Jtetdenfiituj aan dm Sóien ACaaemfret
In de Löwenbrau-keller te München
op historische plaats
rMomentje
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1940
Jaargang Ho. 9793
Ste £eicbeli£0oii/fca/nt
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Giro 103003. Postbus U.
Feestelijke bijeenkomst
De jaarlijksche buiten-kerkelijke viering
van het feest van Christus-Koning te Lei
den heeft plaats a.s. Zondag te 2.30 uur
in de Stadsgehoorzaal.
Wij vertrouwen, dat ook nu, evenals an
dere jaren, de belangstelling groot zal zyn.
Deze bijeenkomst, waarop wy ons bezin
nen op dat, wat ons aller, bindt, binden
moet, op het boven alle politiek vèr ver
hevene, op den Persoon van den Godmensch
Christus deze bijeenkomst mag toch nu
zeker niet minder dan anders belangstel
ling trekken.
Velen zulllen er heengaan, om te hooren
spreken den bekenden redenaar pater Hen-
ricus, Capucijn, over Christus, prachtmensch
Christus, smartenmensch Christus,
Godmensch.
Velen zullen er heengaan, om de schoon
heid te smaken van den zang, die in een
keur van liederen door een keur van stem
men zal worden uitgevoerd.
Velen zullen er heengaan, om met en door
elkaar, in een massale belangstelling, te
worden gesticht en te worden begeesterd
voor een groot en grootsch ideaal; om te za-
men óp te gaan in het erkennen van de
troostrijke en glorieuse waarheid, ons in
Christus gegeven, en in het genieten van de
zonne-zuivere schoonheid, ontsproten aan de
Christus' erkenning.
Wij zullen, van allen rang en stand
alle rang en stand vervalt op zulk een
feest! Zondag de bijeenkomst by-
wcnen, welke in dezen om cultuur roepen
den tijd zal zijn een by uitstek culture ê-
1 e daad.
Een feestelijke samenkomst al derge
lijke samenkomsten zouden wij f e e s t e-
1 ij k willen noemen, omdat zij de deelne
mers zetten midden in het feest van de
schoonste werkelijkheid die van ons
Geloof en midden in het feest van de
mooiste, de Christelijke idealen.
Dr. Klug schrijft in zijn bekende boek
„Het Katholiek Geloof' (blz. 211):
„Negentien eeuwen scheiden ons van
Jesus van Nazareth, dien wij den Hei
land en Verlosser dezer wereld noemen.
Aan het einde van dit stuk der wereld
geschiedenis staan wij en staren terug
in het verleden; aan het begin van de
zen langen weg staat de gestalte van
den Verlosser. Hij lijkt ver van ons
verwijderd, zoo ver, dat het ons, mo
dernen menschen, vaak voorkomt, als
was Hij onbereikbaar voor ons geworden.
En toch tracht ook ons geslacht Jesus
te naderen, al was het maar, om Hem
de brandende vragen te kunnen stel
len, die de moderne mensch in zyn hart
draagt. Wij moeten dus op zoek naar
die ontzagwekkende figuur, die aan
het begin van onze jaartelling staat.
Wij moeten de eeuwen terug gaan, tot
wij voor Hem staan en met Hem kun
nen spreken als leefde en ging Hy nog
in ons midden".
De „ontzagwekkende figuur" van den
Verlosser moet staan vóór ons allen, die in
dezen tijd willen mee-bouwen aan een stuk
nieuwe wereldgeschiedenis, om ons te zeg
gen, dat wij tevergeefs, absoluut tevergeefs,
zullen bouwen, als Hij, de Christus, niet
in ons middén is, terwijl wij met Hem ons
deel zullen dragei. in den opbouw van een
maatschappij, als waarnaar de menschheid
hunkert in een smachtend verlangen..,.
De kerkelijke viering van het feest van
Christus-Koningschap heeft in -»ns weer
verlevendigd het verlangen naai- Hem, die
is de éénige Weg, de éénige Waarheid en
het éénige Leven.
De buiten-kerkelijke viering past daarbij
aan.
A11 e n zijn bij deze viering van „Katho
liek Leiden" welkom ook zy, die niet tot
Katholiek Leiden behooren!
De Christus-figuur stoot niemand en
niets van zich af, behalve de zonde. De
Christus-figuur móet iedereen bezielen, óók
al erkent hij nog niet in den Christus den
Godmensch, om diens geestelijke en zede
lijke schoonheid. O, mochten wij met ons
zelf mèt ons zelf! ook anderen bren
gen naar Hem, „tot wij voor Hem staan"...
Wy willen er tenslotte nog even aan her
inneren, dat kaarten (25 cent) vandaag tot
half zeven nog verkrijgbaar zijn bij de firma
Huibers (Haarlemmerstraat) en morgen oen
half uur vóór de bijeenkomst, die om 2.30
begint, aan de Stadsgehoorzaal.
Rede van den Führer
EEN OVERZICHT VAN DEN STRIJD.
In de Löwenbrau-keller te München
heeft Hitier gisteravond het woord ge
voerd ter herdenking van den 8en Novem
ber.
De Führer is zijn rede begonnen met te
herinneren aan het jaar 1923, een „hoog
tepunt van den strijd om de macht in
Duitschland". Daarbij herdacht hij ook het
Duitschland uit den tijd van vóór 1914. Het
is, zoo zeide hij, niet meer ons Duitsch
land. Desondanks gevoelen wy ons ook
daarmede verbonden. Het was een land
van arbeid, een land van welvaart. Het
bezat een begin van een sociale wetgeving
en het had zijn standpunt bepaald ten aan
zien van problemen, waaraan thans, bijna
dertig jaar later, de z.g. democratieën
blind en doof voorbijgaan. Overigens was
het toenmalige Duitschland nog een land
van democraten. Voor alles evenwel was
het toenmalige Duitschland een land des
vredes. Men hoopte in zoover gaande mate
op den vrede, dat men in een tijd, waarin
ongetwijfeld de overige wereld 2ich reeds
tegen Duitschland wapende ieder voor
ons gunstig oogenblik voor den onvermij -
delijken strijd liet voorbijgaan.
Engeland en zijn plutocratie.
Destijds reeds was Engeland onze
vijand. Als ik „Engeland" zeg, dan weet ik
zeer wel, dat ook daar volk en leiding niet
een en hetzelfde zijn. En klein hoopje in
ternationale democraten, Joden en pluto
craten, beheerscht dit land en dit troepje
heeft ook destijds reeds de ophitsery tot
den oorlog uitgevoerd. Het zijn zelfs de
zelfde personen als thans. Öok destijds
hebben de Britsche oorlogs-hitsers er
kans toe gezien, een geheele wereld tegen
Duitschland te mobiliseeren. Zoo kwam
de oorlog, dien Duitschland niet wilde. Als
voormalige soldaat uit den wereldoorlog
kan ik zeggen: ze zouden ook destijds
Duitschland niet overwonnen hebben, als
hun bondgenoot in het binnenland ons niet
gebroken had. Het was noodig eerst een
Amerikaan sche too verpriester te doen ont
span, die de formule uitvond, waardoor
het Duitsche volk zich in vertrouwen op
het eerewoord van een buitenlandschen
president liet beetnemen. Deze goedgeloo-
vigheid is ons betaald gezet. Door de toen
malige „overwinnaars" is geen enkele be
lofte gehouden. De grootste woordbreuk
aller tijden begon.
De strijd tegen het Jodendom,
In bijzonderheden schilderde de Führer
de periode van lijden, ellende en vertwij
feling, die toen voor het Duitsche volk
volgde en het begin van zijn eigen strijd.
Dat was, zoo verklaarde de Führer hier
omtrent o.a., een harde strijd, vooral ech
ter ook tegen het volk, dat in ons land bij
na almachtig scheen te zijn, tegen het Jo
dendom. En wat dat beteekent, dat weet
degene, die thans geboren wordt, in de
verdere toekomst heelemaal niet meer.
Het almachtige Jodendom heeft ons des
tijds den oorlog verklaard. Zij weten, zoo
vervolgde Adolf Hitler, dat ik steeds het
standpunt ingenomen heb, dat er geen
dommer volk dan het Joodsche bestaat,
overigens ook geen gewetenloozer en geen
onscrupuleuzer.
De Führer maakte voorts melding van
de eerste poging om de macht in handen
te krijgen, die „schijnbare ineenstorting
van het jaar 1923" en den unieken zege
tocht van zijn beweging in de volgende ja
ren. Ik heb, zoo betoogde de Führer in dit
verband, nooit strijd en twist gezocht. Het
is steeds mijn doel geweest de volksge-
nooten te overtuigen en te winnen. Ik heb
mij slechts dan verweerd, als de ander mij
a priori met gebalde vuist tegemoet trad.
Met precies dezelfde gedachten, zoo ver
volgde Hitier o.a., aanvaardde ik in 1933
ook de macht. Want wat is er beter dan in
vrede te kunnen werken? Duitschland be
gon op te bloeien. Maar in precies dezelfde
mate, waarin Duitschland omhoog steeg,
groeide weer de afgunst van dezelfde man
nen, die Duitschland eenmaal in den oor
log gestort hadden. De heeren Churchill
en consorten begonnen terstond weer te
stoken. Wat beteekent voor deze interna
tionale hyena's democratie of autoritaire
staat? Dat boezemt hun in het geheel geen
belang in. Hun interesseert slechts één
ding: Is men bereid zich te laten uitplun
deren of niet? Als een democratie zoo
dom is, dat in stilte te verdragen, dan is
zij goed. Als wij als zoogenaamde autori
taire staat die zich hierin van de de
mocratieën onderscheidt, dat hy de massa
des volks achter zich heeft al die offers
gebracht hadden, waarmede de internatio
nale plutocratieën ons bezwaarden, dan
had men gezegd: Eindelijk een verstandig
bewind in Duitschland.
foto Pax Holland.
Tot vrede bereid.
tot dusverre geleid en alle rampspoeden
verre van mij gehouden heeft om mij de
zen strijd van het Duitsche volk te laten
voeren. En tenslotte, ik heb nog een groo-
ten stryd meegemaakt en ik behoor ook
tot degenen, wien destijds het succes door
bedrog ontnomen is en het is daarom mijn
onverzettelijk besluit, dat de huidige strijd
niet eindigt zooals destijds
De Führer herinnerde daarop aan den
toestand van een jaar geleden en aan de
beslissingen, die intusschen volkomen an
ders uitgevallen zijn, dan de tegenstan
ders verwachtten. Een jaar geleden, zoo
zeide hij, was met Polen afgerekend.
Thans, een jaar later, kan ik nieuwe suc
cessen melden. Langzaam mobiliseert het
vasteland, terwijl het tot zelfbezinning
komt zich tegen den vijand van het vaste
land. Duitschland heeft dit continent in
weinige maanden inderdaad de vrijheid
gegeven. De Britsche poging om Europa te
Balkaniseeren dat kunnen de Britsche
staatslieden zich voor gezegd houden
behoort tot net verleden en heeft afgedaan.
Engeland wilde Europa desorganiseeren,
Duitschland en Italië zullen Europa orga-
niseeren. Als men thans in Engeland ver
klaart, dat de strijd voortgezet wordt, dan
is mij dat volkomen onverschillig. De
strijd wordt zoolang voortgezet tot wij hem
zullen beëindigen en wij zullen herrt be
ëindigen. Daarvan kunnen zij verzekerd
zijn. En hij zal beëindigd worden met on
ze overwinning. Dat kunnen zij eveneens
van mij aannemen.
Ik heb destijds op een ander standpunt
gestaan. De Führer betoogde, dat hij by
de overneming van de macht bereid was
vrede te sluiten. Ik was bereid, zoo zeide
hij, te ontwapenen. Als de Engelschen
daarop ingegaan waren, goed. Zij zijn er
niet op in gegaan. Ook goed, dan echter
consequent en geen half werk. Ik heb een
besluit genomen: of wij zijn heelemaal
geen soldaten of wij zijn de beste ter we
reld. En ik heb toen de voorbereidingen
getroffen en wel grondig. Het Duitsche
volk is daarbij van riets beroofd, integen
deel: wy hebben 7. millioen menschen weer
in het productieproces opgenomen. Wij be
leefden het toen, dat de goudstaten met
hun muntstelsel kapot gingen, terwijl wij,
de niet-goud-staat, onze munteenheid
handhaafden. Enkele andere landen, heb
ben nu het goud binnengehaald en opge
stapeld en thans dreigt het inzicht in de
wereld te dringen, dat het goud op zich
zelf volkomen zonder beteekenis is.
Onwrikbaar ging de strijd voort met het
doel het verdrag van Versailles af te
schaffen. Ik heb daarbij het doel gehad
den vrede te handhaven. Ik wilde de
nauwste vriendschappelijke betrekkingen
met Engeland tot stand brengen. Ik wilde
diezelfde verhouding met Italië. Ik dacht
voorts aan Japan als een mogendheid, met
welker belangen de onze parallel konden
loopen. Voor zooverre het Italië betrof, is
deze poging geslaagd, dank zij den ge
malen arbeid van dien eenen man, die het
fascisme stichtte. Tenslotte is het ook ge
lukt met Japan. Helaas is het met Enge
land mislukt. Dat was niet onze schuld, in
tegendeel, ik heb tot op het laatste oogen
blik nog tot weinige dagen vóór het uit
breken van den oorlog getracht het oude
doel van mijn buitenlandsche politiek te
verwezenlijken. Ik heb den Britschen am
bassadeur destijds de schitterendste aanbie
dingen gedaan. Bepaalde belanghebbenden
bij een oorlog stooktep sedert jaren. Er
kon geen twijfel aan bestaan, dat zij op
zekeren dag woede en haat tegen Duitsch
land in het Britsche volk zouden doen op
laaien, terwijl het Duitsche volk omge
keerd geen haat jegens Engeland koester
de. Daartegen heb ik reeds in 1938/1939
gewaarschuwd en met name in een rede
te Saarbröcken betoogd, dat het zoo niet
kon doorgaan.
Oorlog onvermijdelijk.
Het oogenblik kwam, zoo vervolgde de
Führer, waarop het niet meer de vraag
was of het nog wel mogelijk zou zijn den
oorlog te vermijden, doch alleen nog of hij
misschien, een, twee of drie jaar lang
tegengehouden zou kunnen worden en wel
door zeer zware vernederingen voor
Duitschland. Op dat oogenblik, waar
op ik besefte, dat Engeland slechts tijd
wilde winnen, dat men daar evenwel be
sloten was den oorlog onder alle omstan
digheden te voeren, had ik slechts één
enkelen wensch: als zij dan al besloten
waren om den oorlog te verklaren, dat zij
het dan openlijk nog zouden doen, ter
wijl ik leefde. Want ik weet, dat dit de
hardste strijd moet worden, die het Duit
sche volk ooit opgelegd is. Ik verbeeld
mij echter niet slechts, dat ik de hardste
man ben, die het Duitsche volks sinds vele
tientallen jaren, misschien sinds eeuwen
gehad heeft, doch ik bezit ook de grootste
autoriteit. Voor alles evenwel geloof ik
aan mijn succes en wel onvoorwaardelijk.
Ik ben er vast van overtuigd, dat deze
strijd geen grein anders zal afloopen dan
de strijd, dien ik eens in mijn binnenste
uitgevochten heb. Ik ben er van over
tuigd, dat de Voorzienigheid mij slechts
Dit nummer bestaat alt vQf
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad*
Op alles voorbereid-
De Führer gaf vervolgens een overzicht
van den stand van den oorlog, waarbij hij
er o.a. de aandacht op vestigde, dat de ma-
terieele offers van den oorlog alleszins on-
beteekenend zijn. Wat wij tot dusver als
munitie verschoten hebbei) is feitelijk
slechts een deel van een maandproductie
De reserves zijn zoo enorm, dat ik op me
nig gebied thans de productie moet staken,
omdat er geen mogelijkheid bestaat, deze
massa's thans onder te brengen. Ik heb de
productié daarom thans laten leiden naar
gebieden, waarop ik bijzonder sterk meen
te moeten zijn.
De Duitsche productiecapaciteit is de
grootste der wereld en wij zullen deze niet
laten verminderen, want wij zijn in staat
thans zoo ongeveer de krachten van geheel
Europa te mobiliseeren en dat ik dit in
dustrieel doe, kan men van mij aannemen.
Ik kan samenvattend één ding zeggen:
wij zijn op de toekomst voorbereid als nog
nooit te voren. Wanneer het uur van den
aanval op groote schaal weder slaat, hoop
ik weder precies dezelfde resultaten te be
reiken, als wij reeds behaald hebben. Wij
hebben alles uiterst grondig voorbereid om
dan snel en stoutmoedig te handelen.
In economisch opzicht.
In economisch opzicht loonen zich thans
de lange voorbereidingen, die wij reeds in
vredestijd hebben getroffen': het vier jaren
plan, dat wij thans voor vier jaar hebben
verlengd, heeft ons talrijke reserves opge
leverd. Het heeft ons onafhankelijk moe
ten maken van iedere afsluiting of blok
kade. Overigens willen wij wel eens zien,
wie in enkele maanden geblokkeerd zal
zijn: wij of de anderen. Eens zal er zeker
geen Churchi'l meer zijn, doch Duitsche
duikbooten en nog eens Duitsche duikboo-
ten.
De luchtoorlog.
Over den luchtoorlog zeide de Führer o.a.:
Gij weet, dat ik de wereld jarenlang
-heb voorgesteld, een einde te maken aan
den bommenoorlog, in het bijzonder tegen
de burgerbevolking. Engeland echter heeft
dit, ongetwijfeld daar het de komende ont
wikkeling verwachtte, afgewezen. Goed. Ik
heb desondanks in dezen oorlog den strijd
nooit tegen burgerbevolking laten voeren.
Ik heb in den oorlog tegen Polen geen
nachtelijke aanvallen op Poolsche steden
laten ondernemen. Men kan des nachts de
verschillende objecten niet zoo nauwkeurig
treffen.
Ik liet derhalve in hoofdzaak slechts bij
dag aanvallen en altijd alleen militaire
doelen. Ik heb hetzelfde in Noorwegen in
Nederland, in België en in Frankrijk ge
daan. Toen kwam de heer Churchill plot
seling op de gedachte, nadat de Britsche
luchtmacht overdag in het geheel niet
meer over Duitsch gebied kwam vliegen,
de Duitsche. burgebevolking met nachtelij
ke aanvallen te teisteren. Ik heb langer
dan d:ie maanden gewacht, doch toen heb
ik op zekeren dag het bevel gegeven: Zoo,
ik neem dezen strijd thans aan, en ik neem
hem aan met de vastbeslotenheid, waar
mede ik nog steeds ieder en strijd heb aan
genomen.
Zij wilden Duitschland door den lucht
oorlog vernietigen. Ik zal hun thans laten
zien, wie vernietigd wordt. Het Engelsche
volk, waarvoor ik slechts leedwezen gevoel,
kan daarvoor' zijn opper-misdadiger be
danken. Het is mijn onwrikbaar besluit
'T KAN VERKEEREN
Hoe moeten vele jonge meisjes, wien
de jonge liefde in het hart begint te
bloeien, niet geschrokken zijn, toen zij
lazen dat in de vele distributiemaatre
gelen nu ook de jongemannen worden
betrokken cn dat zij verder nog slechts
op den bon verkrijgbaar zullen zijn.
„Vrijer op den bon" stond er met vette
letters boven het bericht en het zou er
op gaan lijken, dat met Sinterklaas al
leen de krant nog over vette letters
zal beschikken, ware in dat be
richt niet tevens de verheugende me-
dedeeling gedaan, dat men op een
broodbon van 100 gram straks een bo
terletter van 500 gram zal kunnen
koopen.
Toch zit er een gevaar in die taar
tjes en dat gtbak op je broodkaart.
Vroeger bestond er altijd de mogelijk
heid, dat een teeder en liefhebbend
echtgenoote zoo maar eens wat ging
winkelen in den zonneschijn en zonder
een meer kostbare bedoeling dan een
kopje thee met een gebakje, en dat zij
terugkwam met een bontjas of een
schat van een avondjurk. Die was zoo
snoezig, dat zij die onmogelijk kon laten
hangen. De textieldistributie werd het
meest solide slot op de beurs van den
echtgenoot, omdat de honderd punten
der textidlkaurt bij zulke bekoringen de
beste hulp tot weerstand bleken te zijn.
Maar nu zal het misschien wel eens
anders gaan. Als mevrouw gaat winke
len en in arren moede, omdat zij niets
kan koopen, de broodbonnen opeet aan
taartjes.
Het kan verkeeren.
ELKtHN M.DDAG in
DE IN/S ÏUÏ F
van TRIANOH-THBATER
Breesïrpat no. 11 - LEIDEN
5 O'CLOCK TEA
het conflict thans tot een duidelijke beslis
sing te brengen: precies zoo als ik als na-
tionaa'.-socialist in den strijd om Duitschland
ieder compromis van de hand heb gewezen,
zoo wijs ik ook thans ieder compromis van
de hand. Ik heb zoo dikwijls de hand ge
boden. Het was vergeefs. Zij wilden dezen
strijd, zij zullen hem thans hebben. Het
Duitsche volk zal dezen strijd tot het einde
toe voeren. Het Duitsche volk wil einde
lijk vrede hebben.- Ik heb geen reden om
eenig materieel belang oorlog te voeren.
Ons, het Duitsche volk en de geheele ge
meenschap, ontneemt hij oneindig veel tijd
en arbeidskracht.
Ik verdien aan dezen oorlog niets. Ik
zal gelukkig zijn, wanneer wij weder zou
den kunnen arbeiden, zooals ik vroeger
voor mijn volk gearbeid heb.
Wanneer Duitschland thans een andere
houding bezit den vroeger, komt dit daar
om, omdat het nationaal-socialisme het
Duitsche volk weder verheven heeft.
Herdenking der gevallenen.
In dit verband herdacht de Führer de
genen, die in 1923 als eerste bloedgetuigen
voor de beweging gevallen zijn, en vervol
gens de honderden, die binnen en buiten de
grenzen van Duitschland gevallen zijn.
Het was bijna tien jarenlang een enkele
weg van martelaren, het strekt wellicht in
de Ostmark en in het Sudetenland, omdat
de strijd daar het minste kans op succes
scheen te bieden. Hoe konden deze kleine
lieden het wonder vooruitzien, waardoor zij
anderhalf of twee decennia later glorievol
in hun groot rijk zouden worden- terugge
bracht. Zy hebben desondanks gestreden,
het geloof in het hart.
Dit alles echter vond zyn uitgangspunt
in dezen 8en en 9en November 1923. En
daarom gedenken wij de nagedachtenis van
deze mannen met bijzondere ontro.ering
thans meer nog dan toen, want zij allén
hebben tevens ook de smaad van de ineen
storting van 1918—'19 in het hart gedra
gen.
Aan het slot der rede, die herhaaldelijk
door geweldige bijvalsbetuigingen onder
broken werd, brak een storm van applaus
los, een heilgeroep zooals deze oude na-
tionaal-socialistische vergaderplaats nog
nooit beleefd had. Steeds opnieuw tra-
ken de ovaties los, welke de massa's dén
Führer brachten, waarna er volksliederén
werden gezongen.