ZATERDAG 2 NOVEMBER 1940 32ste Jaargang No. 9787 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Mamentje DE IN 5 O'CL S ff U I F [)CK TEA 3)e Êeki&eli^Soii/fcGmt Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11.1 Dll nummer beslaat alt vl|l bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. Schema voor een nationale jeugdorganisatie De Nederlandsche Unie heeft een schema voor een nationale jeugdorganisatie ontwor pen dat wij Donderdag hebben gepubli ceerd. Hoe wy dit schema beoordeelen? Voorop zij verklaard, dat wij het feit, dat de Nederlandsche Unie een initiatief neemt, van groote nationale beteekenis, het welk binnen korten .ijd ten uitvoer kan worden gebracht, zeer toejuichen, 't Blijkt, dat de Nederlandsche Unie het niet laat bij woorden en verklaringen, bij theoretische beschouwingen, bij voornemens! En het initiatief zélf hoe den ken wij daarover? Het beginsel, waarop door de Nederland sche Unie het schema van een nationale jeugdorganisatie is gebaseerd, heeft onze hartelijke sympathie; het beginsel nl., dat kernachtig is geformuleerd op deze wijze: souvereiniteit in eigen kring en opvoeding tot volkseen heid. De Nederlandsche Unie wenscht in de jeugdorganisatie een eenheid, een volks eenheid; en deze wensch wordt in bedoeld schema verwerkelijkt: Eerstens; er zal zijn één nationale hoofdleider, in zijn hoofdkwartier geassis teerd door „enkele commissarissen", en één raad van toezicht, in welken raad zitting hebben „vertegenwoordigers van de ver schillende groote geestelijke stroomingen in ons land". Vervolgens; er zal zijn voor alle groepeeringen in de jeugdorganisatie een minimum program e n een gemeen- schappelijk program. Op de derde plaats; er zal zijn één uni form, met kleine distinctieve onderschei dingen naar de groepeeringen. Dit laat ste punt van eenheid mogen we zeker niet onderschatten. Wij vinden het zelfs zeer belangrijk. In deze ééne jeugdorganisatie zullen groepen zijn; groepen, gedifferen tieerd naar de geestelijke stroomingen, naar zoo mogen wij 't ook zeggen het gods dienstig levensbeginsel, de godsdienstige overtuiging. Voor deze groepen wenscht de Nederland sche Unie souvereiniteit in eigen kring. Maar, uit het voorafgaande blijkt reeds, dat deze souvereiniteit gebonden moet zijn, ge bonden nl. door de drie genoemde beper kingen: eenheid in hoofdleiding, een heid, ten deele, in het program, eenheid, met uitzondering van kleine onder scheidingsteekenen, in de uniform. Wij achten deze beperkingen in de sou vereiniteit der verschillende groepen niet een nadeel, maar gezien in het licht van den nieuwen, den veranderden tijd een voordeel, ja, een noodzakelijkheid. De souvereiniteit in eigen kring, door de Nederlandsche Unie in haar schema voor één nationale jeugdorganisatie bedoeld en gewild, moet echter ook in de practijk tot vruchtbare activiteit kunnen komen. En dat kan ook. Naast het voorge schreven minimum- en gemeenschappelijk program, zal er in de groepen gelegenheid zijn voor ontwikkeling van een eigen pro gram, gebaseerd en gericht op de handha ving, beleving en cultiveering van eigen godsdienstige levensbeschouwing. Dit laatste is voor den katholiek over anderen behoeven wij hier niet te oordee- len een beginsel-kwestie. En, omdat klaarblijkelijk de Nederland sche Unie de redelijkheid van een derge lijk verlangen duidelijk inziet en daar mede volkomen rekening wil houden kunnen wij aan het zoo noodzakelijk en óók zoo zéér gewenscht streven naar één nationale jeugdorganisatie, als door haar in haar schema ontwikkeld, onze op rechte sympathie schenken. De katholieken zijn voorstanders van een zoo groot mogelijke eenheid onder héél het volk een eenheid, waar en vruchtdra gend; die niet is gebaseerd op verdoezeling of vervlakking van wat waardig is den naam van beginsel, van wat leeft in een heilige overtuiging. DISTRIBUTIE VAN KOEK, BESCHUIT, KOEKJES, ENZ Met Ingang van heden wordt een begin gemaakt met de distributie van bakkerijproducten. Bijzonderheden van deze regeling vindt men op pagina 5 van dit blad vermeld. Ook worden daar en op pag. 7 opgegeven de nieuwe -bonnen voor verschillende grutterswaren. Invoering van persoons bewijzen Als algemeen identiteitsbewijs Bij besluit van den secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken wordt onder den naam persoonsbe wijs een algemeen identiteitsbewijs te vens bewijs van opneming in het bevol kingsregister ingevoerd, waarvan het model wordt vastgesteld door den secreta ris-generaal. Deze persoonsbewijzen worden van rijks wege uitgegeven in drie soorten, n.l. voor Nederlanders, voor Nederlandsche onder danen en voor vreemdelingen. -Een ieder, die, overeenkomstig de bij of ingevolge de wet van 17 April 1887 (Staatsblad no. 67) gegeven voorschrif ten is of moet zijn opgenomen in een der bevolkingsregisters van het bezet te Nederlandsche gebied en die den leeftijd van 15 jaar heeft overschreden, is verplicht een te zijnen name gesteld geldig persoonsbewijs in bezit te heb ben, te allen tijde bij zich te dragen en desgevorderd te vertoonen aan iede- ren opsporingsambtenaar, alsmede aan alle ambtenaren of andere personen, door wie zulks ingevolge eenig wette lijk voorschrift wordt verlangd. De hier bedoelde verplichting geldt niet voor: 1. Personen of groepen van personen van vreemde nationaliteit, die bjj beschikking van den secretaris-generaal van deze ver plichting zijn ontheven. 2. Personen of groepen van personen, aan wie het recht tot het bezit van een persoonsbewijs, ingevolge een beschikking van den secretaris-generaal, is ontzegd voor den duur der ontzegging. Eenzelfde persoon mag niet in het bezit zijn van meer dan één persoons bewijs te zijnen name. Elk uitgereikt persoonsbewijs heeft een geldigheidsduur van vijf jaren, te rekenen van de dagteekening der af gifte. Hij, die de aangifte van overlijden doet, is verplicht het in het bezit van den over ledene zijnde persoonsbewijs tegelijk met de aangifte in te leveren bij den burge meester der gemeente, waar het overlijden plaats vond. Het is aan een ieder verboden, zich op eenigerlei wijze van het hem uitgereikte persoonsbewijs te ontdoen of toevoeging aan te brengen of te doen aanbrengen. Voor elk uit te reiken persoonsbe wijs wordt een recht van een gulden aan leges geheven, van welk bedrijf vijftig ten honderd kcmt ten bate van 's rijks ka en vijftig ten honderd ten bate van de gemeentekas. In geval van min- of onvermogen kan de burgemeester of het hoofd der rijksinspec tie dit bedrag tot de helft verminderen of kostelooze uitreiking toestaan. Overtreding van vorenstaande bepalingen wordt met hechtenis van ten hoogste veer tien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden gestraft. In bijzonder zware gevallen kan gevan genisstraf tot één jaar of geldboete van ten hoogste tienduizend gulden worden opge legd. De secretaris-generaal stelt de voor schriften vast, noodig voor een juiste uit voering van dit besluit. Hij bepaalt tevens nader op welk tijdstip de onderscheidene deelen van dit besluit in werking treden. EéN DOODE, TWEE GEWONDEN Engelsche bomaanvallen van Vrijdagnacht. De Engelsche bomaanvallen op Neder land hebben Vrijdagnacht één doode en wtee gewonden geëischt. De aangerichte schade is gering. A. H. J. Engels f Gisteren is op 71-jarigen leeftijd te Lei den overleden de heer A. H. J. Engels. Allen zullen in dezen eenvoudigen man eeren een der energieke pioniers van de sociale actie in Nederland, een werker met helderen kop en warm hart, een werker met onbaatzuchtige toewijding aan de rechten en belangen der geestelijk en stof felijk misdeelden. Geboren in 1869 te Enschede, is hij reeds op jeugdigen leeftijd gaan werken in de textielindustrie. De groot Ariëns heeft on der zijn vele verdiensten ook déze, dat hij Engels heeft „ontdekt." Hij is in Enschede geworden de medewerker van dr. Ariëns bij de oprichting van de vakbeweging, bij de oprichting van het Kruisverbond, de Maria-vereeniging en de Anna-vereeni- ging, welk laatste drie vereenigingen al len beoogden, de arbeiders omhoog te hef fen uit den afgrond van het alcoholisme, om hen te kunnen vormen tot zelfbewuste christen-mannen, die kenden hun plich ten, maar ook hun rechten, en voor de verovering van die rechten toen vooral zoo noodig als het moest, een waardigen strijd konden en wilden voeren. In 1893 behoorde Engels tot degenen, die den Ned. Bedevaart naar Rome meemaak ten. Dat was voor hem een heerlijkheid: te gaan naar den Paus van Rerum Nova- rum, naar den Paus van dé arbeiders! Bij de audiëntie, welke Paus Leo XIH den pelgrims verleende, legde Z. H. zijn han den op het hoofd van den jongen Engels, streek hem door de krullende haren, be tastte liefdevol zijn door den arbeid ver eelte werkershan-den, en zeide: „G.'J be hoort tot de bloem der pelgrimage" woorden, die een onvergeetelijken indruk op hem hebben gemaakt, en, ongetwijfeld, hebben medegewerkt, om hem verder te steunen in zijn zelf-ontwikkelng en socia len arbeid. In 1905 is de heer Engels door mr. Aal- berse uit Enschede naar Leiden gehaald, om ambtenaar te worden in het door Aal- berse gestichte Centraal Bureau der K.S.A. In 1907 schreef hij zijn veel-gelezen brochure „Fabrieksmenschen"; in den loop der jaren heeft hij ook verscheidene arti kelen geplaatst in de pers en voornamelijk in het Katholiek Sociaal Weekblad. In den tijd van zijn werkzaamheid aan de K.S.A., was hij ook directeur van de Leliebioscoop, welke streefde naar een zoo noodzakelijke moreele verbetering van de film. Reeds in 1905 werd hij candidaat gesteld voor de Tweede Kamer voor het district Almelo. De Twentsche fabrikanten ver klaarden toen, zijn candidatuur te willen steunen, als hij vóór den vrijhandel wilde zijn. Engels weigerde weigerde onver biddelijk, zooals hij héél zijn leven gewei gerd heeft, te doen, zonder van een com promis te willen weten, alles, wat niet overeenstemde met zijn overtuiging. Later, in 1916, Kamerlid geworden, heeft ook nooit de relatie met een bevriend minis ter hem kunnen bewegen, anders te stem men, dan hij in geweten meende te moéten stemmen. In 1916 werd den heer Engels door Mgr. Callier verzocht, den R.K. Dioc. Land- en Tuinibouwbond in het Bisdom Haarlem op te richten. Vele jaren hij was alg. secr. van den L. T. B. heeft hij aan dezen ar beid zijn beste krachten gegeven. Zijn uit verstand en hart gesproken, steeds helder en klaar propagandistisch woord werd op een vergadering altijd graag gehoord. In de jaren, dat hij lid van de Tweede Kamer is geweest 1916 tot 1937 trad hij niet pp de voorgrond, tenzij er een bij zondere aanleiding was. Maar dan ook werd naar zijn woord geluisterd! Op audiënties en in particuliere gesprekken met ministers bepleitte hij echter tallooze malen de rechtmatige belangen van groe pen en personen en bereikte op deze wijze, in stilte en onopvallend, vaak zeer mooie resultaten. Zijn natuurlijke, ongedwongen eenvoud het feit, dat hij steeds dezelfde was ge bleven, verwierf ♦hij bij allen, die hem kenden, sympathie en hoogachting. Typeerend, zoowel voor dien eenvoud als voor de onbaatzuchtigheid, welke in zijn levensopvatting was vastgegroeid, is het volgende. Bij een Arbeidsconflict bij Heemaf, toen de Rijksbemiddelaar geen resultaat wist te boeken, heeft hij op ver zoek onofficieel bemiddeld. Het conflict werd bygelegd. De directie van Heemaf, Foto-archief. L. Crt. voor wie evenzeer als voor de arbeiders het vermijden van een strijd veel waard was, verzocht hem, zijn „onkostennota" in te dienen. Dit geschiedde. Het was een nota met luttele verblijfkosten. De heeren waren zeer verbaasd en vroegen hem, of deze nota niet op een vergissing berustte. Hij antwoordde: Neen! Hierbij indachtig een woord van Mgr. Ariëns dat alle maatschappelijke werkers zich steeds mochten herinneren „Hoedt U voor gouden ketenen!" De gedachtenis aan den heer Engels blijft in hooge eere als aan een in handel en wandel eerlijk en onkreukbaar mensch, steeds bereid om anderen daadwerkelijk te helpen, om voor anderen nuttig te ma ken en anderen wég te schenken de ga ven die hij van God had ontvangen. ALLERZIELEN Juist als in November de bladeren zijn gevallen is het Allerzielen. Die bladeren zijn de doodkisten van het leven, dat groen geweest is, waardoor de wind gespeeld teeft, waarop de zon geschenen heeften dat nu is uit gebloeid. Zij kregen hun levenssappen uit den grond, waarin de boom zijn wortels had en dekken nu dien grond met de stervende tooi van hun goud. De kale takken der boomen zijn nog de herinnering aan dat leven, dat zomer heette en juist dit jaar tegelijk vol zon en vol tranen was. Gebleven zijn de zuchten en gebeden. Die zijn overal, waar een herinnering is aan die dagen. En waar is die niet? Een leege stoel, een stille stem, iets dat sindsdien onaangeroerd bleef. Er zijn nu eenzame weduwen, kleine niet begrijpende weezen. Dat is nu overal, in geheel Europa en ver nog daarbuiten. Maar hier vallen de bladeren en blaast de wind. Hier wordt het kil en koud, nu ook buiten ons. Op dezen dag van Allerzielen is de ontroering dieper, de herinnering sterker, het leed grooter, omdat het zooveel minder verwacht werd. En ook boven de massagraven der sol daten vallen de bladeren. Dood boven dood. Daaruit weeft de natuur het lijkkleed der aarde voor hen, die voor dien zelfden grond gevallen zijn. Op heel veel graven bidden nu mensch en. En er bidden ook menschen die niet weten, waar het graf is. Maar ook dat lichaam rust in den grond van het vaderland. 't Is November nu en Allerzielen. Kort geleden scheen de zon nog en was het Mei. Sindsdien was de grond nat van tranen en rood van bloed. Tusschen toen en nu liggen vele ge dachten. DE GEMEENTEBEGROOTINGEN OVER 194L Voorloopig mogen niet geraamd worden extra-bijdrage noch de belastingbijdrage uit het werkloosheidssubsidiefonds. De samenstelling der gemeentebegro ting voor 1941 zal voor het grootste aantal gemeenten in belangrijke mate afwijken van de wijze, waarop dit in de laatste jaren geschiedde. Uit het werkloosheidssubsidiefonds wer den, zooals bekend, verleend de extra bij drage voor de werkloozenzorg, zoowel als de belastingbijdrage. Aan de z.g. noodlij dende gemeenten werden dan behalve die uitkeeringen, bovendien nog bijdragen in de'gemeentelijke huishouding uit de rijks kas verleend. Bij de samenstelling der gemeente-be grootingen voor 1941 zullen, naar Ged. Sta ten aan de betrokken gemeentebesturen hebben doen weten, voorloopig geen bedra gen geraamd mogen worden voor extra- bijdrage in de kosten voor de werkloozen zorg, noch voor de belastingbijdrage. Een onmiddellijk gevolg hiervan zal dus zijn, dat in het overwegend grootste aantal ge meenten van ons land onze deskundige zegsman taxeerde het op circa drievierde van het aantal Nederlandsche gemeenten de begrooting voor 1941 een belangrijk tekort zal aanwijzen. Hoe daarin van rijks wege zal worden voorzien, staat op dit oogenblik nog niet vast. ELKEN MIDDAG in van hi Breesti MUZIEK 2600 TRIJ INON-THEATER it nf. 31 - LEIDEN gratis Surprises voor cfe Dames. Verordening inzake begrootingen van het Rijk Aan een gisteren verschenen en tevens in werking getreden verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied, betreffende het vaststel len en het wijzigen van begrootingen en betreffende het vaststellen van rekeningen van het Rijk, de rijksfondsen en de staats bedrijven, is het volgende ontleend: De secretaris-generaal van het Departe ment van Financiën is belast met: 1. het vaststellen en het wijzigen van de begrootingen van het Rijk, de rijksfondsen en de staatsbedrijven; 2. het toezicht op de tenuitvoerlegging van de onder 1 bedoelde begrootingen; 3. het vaststellen van de rijksrekeningen en van de rekeningen van de rijksfondsen en de staatsbedrijven, nadat deze door de Algemeene Rekenkamer zijn goedgekeurd. De onder 1 en 3 bedoelde maatregelen (vaststellingen en wijzigingen) hebben kracht van wet. Allerzielen op hei militaire graf aan den Grebbeberg (Foto Pax-Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1