Voor het tabernakel
in den dood...
Sxtfiaduwen aan (iet
ae'deden
DINSDAG 14 JANUARI 1941
DE LEÏDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
Qemeng.de ffi&ticfiden
ERNSTIGE BOTSING.
Voerman en arbeiders gewond.
Op dan Rijksweg onder de gemeente
Reuver (L.) kwam een autobus uit Sittard
in botsing met een kar waarop melkbus
sen werden vervoerd. De melkkar werd
van achter aangereden. De botsing was zoo
hevig dat de voerman van de kar werd ge
slingerd en op den weg terecht kwam.
Door den sohok raakt de bestuurder van
den bus zaten, werden door glasscherven
botste tegen een boom. Arbeiders, die in
den bus zaten, werden door glacschreven
min of meer ernstig gewond. Een van hen
moest naar het ziekenhuis te Venlo worden
overgebracht. De voerman, die een gecom
pliceerde beenbreuk had opgeloopen, werd
naar het ziekenhuis te Tegelen getrans
porteerd. De geheele lading melk ging ver
loren. Het paard moest worden afgemaakt.
TUSSCHEN BUFFERS DOODELIJK
GEWOND.
Te Venlo is de 45-jarige machinist P.
Janssen op het emplacement der Ned.
Spoorwegen, aldaar, tussohen de buffers
van een trein bekneld geraakt en zoo ge
wond, dat hij in het ziekenhuis is overle
den.
ROEKELOOZE JONGEN EN FERME
REDDER.
Gistermiddag was een twaalfjarige jon
gen, ondanks den sterken doói, toch nog op
het ijs, dat in de Houthaven te Amsterdam
ligt, gegaan.
De gevolgen van dit gevaarlijke, spel
bleven niet uit, vooral omdat hij zoo on
voorzichtig was, onder de brug in de Hem-
brugstraat, door te loopen. Hij zakte prompt
door het ijs en verkeerde weldra in een
gevaarlijke positie. Gelukkig voor hem
had de 21-jarige G. F. Timmermans, die
op den den Spaarndammerlijk woont, het
ongeluk zien gebeuren en deze jongeman
snelde onmiddellijk te hulp. Hij slaagde er
in ten koste van een nat pak en een wond
aan zijn hand den knaap uit het water te
halen. Beiden hadden geen nadeelige ge
volgen van dit koude bad en konden op
eigen gelegenheid naar huis gaan."
HOTEL DE „POSTHOORN" TE EDE
DOOR BRAND VERWOST.
Gisteravond omstreeks half 9 werd het
historische hotel „De Posthoorn" te Ede,
dateerend uit 1740, door een uitslaanden
brand grootendeels verwoest. Een schoor
steenbrand was de oorzaak dat het vuur
de betimmering van de kap aantastte,
waardoor het woonhuis spoedig in lichter
laaie stond. Aangezien het gemeentehuis
onmiddellijk tegenover De Posthoorn staat,
bestond door overwaaiende vonken ge-
voor voor uitbreiding. Doch door het in
grijpen van de brandweer en mede door
het feit dat er weinig wind was, gelukte
het den brand te beperken. De burgemees
ter van Ede, de heer L. K. Middelberg,
de commissaris van politie en andere auto
riteiten, sloegen van het bordes van het
raadhuis den brand gade. Het gebouw en
de inventaris waarvan een groot gedeelte
kon worden gered, waren verzekerd.
FABRIEKSBRAND TE BOXMEER.
Een felle brand heeft een der fabriekaf-
deelingen van de bedvearen- en kapokfa-
briek der firma van Aarsen en Zoon te
Boxmeer in de asch gelegd. In den voor
raad materialen kapok, matrassen e.d. vond
het vuur gretig voedsel De brandweer
bestreed met vele stralen het vuur. Aan
haar krachtdadig optredeni is het te dan
ken, dat de brand tot slechts een afdee-
ling bepnekt bleef, waarvan men nog de
machinekamer wist te behouden. Toch is
de schade zeer aanzienlijk.
ANGSTIG AVONTUUR OP HET
IJSSELMEER.
Drie Huizer jongelui keerden terug.
De drie jongemannen, die Zondag uit
Huizen per schaats het IJsselmeer opgingen
en van wie men niets meer vernam, zijn
gisteravond doodmoe in de ouderlijke
woning teruggekeerd.
Het drietal heeft een avontuur beleefd,
dat hun levenslang bij zal blijven.
De 19-jarige A. Bos en de 21-jarige G.
Hagedoorn hadden Zondag, zooals gemeld,
in de haven van Huizen de schaatsen on
dergebonden, om een tochtje op het IJssel
meer te maken en, nauwelijks waren zij
een eind op de ijsvlakte gevorderd, of zij
ontmoetten den 21-jarigen G. Klein, die
zich bij het tweetaai aansloot. Het ijs was
in goede conditie en de drie jongemannen
reden dat het een aard had, doch zij ver
wijderden zich steeds meer uit de kust.
Tegen den middag werd de nevel, welke
reeds in den morgen over het IJsselmeer
hing, steeds dichter en toen de jongelieden
aanstalten maakten om naar huis terug te
keeren, bemerkten zij tot r in grooten
schrik dat zij niet verder dan enkele tien
tallen meters konden zien. Op goed geluk
af werd de richting bepaald, maar, zooals
het allen vergaat, die zich zonder kompas
in den mist' op zee bevinden, werd het
dwalen en dwalen, uren achtereen. De
jongens reden, wat zij konden en telkens
hoopten zij, dat achter den grijzen nevel
de vaste wal zou opdoemen. Totdat, ten
einde raad, zij tegen het vallen der du sier -
nir besloten, de schaatsen af te binden on
te trachten looparui den wal te bereiken,
iets dat het tempo tevens vertraagde.
Inmiddels was het volkomen donker en
nog bevonden zij zich op de kille vlakte,
omgeven door een mistbank, die voor elk
sein van den wal af ondoordringbaar was.
Behalve de duisternis en de mist kwam
nog een derde vijand opdagen, de honger.
Want geen van het drietal, dat immers in
den middag weer thuis wilde zijn, had
brood meegenomen, zoodat zij tenslotte
doodelijk vermoeid en verkleumd besloten
maar tegen een paar ijsschollen te gaan
liggen om beschutting te zoeken tegen een
wind. De maan die 's avonds achter den
mist opkwam, zorgde, dat men elkaar ten
minste kon zien. Zoo goed én zoo kwaad
het ging, kropen de jongens tegen elkaar
om wat warmte te vinden maar tot over
maat van ramp begon het te dooien en
gutste de regen op het ijs.
Den geheelen nacht brachten zy zoo op
het ijs door, half wakend, half dommelend,
totdat de morgen eindelijk aanbrak en ze
besloten op te breken. De schaatsen bon
dien ze niet meer onder, daarvoor waren
ze te vermoeid. Hoewel het zicht ook nu
nog niet best was, konden ze toch verder
zien dan den dag tevoren, daar de mist
was verdwenen.
Ten langen lest, in den middag, na uren
en uren te hebben geloopen, over ijsschol-
lei en door plassen dooiwater, zagen de
jongelieden eenige mannen, die over het
ijs op hen toekwamen. Het bleken Spaken
burgers te zijn, die, nadat het drietal zijn
avontuur had verteld, spontaan hun brood
gaven en een eind den weg wezen naar de
Huizer haven. Door het dwalen was het
drietal nl. heelemaal onder de kust van
Spakenburg terecht gekomen. Vervolgens
om half drie ongevéer, zijn- de jongeman
nen onder de kust op Huizen afgegaan, dat
zij des avonds doodmoe en doorweekt be
reikten.
INVAL IN EEN SPEELHOL.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
heeft de politie van het bureau Stadhou
derskade te Amsterdam een inval gedaan
in een woning in de le Jan Steenstraat,
waarover bij de politie herhaal-Lelijk klach-
ter waren binnengekomen, omdat er gele
genheid tot hazard-spel werd geboden.
Hét afgesproken middel voor de vaste klan-
ten om binnen te komen was een keer bel
len en vijf klopjes op de deur.
Zaterdagnacht paste de politie hetzelfde
middeltoe. En met succes! Na de vijf klop
je- werd de deur direct opengetrokken. De
politiemannen troffen op de eerste étage
negen personen aajn, <Lie aan het gokken
Drie siachloKers van een
bomaanval op Vlissin-
gen te „Alverna"
opgebaard
„Alverna" rouwt!
Het was in den nacht van Donderdag
op Vrijdag 1.1. te ongeveer twaalf uur,
dat Engelsche vliegers bommen op Vlis-
singen wierpen, met het noodlottig gevolg,
dat het St. Jozef ziekenhuis en vooral de
kapel ruïneus getroffen werden.
Op het oogenblik van het bombarde
ment bevonden zich in de kapel van het
ziekenhuis een viertal religieuze zusters,
n.l. Zuster Maria Laeta, oud 55 jaar, in de
wereld Mej. B. Albracht; Zuster Apolo-
naria, oud 52 jaar, in de wereld Mej. J.
Orth; Zuster Maria Warina, oud jaar, in
de wereld Mej. A. Preuss en Zuster Wil-
hada, in de wereld Mej. A. Wijte.
De drie eerstgenoemde Zusters, met resp.
30, 27 en 21 kloosterjaren, werden op slag
jammerlijk gedood. Zuster Wilhada be
kwam lichte verwondingen tengevolge
van bomsplinters en kon door Duitscne
militairen, die terstond aanwezig waren,
in veiligheid gebracht worden.
Drie zusters, een administratrice,
een ziekenverzorgster en een keuken-
zuster vonden den dood, geknield voor
het Tabernakel, terwijl zij in gebed
innig met God vereenigd waren. En
waren niet de overige kloosterzusters
met haar verheven menschlievende
taak, den lijdenden evenmensch te
verzorgen, bezig geweest, dan zou de
ramp nog ontzettend veel grooter ge
weest zijn.
De kapel was een en al ruiïpe: ge
lukkig kon het Tabernakel later onge
schonden teruggevonden worden.
Daar de slachtoffers behooren tot de
Zusters Franciscanessen van Salzkotten
Aerdenhout, Dochters der H.H. Harten
van Jezus en Maria, zullen zij op het
kloosterkerkhof van „Alverna" te Aerden
hout haar laatste rustplaats vinden.
Aan den Vlissingschen trein, welke
gistermiddag te Haarlem arriveerde, was
een wagen gehaakt, waarin zich de kisten
met de stoffelijke overschotten der zoo
jammerlijk om het leven gekomen religi
euzen bevonden; nadat deze wagen naar
het station aan de Baljuwslaan gexangeerd
was, werden de kisten per rouwauto naar
„Alverna" vervoerd, alwaar de kapelaan
der Mariastichting, de Weleerw. heer J.
Sijm, de eerste liturgische ontvangstplech
tigheden verrichtte.
Heel de kloostergemeenschap was bij
deze aandoenlijke plechtigheid aanwezig.
De lijken werden daarna in de stem
mige kapel van het klooster opgebaard en
de zusters betrokken de doodenwacht.
Gisteren te 9 uur had de plechtige Uit
vaartdienst plaats. Ook de pastoor van
Vlissingen, de Zeereerw. heer J. P. M.
Timp, voorheen rector van het Ziekenhuis
St. Joannes de Deo te Haarlem was hierbij
aanwezig. „De Tijd"
waren en zioh allesbehalve verheugd
toonden over de komst der nieuwe bezoe
kers.
Zij hadden geen tijd om de speelkaarten
en het geld te verstoppen.
De eigenaar en zyn klanten ttjn met een
arrest an ten auto naar het politiebureau
gebracht en verhoord. De in het perceel
aangetroffen voorraad drank is in beslag
genomen.
In den vroegen morgen zijn ie arrestan
ten op vrije voeten gesteld; tegen dien ex
ploitant van het speelhol is proces-verbaal
opgemaakt.
FRAUDULEUS GESLACHT
Gistermiddag heeft een crisisambtenaar
te Oostzaan in samenwerking met een ge
meenteveldwachter huiszoeking gedaan bij
zekeren G., waar zij frauduleus geslacht
vee aantroffen.
Een varken, dat juist gedood was en een
geslacht schaap werden in beslag genomen
en naar het abattoir te Zaandam overge
bracht. Proces-verbaal is opgemaakt.
VREEMDE CAPRIOLEN VAN EEN
LOCOMOTIEF.
Omstreeks acht ur gisteravond heeft een
locomotief, die enkele vrachtwagons op
den Westerdoksdijk te Amsterdam moest
rangeeren, een ernstigen misstap begaan.
De rails houdt bij de Van Diemenstraat op
en er bevindt zich geen stootblok aan het
eind. De machinist, die, naar hij verklaar
de, ter plaatse niet bekend is, werd door
de duisternis misleid en heeft de locomo
tief te ver doorgereden, zoodat deze de
Van Diemenstraat inreed. Hier moest, al
vorens de locomotief tot stilstand kwam,
een lantaarnpaal het ontgelden. Geluk
kig werd er niemand gedeerd. Het bleek
in het donker niet meer mogelijk de loco
motief weer op de rails te brengen en de
vrachtwagons zijn derhalve afgehaakt en
naar de plaats van bestemming gebracht,
terwijl de locomotief in de Van Diemen
straat is blijven staan tot Dinsdagmorgen.
WAT IN DEN TREIN WERD
ACHTERGELATEN.
Verbazingwekkende collectie van vergeten
voorwerpen.
Degene, die op den kijkdag, voorafgaan
de aan de openbare verkooping te Utrecht,
van gevenden voorwerpen door de Nedier-
lairxlsche Spoorwegen in het gebouw ach
ter Sint Pieter eens rondneust, ondergaat
telkens weer een wonderlijke sensatie. In
deze groote zaal liggen en hangen alle
voorwerpen, welke in den tijd van een half
jaar in den trein zyn achtergelaten en
waarnaar nimmer meer navraag werd ge
daan. Dat men nu nog eens een wandel
stok of een parapliuie vergeet en het dan
achteraf niet de moeite waard vindt, bij
de spoorwegen te informeeren of het ding
wellicht gevonden is, laat zich nog wel
begrijpen, maar wat te zeggen van twee
vergeten fietsen of, nog merkwaardiger,
eeropklapbed, om maar niet eens te
spreken van een invalidekruk.
Deze verkooping herinnert aan de oor
logsdagen en aan de dagen van de evacua
tie. Er is op geen verkooping ooit zulk een
groote berg dekens ter beschikking ge
weest en er zyn nimmer zooveel militaire
uniformen op een rijtje gehangen als nu.
Aan regen- en winterjassen is ook dtlt keer
geen gebrek. In de verzameling boeken en
tijdschriften is een treffende verschuiving
gekomen. Waren er op de vorige verkoo
ping meer tijdschriften dan boeken, thans
hebben de romans het van de magazins
gewonnen. De goudsmid kan zijn oogen
den kost geven, want de catalogus ver
meldt niet minder dan 92 stuks goud en
zilver en onder de armbanden en kettink
je zijn er zelfs zeer kostbare.
De afdeeling wandelstokken en para-
pluies levert een schril beeld van de ver
geetachtigheid der menschen. Ruim 200
wandelstokken en parapluies liggen op een
kooper te wachten, daarnaast staan op
lar.ge tafels ongeveer 150 koffers, rieten
mandjes en actetasschen. De dassen en
shawls zyn, zooals altyd, in groote keuze
voorradig en wie den berg handschoenen
aanschouwt, zou wel kunnen denken, dat
iedere treinreiziger er een eer instelt ten
minste één keer per half jaar zijn hand
schoenen of wanten aan de spoorwegen
cadeau te doen. In vulpenhouder- is men
dit keer schaars gesorteerd. De zeven stuks
liggen broederlijk naast twee gevonden en
nimmer teruggevraagde brillen en vijf hen
gels. Voorts kan men zmh he£ hoofd pijni-
Radio-progranima
WOENSDAG 15 JANUARI
HILVERSUM I, 415 M. Nederlandsch pro
gramma. VARA. 8.00 Gramofoonmuziek
(om 8.30 Nieuwsberichten ANP) 10.00
VPRO.: Morgenwijding 10.20 Orgelspel
en zang 10.50 Declamatie 11.10 Esme
ralda en soliste 12.00 VARA-orkest (in
dc pauze VARA-almanak). 12.45 Nieuws-
en economische berichten ANP 1.Ö0 Uit
zending, uitgaande van den Nationalen
Bond „Landbouw en Maatschappij". 1.15
VARA-orkest 2.00 Cyclus „De wereld
van het kind" 2.20 Gramofoonmuziek
3.00 Declamatie 3.20 Verkorte opera „La
Bohème" (gr. pl.) 4.20 Viool en piam.
4.50 Gramofoonmuziek 5.15 Nieuws-,
economische- en beursberichten ANP
5.30 Onderwijsfonds voor dc Scheepvaart:
Technische causerie 6.00 Esmeralda en
soliste 6.45 Actueele reportage of gramo
foonmuziek 7.00 Economische vragen
van den dag ANP 7.15 Volkszang 7.30
Berichten (Engelsch) 7.45 Gramofoonmu
ziek 7.55 VARA-almanak 8.00 Nieuws
berichten ANP. 8.15 Radiotooneel 8.30
Berichten (Engelsch) 8.45 VARA-orkest
en solisten 9.30 Radiotooneel 9.45
Gramofoonmuziek 10.0010.15 Nieuws
berichten ANP en sluiting.
HILVERSUM H, 301,5 M. NCRV. 8.00
Schriftlezing en meditatie 8.15 Gewijde
muziek (gr. pl.) 8.30 Nieuwsberichten
ANP 8.45 Gramofoonmuziek 10.30
Morgendienst 11.00 Gramofoonmuziek
11.20 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek 12.00 Berichten 12.15 Re
portage of muziek 12.45 Nieuw-s en eco
nomische berichten ANP 1.00 Gramo
foonmuziek 1.20 Orgelconcert 2.00
Gramofoonmuziek 2.40 Pianokwartet
„Die Haghe" en gramofoonmuziek 3.45
Bijbellezing 4.15 Gramofoonmuziek
4.30 Voor de jeugd 5.00 VPRO: Cyclus
„Het geestelijk karakter Van ons volk"
5.15 Nieuws-, economische- en beursberich
ten ANP 5.30 Berichten 5.35 Christe
lijk dameskoor Rijswijk met pianobegelei
ding en gramofoonmuziek 6.15 „Opvoe
ding in dezen tijd", lezing 6.35 Gramo
foonmuziek 6.45 Actueele reportage of
gramofoonmuziek 7.007.15 Brabantsch
praatje ANP en sluiting.
GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF
le programma: 8.0010.00 VARA 10.00
—10.20 VPRO 10.20—17.30 VARA
17.3018.00 Onderw. v. d. Scheepvaart
18.00—22.15 VARA 22.15—24.00 Duitsch
programma.
2e programma. 8.0017.00 NCRV 17.00
—17.15 VPRO 17.15—19.15 NCRV
19.1523.00 NCRV (programma uitsluitend
voor Radio-Centrales) 23.0024.00
Duitsch programma.
3de programma. 7.0024.00 Duitsch pro
gramma.
4e programma. 7.0024.00 Duitsch pro
gramma.
4e programma: 7.0024.00 Duitsch pro
gramma.
gen over de vraag dat er 88 coibertcos-
tuums werden achtergelaten. In de rubriek
„diversen" bevinden zich nog 350 stel klee-
ren en 23 stuks blik-, hout- en plaatwerk.
Van het aantal gevonden hoeden valt in
de verste verte geen aantal op te geven.
Tientallen doozen liggen vol met hoofd
deksels vam allerlei soort en kwaliteit.
Degenen, die zich op deze verkooping
iets van hun gading willen aanschaffen,
stonden gisteren voor de moeilijkheid, dat
zij niets mochten aanraken. Voor passen
bestond geen gelegenheid. Blijft dus het
risico, welke maat van hoed of jas men
bij aankoop in handen krijgt. Maar het
geluk kan een prima Stetson-hoed ople
veren voor een paar kwartjes.
FEUILLETON
Naar het Engelsch.
3)
HOOFDSTUK II.
Vooruitzicht van gevaar.
Op je gezondheid, Dessie, en dat de
weg spoedig geëffend wordt naar een be
hoorlijk inkomen, zoodat we kunnen trou
wen.
De spreker, een innemende jongeman
van een jaar of dertig, met een open ge
zicht, glimlachte tegen zijn gastvrouw, hief
zijn zijn kopje thee op en dronk het in één
teug leeg.
Dessie Merrion lachte als antwoord; een
glans van geluk lag in haar oogen en een
zachte blos kleurde haar bleeke wangen.
Als je eens wist, hoe dat leven op kan
toor me begint te vervelen, vervolgde Tom
Cheriton, en dan, hoe eer der jij je journa
listiek werk eraan kunt geven, hoe liever
het mij is; het is te vermoeiend voor je,
Dessie. Sedert zij die typhus hebt gehad,
kan ik het idee haast niet meer verdragen,
dat jij zoo hard moet werken. Je ziet er
nog bleek en zwak uit.
Ja, die koorts heeft me geweldig aan
gepakt, was het antwoord, en als Dora me
niet zoo goed had verzorgd, zou ik er nu
niet meer zijn. Wie zou ooit gedacht heb
ben, dat een oppervlakkig en frivool Sve-
zen als zij zoo'n hart van goud /had? Ik
hoop, dat ik haar nog eens kan toonen, hoe
dankbaar ik haar ben. Ik zou met liefde
mijn leven op het spel zetten, als ik er
haar mee helpen kon.
Een knappe, jonge weduwe, met een
inkomen van vijf a zesduizend pond per
jaar heeft als regel niet veel hulp noodig,
klonk het ironisch, en zeker niet, nu zy
een nieuwen man krijgt. Het is toch erger
lijk, te bedenken, dat w;j misschien nog
een jaar moeten wachten, terwijl wij elkaar
al zoo lang kennen, en zij pas veertien da
gen verloofd is nu al over trouwen praat.
Zij schijnt wel hevig verliefd te zyn.
In haar laatsten brief raakte ze niet uitge
praat over haar graaf. Ik ben benieuwd,
hoe hy er uit ziet. Heb je hem al gezien,
Tom?
Ik? Wel neen, dat kan immers niet.
Ze hebben elkaar pas kort geleden op reis
ontmoet en zijn nog niet terug. Ik heb ove
rigens nog nooit eerder van den man ge
hoord. Maar ik heb George Vezey gezjen.
Arme George. Ik geloof, dat hij op
zijn manier veel van haar houdt.
Geloof Jij dat werkelijk van dien
kwast?
Ja, hij houdt van haar, Tom, even
goed als jij van mij houdt en ik ben over
tuigd, dat die verloving hem veel verdriet
zal doen. Ik weet, waneer het een man
ernst is en ondanks zijn aanstellerij en zijn
fatterigheid zou" George Vezey een beste
man voor Dora zijn geweest, want hij is
een dood-goeie .vent. Als die Franschman
hoe heet hij ook weer die De Montalt
maar de helft van George's eigenschappen
bezit, mag Dora tevreden zijn. Wat zegt
George Vezey er eigenlijk van?
Och, je kent hem, Dess; als je het ef
fect weet van een lepel sterken azijn in een
kannetje room, dan heb je precies zijn
geestesgesteldheid. Hij is een dood-goeie
kerel, zooals je zegt, maar hy haat dien
De Montalt uit den grond van zijn hart.
En wat hem zoo wild maakt is het feit,
dat hij dien vent zelf aan haar heeft voor
gesteld. Je moet hem hooren: als er maar
een kwart waar is, van wat hij beweert, is
er niet veel goeds aan Dora's aanstaanden
man.
Ik hoop, ter wille van Dora, dat Geor
ge te jaloersch is om een zuiver oordeel
te hebben. Ik ben benieuwd die meneer
De Montalt te ontmoeten, maar ik wil je
wel vertellen, dat de manier, waarop die
verloving tot stand is gekomen, mij niet
aanstaat. Het zou mij niet verbazen als
haar hoofd op hol is gegaan door het knap
pe gezicht van dien man en door al de lie-
vigheidjes, die hij haar wel zal vertellen
en hij zal haar wel nemen om haar geld.
O, Dessie, Dessie, lachte Tom, wat ben
jij een detective. Zonder een schijn of
schaduw van bijwijs iemand verdenken.
Nu, we zullen zien wie gelijk heeft,
antwoordde ze eveneens lachend.
Tom stond op.
Ik moet weg; maar luister eens, Des
sie. Als jy jouw lyieve vingers - hy hiefhaar
hand op en kuste de vingers langzaam in
een andermans brij roert, dan moet je je
niet verbazen, als je ze brandt. Dag liefste.
Hij lachte weer, kuste haar innig en ging
heen.
Dessie, alleen gebleven, schonk nog een
kopje thee in, ging met een gelukkige uit
drukking op haar gezicht weer zitten en
nam een boek op, dat op het tafeltje voor
haar lag. Maar in plaats van het te openen
liet zy het op haar schoot liggen en leunde
peinzend achterover.
Het leven van het laatste jaar was wel
niet zonder schokken voorbijgegaan, maar
ze was er toch in geslaagd zich na hard
werken een onafhankelijke positie te ver
overen. Twee jaar bij mrs. Barker als hulp
in de huishouding bleken een waardevolle
leerschool te zijn geweest: het lastige hu
meur van de vrouw des huizes had haar
zelfbeheersching en eindeloos geduld ge
leerd. Toen was er een ommekeer gekomen
door het gedrag van een jongeman, dien zy
had leeren kennen en zij had haar betrek
king vaarwel gezegd.
Maar deze stap bleek nuttig te zijn ge
weest. Zij was er reeds eerder in geslaagd
een paar korte novellen in een tijdschrift
geplaatst te krijgen en nadat een uitgever
een serie verhalen van haar had geaccep
teerd, besloot zij met schrijven en journa
listiek werk in haar onderhoud te voor
zien.
Het was een taaie strijd geweest, maar
zij had dien gewonnen. Beschikkend over
een natuurlijke gave om haar gedachten
vlot en boeiend uit te drukken, vond zij
langzamerhand het publiek, dat haar pen-
nevruchten gaarne las. De strijd was ech
ter nog niet volstreden toen zy en Tom
Cheriton elkaar ontmoetten. De kennisma
king was 'n gevolg van een door haar ge
schreven artikel en de twee voelden zich
dadelijk tot elkaar aangetrokken. Toen
kwam de ziekte, waarvan ze gesproken
hadden, een hevige typhusaanval, waarin
mrs. Dora Markham door haar toegewijde
zorgen en verpleging Dessie's leven had ge
red. Het meisje voelde zich met een band
van groote dankbaarheid aan haar verbon
den en het was door deze diepe genegen
heid, dat haar gedachten zich zoo ernstig
bezig hielden met een man. van wien nie-"
mand eigenlijk iets wist, behalve dat hij
van adellijke afkomst en half van Fran-
sche en half van Engelschen bloede was en
dat zy elkaar in Ostende hadden leeren
kennen.
Dessie was zóó gelukkig met de liefde
van iemand als Tom Cheriton, dat zij Dora
niets liever toewenschte dan een huwelijk
met een even degelijk en toegewijd man.
Maar zy koesterde een vagen twijfel en
een vooroordeel, waarvan zij zelf niet wist,
waarop het gebaseerd was, jegens mon
sieur De Montalt.
Nadat Tom was weggegaan, bleef zy nog
een poos zoo zitten, totdat zij uit haar
overdenkingen werd opgeschrikt door de
telefoonbel. Een enthousiaste stem klonk
aan haar oor: het was Dora, van haar reis
terug, die haar uitnoodigde dien avond te
komen eten, omdat zij haar verloofde aan
Dessie wilde voorstellen.
Het was al laat maar Dessie was spoe
dig gekleed. Een taxi bracht haar naar
South Kensington, waar de jonge weduwe
een groot huis in Edgecumbe-square be
woonde. Het was een hartelijke begroeting
en mrs. Markham, vol van haar verloving,
praatte aan één stuk door.
De beschrijving van haar aanstaanden
echtgenoot was reeds voldoende om Des
sie een onbehaaglijk gevoel te geven. HJ
w«s een „lange, ongelooflijk knappe man
met donkere oogen, een aristocratisch, bui-
tenlandsch type, vol diep gevoel en teeder-
heid".
(Wordt vervolgd).