DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Momentje
VRIJDAG 6 DECEMBER 1940
32ste Jaargang No. 9816
S)e Ceid&cheSoti/fco/iit
Bureaux Papengracht 32,
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postnns n.
V God alléén
Krachtens hun beginselen moeten de
Christenen, de Katholieken gehoorzaam
zijn aan het Gezag. Er kunnen zijn even
trouwe maar geen trouwere onderdanen!
De Katholieken zien in de gezagsdragers
personen, aan wie God macht heeft ge
schonken over het welzijn van velen en
zij bidden voor die gezagsdragers, opdat
dezen die macht goed gebruiken, gebrui
ken voor het doel, waarvoor alleen en uit
sluitend zij verleend is, voor bet algemeen
belang, voor het welzijn der genen, die zich
aan dat gezag moeten onderwerpen.
Wij zien de grootheid van het gezag
niet in de personen van degenen, die de
dragers er van zijn, maar in het feit, dat
het is van Goddelijken oorsprong dat
God het heeft gewild en noodzakelijk ge
maakt.
Wij eerbiedigen de dragers van het ge
zag niet allereerst om hun persoonlijke
kwaliteiten, maar allereerst om de belang
rijkheid, de gewichtigheid, de verantwoor
delijkheid van de taak, die hun is opge
legd.
Het Gezag is van Goddelijken oor
sprong. En daarom kunnen wij ook ver
klaren, dat wij gehoorzamen aan God al
léén.
Want wij gehoorzamen het Gezag, om
dat God ons tot gehoorzaamheid aan het
Gezag heeft verplicht een verplichting,
die duidelijk kenbaar voortvloeit uit den
aard van den mensch, die is neergelegd in
de menschelijke natuur.
Het Gezag is van Goddelijken oorsprong.
En daarom is het vanzelf sprekend,, dat
het Gezag geen rechten kan hebben, die
in strijd zijn met Gods wet; en dat zijn
rechten geen anderen grond kunnen heb
ben, op niets anders gebaseerd kunnen
zijn, dan op het algemeen belang, dan op
het belang der onderdanen.
Wij erkennen en zullen steeds blijven
erkennen als bron van het gezag God en
God alléén.
Wij willen gehoorzamen aan God alléén
e n in en om God aan alle overheid, aan
alle Gezag.
Zóó bukken wij niet in onze gehoor
zaamheid, maar staan wij recht-op; zóó
zijn wij in onze gehoorzaamheid niet klein,
maar groot.
Zoo is onze gehoorzaamheid geen
slaafsch dienen maar heerschen. God die
nen is heerschen!
God alléén is onze Heer, en wij zijn ten
slotte dienaren van geen enkel mensch,
maar van God alléén.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
SPOORBOOMEN IN DE DUISTERNIS
In roode letters: STOP
Omdat de verduistering voor het groote
aantal bewaakte overwegen bijzondere vei
ligheidsmaatregelen noodig heeft gemaakt,
heeft de direetie van de Ned. Spoorwegen
in samenwerking met de Duitsche autori
teiten diepgaande proefnemingen genomen
met maatregelen, die de autorijders zoo
duidelijk mogelijk op het gesloten zijn van
de spoorboomen opmerkzaam moeten ma
ken.
Voor drukke spoorwegovergangen is een
transparant ontworpen, dat bij gesloten hoo
rnen hét woord „stop" in roode lichtende
letters vertoont. Als de boomen open zijn,
is het opschrift niet verlicht. Het stop
licht zal in het algemeen rechts van den
weg ongeveer anderhalver, meter hoog
worden aangebracht, zoodat het verlichte
transparant op ongeveer tachtig tot hon
derd meter zichtbaar zal zijn. Ook zullen in
het midden van de spoorboomen drie re-
lectoren worden aangebracht.
De minder drukke overwegen worden
alleen met reflectoren uitgerust en wel naar
gelang van de wegbreedte met drie tot ne
gen stuks. De reflectoren zullen zoo wor
den aangebracht, dat zij bij gesloten stand
van de spoorboomen een rechte lijn vijftig
c.m. boven den grond zullen vormen.
Bij de invoering van de nieuwe maatre
gelen, die door het Luftgaukommando Hol
land beproefd en goedgekeurd zijn, vervalt
de plaatsing van roode handlantaarns ter
beveiliging der overwegen.
herbenoeming burgemeesters
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van Binnenlandsche Zaken
is mr. G. A. F. baron van Lynden tot burge
meester van de gemeente Elburg benoemd
en is G. J. J. van den Heuvel opnieuw tot
burgemeester van de gemeente Akersloot
benoemd.
DE EERSTE WINTERHULP
INZAMELING.
Uit de Volkskrant:
De eerste Winterhulp-inzameling heeft
naar schatting vijf a 6 ton opgebracht,
welk bedrag door de aanzienlijke afzonder
lijke giften tot rond een millioen' zal
stijgen.
Een millioen voor de uitheemsche Win
terhulp naar ons land overgeplant is een
mooi succes. Moet men erkennen, dat nog
niet alle Nederlanders voor het denkbeeld
en de daad gewonnen zijn, de uitkomst be
wijst, dat een zeer aanzienlijk deel van ons
volk daaraan heeft deelgenomen. En men
kan nu reeds Veilig voorspellen, dat de
Winterhulp-collecten hier spoedig popu
lair zullen worden.
Dit te eerder naarmate de bevolking
weldra zal blijken, dat het millioen inder
daad aan de behoeftigen in Nederland zon
der verschil van godsdienst en kleur en
richting zal worden uitgekeerd in verhou
ding tot de behoefte. Geen gunstbetoon
maar strikte rechtvaardigheid zal de maat
staf zijn. Zoo zal ook de meest wantrou
wende Nederlander voor deze nationale
inzameling worden gewonnen.
We hebben pas in verband met de
vergoedingen voor de door oorlogsgeweld
geleden schade vernomen, dat de fi
nanciering daarvan zal geschieden uit de
algemeene middelen, die ,een belangrijke
versterking behoeven. Dat wijst op een
aanzienlijke belastingverhooging, maar deze
moge voor de tweede Winterhulp-inzame
ling op het einde dezer maand de stroom
van gaven en giften niet stremmen. Wat
zou er anders van het offer, dat wij voor
den noodlijdenden evenmensch hebben te
brengen, overblijven?
„NATIONAAL FRONT HEEFT
OP HET VERKEERDE PAARD
GEWED."
Onder dit opschrift vangt De Weg,
weekblad van Nationaal Front, een arti
kel aan van den leider, Arnold Meijer:
„Dit motto ontleenen wy aan een arti
kel van de Neerlandiapers. In dat arti
kel wordt ons te verstaan gegeven, dat
„Nationaal Front" er verstandig aan zou
doen het eigen beginsel te laten varen.
De opvatting omtrent sociaal-economi
sche ordening, die men hier eischt, zou
volgens dit korte artikel een andere zijn,
dan die welke wij voorstaan, en wij zou
den ons bij die andere opvatting heb
ben aan te passen.
Wij hebben daar niets van gemerkt.
De Nederlandsche opvatting is natuur
lijk verschillend van de Duitsche, maar
dit is geen essentieel, doch een acciden
teel verschil, voortkomend uit de spe
cifiek eigen mentaliteit van het Duit
sche en Nederlandsche volk. Het is dus
niet hierop, dat wij willen ingaan. Maar
wel op het feit, dat de raadgever meent,
dat wij ook al tot het soort „aanpassers"
zouden behooren."
Verder zijn bezwaren tegen „aanpassen"
ontwikkelend, besluit Arnold Meijer:
„Afgezien van dit alles, is het onzin
nig bij alles wat men onderneemt of aan
prijst zich af te vragen of het den Duit-
schers wel welgevallig is en of het door
de Duitschers zal worden geprezen. De
Duitsche bezettingsoverheid' heeft haar
eigen verantwoordelijkheid en de poli
tieke groepeeringen van het Nederland
sche volk de hunne. Met „aanpassen" en
„flikflooien" kweekt men een volk van
lafaards, terwijl het ons toch allemaal
begonnen is, om het volk van Nederland
op te stooten tot een fier volk!
In dit verband is het onbegrijpelijk,
dat men zich nog zooveel gelegen laat
liggen aan de geruchten, die van N. S.
B.-zijde worden verspreid. Hoe is het
mogelijk, dat ambtenaren zich tot ons
richten met de vraag of het waar is, dat
alle ambtenaren per 31 December worden
ontslagen en op 2 Januari slechts in hun
functie zullen worden teruggenomen, in
dien zij in de maand December lid zijn
geworden van de N. S. B. Men late zich
toch niet imponeeren door zulke dwaze
geruchten; men begrijpe toch, dat een
beweging, die op deze wijze leden werft
leden, die met anti-N. S. B.-gevoelens
de rijen der N. S. B. binnentreden het
spel haast verloren heeft. Zij zou slechts
nog een kans hebben, indien men die
geruchten ondersteunt door naar die ge
ruchten te handelen."
DE N. S. B. EN DE JODEN.
Het is merkwaardig, dat een Duitsch
blad als de „Stürmer" aan de N. S. B.
samenwerking met Joden en vrijmetselarij
Verwijt.
Het blad schrijft n.L:' -
„Iedereen weet, dat het Duitsche na-
tionaal-socialisme zich de oplossing van
het jodenvraagstuk ten doel heeft ge
steld. Iedereen ipoet echter ook weten,
NIEUWE BONNEN
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Landbouw
en Visscherij maakt het navolgende be
kend:
Brood en gebak.
Elk der met „18" genummerde bonnen
van de broodkaart geeft gedurende de
week van Maandag 9 December tot en met
Zondag 15 December a.s. recht op het koo-
pen van 125 gram roggebrood of 100 gram
ander brood.
Voorts geeft elke der met „18" genum
merde broodbonnen recht op het koopen
van een rantsoen gebak. Dit omvat voor
de hierna genoemde bakkerijproducten
telkens ten minste het daarachter geplaat
ste aantal grammen:
Beschuit 75 gram.
Biscuits en wafels 90 gram.
Speculaas 140 gram.
Andere koekjes 200 gram.
Koek 160 gram.
Cake 300 gram.
Gevuld klein korstgebak (b.v. Amandel
broodjes) 400 gram.
Gevuld groote korstgebak (b.v. Boter
letter) 500 gram. i
Taart en gebakjes 600 gram.
Voor geheel of ten deele uit meel of
bloem gebakken producten, welke hierbo
ven niet genoemd zijn, geldt, dat een rant
soen een hoeveelheid omvat, waarin 70
gram meel of bloem is verwerkt.
De op 15 December nog niet gebruikte
bonnen blijven voorts nog geldig geduren
de de week van 16 tot en met 22 Decem
ber a.s., met dien verstande, dat zij ge
durende laatstgenoemde week niet mogen
worden gebruikt in hotels, restaurants e.d.
Eieren.
Gedurende het tijdvak van Maandag
9 December tot en met Zondag 15 Decem
ber a.s. geeft de met „23" genummerde bon
van het algemeen distributiebonboekje
recht op het koopen van één ei. De bon
nen, welke op 15 December nog niet ge
bruikt zijn, blijven geldig tot en met Zon
dag 22 December a.s., met dien verstan
de, dat ook zij gedurende de week van 16
tot en met 22 December a.s. niet gebruikt
mogen worden in hotels, restaurants e.d.
Suiker.
De met „30" genummerde bon van het
algemeen distributiebonboekje geeft gedu
rende het tijdvak van Zaterdag 7 De
cember tot en met Vrijdag 20 December
a.s. (dat is dus gedurende een periode van
14 dagen) recht op het Jcoopen van één
kilogram suiker.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
werkgevers, die personeel in de kost heb
ben, niet bon „30" van dat personeel mo
gen inhouden.
Boter en margarine.
De met „20" genummerde bon van de
boterkaart zoowel als van de v et-
ka art geeft gedurende het tijdvak van
Zaterdag 7 December tot en met Vrij
dag 13 December a.s. recht op het koopen
van 250 gram boter of margarine. De bon
nen, welke op 13 December nog niet ge
bruikt zijn blijven voorts nog geldig gedu
rende de week van 14tot en met 20 De
cember a.s. De met „20" genummerde bon
nen geven dus geen recht op het koopen
van vet.
AANWIJZING BONNEN.
Met nadruk wordt er op gewezen, dat
het in het voornemen ligt eenige bonnum
mers van de brood-, vleesch-, boter- en
vetkaart niet aan te wijzen. Sommige
bonnummers zullen dus niet geldig wor
den verklaard voor het aanschaffen van de
onderscheiden levensmiddelen.
dat een beweging, die samenwerkt met
Joden en vrijmetselaars, een publieke
dwaling begaat, indien zij zich een na"
tionaal-socialistische beweging noemt.
Een dergelijke dwaling is ten aanzien
van de Nederlanders begaan door de
firma N. S. B. van den heer Mussert te
Amsterdam. (Moet zijn: Utrecht, Red.
De Weg). De heer Mussert moet het
zich thans laten welgevallen van zijn
volksgenooten gezegd te krijgen, dat hij
met geld van Joden en vrijmetselaars
aan datgene, wat nationaal-socialisme
heet, verraad heeft gepleegd. Wie zich
echter eens met Joden heeft ingelaten,
kan zelfs met de mooiste woorden nooit
meer het tegendeel bewijzen van het
geen hij werkelijk is: een jodenknecht".
Wij ontleenen dit citaat, curiositeitshal-
ve, aan „De Weg", die het met blijkbaar
welgevallen zijn lezers voorzet.
RANTSOENEERING EN GEZINS
GROOTTE.
Bstuur van R.-K. Werkliedenverbond
bepleit verbetering van eenige
distributiebepalingen.
Het bestuur van het R.-K. Werklieden
verbond heeft aan den secretaris-generaal,
waarnemend hoofd van het departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
een adres gericht waarin het al zijn mee
ning te kennen geeft dat bij de thans van
kracht zijnde distributie- en rantsoenee-
ringsmaatregelen tot nu toe te weinig re
kening is gehouden met den factor der ge
zinsgrootte.
Deze factor dient zich z.i. bij de te tref
fen maatregelen op twee wijzen te doen
gelden:
1. direct, doordat in aanmerking wordt
genomen, dat een groot gezin speciale be
hoeften met zich brengt;
2. indirect, doordat bij de bepaling van
de koopkracht voldoende de zwaardere fi-
nancieele moeilijkheden der kinderrijke
gezinnen tot hun recht komen.
Deze twee overwegingen zijn nu zoo
zegt het bestuur bij de uitwerking van
verschillende distributiemaatregelen vol
komen verwaarloosd, resp. onvoldoende
in acht genomen.
Ter illustratie van de verwaarloozing
van de eerste overweging wijst het op de
regelingen inzake de toewijzing van win-
terbovenkleeding en van brandstoffen, ter
wijl het onvoldoende in acht nemen van
de tweede overweging z.i. in de boter-
resp. margarine-distributie tot uiting komt.
Winterkleeding.
Het bestuur geeft dan uitvoerig zijn be
zwaren in dezen te kennen en verzoekt
met aandrang, alsnog zoo spoedig mogelijk
een aanvullenden maatregel tot stand te
brengen, opdat de gezinnen van vier of
meer leden gelegenheid krijgen tot aan
schaffing van meer dan één jas of mantel.
Brandstoffen.
Wat de distributie van brandstoffen be
treft, acht het, rekening houdend met het
feit, dat de toe te passen methode admini
stratief niet te ingewikkeld mag zijn en dat
een eventueele correctie moet aansluiten
bij de reeds in werking zijnde regeling,
een .verbetering volgens onderstaande richt
lijnen wenschelijk en uitvoerbaar:
1. De gezinnen van 7 of meer leden, een
huis bewonend van 3 of 4 vertrekken, krij
gen een toeslagkaart van 5 eenheden, zoo
dat zjj in plaats van de 16 eenheden van
thans, 21 eenheden ontvangen.
2. De gezinnen van 7 of meer leden, en
een huis bewonend van 6 of meer vertrek
ken, krijgen eveneens een toeslagkaart
van 5 eenheden, derhalve'in totaal 26 in
plaats van 21 eenheden.
Het Verbondsbestuur meent met recht er
met klem op te moeten aandringen, dat
voor de door hem genoemde groepen van
gezinnen een toeslagregeling in den aan
gegeven zin het leven wordt geroepen,
zoo mogelijk met handhaving van de reeds
toegewezen hoeveelheden, zoo noodig, in
dien onverhoopt de brandstoffenpositie van
ons land daar aanleiding toe zou geven,
door verlaging van de toewijzingen over
de geheele linie met één eenheid, ten ein
de zoodoende tenminste een rechtvaardi
ger verdeeling te verkrijgen.
Margarine en boter.
Extra zwaar worden de groote gezinnen
belast, zegt het adres, doordat in normalen
tijd bij gelijke inkomens in kinderrijke
gezinnen de margarine een grootere rol
speelt bij het spijsvet-verbruik dan de bo
ter.
Aan deze verzwarende omstandigheid
komt naar de meening van het Verbonds
bestuur de reeds ingevoerde verschuiving
naar boven van de margarine/boter-grens
bij stijging van het aantal gezinsleden on
voldoende tegemoet.
Speciaal in de boven-gemiddelde gezin
nen (5 leden en meer) is de stijging van
100 per lid te gering. Hier zou een pro
gressieve schaal moeten worden toege
past, zoodat met het stijgende aantal ge
zinsleden de inkomensgrens zich met groo
tere sprongen verplaatst b.v. volgens vol
gend schema:
Aantal gezinsleden Margarine/botergrens
bij inkomen van:
1 1000.—
2 ƒ1100.—
3 1200.—
4 1300.—
5 1400.—
6 1600.—
7 1800.—
8 ƒ2100.—
9 2400.—
10 ƒ2700.—
Daarmee wordt bereikt, dat de marga
rine-voorraad meer gelijkmatig wordt ge
reserveerd voor de groepen, die het minst
draagkrachtig zijn, hetzij uit hoofde van
hun absolute inkomstenbedrag, hetzij uit
hoofde van de bijzondere gezinslasten.
Mocht de margarine-voorraad niet toe
reikend zijn om in de regeling de hier
voorschot.
Hoe kan de distributie de mensch
in vreen)de perykelen voeren. Ik lees
daar van een Zwitsersche filmspeel
ster (hebt U ooit gehoord van een Zwit
sersche filmspeelster? Ik niet!) die
een schat van een mantel in de maak
had. En net toen die mantel bijna klaar
was, kwam de textieldistributie. Dat
wil zeggen: aflevering verboden. En
daar zat me nu die Zwitsersche film
ster (ik kan er maar niet over uit van
die Zwitsersche films. Nog nooit van
gehoord. Tissondedaddiketseg) afijn,
ze zat heel erg in de narigheid. Want
zij moest naar een filmpremière en had
natuurlijk niks om aan te trekken. Ze
moest dus beslist die mantel aan.
Maar dat ging niet. Want afleveren
mocht niet en textielkaarten moesten
nog worden uitgereikt. Wij kennen dat.
Afijn, om kort te gaan, zij nam dien
langen zijweg naar het distributiébu-
reau en na nog zeven andere zijwegen
wij kennen dat werd de zaak zoo
opgelost, dat de filmjuffrouw voor dat
feest de mantel éventjes van d'r eigen
mocht leenen. Ze moest hem na afloop
direct weer terugbrengen. Geen gek
heden dus.
En ik vind, dat daar wel wat in zit.
Waarom zou men ons niet eens een
keer een half pondje boter leenen? Als
wij later weer eens een beetje vetter
in de boter zitten, geven wy het weer
terug. Zij kunnen ons toch best eens
een beetje macaroni voorschieten, 't Is
toch al zoo'n harde tijd en 't zou er
tenminste een beetje gezelliger en ge
moedelijker door worden. Ik ben wel
geen filmdiva. Maar een schraal rant
soentje varkensvet voor mijn sprui
ten is veel 'belangrijker.
Zelfs dan zes filmmantèls.
voorgestelde wijziging aan te brengen, dan
zou althans een rechtvaardiger verdeeling
bereikt worden door, met invoering van de
gewijzigde schaal, de inkomstengrens over
de geheele linie met een bepaald bedrag
omlaag te brengen.
Naast het bijzondere probleem der groo
te gezinnen blijft ook op te lossen de kwes
tie van de zeer verschillende offers, die
door de boterverbruikende gezinnen al
naargelang him inkomen moeten worden
gebracht.
Deze moeilijkheid is volgens het Ver
bondsbestuur alleen op te lossen door het
toepassen van prijsdifferentiatie inzake bo
ter, dus een reductie-regeling in den geest,
zooals die, welke tijdelijk gegolden heeft
voor de houders van vetkaarten die boter
kochten, maar nu voor de groep (gedwon
gen) boterverbruikers, die beeneden een
bepaalde inkomengrens blijven.
Om er voor te zorgen, dat de opbrengst
voor de producenten gelijk blyft, zal daar
mee, volgens adressant, gepaard moeten
gaan een verdere prijs verhooging voor de
hoogere inkomens-groepen.
petroleumpruzen.
De secretaris-generaal van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart deelt mede, dat
met ingang van 5 December jl. de „Prij-
zenbeschikking petroleum no. 1" in wer
king is getreden.
Volgens deze beschikking is het aan ver-
koopers van petroleum verboden petro
leum en detail te koop aan te bieden of te
verkoopen tegen hoogere prijzen dan die,
welke zij sedert 19 Augustus 1940 in reke
ning brengen, vermeerderd met 4Yt cent
per liter, met dien verstande, dat de prijs
nimmer hooger zijn mag dan 18)4 cent per
liter.
Derhalve wordt de prijs in de zone,
waarin deze 13)4 cent per liter bedroeg,
thans 18 cent, in de zone, waarin de prijs
13 3/4 cent per liter bedroeg, thans 18 1/4
cent in de zone, waarin de prijs 14 cent
per liter bedroeg, thans 18)4 cent.
Katholiek Comité van actie
„Voor God"
HERAUTEN VAN DEN
GROOTEN KONING
Hoe grooter vroeger een koning
was, des te grooter moesten de
rijen herauten zijn, die hem voor*
af moesten gaan. De jaarlijksche
komst van Christus op het Kerst*
feest is nabij. Wie allen zijn de
herauten van dezen grooten
Koning