STADS NIEUWS Weerbericht BINNENLAND Academienieuws DINSDAG 5 NOVEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BUD - PAG. 2 Abonnementsprijs: voor Lelden 19 cent per week; 1 2.5per kwartaal Bij onze agenten A) cent per week; f 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaaL Geïllustreerd Zondagsblad 0.50 per kwartaal. Losse nummers 5 cent, met geïU. Zondagsblad 9 cent Advertentiën: 80 cent per regeL Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstena 80 woorden, 50 cent per plaatsing, al- léén Woensdag en Zaterdag. ZONS OP- EN ONDERGANG Zon onder 18.04 uur. Zon op 8.44 uur. MAANSTANDEN. 5 November 14.01 op, 23.31 onder 6 November 0.36 onder, 14.35 op (Eerste kwartier) 7 November 0.35 onder, 15.04 op 8 November 1.40 onder, 15.29 op 9 November 2.45 onder, 15.53 op 10 November 2.48 onder, 16.05 op 11 November 4.51 onder, 16.36 op 12 November 5.54 onder, 17.op HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Woensdag 6 No vember voorm. 8.40 uur, nam. 21.05 uur. .OIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIICL n n Verduisteringstijden 0 Q Er is bepaald, dat er verduisterd r moet worden tusschen zonsonder- 0 0 (tang en zonsopkomst. 0 Deze tijden zijn voor hedenavond en morgenochtend: 0 0 ZONSONDERGANG 18.04 uur U 5 ZONSOPKOMST Q y 8.44 uur Q 0 Tusschen deze beide tijden dient Q n er dus verduisterd te worden. 0 OIICZÏIIOIIOIICDIIOIIOIIOIIOIICD GIFT VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS VOOR DE KANTKLOSSTERS VAN WESTKAPELLE. Gistermiddag heeft 'de gevolmachtigde van den Rijkscommissaris voor Zeeland, dr. W. Münzer, namens den Rijkscommis saris den burgemeester van Westkapelle 1000 gulden overhandigd met het doel de kantklossters uit Westkapelle, wier mate rialen en kantklossen bij het bombardement van Rotterdam waar zij exposeerden, voor het grootste deel verloren zijn gegaan, schadeloos te stellen. De burgemeester heeft zijn waardeering voor deze gave uit gesproken en dr. Münzer verzocht den Rijkscommissaris den dank der gemeente over te brengen. TOEGANGSBEWIJZEN VOOR SCHOUWBURGEN E.D. VOOR DE SICHERHEITSPOLIZEI. De secretaris-generaal van he departe ment van binnenlandsche zaken heeft aan de burgemeesters bericht, dat vanwege de Sicherheitspolizei is medegedeeld, dat het voor enkele ambtenaren van dien dienst noodzakelijk is door persoonlijk bezoek aan musea, theaters, concerten, bioscopen e.d. zich geregeld op de hoogte te houden van het cultui'eele leven in ons land. Het wordt daartoe gewenscht geacht over een drietal niet op naam gestelde be wijzen van toegang tot bovenbedoelde in richtingen te beschikken. In verband hier mede heeft de secretaris-generaal een drietal van deze bewijzen verstrekt. Hij verzoekt den burgemeesters het daarheen te willen leiden, dat aan de hou ders van deze bewijzen in zijn gemeente tot de voor het publiek openstaande ge bouwen en samenkomsten, alsmede tot de openbare vermakelijkheden te allen tijde kosteloos toegang wordt verleend. LUCHTBESCHERMINGSBRANDWEER IN DE GEWONE BRANDWEERCORPSEN OPGENOMEN. De secretaris-generaal van het departe ment van binnenlandsche zaken heeft aan de burgemeesters o.m. geschreven: Naar aanleiding van een brief van den Befehlshaber der Ordnungspolizei deel ik u het volgende mede: In verschillende gemeenten bestaan naast de vrijwillige of beroepsbrandweer luchtbeschermingsbrandweren onder eigen commandanten. Met het oog op den inzet van de totale brandweerkrachten, de aan schaffing van materieel en de eenheid in de leiding van de brandbestrijding is deze toestand met houdbaar meer. Daarom wordt het volgende bepaald: Met ingang van heden moet de ge- heele brandweer onder leiding worden gesteld van den commandant der (vrij willige of beroeps-) brandweer. Deze maatregel beteekent, dat het personeel der luchtbeschermingsbrand weer in de plaatselijke brandweer wordt ingeschakeld. HET WERK VAN WINTERHULP NEDERLAND. De persdienst van de Winterhulp Neder land meldt: Nogmaals vestigen wij er de aandacht op, dat het hoofdbureau van de Winterhulp Nederland is gevestigd: Hofweg 7, in den Haag, telefoon 182940 en 182941, terwijl het gironummer is: 5553, ten name van de Win terhulp Nederland. Zij' die zich willen opgeven voor vrijwil lige medewerking, gelieven zich in het ver volg uitsluitend te wenden tot den plaat selijken directeur van Winterhulp Neder land, welke functie wordt vervuld door de burgemeesters der verschillende gemeen ten. De toevloed van sollicitanten bij het hoofdbureau van Winterhulp is zoo groot, dat naar men ons mededeelt, het inzenden van verdere sollicitaties geen doel meer kan hebben. BROOD VAN ROGGE-OOGST 1939, DOOR BAKKERS VOOR BOEREN GEBAKKEN VAN INGELEVERDE ROGGE, VALT ONDER DE DISTRIBUTIE Het rijksbureau voor de voedselvoorzie ning in oorlogstijd vestigt er de aandacht op, dat het aan bakkers, die volgens een in sommige streken op het platteland be staande gewoonte, rogge van den oogst 1939 van de boeren in ontvangst hebben genomen, tegen de verplichting om daar voor gedurende een jaar op geregelde lij den een overeenkomstige hoeveelheid rog gebrood te leveren, verboden is, thans nog op grond van een dergelijke overeenkomst brood te leveren zonder daarvoor brood- distributiebonnen in ontvangst te nemen. Deze bakkers kunnen, ten einde hun ver plichtingen na te komen, de van de boeren ontvangen rogge, voorzoover daarvoor nog geen brood werd geleverd of geen brood geleverd zal worden, dus de hoeveelheid, welke de boer meer geleverd heeft dan hij tegeninlevering van broodbonnen gema len terug kan krijgen, tegen den markt prijs vergoeden. ZUID-HOLLAND DEKT ZIJN TEKORT AD ƒ1.587.000 UIT RESERVE EN SALDO. Geen belastingverhooging. In hun toelichting tot de begrooting van Zuid-Holland voor 1941 zeggen Gedep. Staten: Voor de secundaire wegen wordt gerekend op een uitkeering van ƒ546.000, en daar voor rente en aflossing der lee ningen voor het prov. wegenplan 1.546.700 noodig is, blijft de uitkeering, waaruit de bedoelde uitgaven tot dusver konden wor den bestreden ruim een millioen gulden beneden het vereischte bedrag. Hiervoor moest dus op andere wijze dekking wor den gezocht. Eveneens baarde de raming van de op brengst der provinciale opcenten op de inkomstenbelasting en de vermogensbe lasting bijzondere moeilijkheden. Als vast staande mag wel worden aangenomen, dat de inkomens en de vermogens over 1940, welke tot grondslag dienen voor het boe kingstijdvak 1941/1942, een sterke daling zullen vertoonen ten opzichte van die over het voorafgaande jaar. Omtrent de mate van den teruggang verkeert men echter in het onzekere. De bij de raming van één opcent toegepaste aftrek van 10 pCt. van de vermoedelijke opbrengst over het boe kingstijdvak 1940/1941, volgens de in Sep tember j.l. dienaangaande van de Rijks belastingadministratie ontvangen gege vens, berust dan ook op een zeer globale schatting. Ten opzichte van de vrijwel vaststaande opbrengst van het boekings tijdvak 1939/1940 beteekent deze raming een teruggang van ongeveer 20 pCt. voor de inkomstenbelasting en de vermogens belasting gezamenlijk. Een raming op den vorengemelden grondslag tot het gebruikelijke aantal van 13 opcenten op de genoemde belastingen beteekent een teruggang van ƒ356.000 ten opzichte van de raming in de begroo ting 1940. Het aanzienlijke tekort, dat de aan vankelijke opgezette begrooting voor 1941, in hoofdzaak als gevolg van vorenver- melde oorzaken, vertoonde, kan niet dan door bijzondere maatregelen worden ge dekt. De provincie Zuid-Holland ver keert in de gelukkige omstandigheid, dat zij nog beschikt over een reserve van 3.393.000, gevormd door de saldi van de gewone diensten 1931 t.m. 1937. De bij zondere omstandigheden wettigen het ge bruik van deze reserve voor de dekking van een deel van 't begrootingstekort. Voor de naar verwachting tijdelijke in komstendaling moet niet dan bij gebrek aan andere mogelijkheden gegrepen wor den naar het middel van belastingsverhoo- ging. In verband daarmede is een post uit getrokken wegens beschikking over de sal- direserve tot ƒ1.000.000, d.i. het verschil tusschen de geraamde uitgaven voor rente en aflossing der ten behoeve van dc uit voering van het prov. wegenplan opge nomen leeningen en de geraamde uitkee ring uit het Verkeersfonds voor de se cundaire wegen. Nu de begrooting ook uit andere hoofde nog een belangrijk tekort aan wijst, lijkt het voorts aangewezen dit maal in tegenstelling tot hetgeen in gunstiger omstandigheden gebruikelijk was ten behoeve van die begrooting te beschikken over het saldo van den ge wonen dienst der laatstafgesloten rek- ning, ten bedrage van ƒ537.904.98. Op deze wijze wordt het geheele nog restee- rende deel van het tekort gedekt, zoodat belastingverhooging kan worden ont gaan. RIJKSVERZEKERINGSBANK. Bij beschikking van den wnd. secretaris generaal, wnd._ hoofd van het departement van sociale zaken, is, met ingang van 1 De- sember 1940, aan mr. H. L. van Duyl, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en voorzitter van het bestuur der Rijks verzekeringsbank, is tot voorzitter van dat bestuur benoemd 't besturuslid mr. H. Bij- leveld en tot bestuurslid mr. G. Jansen, te Heemstede. Mr. Dr. H. L. VAN DUYL Zooals hierboven is vermeld, in aan mr. dr. H. van Duyl, voorzitter van het bestuur der Rijksverzekeringsbank, op zijn verzoek als zoodanig eervol ont slag verleend. De heer Hennri Leonard van Duyl, die 9 October 1875 te Kampen is geboren, liep het gymnasium te Groningen af en stu deerde aan de Rijksuniversiteit aldaar in de rechtswetenschappen. In 1899 promo veerde hij en later aan de universiteit te Leiden nog in ée staatswetenschappen. Op ongeveer 25-jarigen leeftijd werd hij adjunct-commies bij de afdeeling Arbei dersverzekering van het departement van waterstaat, waar hij opklom tot referen daris. In 1912 werd hij benoemd tot be stuurslid van de Rijksverzekeringsbank en in 1929 werd hij voorzitter van het bestuur dezer instelling. De heer van Duyl heeft tijdens zijn lange carrière op het gebied van de sociale ver zekering veel belangrijk werk verricht. Mede onder zijn leiding kwam in de jaren 1913'14 een ingrijpende inwendige reor ganisatie van de Rijksverzekeringbank tot stand. Ook na de wijziging van de Onge vallenwet 1901 heeft hy een werkzaam aandeel gehad in de veranderingen, welke deze voor de Bank ten gevolge hebben ge had. Mr. H. BULEVELD. Mr. H. Byleveld, de nieuwe voorzitter van het bestuur van de Rijksverzekerings bank, is 31 Juli 1885 te Amsterdam gébo ren, waar hij aan de Vrije Universiteit in de rechten studeerde. Hij promoveerde in 1908 op een proefschrift, getiteld: Coöpe ratie en socialisme, waarna hij zich als advocaat vestigde als associé van mr. S. de Vries Czn. In 1919 werd hij benoemd tot minister van marine in de plaats van admiraal Nau- din ten Cate. Een jaar later legde hij deze functie neer toen zijn begrooting in de Tweede Kamer werd verworpen. In 1922 werd hy benoemd tot voorzitter van den Octrooiraad en directeur van den Industrieelen eigendom; drie jaar later werd hij lid van de Tweede Kamer en in .1929 lid van het bestuur van de Rijksver zekeringsbank. BEZOEK VAN DR. IR. RINGERS AAN DEN HELDER. De algemeen gemachtigde voor den we deropbouw, dr. ir. J. A. Ringers, heeft Za terdag een bezoek gebracht aan Den Hel der, teneinde met het gemeentebestuur be sprekingen te voeren over het herstel van beschadigde woonhuizen. In Den Helder is de toestand zoo, dat ve le bewoners van beschadigde huizen niet over de middelen beschikken om deze pan den wind- en waterdicht te laten maken. Deze huizen zouden derhalve in de ko mende maanden sterk in waarde dalen en, om dit te voorkomen, heeft de algemeen gemachtigde aan het gemeentebestur van Den Helder mededeeld, dat van rijkswege een voorschot zal worden verstrekt voor bedoelde werkzaamheden. Eenige weken geleden is een gelijke re geling voor Vlissingen getroffen. MIJ. DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE Clara Eggink ontvangt den C. W. van der Hoogt-prijs In de Zaterdagmiddag te Gouda gehou den vergadering van de Maatschappij der Ned. Letterkunde werden na de openings rede van den voorzitter, mr. H. Nijhoff, de verschillende verslagen voorgelezen en er bleek o.a. uit, dat Herman Robbers tal van werken, van zichzelf en Jacobus van Looy, op bijzonder papier aan de Maatschappij had geschonken. Clara Egging, heeft den Lucie B. en C. W. v. d. Hoogtprijs zonder stemming ont vangen en namens de Commissie voor schoone letteren heeft mevr. Jo van Dulle- mande Wit het volgende advies voorge lezen: De bundel „Het Schiereiland" is de twee de van Clara Eggink. Zij debuteerde met een Schrift van de Vrije Bladen „Schaduw en Water". In kleinen kring van poëzie liefhebbers trok haai- geluid toen dadelijk de aandacht. Wellicht om de volstrekte op rechtheid waarmee zij haar gevoelens uitte. Haar werk, hoewel naar den inhoud en den vorm vrouwelijk en vooral typisch lyrisch, is toch gespeend van dat element van al te groote zelfbespiegeling en zelf- verteedering. Integendeel: het confronteert zich moedig en soms ietwat koel met het eigen leed en de eigen problemen. Haar sentimenten zijn weemoedig, maar worden niet vergezeld van zelfbeklag; zij droomt zich een leven van grootheid, van grooten stijl, maar weet die, gevangen als zij is m het gewone sleurleven, niet te vinden. Op klare wijze en naar aanleiding van zeer eenvoudige gegevens belijdt Clara Eggink in haar poëzie al de gespletenheid van een modernen mensch. Argeloos en oprecht be lijdt zij het ontgoochelend resultaat en juist die oprechtheid gepaard met het fijn lyrische geeft er de bekoring aan. Het is of zij in haar ziel gespannen luistert naar de eerste openbaring van een dieper levens geheim, dat haar vooralsnog ontgaan mocht. Vele dichters hebben deze opdracht: het luisteren, het opvangen en het open baren door middel van de dichtkunst. Wat Clara Eggink doet is slechts een heel lichte, teedere suggestie scheppen van een blin kende wereld achter den schijn. Daarom heeft haar werk iets van „schaduw en water". Haar poëzie blijft uiterst simpel van uit drukkingsmiddel. Zij ontwijkt alle gekun steldheid. Voor haar is de poëzie bet „schiereiland", waarheen zij vlucht, hoe wel zij, diep in haar hart, liever niet vluch ten wilde en op dit, ons vastland zelve, ge lukkig zyn. Applaus beloonde de bekroning. Bij het voorstel om de Maatschappij te doen toetreden tot de Werkgemeenschap der wetenschap in Nederland deed Cornells Veth de aardige vraag of er dan vroeger niét gewerkt werd. Besloten werd voortaan de jaarvergade ring in Juni te houden en de contributie wederom vast te stellen op 10. De verschillende verkiezingen hadden tot uitslag, dat gekozen werden in het be stuur de heeren dr. J. J. de Gelder, mr. J. Slagter, mr. M. Nyhoff en mr. P. J. Iden- burg; in de Commissie voor Taal- en Let terkunde de heeren dr. A. Zijderveld en mej. dr. J. H. van Lessen; in de Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde de hee ren J. de Groot en J. C. M. Warnsinck; in de Commissie voor de Bibliotheek dr. G. Sevenster; in de Commissie voor Schoone Letteren dr. A. Asselbergs en in de Com missie voor de Uitgaaf van Geschriften dr. C. B. van Haeringen. Nyhoff als kapitein. Een aardig moment was, aldus lezen we in het „Vad.",toen de dichter Jan Prins op stond en een deel van een brief voorlas, waarin een reserve officier hulde bracht aan het optreden van mr. M. Nyhoff ais reserve kapitein van de wielrijders bij Oosterbeek. Daaruit vernamen wij, dat de ze dichter als een leeuw gevochten had. Hij was een inspireerend voorbeeld voor zijn manschappen geweest en toen een voetverwonding, waarvan hij nog niet ge heel genezen is, hem dwong zich terug te trekken, heeft hij in een auto gezeten, nog zijn taak vervuld. Een daverend applaus was het bewijs hoe de vergadering het dapper optreden van Nyhoff waardeerde. En hy dankte er hartelijk voor. De Coornhertherdenking in de Groote Kerk. De leden namen des middags deel aan de Coornhert-herdenking in de Sint Jans- kerk te Gouda. Het was een bedevaart naar het graf van Coornhert, den grooten 16en eeuwschen denker, aan welke bede vaart deelnamen de leden van het Coorn- hert-comité, de genoodigde hoogleeraren en de gemeentelijke autoriteiten. Zij namen plaats in het koor der kerk voor de eenvoudige zerk, waarin het De- kende grafschrift van Coornherts vriend Spieghel is gebeiteld. Het graf was sober versierd. Op deze plaats droeg mej. Waldie van Eek eenige verzen van Coornhert voor. Met groote aandacht werd het voorgedra- gene aangehoord. Vervolgens sprak prof. dr. C. G. N. de Vooys een herdenaingsrede uit, waarna allen zich naar de Oosthaven 51 begaven, waar in het huis, thans eigendom en be woond door den waarnemend burge meester, mr. H. P. C. M. de Witt Wijnen, de door den beeldhouwer Theo van Rhey- nen te Haarlem naar de gravure van Golt- zius, den vriend van Coornhert, ontworpen en in zandsteen uitgevoerde gedenksteen ter blijvende herinnering aan Coornherts leven en werken, is geplaatst. Na een kort woord van den voorzitter van het comité, mr. A. S. J. Rijksepen, verrichtte mevrouw M. James-van der Hoop, Goudas eerste burgeres, de onthul lingsplechtigheid. Tenslotte droeg mr. de Witt Wijnen de zorg van den gedenk steen over aan het gemeentebestuur van Gouda, welke zorg door den waarnemend burgemeester met een woord van dank en waardeering werd aanvaard. LEIDSCHE REDDINGSBRIGADE. Reddingsmateriaal in het duister. Het Bestuur van de Leidsche Reddings brigade maakt hierbij gaarne gebruik van he'. beschikbaar zijn dezer ruimte om het publiek attent te maken op het reddings materiaal dat op de gevaarlijkste punten aanwezig is. Vooral in dezen tijd van ver duistering en de schrikbarend sterk toene mende verdrinkingsgevallen, is het drin gend noodzakelijk, dat iedereen, die zich tij dens de duisternis op straat bevindt, zich zooveel mogelijk (bij daglicht) op de hoog te rA:lt van de plaatsen waar de bekende rced-witte stokken en de kastjes met werp- lijnen zich bevinden. Dit kan wellicht ver drinkingen voorkomen en "het zal hem of hrar een groote voldoening schenken, tij dig de reddingsstok met haak of de lijn bij de hand te hebben gehad. In Leiden bevin den zich op circa 60 van de gevaarlijkste plaatsen de reddingshaken en op circa 20 Gemeentel. Aankondiging ONTWERP-LEGGER VAN WEGEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kennis, datrfen exemplaar van het door hen ingevolgéTaet bepaalde bij de Wegenwet opgemaalfite ^ntwerp van den legger v#n de weden qp 7 November a.s. ter seci£ï?fc[ie de^ff g||ieente, afdeeling Algrn^enfi^ake^ zal vfgrden nedergelegd. aldaarl^oor een ieder ter died| dag tot den 14en te|èn het ontwerp Burgermeester en Wethouders irp voor een ieder bfl ingediend jh bij het £nt£ ter ir.zageÉgelegd. f De bezwaarschriften kunnen worden toe gelicht Si bezwaren kunnen worden inge bracht iji eej^atftting van Burgemeester en WethoudteRf of van een door hen uit hun midden benoemde commissie. Deze zitting zal worden gehouden op 14 December 1940 ten Stadhuize, ingang Stadhuisplein, des voirmiddags 11 uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRUEN, Secretaris. Leiden, 5 November 1940. 2694 Agenda LEIDEN. Woensdag, Kookdmonstratie Hulshoudely- kel Voorlichting, Leidsche Volks huis, 2.305 uur. Zondag, Ver. „Katholiek Leiden", open bare Christus' Koning-herdenking, spreker Pater Henricus O.Cap., Stadsgehoorzaal, 2.30 uur. De avond-, nacht en Zondagdienst der apotheken te Leiden wordt van Zater dag 2 Nov. 20 uur tot en met Zater dag 9 Nov. 8 uur, waargenomen door de apotheken: „Tot Hulp der Menschheid',' Hooigracht 48, tel. 21060 en A. J. Donk, Doezastraat 31, tel. 21313. Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek, Wilhelminapark 8, tel. 26274. LEIDEN, Geslaagd: Voor het doctoraal examen Indisch recht de heer J. Meyer, Den Haag. Correspondentie: v. O. te L e i d e n: In het door u aangehaalde be richt bestond tusschen den eersten en tweeden zin géén oorzakelijk verband. Het „raadsel" zal voor u nu wel zijn opgelost! plaatsen de kastjes met lijnen. Bovendien is het goed, te letten op de bordjes aan par ticuliere pereeelen langs het water, ge merkt L.R.B., waar tijdens ongevallen ma teriaal beschikbaar wordt gesteld. Gezien het feit dat het den laatsten tijd wederom enkele malen is voorgekomen dat materiaal wordt zoekgemaakt is het niet overbodig tevens een en ander in de bescherming van het publiek aan te bevelen. Laat degene die zich aan dit materiaal vergrijpt er aan denken dat zulks menschenlevens kan kos ten, want wellicht kan een slachtoffer niet worden gered als men tevergeefs naar het materiaal grijpt op de plaats waar het aan wezig behoort te zijn. Het is ook niet zoo heel erg als een stok eens wordt gebruikt voor het redden van een hoed of bal, doch laat men het dan als een dure plicht ge ve (-''en het materiaal wederom te deponee- ren op de plaats waar het is weggehaald. Inderdaad gebeurt'het dat men een stok als dank voor het gebruik neergooit op de plaats waar men het noodig had, zonder er an te denken dat het gelijk is met mis daad, de stok niet op de plaats van weg halen terug te brengen. Vooral indien kin- d<'T— v;?raan bezondigen is het de plicht van alle ouderen, hen op het ver keerd^ van Vm handelwijze attent te ma- k-— Zijn echter deze kinderen voor een aanmaning niet vatbaar, hetgeen echter doorgaans, als het gemoedelijk wordt ge zegd, wel het geval is, dan is het de plicht van de ouderen, zelf te zorgen dat de stok ter plaatse komt. CHEMISCHE STOFFEN ONTPLOFT. Bij het nemen van chemische proeven door eenige studenten in het pand Klok- steeg 1 heeft zich Zondagavond een ont ploffing voorgedaan, waarbij de student H. B. ernstig verwond werd aan een der han den, tengevolge waarvan hij waarschijn lijk eenige vingers zal moeten missen. In het Diaconessenhuis werd hij verbonden. In de kamer vooroorzaakte de ontplof fing veel schade, terwijl van het pand en on liggende pereeelen enkele ruiten wer den vernield. Handelsregister K. v. iv. W ij z i g i n g: 1717. A. W. Sijthoffs Uitgeversmaatschappij N.V. Leiden, Doe zastraat 1. N. Comm.: A. Ssret, Leiden. Nieuwe inschrijving: 7546. Adviesbureau voor de Ceramiek „Ceraten- ca." Leiden, Wassenaarscheweg 2. Advies bureau en laboratorium voor de klei- en aardewerk-industrie. E.: D. ten Cate Brou- werk, Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2