DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Auto in de duisternis te water gereden Momentje DONDERDAG 28 NOVEMBER 1940 32ste Jaargang No. 9809 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. V Dc priester De priester is voor het geestelijke, niet voor het stoffelijke; voor het religieuse, niet voor het profane; voor het eeuwige, niet voor het tijdelijke. Maar dat wil geenszins zeggen, dat de priester voor het tijdelijke onverschillig moet öf mag zijn. Christus, Die gekomen was, voor de zie len, genas ook de lichamen, wekte ook het tijdelijk leven op, leefde ook mee met de stoffelijke nooden van de menschen rond om Hem. Het is daarom zoo kortzichtig, te schrij ven, zooals het tijdschrift „Het Gemeene- best" in de November-aflevering, over de „voortreffelijke encyclieken" van den Paus, diede Paus eigenlijk niet had moeten schrijven, omdat hij daarin een terrein betreedt, dat het zijne niet is. Be doeld zijn encyclieken als Quadragesimo Anno. De Kerk behoeft en mag niet onver schillig zijn voor de belangen en de nooden der menschen, al zijn deze niet van directe-godsdienstigen aard. Ook de pries ter kan er niet onverschillig voor zijn. Over „priestertaak in dezen tijd" schrijft P. C. in de November-aflevering van het tijdschrift „De Gemeenschap" enkele ge dachten, die ieder onbevooroordeelde heel sympathiek moeten zijn: „Zeker, de geestelijkheid heeft op de eerste plaats tot taak de eeuwige waarheden des geloofs te verkondigen en aan de menschen de sacramenten en genademiddelen der Kerk toe te dienen ter bereiking van het eeuwig einddoel. Maar daarnaast moet zij ook de natuurlijke menschen- en volks rechten verdedigen, zij moet" de noo den van een volk christelijk leeren op vatten, het volk sterken in den strijd om zelfbehoud, welvaart en eigen cul tuur. Dan is de priester een figuur, die waarlijk met het volk is verbonden. In tijden als deze, nu een oude wereld ineenstort en een nieuwe geboren wordt, mag men juist van den priester vergen, dat hij zijn taak beter nog dan anderen begrijpt en met meer dan gewonen ijver en nauwgezetheid vervult. Dat eischt zoowel het belang van den godsdienst, dien hij verkon digt, als het belang van het volk, dat hij dient. Onverdraaglijk ware nu de priester, die zich in bourgeois-achtige gemakzucht afzijdig houdt, zich niets aantrekt van de speciale problemen en eischen van den tijd. Juist nu moet de priester voorgaan in activiteit, edelmoedigheid, geest kracht en offerzin. Zoo kan hij het volk sterken en de krachten in stand houden, die straks noodig zijn, om op te staan tot een nieuw, sterk en vrij volksleven .Zijn taak is zwaar, maar met Gods hulp en genade, hem als priester in zoo overvloedige mate ge schonken, zal hij haar vervullen. Geve Gcd ons goede en groote priesters". De katholiek wil den priester niet zien als zich met eemg gezag bemoeiend met tijdelijke of grootendeels tijdelijke zaken, maar hij wil den priester ook niet zien als onverschillig voor tijdelijke zaken, in dien deze raken de belangen en de nooden van de menschen, die hij lief heeft. De priester als zoodanig doet geen uit spraak over oeconomische, sociale en staatkundige vraagstukken. Maar hij kan er niet onverschillig voor zijn, inzooverre deze vraagstukken raken de godsdienstige belangen, en óók niet, omdat hij niet on verschillig kan zijn voor de stoffelijke nooden van het volk, dat hij bemint met een groote liefde.... De priester voor de godsdienstige be langen der menschen zorgend en ijverend staat1 en leeft midden onder de menschen. DE BELANGEN VAN HET GEZIN Naar het A.N.P. verneemt is kortelings in het leven geroepen een comité, dat zich ten doel stelt de studie en de behartiging van de zedelijke en materieeele belangen van het gezin in Nederland. Het comité stelt zich op het standpunt van de christelijke beginselen in het ech telijke leven, de huwelijkswetgeving en de opvoeding. Het zal zich op de hoogte hou den van de omstandigheden, waarin het ge zinsleven in Nederland verkeert en, waar noodig, niet alleen een beroep doen op de medewerking der betreffende autoriteiten, om de belangen van het gezinsleven te be schermen, maar zich ook wenden tot de publieke opinie, teneinde een gunstige men taliteit ten opzichte van huwelijk en huis gezin aan te kweeken en te bevorderen. Het comité, dat voorloopig is samenge steld uit de heeren: dr. J. P. Chr. de Boer, D. L. Daalder, dr. H. Hijmens, dr. W. C. Meiss en dr. Fr. Twaalfhoven, is voorge steld aan de secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Sociale Zaken. Leest een goed boek! Een redacteur van de „Tijd" heeft een onderhoud gehad met de directrice van de R.K. leeszaal te Amsterdam en deze deelde hem mede het verheugende feit, dat 't in dezen tijd met het lezen van goe de boeken goede romans, studiewerken, godsdienstige werken crescendo gaat. Werden er in Augustus 1939 10587 boe ken uitgeleend, nu 11946; in September 1939 10925, nu 11225; in October 1939 10554, nu 12435. De belangstelling is in November nog gestegen. Op den Zaterdag van Allerzielen werden meer dan 1000 boeken uitgeleend. Meer dan duizend boeken op één dag. En wij denken aan het aantal boeken, dat de katholieke bibliotheek te Leiden per dag uitleent minimaal en maximaal. Dat aantal is zeer gering. Natuurlijk kunnen wij ons niet met Am sterdam op één lijn stellen. Maar ook re latief is het zeer gering. Wat kan de reden daarvan zijn? Hebben de katholieken in Leiden zooveel boeken in eigen bezit? Als dat de reden zou zijn, zou het een verblijdende reden zijn. Maar, wie dat veronderstelt, is ongetwijfeld te optimistisch. Wat kan dan de reden zijn? Wij willen ons liever niet verdiepen in veronderstellingen, die stuk voor stuk minder prettig en minder vleiend voor ons, Leidenaars, zijn. Liever wekken wij onze lezers op, om, als zij voor deze lan ge winteravonden een goed boek willen hebben, om aldus zichzelf te verrij ken mer geestelijk bezit, zich te wenden tot de katholieke bibliotheek, Lorentz- kade 17. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN REVOLUTIE EN TRADITIE. Wij zitten thans middenin de revolutie, aldus het Nederlandsch Dag blad, en Iaat men nu niet doen alsof er feitelijk heelemaal niets aan de hand is. Het orgaan van Nationaal Front waar schuwt daarom tegen pogingen om „de toenadering van eenige van de be langrijkste „revolutionnaire groepee ringen" en daarmee een schrede naar de eenwording van het Nederlandsche volk te verhinderen, welke eenwor ding èn in deze revolutionnaire èn in deze internationaal benarde situatie de onafwijsbare voorwaarde vormt voor een onafhankelijk volksbestaan." Revolutie behoeft niet en mag zelfs niet beteekenen, dat men de traditie overboord werpt, zoo betoogt genoemd blad: „Bij een revolutie pleegt nog al eens traditie verloren te gaan. Indien het geen spinrag, maar goede traditie be treft, is zulks zeer te betreuren en moet, koste wat het wil, voorkomen worden. Immers in de goede traditie wordt het volk zichzelf als eenheid be wust. Men heeft een, volk wel eens „eeuwig" genoemd, en in een bepaalde beteekenis is dit ook juist. Eeuwig in die beteekenis namelijk, die onder scheiden is van oneindig. God is on eindig, maar een volksbestaan kan du ren tot den jongsten dag, tot ,,'s-we- rels avondstond", dat is zooals het Nieuwe Testament het in den oorspron- kelijken tekst uitdrukt: in ,,de volein ding der eeuwen" of in „de eeuw der eeuwen" 'tgeen men eerst vertaalde met eeuwigheid en later verwarde met on eindigheid. De traditie van een volk is dat goede en groote wat van geslacht op geslacht wordt overgedragen tot de voleinding der eeuwen. Deze tradi tie is het hoogste en heiligste aardsche goed, dat een volk tot zelfstandige per soonlijkheid in het wereldbel^ven stem pelt. Wie revolutie verwerpt op een oogenblik, dat zij voorwaarde is voor 't volksbestaan, is een geestelijke krui denier, wie een heilige nationale tra ditie verwerpt in een revolutionnaire situatie is een geestelijk proleet. Re volutie en traditie beide in den goe den zin des woords zyn in het le ven van een volk, gezien in het kader der wereldgeschiedenis, onmisbare le venwekkende factoren zonder welke het volksbestaan zou uitdooven." ORGANISATIECOMMISSIE BEDRIJFS LEVEN. De organisatie-commissie voor het Ne derlandsche bedrijfsleven deelt mede, dat haar secretariaat gevestigd is: 's Graven- hage, Kneuterdijk 3, telefoon 115773. Wie winterhulp schenken wil En d' arme dus gedenken wil, Die geve mild. Geeft, zooals gij 't u zeiven gunt, Niet enkel wat gij missen kunt, Maar missen wilt. In openbaren dienst werkzame Joden ontslagen TECHNISCHE HOOGESCHOOL TE DELFT EN LEIDSCHE UNIVERSITEIT GESLOTEN Het A.N.P. meldt: Ter verzekering van de openbare veiligheid, rust en orde in de bezette Nederlandsche gebieden heeft het bevoegde bureau van den Rijkscommis saris het noodig geoordeeld, tegen de Joden, die een openbaar ambt bekleeden of in openbaren dienst werkzaam zijn, wegens de tegen de bezettingsmogendheid gerichte actie van het Jodendom maatregelen te nemen. Op grond van een circulaire is der halve bepaald, dat zulke Joden uit hun ambt of uit hun werkkring dienen te wor den ontslagen. Hun aanspraken op uit- keeringen op grond van hun werkkring of op andere tegenprestaties van materieelen aard blijven daarbij onaangetast. Sluiting van hoogescholen. Met miskenning van het doel van dezen maatregel, hebben de studenten te Delft en Leiden voor de Joden partij getrok ken en het bezoeken der colleges voor den tijd van 48 uur gestaakt. Als algemeen® waarschuwing heeft de commissaris-generaal voor bestuur en justitie zich genoodzaakt gezien, de Tech nische Hoogeschool te Delft en de Univer siteit te Leiden, alsmede de daaraan verbonden instituten voor de studenten van alle jaarklassen onmiddellijk tot nader order te sluiten. Dr. T. GOEDEWAAGEN OVER ZIJN TAAK. De nieuw benoemde secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlich ting en Kunsten, dr. T. Goedewaagen, heeft aan het A. N. P. eenige mededeelingen ge daan over zijn werkzaamheden. Op de vraag wat de zorg van het nieu we departement voor pers, film en radio omvat, antwoordde dr. Goedewaagen aldus: Ten aanzien van de pers neemt het de partement in «zooverre een zeer bijzondere positie in, dat hetgeen hiermede wordt be oogd voor een groot gedeelte is voorbereid in den Raad van Voorlichting der Neder landsche Pers. Deze raad toch stelt zich de ordening van de pers in materieelen, so cialen en financieelen zin ten doel. Hierbij gaat het vooral om de geestelijke waarde van de pers. Het nieuwe departement zal het werk van den raad van voorlichting kunnen aanvullen en bekronen. Zuivere instellingen en goede wil ten opzichte van de nieuwe orde en van den nieuwen gang van zaken in Europa zijn voor de pers de factoren waarom het voornamelijk zal gaan. Wat de radio betreft, ook daarvoor zijn belangrijke wijzigingen noodzakelijk, al dus dr. Goedewaagen. Het particularisme ook in de radiowereld, waarin iedere volksgroep haar eigen opvattingen had en met enorme verspilling van geld en ar beidskracht meer haar aanhangers dan de Nederlandsche volksgemeenschap diende, is, wanneer wij de wereld uit het nieuwe gezichtspunt van den organischen samen hang bekijken, niet meer te handhaven. Ook hier zullen ongetwijfeld maatregelen moeten worden genomen, die werken in de richting van een totale her-oriënteering Mijn aandacht, zoo ging dr. Goedewaagen verder, is in het bijzonder ook op een ver heffing van het peil gericht, in zooverre, dat de radio veel meer in nationaal-opbou- wenden zin werzaam zal moeten zijn. Het derde onderdeel, de film, - is sinds haar ontstaan in de moderne maatschappij vooral een factor van amusement geweest. Zonder nu dit element te verstrooien of te willen verwaarloozen, lijkt het mij noodig ook in het filmwezen het kunstzinig en voorlichtend element aanmerkelijk te ver sterken en dit orgaan der volksvoorlich ting in nauw contact te brengen met de blijvende volksche waarden, die sluime rend op den bodem van ons volksbewust zijn liggen. Hierna kwam het nieuwe departments- hoofd tot de andere hoofdgroep van zijn taak: de verschillende kunsten. Deze had den zich, aldus dr. Goedewaagen, in de afgeloopen generaties voornamelijk in den individualistischen zin ontwikkeld. Het is, zoo zeide hij, mijn vaste overtuiging, dat het volksche ethos van onze dagen ook voor de kunsten een opleving zonder weerga kan beteekenen. Vier inzittenden stierven den verdrinkingsdood Misleid door duisternis en regen is in den afgeloopen nacht op den Buik- sloterweg een personenauto, waarin vier personen hadden plaats genomen, te water gereden met het noodlotige gevolg, dat alle inzittenden den ver drinkingsdood stierven. Nabij het politieposthuis op den Buik- sloterweg heeft de autobestuurder naar alle waarschijnlijkheid zich in den weg vergist. In plaats van rechtaf te slaan is hij met zijn wagen rechtuit gereden, het water in. Twee agenten van politie, die het roode achterlicht van de auto in het wa ter zagen verdwijnen, waarschuwden on middellijk brandweer en G. G. en G. D. Ondanks de energieke pogingen om de in zittenden in veiligheid te brengen, slaagde men hier niet in. Toen de auto op het droge gehaald was, waren de deuren en ramen nog dicht. De levensgeesten der vier inzittenden konden niet meer opgewekt worden. Prof. dr. J. VAN DAM. Dr. Jan van Dam, die gisteren als secre taris-generaal van het departement van op voeding, wetenschap en cultuurbescher ming is beëedigd, werd 3 October 1896 te Amsterdam geboren. Hij studeerde, na de H. B. S. aldaar te hebben doorloopen en het staatsexamen te hebben afgelegd, aan de Amsterdamsche universiteit in de Ne derlandsche en Duitsche letteren en werd in 1923 tot doctor in de Duitsche taal- en letterkunde bevorderd. Intusschen was hij reeds van 1920'22 lector in de Nederland sche taal- en letterkunde aan de universi teit te Bonn en in laatstgenoemd jaar werd hij als leerajar aan de openbare handels school te Amsterdam en assistent voor het Duitsche taalonderwijs aan de Amster damsche universiteit verbonden, welke functie dr. van Dam bleef vervullen tot 1925, toen hij tot lector in de Duitsche taal en letterkunde aan deze universiteit werd benoemd. In 1929 werd dr. van Dam benoemd tot hoogleeraar voor het gotisch en de oudere Duitsche taal en letterkunde aan de Am sterdamsche universiteit, welk hoogleeraar- schap hij bleef bekleeden tot 1936, toen hij aan dezelfde universiteit werd belast met dat'voor de oud-germaansche philologie, benevens de oudere Duitsche taal- en let terkunde. Als voornaamste werken van zijn hand zijn verschenen „Zur Vorgeschichte des Hoefischen Epos: Lamprecht, Eilhart, Vel- deke", (dissertatie 1923), „Das Veldeke Problem'' (1924), „De Letterkundige be teekenis van Veldeke's Servatius" (1928), „Deutsch und Niederlaendisch" (1932), ,,Ge- schichte der Deutschen Literatur" (1934 '35. en tezamen met prof. dr. Th. van Stockjm: „Handbuch der Deutschen Sprache". (1937). Dr. T. GOEDEV AGEN. Omtrent den nieuw-benoemden secre taris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten, dr. T. Goedewaagen, meldt het „Nationaal Dag blad" het volgende: Dr. T. Goedewaagen werd geboren op 15 Maart 1895 te Amsterdam, bezocht het Gymnasium te Utrecht en te Hilversum en studeerde vervolgens te Utrecht klas sieke letteren en wijsbegeerte, waarin hij in 1932 met lof promoveerde. lil 1925 werd hij privaat-docent in de geschiedenis der philosophie na Kant aan de universiteit te Utrecht. Van zijn hand verschenen verschillende werken over philosophie en een groot aantal kleine geschriften en artikelen in wijsbegeerige tijdschriften. In 1939 werd hij verbonden aan het „De Waeg". Op 1 Augustus 1940 benoem de Mussert hem tot hoofd van de afdeeling Perszaken in de N.S.B., hij legde toen zijn functie by „De Waag" neer. Kort na den oorlog trad Dr. Goedewaa gen o pais voorzitter van den Raad van Voorlichting der Nederlandsche Pers, die ten doel heeft, de geheele Nederlandsche Pers in een „Perskamer te ordenen. HET LIED VAN DEN MOLEN Ons land is het land van de molens zegt men in Amerika. Hieraan moet de directeur-generaal van de Winterhulp gedacht hebben, toen hy lichtgevende molentjes uit vond om tijdens den straatverkoop voor de Winterhulp te worden ver kocht. Dat die molentjes licht geven is waarlijk een vondst. Wij hebben nu meer dan ooit licht noodig in de duis ternis en deze molens geven licht. Ik bedoel niet het licht, dat in den duis teren avond den drager voor botsin gen zal behoeden, maar het licht, dat het brengen zal in het gezin, waar ar moede heerscht en het licht, dat stralen zal in het hart en in de ziel van hem, die gegeven heeft. Overigens is de molen een Neder landsch embleem, dat, omdat het altijd bij ons land heeft gehoord, zelfs een plaats heeft gekregen in spreuken on spreekwoorden, zooals: Gods molen maalt langzaam maar zeker. En nu gaat Vrijdag en Zaterdag de molen van den heer Piek aan het malen. Ik geloof altijd nog, dat men dien meneer ongeacht zijn voor treffelijke eigenschappen toch ook om diens financieëlen naam direc teur-generaal van de Winterhulp heeft gemaakt. Want een gulden is een piek en daarvan zullen er heel wat moeten worden verzameld. Dat zal koren op den molen van den heer Piek zijn. Laat ons dus Zaterdag allemaal met molentjes koopen. den een petitionnement circuleeren, dat nagenoeg aller handteekening verwierf. Daarin wordt opgekomen tegen het vernie tigen van seringenstruiken, ook al wordt elke vernietigde struik met 80 cents be taald, omdat het kweeken van eerste kwa liteitsheesters jaren vordert. Deze actie moet te bevoegder plaatse wel indruk heb ben gemaakt. Dè Sierteelt Centrale heeft althans water in den wijn gedaan: nadat er kort geleden sprake van was, dat met een beperking van 25 pet. kon worden vol staan, wordt thans aan de Centrale het voornemen toegeschreven om een restric- trie van 12 1/2 pet. aan te bevelen. Een restrictie van den aanvoer van het aantal takken zou te Aalsmeer wél als sa- neeringsmaatregel worden begroet. Er bestaan in kweekerskringen even eens ernstige bedenkingen tegen het telen van groente. Men spreekt in dit ver band algemeen van een niet loonende cul tuur en beroept zich daarbij op de dure outillage, grond en hooge exploitatie-kos ten die Uitsluitend op sierteelt zijn inge steld. Leidende personen propageeren de leus ,,Het Westland" voor groenteteelt, Aals meer voor bloementeelt". Zij voeren de volgende argumenten aan: In het Westland is de groenteteelt meer beperkt dan daar wordt gewenscht. Er is in die streek bovendien wisselbouw met bloemen ontstaan. Aalsmeer is vóór alles bloemencentrum. De veilingen, de embal lage, de vakkennis zijn er niet op het te len en verhandelen van warmoezerij-pro ducten berekend. Wettigt dit niet zoo vraagt men zich in Aalsmeer af een splisting van speci fiek Westlandsche en specifiek Aalsmeer- sche belangen? „Handelsblad". AALSMEER CONTRA SIERTEELT CENTRALE. Beperking seringentrek keurt men af. De Aalsmeersche seringenkweekers heb ben hooger beroep aangeteekend bij de overheid tegen het voornemen van de Sier teelt Centrale, om het seringen-areaal met de helft in te krimpen. De voormannen de- HAARLEMMERMEERPOLDER. De hoofdingelanden van den Haarlem mermeerpolder keurden gisteren de begroo ting voor 1941 goed. De inkomsten en uit gaven voor den gewonen dienst zijn in evenwicht met een bedrag van 791.814, die van den kapitaaldienst met 406.206. Tenslotte werd besloten allen vasten werklieden en brugwachters in dienst bij het polderbestuur een duurtetoeslag toe te kennen. DE ONRUST IN BRITSCH-INDIë. MILAAN, 28 Nov. (D. N. B.). De natio nalistische agitatie in Indië wordt door de Engelsche autoriteiten zeer scherp bestre den. Uit Bombay wordt gemeld, dat de voorzitter van de nationale vergadering gearresteerd is. Dit bericht is voor de Indische bevol king aanleiding geweest om levendige pro- testbetoogingen tegen de eigenmachtige handelingen der Britsch autoriteiten te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1