Het werk der Kruisvereenigingen Momentjev VRIJDAG 3 JANUARI 1941 32ste Jaargang No. 9837 3)e Ccid^eHeSoti/fco/nt Bureau Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. V Christen van zijn tijd. „De ware Christen is steeds op de hoog te van alle tijden". Deze uitspraak ontleenen we aan de rede van Z. H. den Paus, waarvoor wij gisteren op deze plaats de bijzondere be langstelling van onze lezers vroegen. De ware Christen is steeds op de hoog te van alle tijden. Dit is de grond, waarop onze fierheid zich opricht, hoog en onbuigzaam: de ware Christelijke be ginselen zijn van alle tijden. Dit is de grond, waarop onze dankbaarheid neer knielt, zich diep bewust van 's menschen onwaardigheid: het ware Christelijk Ge loof is de bron van geluk van alle tijden. Ons Geloof, onze Godsdienst, onze Kerk is in het wezenlijke, in het eigenlijke abso luut onveranderlijk, maar de toepassingen van de leer en de consequenties, die wij door redeneeringen uit de leer trekken, kunnen onder andere omstandigheden van tijd en plaats ook anders worden. Het ware Christelijk, Geloof staat niet afkeerig tegenover de vooruitgang van de wetenschappen en de kunsten. Integen deel aldus de Paus in de hierboven be doelde rede het rukt vooruit naar de uitgestrekte velden, die open liggen voor het verstand! Het ware Christelijk Geloof past in alle tijden of anders gezegd: alle tijden kunnen en moeten zich laten dragen en leiden en bezielen door de ware Christe lijke beginselen. Dit is een heerlijke'overtuiging. En.... hierin ligt een zeer zware verantwoorde lijkheid. Vooral ook in dezen tijd! Hierin ligt de verantwoordelijkheid, om onder alle omstandigheden voor deze overtuiging te durven uitkomen, om haar onder alle omstandigheden te willen en durven beleven. En nu willen wij weer citeeren uit de bovenbedoelde pauselijke rede, gehouden voor de jongelingschap van de Katholieke Actie: „Ziet rondom u en zegt mij of gij, die opgevoed wordt in de hemelsche dingen, voor den dienst en de liefde tot Jezus Christus niet zoudt durven wat anderen durven en uitstaan voor een aardsch en broos ideaal. Ziet rondom u en zegt mij of het geen schandelijk schouwspel zou zijn te moeten zien, dat de jeugd „zonder God" herhaaldelijker en vuriger aan God denkt, om Hem te loochenen en te doen haten, dan gij, Katholieke jon gelingen, om Hem te beminnen en te dienen en Hem te doen dienen en be minnen. Laat ons, dierbare zonen, aan eenieder van u herhalen, wat tot een jongen overwinnenden boogschutter werd gezegd: „Macte nova virtute, puer: sic itur ad astra. Wapen u met nieuwen moed, knaap, zoo klimt men op tot de sterren". Moge dit heerlijk opwekkend woord van den H. Vader doordringen niet alleen tot de jeugd van de Katholieke Actie in Ita lië, maar tot héél de jeugd èn' tot alle ouderen over de geheele wereld, zij, die staan in den dienst van Jezus Christus, mogen zich nooit beschaamd moeten ge voelen om de geringheid van hun durf in vergelijking met de durf van hen, die Christus hatefi. DE DUITSCHE WINTERHULP. BERLIJN, 3 Jan. (D. N. B.). Het resul taat van den vierden offerzondag van het tweede Duitsche oorlogswinternulpwerk bedroeg Mk. 22.534.024.48 of Mk 8 630.013.03 (omstreeks 63 pet.) meer dan het vorig jaar. BOTSINGEN IN MEXICO. MEXICO, 3 Jan. (D.< N. B.). Bij de in stallatie van de nieuwe gemeentebesturen is het in talrijke Mexicaansche plaatsen tot min of meer bloedig verloopen botsingen gekomen. De gouverneur van den staat Ta- maulipas moest, naar uit Matamoros ge meld wordt, zelfs de staat van beleg afkon digen om onlusten te verhinderen. In tal rijke Mexicaansche plaatsen zijn thans twee gemeentebesturen aanwezig, die in min of meer scherpe vormen tegen elkaar in wer ken. Tot bijzonder bloedige botsingen, waar bij verscheidene dooden en gev/onden vie len, is het in Valladolid en andere plaatsen in den staat Yucatan gekomen. Ook uit Torreon en andere steden in den staat Coa- huila komen berichten over felle vecht partijen. WAT WETEN WIJ ERVAN? n. Het werk der 3 specifiek Nederlandsche vereenigingen: het Witte, Groene en Wit Gele kruis is van den beginne af in hoofd zaak geweest, en dat is het nog, huiselijke ziekenverpleging, en daartoe zijn die meer dan 1800 wijkverpleegsters aangesteld, welke tot de meest bekende figuren van onze samenleving zijn gaan behooren. Per sonen, die ten volle het vertrouwen der gezinnen van alle gezindten genieten. Wij kunnen ons zelfs de samenleving niet meer denken zonder de wijkzuster. Op welk een hoog pijl hebben zij de ziekenverpleging gebracht en wat hebben ze door hun per soonlijk contact niet een enorme invloed gehad op de hygiënische inzichten der be volking. Er was bij hun verschijnen een ontstel lend gebrek aan hygiënische kennis; aan de meest elementaire eischen op dat ge bied werd niet voldaan. De zuster heeft gaandeweg het vertrouwen der bevolking verworven, van haar neemt men goeden raad aan, haar voorbeeld inzake omgang met de zieke, en met hetgeen daarmee sa menhangt, wordt steeds beter nagevolgd, zoodat we kunnen zeggen, dat zij inder daad aan volksopvoeding, in den ruimen zin van het woord, doet. Haar werkterrein is het gezin en het gezin is en blijft het fundament van maatschappij en kerk. De vertrouwenspositie van de zuster is zelfs zoo groot geworden, dat aan haar, vooral door de moeders, velerlei moeilijkheden, ook op maatschappelijk terrein, worden voorgelegd, en aan haar ook raad gevraagd wordt in allerlei kommervolle omstandig heden. Zij komt immers juist op het mo ment al ser leen te lenigen is. Vandaar dan ook, dat sinds vele jaren aan de wijk verpleegster, steeds zwaardere eischen wor den gesteld, door de praktijk en dus ook door de studie, zoodat men aan haar oo- leiding meer en meer een sociaal hygië nische en maatschappelijke richting heeft moeten geven. Zonder nadere omschrijving zal de lezer wel willen aannemen, dat de speciale opleiding, aanvangende na het be halen van het gewone verpleegsters-diplo ma A, zeer zwaar is. Een ieder weet toch, dat ziek-zijn mee brengt tal van zorgen, en zoo moet de ver pleegster op de hoogte zijn van de sociale wetten en voorzieningen, en verzekerin gen; moet zij iets weten over werkeloos heidsvraagstukken, bestrijding van alcoho lisme, geslachtsziekte, tuberculose, kinder sterfte en besmettelijke ziekten enz. De zuster staat midden in de vraagstukken van de sociale kinderhygiëne, moeder- schapszorg en zorg voor de geestelijke volksgezondheid. Met deze geleidelijke uitbreiding van haar studie- en werkterrein is meege groeid het gebied van bemoeiingen van de kruisvereenigingen zelf. De besturen daar van hebben zich ook in te werken in de moderne voortuigang der soc. hyg. voor zieningen, en daarin komen te hulp de voor hen uitgegeven en goed geredigeerde tijdschriften als „Katholieke gezondheids zorg", „Het Groene en het Witte kruis", „Ons Groene kruis" enz. Zoo heeft de zuster naast haar duizende bezoeken aan patiënten per jaar nog een zeer aparte taak van huisbezoek gekregen, zoo zelfs, dat haar naam als gevolg daar van veranderd wordt in „wijkverpleeg ster-huisbezoekster". Allereerst dan is de tuberculosebestrij ding, eertijds behartigd door specifielke vereenigingen, mede een taak voor de kruisvereenigingen; en de wijkzuster is het die huisbezoek doet in de gezinnen waar een lijder aan tuberculose wordt ver pleegd. Zij zal dan hebben na te gaan of de voorschriften van huisarts en Cons.- bureau-arts worden nageleefd, om verdere besmetting te voorkomen, of voorts aan de eischen der hygiëne wordt voldaan ten aanzi envan woning, voeding, sputumpro- philaxe e.a. Vaak zullen op haar aandrin gen verbeteringen moeten worden aange bracht in de slaapgelegenheid of zal zelfs een ander huis worden beschikbaar ge steld. Hierbij heeft zij veel steun aan de districtshuisbezoekster, waarmede zij sa menwerkt. Zelfs zal zij vaak middelen en wegen opzoeken om aan geld te komen, wanneer een patiënt naar een sanatorium moet worden uitgezonden; in de dorpen klopt zij daartoe aan bij haar bekende per sonen. Hoewel dit laatste meer de taak is van de vereeniging zelf, komt in de prak tijk, waar men altijd voor tekorten staat, maar al te vaak dit werk te rusten op de merkwaardig breede schouders van de wijkverpleegster. Voorts is de kruisvereenigihg ingescha keld in het werk der soc. kinderhygiëne, zooals praenatale-, zuigelingen- en kleuter zorg.' Op de daartoe door de vereeniging geëxploiteerde Cons. B. assisteert de wijk zuster; maar haar voorname taak daarbij is weer huisbezoek, en dat is zeer belang rijk! Een Inspecteur v. d. Volksgezondheid drukte het wel eens zoo uit: „het slagen van de zuigelingenzorg hangt voor 75 pet. af van het huisbezoek". Immers, het komt er op aan, dat de aanwijzingen, die de Cons.bur.-arts ten aanzien van de voeding van de zuigeling geeft, ook prompt worden nagekomen, en niet elke moeder snapt di rect, hoe het voorgeschreven papje of scho teltje „met van alle:: en nog wat" moet worden klaar gemaakt; en vooral ook zijn er moeders van groote gezinnen, die maar al te gauw zouden „sloffen". Voorts is de wijkverpleegster, die als huisbezoekster in het gezin komt, nadat de kraamhulp het verlaten heeft, de aa gewezen persoon om propaganda te maken voor de natuurlijke borstvoeding, en de moeder daarbij met raad terzijde te staan. Of de wijkzuster tijd zou kunnen vin den om ook nog voor het schoolkind werk zaam te zijn, b.v. door assistentie van den schoolarts op de kleinere plaatsen, staat m.i. zeer te bezien. Maar wel ziet haar speurend oog in het gezin, waarvan zij de de omstandigheden kent, wel eens de can- didaatjes voor de uitzending naar een ko loniehuis, en zal zij daarvan de betreffen de vereeniging in kennis stellen, en ook kan zij behulpzaam zijn bij massale inen tingen tegen pokken, diphtherie en typhus. Tot de werkingsfeer van de kruisver.- be hoort ook de geestelijke volksgezondheid, en bij de vóór- en nazorg is de wijkzuster ingeschakeld. Voor het achterlijke kind, dat in een naburige stad een dagschool voor B.L.O. bezoekt wordt door de. Provin cie subsidie verleend voor reiskosten, op voorwaarde dat de kruisvereeniging zorgt voor aanvrage daarvan enz. We schrijven gemakshalve herhaaldelijk „enz."! eh de lezer zal hieruit wel begrij pen, dat aan dit alles nog veel meer vast zit. Zoo kunnen we nog heel wat opsom men, waaruit blijkt, dat, en dit geldt voor al voor de dorpen, het werkgebied der Kr.- Ver. zeer uitgebreid is: Onderhoud van wijkgebouw en uitleenmateriaal, admi nistratie op de Cons-bur., ontsmettingen, ziekenvervoer op afgelegen plaatsen, moe dercursus, cursus in huishoudelijke voor lichting en in huishoudelijke hygiëne, op richting van onderafdelingen voor E.H.B. O., opleiding van Helpsters bij het Roode kruis (althans door het Wit Gele kruis), instelling van een onderafdeeling voor kin deruitzending. Wij zullen het hierbij laten. Zooals ik boven al zei: deze opsomming betreft voor al de werkzaamhedei in dorpen, omdat in de steden een groot ieel hiervan valt on der de bemoeienis van de Gem. Gen. Dienst. Al met al een schoon arbeidsveld. De vruchten van deze werkzaamheden zijn niet alle in cijfers uit te drukken, maar de meeste menschen krijgen vroeg of laat te maken met de wijkzuster en ondervinden dan de zegeningen van dit particulier ini tiatief. De aansporing, dat ieder gezins hoofd lid behoort te zijn van het Wit Gele en Groene kruis, en daarmee niet te wach ten tot de nood dringt, moest overbodig zijn; helaas is ze dat niet. Voor wat betreft de organisatie en uit voering zal, zooals reeds werd aangeduid, in de nabije toekomst de ordening ter spra ke komen. Daar kan het werk slechts wel bij varen. Maar daarbij zal zeer zeker re kening moeten worden gehouden met de historisch gegroeide vorm van particulier initiatief. Het plaatselijk bestuur moet blij- van ingeschakeld: immers, zoowel bestuur als wijkzuster kénnen de bevolking en heb ben het vertrouwen. Naast het Witte, Groene en Wit Gele kruis, die een gelijk gerichte taak hebben,' zijn er nog twee zuiver Nederlandsche kruisvereenigingen te noemen, welke ech ter een geheel ander doel hebben. Eerstens het Oranje Kruis, opgericht in 1909 op initiatief van wijlen Prins Hendrik, kort na den ramp met de „Berlin", en waarvan het doel is het verbeteren en ver breiden van het reddingswezen en van eer ste hulp bij ongelukken. Welnu, het is be kend, hoe populair door het werk dezer vereeniging de E.H.B.O. is. Een zeer mooi resultaat van haar streven is, dat tegen woordig overal het Oranje-kruis-boekje gebruikt wordt en dat alle E.H.-cursussen en examens uniform zijn, en dat er inge voerd is het Eenheidsdiploma. Voorts het „Ivoren kruis", de Ned. Ver. voor mond- en tandhygiëne, welke ijvert voor betere zorg voor het gebit door het Nederlandsche volk, en vooral propaganda maakt voor schooltandheelkunde, die in ons land wel zéér noodig is! Wanneer we naast deze zuiver Neder landsche kruisvereenigingen nog noemen het goed bekende Internationale Roode Kruis, dat ook een Nederlandsche afdeeling heeft sinds 1867, en waarvan in het laatste jaar zoowel de vredes- als de oorlogstaak duidelijk aan het licht getreden zijn, dan hebben we het zestig „Kruizen" de revue laten passeeren Als hiermede dan bereikt is wat meer waardeering voor die kruis vereenigingen, die speciaal wijkverpleging bevorderen, dan is ons pogen geslaagd. Trouwens, stuk voor stuk zijn deze ver eenigingen onze belangstelling overwaard. Zij verrichten een zegenrijk werk, hetgeen we te danken hebben aan de mannen en vrouwen in het verleden, die de handen uit de mouwen hebben gestoken, en veel tegenkanting hebben verduurd, en ook aan de besturen en wijkzusters van het heden die, in afwachting van wat de toekomst brengen zal, hun- werk met onverdroten yver voortzetten. Arts C. R. ZLIERVELD. DE KATHOLIEKE ARBEIDERS BEWEGING. -In „Herstel" lezen we: NEGENTIENHONDERD ééN EN VEERTIG. De groote gebeurtenissen van 1940 heb ben ook onze katholieke arbeidersbewe ging niet onberoerd gelaten; zij onderging de veranderde omstandigheden. D.w.z. zij is, wat haar gebied betreft, de situatie meester gebleven. Vak- en standsorganisa tie bleven plichtsgetrouw en opgewekt hun plicht en taak vervullen. Hetzelfde geldt voor haar talrijke eigen instellingen Wij danken God, dat Hij de vele tien duizendtallen werkers, onze vooraanstaan de kameraden in de beweging de kracht en de overtuiging geschonken heeft om ondanks alles: „pal te staan met mannen moed"! Gesterkt door het bijzondere gebeuren in 1940, treedt onze zoo algemeen gelief de katholieke arbeidersbeweging 1941 in. Moge 1941 voor alle leden en hun ge zinsleden een rijk, een vol-gezegend jaar zijn! Moge het de beweging in 1941 gegeven zijn, in kameraadschappelijk ovérleg met allen die van goeden wil zijn, in samen werking met organen en autoriteiten, met wie zij te maken zal hebben, „het goede" voor land en volk te bereiken. Zalig Nieuwjaar. A. C. DE BRUIJN, voorzitter. J. A. SCHUTTE, secretaris. 1 Januari 1941. VAN M'N BOEKENTAFEL Het Schild Apologetisch maand schrift. Uitg. der A. V. Petrus Canisius. Wat bij vele niet-Katholieken wel eens verbazing wekt, maar voor de Katholieken niets verbazingwekkends bevat, is de de votie tot de H. Maagd en de liefdevolle aandacht, waarmede de Moeder Gods in al haar betrekkingen tot God en de men schen wordt beschouwd. Zij is het onder werp van het artikel van dr. Bruna, waar mede de Januari-aflevering van „Het Schild" opent. Misschien is het niet nieuw rnaar in elk geval is de vorm van tragiek in Maria's leven, waarop hier speciaal de aandacht wordt gevestigd, niet zoo veel vuldig aan beschouwing en studie onder worpen als andere zijden van haar le ven. Het is Maria's verheven en heilige eenzaamheid. Dr. Bruna werkt dit thema nader uit, naar aanleiding van een paar regels uit het werk van den Franschen Dominicaan M. M. Philippon, die over de H. Maagd schreef: „Haar maagdelijke ziel was eenzaam, omdat, hoezeer zij ook deelnam aan het leven der menschen, zij dit toch deed om er Gods werk te doen, en daarom bleef zij met Hém alleen in innig verkeer; ook, om dat ze als mede-verlosseres meer en meer zich één maakte met de gevoelens van Jezus' ziel, die zoo eenzaam was des avonds op den berg of in Gethsemané. Goddelijke eenzaamheid van haar maagdelijke ziel, die door het Woord, haar Zoon, zoo na aan de Godheid werd gebracht, en daar, ter wille van haar wereldomvattende taak, in al de plannen der Drieëenheid voor het heil der wereld betrokken te zijn, en toch juist daar zoo oneindig ver af te staan van God, haar Zoon. Zulke afgronden doen beven." Voorts vervolgt pater A. W. Ter Maat O. P. zijn artikelenreeks over „Bijbel en Leergezag" en toont hij aan, hoe de twee hervormers Luther en Calvijn tegen hun wil getuigenis afleggen voor het kerkelijk leergezag. Vooreerst hebben ze het stil zwijgend erkend en er zich impliciet aan onderworpen, door waarheden aan te ne men, die geloofd worden alleen op het ge zag der Kerk, en die noch uitdrukkelijk in den Bijbel te vinden zijn, noch uit den Bij bel bewezen kunnen worden. Vervolgens hebben ze de noodzakelijkheid van een leergezag en wel van een onfeilbaar buiten den Bijbel erkend door hun eigen gezag te stellen in de plaats van het leer gezag der Kerk op een wijze, die geen te genspraak duldde. Eén Paus werd verwor pen.... meerdere pausen stonden op! Daarna volgt een artikel van pater Sil vester O. M. Cap. over voorspellingen om trent het wereldeinde; een onderwerp, dat den laatsten tijd weer zeer in trek is. Pater Silvester heeft er in „Het Schild" al meer over geschreven. Die voorspellingen draaien meestal neer op het geloof in het z. g. duizendjarige rijk, dat een rijk van vrede en gerechtigheid moet zijn en waarnaar men dus in tijden van oorlog en druk met des te meer belangstelling uitziet. Pater Silvester is er niet over te spreken en be looft in een volgend artikel de vraag te beantwoorden: hoe wij over dit soort pro fetieën moeten denken. Het antwoord is niet moeilijk te raden, wanneer wij even verder „Het Schild" doorbladeren en in de rubriek'„Op den Uitkijk" een aanhaling vinden uit „Boekenschouw", waarin het boekje van pastoor Kwakman, omgewerkt WARMTE Ik lees in de krant van een meneer, die op den laatsten dag van het jaar het ijzige besluit nam te gaan zwem men. Wij, meer gewone lieden, die ons een halven dag warm draven om een extra-vergunning voor een win terjas te bemachtigen en die een ern stig spel spelen op het terrein dat zich uitstrekt tusschen kachel en kolenberg plaats, wij schudden in stomme verba zing het hoofd over zooveel roekeloos heid. Die heer is gaan zwemmen in het IJselmeer, hij heeft zich eerst in bad pak opgehouden te midden van sneeuw, ijs en wind en is vervolgens in een bijt gedoken. Men kan zulk een daad op verschil lende wijzen definieeren. Men zou dat kunnen noemen een proeve van uit houdingsvermogen, maar ook het be palen van een bepaalden graad van krankzinnigheid. Het is toch al zoo'n toer om vandaag aan den dag warm te worden. Vroeger kon men dat doen door het eten van bepaalde spijzen of door warm te loo- pen voor bepaalde denkbeelden, voor al als er verkiezingen op komst wa ren. Dat gaat nu niet meer. Het vet, dat wij nog hebben, veilig opgebor genbinnen onze huid (niet ver der vertellen s.v.p.!) moeten wij trach ten te bewaren. En deze heer staat al de warmte van zijn lichaam af aan het ijskoude water van den IJsel, zonder dat hij of de IJsel ermee gebaat zijn. Dat vind ik verkwisting. Laat men hem tot straf zijn kolen- bonnen afnemen. Hij heeft ze toch niet noodig. v WINTERHULPSpNEDERLAND Gironummer van de W. H. N. 5553 De Bank van de' W. H. N. is Kasvereeniging N.V., A'dam. "Postgironummer 877. Stort op 5553 of 877. en her-uitgegeven door A. van Son scherp becritiseerd wordt. In dezelfde rubriek wordt ten slotte door prof. dr. K. Steur met voldoening mel ding gemaakt van een zeer goede beoor- deeling door dr. v. Nes, oud-hoogleeraar te Leiden, van het werk van dr. I. Klug „Het Katholieke Geloof". Wil men elkander be grijpen, dan moet men beginnen met elkan der te waardeeren. THUMPRIJS 1941. De directie van „Het Thijmfonds'" te 's-Gravenhage schrijft een prijsvraag uit voor oorspronkelijke romans, welke het in een zijner eerstvolgende jaarreeksen wil uitgeven. De inhoud der romans moet al gemeen bevattelijk zijn, passend in het kader van het Thijmfonds en voor katho lieken aanvaardbaar. De omvang der ro mans moet circa 50.000 a 70.000 woorden bedragen. De termijn van inzending ein digt onherroepelijk op 1 Mei 1941. Een uit voerig prospectus met de voorwaarden voor deelname aan deze prijsvraag wordt op aanvraag toegezonden door „Het Thijm fonds", Nobelstraat 20, 's-Gravenhage. Katholiek Centraal Bemiddelings- en Informatie-Bureau voor Dames- en Heerenpensions te 's-Gravenhage. Onder auspiciën van het Comité „Katho liek 's-Gravenhage" is de oprichting tot stand gekomen van een „Katholiiek Cen traal Bemiddelings- en Informatie Bureau voor Dames- en Heerenpensions" te 's-Gra venhage. „Katholiek 's Gravenhage" ver trouwt dat hierdoor eindelijk de oplossing zal gevonden zijn voor het moeilijke en zoo gewichtige Pensionvraagstuk in Den Haag. Op de laatstgehouden vergadering van het Hoofd-Bestuur-Comité „Katholiek 's-Gravenhage" heeft de Secretaris, de heer W. van Breda deze kwestie ingeleid, ter wijl Pater Max. v. d. Schoot O.F.M. Direc teur van het Kolpingshuis op verzoek van den waarn. Voorzitter, Dr. Jos. de Boer, een en ander nader heeft toegelicht. Met algemeene instemming werd het voorstel aanvaard en men juichte het toe, dat het Bureau zou gevestigd worden Z. O. Bui tensingel 138, terwijl Pater v. d. Schoot be reid werd gevonden, de leiding van het Bureau op zich te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1