 sec., Reitsma
1 min. 11 sec., Zwanenburg 1 min. 18 sec.,
v. Eysinga 1 min. 13 2/5 sec., J. A. Brinks
1 min. 36 sec., J. Lémaire 1 min. 16 sec.
Dr. ten Cate en Gentis kwamen dus we
derom tegen elkaar en hoewel de strijd
nu meer gelijk opging en valpartijen uit
bleven waren de rijders te moe om goede
tijden te kunnen noteeren. Dr. ten Cate
werd evenwel opnieuw winnaar, thans in 1
min. 1 sec., terwijl Gentis een tijd maakte
van 1 min. 2 sec.
Daarna volgde nog de individueele wed
strijd voor juniores over 250 meter, waar
voor ongeveer een gelijk aantal deelnemers
zich had opgegeven.
Winnaar werd hier J. S. Ooms in 3T4
sec., tweede A. Brinks in 41 sec.
De tweede wedstrijdmiddag der Leidsche
IJsclub 'werd een mislukking. De inschrij
ving voor het schoonrijden was openge
steld tot 's middags half drie en men had
gehoopt, dat velen zich in den loop van den
ochtend zouden hebben opgegeven. Dit was
evenwel niet het geval en aangezien enkele
aangezochte juryleden van buiten de stad
waren aangezocht, werden deze te 12 uur
afgebeld. Nadien wilden nog wel enkele
paren zich opgeven, maar nu zou er geen
wedstrijd-jury zijn.... dus kwam er van
het schoonrijden niets.
GESLAAGD IJSFEESTJE
OP DEN OUDE RIJN
Evenals het vorig jaar heeft het ijs-comi
té van den Oude Rijn, gelegen tusschen
Hoogstraat en Hooglandsche Kerkgracht de
eerste gelegenheid aangegrepen om voor
de kinderen een ijsfeestje te organiseeren.
Ditmaal was het wel'niet zoo gemakkelijk
gegaan, daar de vaart dat Oude Rijn-gedeel
te in een onberijdbare schotsenmassa had
herschapen. Het comité blijkt daar echter
niet voor een klein geruchtje vervaard.
Met man en macht werd de zaak, en ter
dege, aangepakt en zoo zag men op Don
derdagavond het gansche comité massa's
water pompen over het slechte ijs en koning
Winter zorgde, in den nacht voor de rest.
Op een keurige vlakke ijsbaan nu wapper
de Zaterdagmiddag de driekleur en vroo-
lijke tonen van de muziek, verzorgd door
den heer Breddels, brachten er al spoedig
een feestelijke stemming in. Door een zes
tigtal kinderen werd aan de wedstrijden
deel genomen. Het werd een middag van
ontspanning door inspanning, waarbij de
deelneemsters en deelnemers tusschen de
pauze's op anijsmelk en koek werden ge-
tracteerd in daartoe door de directie van de
fabriek van lampenpitten beschikbaar ge
stelde verwarmde lokaliteiten.
De uitslagen der wedstrijden luiden als
volgt.
Meisjes van 12 tm. 14 jaar: stoeltje rijden
met bal: 1. Leni van Haasteren, 2. Truusje
Martijn, 3. Truida de Wolf, 4. Ria Devilé.
Meisjes van 9 t.m. 11 j.: jongleur-groep:
1. Cokkie van Haasteren, 2. Maike Kante
been, 3. Tini Devilé, 4. Hanny Roos.
Jongens van 12 t.m. 14 jaar: turfrapen: 1.
Anton Verstraten, 2. Bern. v. Duuren, 3.
Flip Teljeur, 4. Ger. Staats.
Jongens van 9 t.m. U jaar: bal slaan: 1.
Ger. Oppelaar, 2. Piet Selier, 3. Frans Cas-
telein, 4. Jan de Feij.
Jongens van 6 t.m. 8 jaar: naar den trein:
1. Piet Roos, 2. Kees v. Leeuwen, 3. Eddi
Brunt.
PROF. DR. J. PH. VOGEL 70 JAAR.
Ter gelegenheid van den 70sten verjaar
dag van prof. dr. J. Ph. Vogel, oud-hoog
leeraar in het Sanskrit aan de Universiteit
alhier en stichter en eerevoorzittei van het
Instituut Kern is Zaterdagmiddag in de
leeszaal van dit Instituut een receptie ge
houden, waar vele vrienden en oud-leer
lingen, onder wie veel hoogleeraren, den
jubilaris kwamen gelukwenschen.
Prof. F. D. K Bosch uit Utrecht voerde
namens de aanwezigen het woord en hul
digde prof. Vogel als een geleerde, in wiens
werk typische Nederlandsche karakter
eigenschappen tot uiting komen. Zijn oud-
Hollandsche degelijkheid, die afkeerig is
van alle ongefundeerde speculaties, maakt
dat iedere bijdrage van prof. Vogel een ste
vige bouwsteen is tot onze kennis van het
oude Indië. Bovendien leeft in prof. Vogel
iets van den pioniersgeest van or.ze 17de
eeuwsche voorvaderen die hem bij het be
gin van zijn loopbaan, het toen nog zoo
weinig bekende Voor-Indië deed verkiezen
boven het rustige Amsterdam.
Aangezien de jubilaris een geschenk, dat
alleen hem persoonlijk ten goede zou ko
men niet zou wenschen, bood het comité
aan het Instituut Kern, prof Vogels gees
teskind, twee fraaie kasten aan, bestemd
tot bewaring van de collectie platen en
archivalia, door prof. Vogel tijdens zijn
loopbaan als archeoloog in Voor-Inddë bij
eengebracht
Prof. Vogel dankte den spreker en alle
aanwezigen en sprak de hoop uit dat het
hem gegeven zal zijn nog menige bijdrage
te leveren tot de studie van de Indische
cultuur.
DE H. T. M.
Zooals gemeld heeft de H.T.M. (de gele
tram) verlof gekregen, dat de trams later
mogen rijden.
De laatste tram met volledige aanslui
ting op het net in Den Haag vertrekt thans
van het eindpunt Haarlemmerstraat te 9.10
uur tot aan de Jozef Israëlslaan te 9.30
uur. Tot aan het Viaduct te Den Haag kan
men nog weg om 9.50 uur, tot den Kerkdam
te Wassenaar tot 10.10 uur en tot de remise
in Wassenaar te 10.30 uur.
De laatste tram uit Den Haag naar Lei
den vertr kt van de Turfmarkt in Den
Haag te 9.20 uur.
IVIU. DER NEDERLANDSCHE
LETERKUNDE.
Lezing van mevr. dr. Chr. Kroes-
Ligtenberg.
In de maandvergadering van de Maat
schappij der Nederlandsche Letterkunde
alhier heeft mevrouw dr. Chr. Kroes-Lig-
tenberg gesproken over: „Een vriend van
Aagje Deken", onuitgegeven brieven van
Wolff en Deken aan Jacobus de la Lande.
In het familie-archief de la Lande Cre-
mer, voor een deel geschonken aan het Ne-
derlandsch Economisch-historisoh archief
te 's-Gravenhage, voor een ander deel bij
spreekster berustend, bevinden zich zes
nog onuitgegeven brieveri van Aagje De
ken en een van Betje Wolff, uit de jaren
18001802, aan Jacobus de la Lande, koop
man te Amsterdam. Dat hij Aagje Deken
als jongmeisje gekend had, was sedert
1879 bekend uit een toen door prof. Th.
Jorissen geraadpleegde en in „Nederland"
aangehaalde brief van hem aan den ge
schiedschrijver Jacobus Scheltema.
De brieven in het bezit van spreekster
en de door haar bijeengebrachte bijzonder
heden uit gedrukte en ongedrukte historie-
bronnen leveren het bewijs, dat de schrij
ver van dien brief, regent van het wees
huis der collegianten „De Oranje-appel" te
Amsterdam, waar Aagje Deken is opge
voed, haar niet in die functie heeft leeren
kennen, maar dat zy elkaar omstreeks 1760
als jonge menschen geregeld hebben ont
moet in den kring der Rijnsburger colle
gianten. Aagje behoorde ertoe door haar
opvoeding, want de jongelieden uit het
weeshuis woonden de „colleges'-' in de
groote zaal van de „Oranje-appel" bij en
de meisjes bedienden altijd de gasten aan
hun maaltijden te Rijnsburg, wanneer col
legianten uit Holland, Friesland en Gro
ningen daar voor een paar dagen bijeen
kwamen. De collegianten behoorden tot
de vrijzinnigen, meest tot de doopsgezin
den en de remonstranten. Zij legden den
nadruk op onderlinge verdraagzaamheid
en hadden geen predikanten: in hun „col
leges" werd door leeken gepreekt (gepro
feteerd), gedoopt en voorgegaan bij het
avondmaal. Wie wilde kon zich te Rijns-
burg door onderdompeling laten doopen;
Aagje Deken is er toe overgegaan. Verder
waren de collegianten bekend om hun
liefdadigheid, die zich uitstrekte over ar
men ven alle gezindten. In deze zuivere
sfeer van eenvoud, verlichte vroomheid en
naastenliefde hebben Jacobus de la Lande
en zijn vrouw Aagje Deken leeren kennen
en sloten zij met haar een vriendschap die,
jarenlang onderbroken, in den ouderdom
nog even hecht bleek als in de jeugd.
Jacobus de la Lande (17391817) stam
de af van refugiés: zijn beide grootouders
van vaders zijde waren nóg in Frankrijk
geboren. Hij trouwde te Haarlem met
Sara Seye, dochter van een doopsgezind
leeraar, en sloot zich ook bij de doopsge
zinden aan. Zijn vrouw behoorde van huis
uit tot de Rijnsburgers en ook hij werd te
Amsterdam een gezien collegiant, regent
van „De Oranjeappel" en van „Het Rozen-
hofje" en beheerder van de collegianten-
kas.
Kleinzoon van een passementwerker,
zoon van een patroonmaker, werkte hij
zich, samen met zijn neef Hendrik Fijnje
op tot den rang van een Amsterdamsch
handelshuis met relaties over de heele we
reld. De la Lande en Fijnje handelden eerst
op de West, later vooral op N.-Amerika.
In de jaren, dat velen in ons land vol
geestdrift waren voor de zaak van de Ame
rikanen in hun vrijheidsoorlog, was him
kantoor het centrum voor Amsterdam van
de pro-Amerikaansche beweging. De ver
wantschap van Jacobus de la Lande met de
Leidsche Luzacs, de mannen van de „Gazette
de Leyde" zal hieraan niet vreemd geweest
zijn. In 1785 kwam de firma de la Lande
en Fijnje ten val, maar de la Lande deed
tijdens de Bataafsche republiek weer groo
te zaken, om in den Franschen tijd ander
maal ten onder te gaan.
Als doopsgezinde bleef hij buiten de re-
reering, maar in het maatschappelijk leven
bekleedde hij verschillende posten. Hij was
o.a. medestichter van „Flexi Mertis", waar
hij herhaaldelijk lezingen hield; later deed
hij dit voor „Het Nut".
In het staatkundige was hij niet zoo fel-
patriottisch, dat hij in 1787 zou hebben be
hoeven te vluchten, wat Wolff en Deken
wel deden. In 1795 speelde hy een rol als
voorzitter van zyn wijkvergadering. Hij
behoorde tot de gematigde federalisten en
was een van de voormannen van de ge-
meenebestzinde sociëteit voor vrijheid en
orde. Zijn grootste belangstelling ging van
af 1800 uit naar de eerste Fransche meis
jesschool van „Het Nut", waarvan hij een
toegewijd bestuurder is geweest,.
In dezen tijd bracht een toeval hem en
zijn vrouw weer samen met Aagje Deken
en maakten zy kennis met Betje Wolff. De
schrijfsters woonden toen in haast armoe
dige omstandigheden in Den Haag. De la
Lande beleefde goede jaren. Waarschijn
lijk heeft hij haar ook gesteund. Hij was
een der eersten aan wien Aagje Deken
schreef, dat een legaat van Betjes Frie-
schen beschermer André Canter haar om
standigheden aanzienlijk verbeterd had.
Hoofdzaak was echter het herstel van het
geestelijk contact. Aagje Deken was vol be
langstelling voor „Het Nut" en vooral voor
het onderwijs aan de vrouwelijke jeugd. Zij
zond aan de la Lande liedjes voor de meis
jes van zyn school en een nutslezing (Mij.
Ned. Letterkunde).
Jacobus de la Lande heeft Aagje Deken
13 jaar overleefd. De zware jaren van de
Fransche overheersching vielen daaronder.
Geheel berooid moest hy in 1811 een toe
vlucht zoeken bij zijn schoonzoon Jan
Cremer te Bolsward. Maar hij bleef wie
hy geweest was: een blijmoedig christen,
een „waardig burger van zijn vaderland",
zooals Aagje Deken hem noemde, „a fair
character", naar Amerika's latere presi
dent John Adams eens van hem getuigde.
Muziek
MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST.
Willem Andriessen Max Orobia de
Castro.
Waarom was er voor dit concert niet
even groote belangstelling in 't aantal be
zoekers als voor andere Toonkunstconcer
ten? Mogelijk weer aan het schaatsenrijden
de schuld, want zoowel de cellist, Orobio
de Castro als de pianist Willem Andries
sen, die dezen Sonaten-middag gaven, zyn
kunstenaars zooals men ze niet eiken dag
te hooren krijgt.
Wij kennen beider hoogst muzikale en
technische hoedanigheden en weten hoe
geacheveerd en ernstig hun toegewijd spel
is. Zy vormen een paar sonaten-spelers,
wier naturen zich opperbest aan elakar
hebben aangepast. Max Orobia is een uit
muntend cellist In-en-in-muzikaal de toon-
geving, meermaals los van de materie. Zijn
beste eigenschappen komen uit in een een
voudige cantilene, waarbij dan zijn inner
lijke muzikaliteit, als van zelf, aan het
licht komt. Onder de bekoring van de mu
ziek, die hy speelt, vestigt hij de aandacht
op het innerlijke van het werk. En An-
driessens's spel is gaaf en vloeiend, prachtig
van toon. Zijn romantisch aangelegde na
tuur beheerscht hij, wars is hy van bra-
vour en een juist stijl-inzicht is hem eigen.
Begonnen werd met „Sonate op. 32 in c
kl. t." van Saint-Saëns, de bevoorrechte
kunstenaar, die niet beter geëerd kan wor
den dan door een uitvoering, zóózeer in
sty'1 als deze was. De spelers voelen heel
juist de grenzeloos vitale muziek aan, die
nooit vermoeit, en met belangstelling luis
teren doet. De poëtische gegevens, één voor
één, zijn aangevoeld en in Fransche karak
teristiek weergegeven, wat het schoon in
z'n geheel niet weinig ten goede kwam.
Wel was het geluid van den half-geopenden
vleugel wat sterk voor dat van het strijk
instrument, vooral in den aanvang. Moge
lijk kwam dit, doordat de parterre slechts
schaars bezet was. Mogelijk, dat door iets
méér sluiten van 't klavier de klankver
houding meer evenredig ware geweest La
ter op den middag evenwel herstelde het
klankverschil zich merkbaar. Wij zouden
de vertolking van Debussy's „Sonate d kl.
t." niet anders dan dichterlijk mogen noe
men, omdat de transparante gratieuse mu
ziek maar even werd aangetipt en heel fijn
en doorzichtig gespeeld. Betooverend klin
ken de pizzicati, die de cellist op zyn in
strument heeft te tokkelen. Een waar ge
dichtje was de serenade, al gelooven we,
dat de grillige vorm dien de componist
aan ziin werk geeft den cellist minder ligt.
Na de pauze: „Sonate C dur", waarin Ba-
dings zich in geheel andere taal uit. Tot
degelijk en gezond musiceeren aanleiding
genoeg! Badings schreef muziek forsch
van bouw, knap van vorm, voornaam de
gedachte van het langzame deel. muziek
met geest en élan.
Duidelijk hoorbaar was 't, dat de vertol
kers op elkander ingespeeld zijn en de aan
passing wederzijds werd voortdurend be
ter. Dan nog wachtte ons „Sonate a kl. t.
op. 36" van Grieg. Met dit pathetische,
pompeuse werk waren wij in 't domein van
de romantiek, maar waarnaar men gaarne
luistert. Er werd met de grootste brille ge
speeld; 't brandde in de spelers los. 't Was
overstelpend van klank, grootsch van
stuwkracht. De betuigingen van bijval wa
ren den ganschen middag geestdriftig en
spontaan. J. K.
BINNENLAND.
DE ENGELSCHE LUCHTAANVALLEN
Naar van officieele zijde wordt medege
deeld, hebbe.i alleen-vliegende Engelsche
toestellen gedurende de laatste twee nach
ten op enkele plaatsen van ons land bom
men geworpen, zonder echter noemens
waardige schade aan te richten. Niemand
werd gedood of gewond. Het meerendeel
der afgeworpen bommen viel in het water
of kwam in het open veld terecht Twee
voorraadschuren werden getroffén, doch
aangezien deze schuren ieeg waren, is de
schade van geen beteekenis. Hier en daar
ontstond door granaatscherven of door den
luchtdruk eenige materieele schade.
DUITSCHE POLITIE SPIJZIGT
TILBURGSCHE KINDEREN
Gisteren heeft de Duitsche Ordnungspoli-
zei ook in Tilburg arme Nederlandsche kin
deren een maaltijd verstrekt. In den
schouwburg zijn hiertoe 350 kinderen bij
eengebracht .De maaltijd werd tevens bij
gewoond door vertegenwoordigers van het
gemeentebestuur en van de pers.
Tijdens het eten speelde een muziekcorps
van het politiebataljon, terwijl later politie
mannen als artisten optraden.
Na den maaltijd kregen de kinderen cho
colade, koek, fruit en andere lekkernijen.
De kinderen hadden spoedig vriendschap
gesloten met de politiemannen en de tyd
verliep zoo snel, dat het den kinderen moei
lijk viel afscheid te nemen toen de tyd
hiervoor gekomen was.
DOOR VRACHTAUTO AANGEREDEN.
Arm totaal afgerukt.
Gisteravond is de 20-jarige P. te Steen
deren door een vrachtauto aangereden,
waardoor hy tegen den grond werd ge
smakt. Hevig bloedend liep hij nog een
woning binnen, waar bleek, dat zyn lin
kerarm totaal was afgerukt. Deze arm, die
vermoedelijk aan de auto is blyven han
gen, werd ruim 600 M. verder op den weg
gevonden. P. is naar het ziekenhuis te Zut-
phen vervoerd. Zijn toestand is naar om
standigheden redelijk wél. De bestuurder
heeft blijkbaar niets van het ongeluk ge
merkt, want hy is doorgereden.
BUITENLAND.
HET DUITSCHE
WEERMACHTSBERICHT
BERLIJN, 13 Jan. (D. N. B.). Het op-
perbevel van de Duitsche weermacht maakt
bekend:
Gisteren heeft het luchtwapen verken
ningen uitgevoerd boven Groot-Brittannië.
In den afgeloopen nacht hebben vrij sterke
formaties gevechtsvliegers voor den oor
log belangrijke doelen aangevallen. Uit de
waarneming bleek, dat sterke branden ont
staan waren in het aangevallen gebied ten
Noorden en ten Zuiden van de bocht van
de Theems, benevens een groote brand met
veel rookontwikkeling in het Zuid-Oosten
van de stad. Bovendien zijn militaire doe
len aan de Engelsche Zuidkust met bom
men bestookt. Weer zijn mijnen gelegd voor
Engelsche havens.
In de middaguren van gisteren deed de
tegenstander met zwakke strijdkrachten
opnieuw een poging om boven het bezette
gebied door te dringen. Hierbij werden
twee vijandelijke vliegtuigen door lucht
doelgeschut en een door jagers neergescho
ten.
In de vroege morgenuren van heden
hebben afzonderlijke vijandelijke vliegtui
gen enkele bommen op Zuid-Duitschland
laten vallen, o.a. op de stad Bayreuth. De
tegenstander heeft gisteren vier vliegtui
gen verloren.
HET ITALIAANSCHE
WEERMACHTSBERICHT
ERGENS IN ITALIë, 13 Jan. - (Sefani).
Hier volgt het 220ste Italiaansche weer-
machtbericht:
Aan het Griekse he front normale be
drijvigheid van patrouilles en artillerie.
Onze vliegtuigen hebben troepen op mar&oh
en kolonnes vrachtauto's met mitrailleur-
vuur en bommen bestookt.
In Cyrenaica bedrijvigheid van de artil
lerie aan het front van Tobroek en van on
ze snelle kolonnes in de woestijn rondom
Dzjaraboeb. Een vooruitgeschoven basis
van den vijand is doeltreffend gebombar
deerd. De vijandelijke luchtmacht heeft
enkele plaatsen in Cyrenaica gebombar
deerd zonder slachtoffers te maken.
In het Oostelijke deel van de Middel-
landsche Zee heeft een van onze vliegtui
gen, bestuurd door luitenant Copello on
met luitenant ter zee Olivari als waarne
mer, een groote vijandelijke eenheid ge
torpedeerd.
Het blijkt, dat het slagischip, waarvan in
het 217de weermachtbericht was gemeld,
dat het getroffen was, behoort tot het type
Malaya. Onze luchtformatie, die dit tot
stand bracht, stond onder bevel van ma
joor-vlieger Antonio Fadda.
In Oost-Afrika hebben vijandelijke af-
deelingen gepoogd twee van onze posten
aan het Soedanfront aan te vallen. Zij zyn
met verliezen teiuggeslagen als gevolg
van het vuur en den tegenaanval van onze
troepen. Onze luchtmacht heeft vracht
auto's, troepen en verdedigingswerken op
enkele plaatsen in den Soedan gebombar
deerd.
In den afgeloopen nacht heeft de vijand
luchtaanvallen ondernomen op Turijn,
waarbij eenige schade aangericht is en en
kele personen gewond werden, op Venetië
(schade, één dioode, enkele gewonden) en
op Catania (eenige schade, maar geen en
kel slachtoffer). Het luchtdoelgeschut te
Catania heeft een vliegtuig neergeschoten,
dat in de omgeving van de stad te pletter
gevallen is. Te Venetië is eveneens een
vliegtuig neergeschoten en wel door de
artillerie van de marine. De bemanning,
bestaande uit zes officieren en onderoffi
cieren, is gevangen genomen.
COMMANDOWISSELING IN ALBANIë.
ROME, 13 Januari (D.N.B.) Generaal
Soddu heeft met het oog op zijn gezondheid,
die een rustperiode van geruimen duur
eischt om ontheffing van het bevel over
de Italiaansche troepen in Albanië verzocht.
Het commando wordt overgenomen door
den chef van den generalen staf van de Ita
liaansche weermacht, genei aal Cavallero.
ONGEVEER 15.000 MENSCHEN MOETEN
UIT VICHT VERHUIZEN.
GENEVE, 13 Jan. (D. N. B.). Uit
Vichy verluidt, dat ongeveer 15.000 perso
nen binnenkort uit Vichy, resp. het omlig
gende gebied zul'en moeten vertrekken.
Op grond van een besluit van het ministe
rie van binnenlandsche zaken moeten Fran
schen en buitenlanders, die in den loop
van de gebeurtenissen van 1940 naar Vi
chy en omgeving kwamen, bij de politie
bewijzen geven van de noodzakelijkheid
van een verder verblyf. Anders worden zij
uit de departementen Allier, Puyde Dome
en Haute Loire uitgewezen. Deze maatre
gel heeft ten doel twijfelachtige elemen
ten en visschers in politiek troebel water
verre te houden van het regeeringscen-
trum.
GROOTE BRAND TE NEW YORK.
NEW YORK, 13 Januari (D.N.B.). In
de New Yorksche wijk Queens woedt een
groote brand, waardoor reeds honderd
woonhuizen aangestast zijn en die dioor
den sterken wind nog verder om zich heen
grijpt. Deze brand is op het tusschenstat'on
uitgebroken en had binnen het uur al dirio
blokken huizen aangetast.