SieCangscyfie freó.p/tefïingen
in 3kan&cyli
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
ONDERHOUD VAN HITLER MET FRANCO
Momentje
DONDERDAG 24 OCTOBER 1940
<40. 9780
S)e£cicl6civcSou^aAtt
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11,
V Ware vooruitgang
Op de in Augustus j.L gehouden Studie
dagen van den Ned. Kath. Volksbond te
Voorhout heeft Max van Poll een rede ge
houden over „Sociale en economische ge
bondenheid in de middeleeuwen".
En hij betoogde, hoe wij schreven er
ook gisteren over in de middeleeuwen
op economisch en sociaal gebied gestreefd
werd naar ordening. Men streefde er naar,
om, in Ghristelijken zin, aan allen een zoo
veel mogelijk rustig, bescheiden doch ver
zekerd bestaan te verzekeren in overeen
stemming met ieders staat en stand. En
men was er van overtuigd, dat dit het best
kon worden bereikt door een ordening,
welke een breidel beteekende voor de in-
dividueele begeerlijkheid.
„De middeleeuwen", aldus v. Poll, „stel
den het juiste principe; het begin van de
uitwerking er van was nog onvolmaakt,
doch reeds veelbelovend.
Renaissance, hervorming, revolutie, ka
pitalisme hebben met deze middeleeuw-
sche gedachte gebroken en de middel-
eeuwsche orde afgebroken. Zij stelden er
het beginsel Van de individueele vrijheid
voor in de plaats.
De schoone schijn, dat de wereld daar
door in steeds hooger ontwikkeling naar
een prachtige toekomst zou gaan, is thans
wel zeer grondig verdreven. Geen woord
van Huizinga is zóó waar als dit: dat het
woord vooruitgang in de laatste jaren met
verrassende snelheid uit het vocabulair
der hedendaagsche menschheid is ver
dwenen.
Thans staan we voor de eindresultaten,
niet van een vergissing, doch van een dwa
ling".
Wij gaan naar een nieuwen tijd en
wij streven, natuurlijk, in dien nieuwen
tijd naar vooruitgang.
Maar 't moet ingeheid zijn in het diep
ste van onze overtuiging, dat „vooruitgang"
alléén vooruitgang is, als hij den mensch
brengt op een geestelijk hooger peil, waar
op hij schooner en beter kan voldoen aan
de hem door God gegeven roeping.
Deze eenvoudige waarheid moge door
ieder onzer worden overwogen en door
dacht; want van de aanvaarding èn bele
ving, consequente beleving er van hangt
't af, of wij ieder op zijn plaats en op
zijn wijze al dan niet medewerkers zijn
aan den vooruitgang van de menschheid.
Van de menschheid dat is een groot be
grip; maar rondom ons, in onze onmid
dellijke omgeving, leeft een deel van de
menschheid. En op dat deel, iets kleiner
of grooter, moet onze arbeid aan den voor
uitgang van de menschheid zijn gericht,
zeker op de eerste plaats zijn gericht.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
DE KATHOLIEKEN VAN
GROOT-NEDERLAND.
In het Calvinistische Week
blad wijdde prof. Waterink aandacht aan
de Groot-Nederlandsche kwestie en schreef
toen onder meer:
„Stel eens dat Nederland Vlaanderen
„erbij" kreeg, dan was het Volk van
Willem van Oranje, dan was het Volk
dat door het Calvinisme zijn stempel
kreeg, geen protestantsche natie meer.
Dan zou „ons" volk in meerderheid zeer
beslist Roomsch-Katholiek zijn.
Ieder weet, dat alle anti-papisme ons
vreemd is. Maar wel vragen v/e ons af,
of het beteekent het zoeken van het
waarachtig heil van ons land, wanneer
men bevordert, dat straks de Roomsch-
Katholieken, geheel alleen zonder eeni-
gen steun, het in ons land voor het zeg
gen hebben.
Zulk een cadeau hebben de Roomsch-
Katholieken door hun gebrek aan stand
vastigheid en belijndheid in staatkundig
opzicht in de laatste maanden zeker niet
verdiend.
Maar wat zou er van het Protestantsch-
Christelijke volk worden, wanneer wij
werden: een minderheid in een Roomsch
land?"
Op dit staaltje van politiek Calvinisme
reaeeert in de Utrechtsche Cou
rant dr. Charles Thewissen. H'i drst dit
o a. met een vermaning aan de Katholie
ken:
„Ik wil waarschuwen Voor iedere bere
kening bij voorbaat der machts
verhoudingen in 'n Groot-Nederlandschen
staat. Dergelijke berekeningen zijn in
Na bespreking met Laval
AAN DE SPAANSCH-FRANSCHE GRENS
Het D.N.B. verspreidt het volgende
communiqué: 3
De Führer heeft Woensdag aan de
Fransch-Spaansche grens een ontmoe
ting gehad met den chef van den
Spaanschen staat, generaal Franco. Aan
het onderhoud, dat in een geest van
hartelijke wederzijdsche kameraad
schap der twee naties werd gevoerd,
werd deelgenomen door den rijksmi
nister van Buitenlandsche Zaken, von
Ribbentrop, en door den Spaar schen
minister van Buitenlandsche Zaken,
Serrano Suner.
Over het verloop der ontmoeting tus-
schen den Führer en het hoofd van den
Spaanschen staat, generaal Franco, verne
men wij nog de volgende bijzonderheden:
Woensdagmiddag was de Führer in een
extratrein aan de Fransch-Spaansche grens
aangekomen. Het kleine grensstation op
Fransch bezet gebied was met de rood
geel-zwarte kleuren van het nationale
Spanje en met hakenkruisvlaggen versierd.
Kort na aankomst van den Führer liep de
extratrein van den Caudillo, van de grens
komend, binnen. De Führer, die het Spaan-
sche staatshoofd op het perroq opwachtte,
verwelkomde den Caudillo, toen deze uit
zijn trein stapte, op zeer hartelijke wijze.
Nadat de Führer ook den Spaanschen mi
nister van buitenlandsche zaken, Serrano
Suner, begroet had, stelde het Spaansche
staatshoofd den Führer de hem vergezel
lende heeren voor. De Führer stelde vervol
gens aan het Spaansche staatshoofd voor:
den rijksminister van buitenlandsche za
ken, von Ribbentrop, den opperbevelhebber
van het leger, generaal-veldmaarschalk
von Brauchitsch, den chef van het opperbe
vel van de weermacht, generaal-veldmaar
schalk Keitel, den rijksperschef rijksleider
dr. Dietrich, rijksleider Bormann, den ge-
neraloberst Dollmann, den luitenant-gene
raal Bodenschatz en den onderstaatssecre
taris Gauss.
Daarna inspecteerde de Führer en de
Spaansche generalissimus, terwijl het
Spaansche volkslied gespeeld werd, het op
het perron aangetreden eere-bataljon. De
Führer begeleidde den Caudillo vervolgens
naar zijn salonwagen, waar de besprekin
gen terstond een aanvang namen.
In den loop van den avond was de Cau
dillo de gast van den Führer in den salon
wagen aan een kleinen maaltijd, waaraan
bovendien een reeks der aanwezige Duit-
sche en Spaansche persoonlijkheden deel
nam. Na afloop van de besprekingen in
specteerde de Führer met den Caudillo
persoonlijk het eerebataljon en begeleidde
hij zijn hoogen gast naar den extratrein,
waar hij op de meest hartelijke wijze af
scheid nam. De extratrein van het Spaan
sche staatshoofd verliet daarop langzaam
rijdende het station, terwijl het muziek
corps van het eerebataljon het Spaansche
volkslied aanhief.
LAVAL BRENGT PETAIN VERSLAG UIT.
De vice-voorzitter van den Fran-
schen ministerraad, Laval, is gistermid
dag na zijn onderhoud met Hitier naar
Vichy teruggekeerd. Hij had terstond
een bespreking met maarschalk Pétain,
dien hij van het verloop der onderhan
delingen op de hoogte stelde. Vervol
gens is gistermiddag om vijf uur een
ministerraad onder voorzitterschap van
Pétain begonnen. Om zeven uur des
avonds vertrok Laval opnieuw 'naar
Parijs.
Tijdens de conferentie tusschen Pétain
en Laval, zoo meldt United Press verder,
werden verschillendFransche ministers
tot korte consultaties uitgenoodigd. Ook
had Laval voor zijn terugkeer naar Parijs
nog een kort onderhoud met den Spaan
schen gezant La Querica.
Het onderhoud tusschen Hitler en Laval
is te Fontainebleau gehouden. Over den
aard van de besprekingen, die Laval met
Hitier heeft gevoerd, is tot dusver nog geen
officieele verklaring afgelegd en evenmin
over eventueele beslissingen van den Fran-
schen staatschef.
Ook van Duitsche zijde zijn geen bijzon
derheden verstrekt over de besprekingen
te Fontainebleau.
Wijziging zendtijd
Het is mogelijk gebleken, een verbetering
te brengen in den zendtijd der omroepver-
eenigingen. De sluitingstijd wordt nu 7.15
uur. De uitzending van nieuwsberichten om
6 uur of 6.15 vervalt. In de plaats daarvan
komt het laatste nieuws van het ANP van
77.15 uur.
Een deel der aangeslotenen bij de radio
distributie kan ook nog later berichten hoo-
ren, n.l. wanneer hun centrale door een
telefoondraad met de studio verbonden is.
De centrales, die muziek en berichten
door den aether opvangen, kunnen uiteraard
geen berichten meer geven na 7.15 uur. De
centrales met lijnaansluiting echter voorna
melijk in de groote steden, geven ook des
avonds om 8 en 10 uur nieuwsberichten.
De belangrijkste berichten van deze uit
zendingen worden door de radio den vol
genden morgen om 8 uur herhaald.
Het bekende radiopraatje blijft voorloopig
gesteld op 5.15 uur.
de geschiedenis meestal verkeerd uitge
komen en..,, dergelijke berekeningen
zijn in strijd met de leer der H. Kerk. Zij
is bereid met eiken staat samen te wer
ken, onverschillig of de katholieken al
daar tien of negentig procent der bevol
king uitmaken. Op een moment, dat de
volkeren hun staten maken, komt de
Kerk niet met speciale wenschen naar
voren, noch tot behoud, noch tot wijzi
ging van het bestaande.
Iedere kleinmoedigheid verwerpen wij
omdat wij ons in de hand weten der
Voorzienigheid. Maar ook iedere spe
culatie weze ons vreemd. In staten, waar
de bevolking naar zielen-aantal honderd
procent katholiek was, staan thans de
kerken leeg, en in staten waar de ka
tholieken een kleine minderheid vorm
den, bloeide de Kerk. Er is dan ook geen
sprake van, dat in ons land het katho
lieke blok voor of tegen Groot-Neder
land zou zijn. Ieder katholiek en iedere
katholieke groep die door zijn optre-
v den zijn opinie als een officieel-katho-
lieke tracht voor te stellen, handelt in
strijd met de voorschriften en het belang
der Kerk."
KRACHTVOER VOOR VEE.
Nieuwe plannen bij de overheid?
Naar het „Handelsblad" meldt, heeft de
overheid afgezien van het aanvankelijk
plan, om vóór 1 Februari geen krachtvoe
der beschücbaar te stellen voor vee. De
nieuwe regeling zal waarschijnlijk begin
November bekend worden gemaakt en zal
gelden van 11 November tot 26 Mei, ver-
deeld in vier toewijzingen. De hoeveel
heid van het voeder dat een hooger
eiwitgehalte zal hebben dan thans het ge
val is zal van allerlei factoren afhan
gen, (o.a. van het bedrijfstype: weidebe-
drijf, gemengd bedrijf e.d.)
GEMEENTELIJKE SCHATTINGEN
VOOR DEN WEDEROPBOUW
Zooals reeds eerder is gemeld heeft de
algemeen gemachtigde vooi den wederop
bouw ten aanzien van door den oorlog
verwoeste of beschadigde woningen met
een woonruimte tot 450 kubieke meter een
voorschot-regeling uitgevaardigd. Aan de
toekenning van een voorschot moet echter
een-waardebepaling van het pand vooraf
gaan. De schatting voor deze waardebepa
ling moet geschieden door van gemeente
wege aangezochte deskundigen, waarbij
overleg met de schade-enquete-commissie
gewenscht is.
Het is den algemeen gemachtigde voor
den wederopbouw gebleken, dat de taxa
ties, van gemeentewege verricht, somtijds
aanmerkelijk hooger waren dan die van de
schade-enquête-commissie, terwijl boven
dien deze gemeentelijke schatt'ngen aan
belanghebbenden zijn medegedeeld, zonder
dat vóórdien met de schade-enquête-com
missie overleg was gepleegd.
Het spreekt vanzelf, dat hieruit voor be
langhebbenden teleurstellingen kunnen
voortkomen en in verband daarmede heeft
de algemeen gemachtigde voor den weder
opbouw een circulaire gezondén aan de
burgemeesters van de gemeenten, in welke
oorlogsschade is aangericht, waarin hij er
op aandringt bij de in hun gemeente te ver
richten taxaties de vereischte omzichtigheid
in acht te nemen.
Arbeidsbemiddeling
Op het Departement van Sociale
Zaken te 's-Gravcnhage is dezer dagen
een persconferentie gehouden, waarin
naderde mededeelingen zijn gedaan
over de nieuwe bepalingen ten aanzien
van de arbeidsbemiddeling.
Tot ons leedwezen was onze redacteur
onverwacht verhinderd deze persconfe
rentie bij te wonen. Wij veroorloven ons,
hier over te nemen een uitstekend relaas
over bedoelde conferentie in de „Tijd."
Dat de arbeidsbemiddeling in ons
land tot dusverre te wenschen overliet,
is een onder werkgevers algemeen
bekend en van de zijde der overheid
ook niet ontkend feit. Voor een aan
zienlijk deel was het gebrek aan
centralisatie oorzaak van de bestaande
tekortkomingen. Dit gebrek is thans
door een verordening van het waar
nemend hoofd van het departement
van Sociale Zaken, waarbij de Rijks
overheid met de leiding van de arbeids
bemiddeling in haar geheel wordt be
last, opgeheven.
„Veel meer dan de werkverschaffing,
heeft de arbeidsbemiddeling kunnen bij
dragen om de werkloosheid zooveel moge
lijk te beperken", aldus Treub in zijn be
kende boek „Oorlogstijd", en hij vervolgt:
„Vóór den oorlog was zij hier te lande
uitsluitend plaatselijk georganiseerd en
hadden slechts een klein getal grootere ge
meenten onpartijdige arbeidsbeurzen. De
onderlinge band tusschen deze gemeente
lijke instellingen was uiterst los; hij werd
alleen gevormd door het lidmaatschap van
de Vereeniging van Nederlandsche Arbeids
beurzen, waartoe die instellingen vrij
willig waren toegetreden. Deze vereeniging
had natuurlijk niet de minste zeggings
kracht, toch heeft zy er toe bijgedragen,
dat in de inrichting der verschillende ge
meentelijke arbeidsbeurzen op de hoofd
punten allengs meer eenheid kwam. Ook
strooide zij het eerste zaad van intercom
munale arbeidsbemiddeling uit, door dc
Arbeidsbeurs te 's-Gravenhage er toe te
bewegen, als centrale beurs voor de ver-
schülende bij de vereeniging aangesloten
beurzen te fungeeren. Veel heeft die inter
communale arbeidsbemiddeling in dien
vorm vóór den oorlog niet opgeleverd en
kon zij ook niet opleveren; daartoe was de
organisatie te weinig uitgebouwd en de ge-
heele instelling bij de belanghebbende
werkgevers en arbeiders te weinig be
kend."
Treub stelde zich voor, de intercommu
nale arbeidsbemiddeling tijdens den oorlog
te organiseeren. Hem stond zelfs een zekere
centraliseering van de arbeidsbemiddeling
voor den geest, vooral met het oog op de
zware taak die de arbeidsbemiddeling na
den oorlog wachtte. Als het leger gedemo
biliseerd zou worden, zou immers een
groot aantal krachten vrijkomen, krachten
die allen de plaats die zij bij het uitbreken
van den oorlog verlieten door anderen
zagen ingenomen en die dus een andere
plaats in het bedrijfsleven zouden zoeken.
Ongetwijfeld zouden er plaatsen vrijkomen
in de productie van goederen, waarnaar
in vredestijd nieuwe vraag zou ontstaan.
Doch om de vragende werkzoekers en
werkaanbieders tot elkander te brengen,
moest een goed functionneerend bemidde
lingsapparaat worden geschapen.
De pogingen, door Treub ingeleid
hebben echter niet geheel tot het ge
wenscht resultaat geleid. Wel heeft de
arbeidsbemiddeling den omvang, dien
hij zich dacht ver overschreden. Be
schouwt hij 100.000 plaatsingen als een
haast onbereikbaar desideratum, in
1939 werden 360.000 plaatsingen door
bemiddeling der arbeidsbeurzen ver
kregen. Een rijksorganisatie echter
met een door Treub zoo zeer begeerd
toporgaan aan het hoofd, is de arbeids
bemiddeling nooit geworden. Zij bleef
toevertrouwd aan de gemeenten, die
weliswaar samenwerkten, doch niet in
die mate als in het belang van een
goede arbeidsspreiding over het land
wel gewenscht was. Deze zoo lang be
geerde centralisatie heeft thans
vanaf 15 October l.L haar beslag ge
kregen door de oprichting van het
Rijksarbeidsbureau dat de topleiding
vormt van de arbeidsbureaux der ver
schillende districten, waarin het land
is verdeeld.
Het eerste, dat bij de beschouwing van
dezen maatregel opvalt is het feit dat hier
niet meer wordt gesproken over arbeids
beurzen". Deze term was velen, die de
overtuiging hadden dat de arbeid geen
koopwaar is, die op de beurs wordt ver-
handdeld, een doorn in het oog.
Niemand zal over het verdwijnen van
dezen term treuren.
Doch ook het woord „bemiddeling" is
verdwenen. De leiding van het nieuwe
rijksarbeidsbureau stelt zich n.l., aldus ver
klaarde de heer Verweij op een conferentie
STRAATMUZIEK
Hedenmorgen op den eersten dag
na myn verlate vacantiedagen speel
de er by mijn joyeuse rentrée voor ons
bureau een jongeman op een harmoni
ca. Het is natuurlijk mogelijk, dat hij
dit deed om mij zijn hulde te betuigen
voor de vaardigheid, waarmee ik zelfs
in October nog zomersche vacantieda
gen weet uit te zoeken en indien dit het
geval is, zal hij voor de serenade wel
een extra-vergunning hebben gekregen
van den commissaris van politie, die
het is mij bekend bijzondere vaar
digheden op prijs weet te stellen.
Indien dat niet het geval is, was deze
muzikale ontboezeming contrabande,
nademaal ik in de krant heb gelezen,
dat jonge, sterke menschen hun kracht
anders hebben aan te wenden dan op de
toetsen van een harmonica of aan het
wiel van een draaiorgel. Dat zal wel
goed zijn-in tijden, dat de concentratie
van alle krachten noodig is om de zaak
in kannen en kruiken te brengen. Maar
ik wü het toch voor deze musici opne
men, nadat een deskundig collega mij
verzekerd heeft, dat het wiel van een
draaiorgel zwaar te hanteeren is. En
bovendien is daar zwier voor noodig.
Een lichte arbeid is het dus niet.
Evenmin als het bewerken van een lan
ge rjj toetsen met tien bevroren vin
gers. Wie dan nog schoone muziek ten
gehoore brengt, is een kunstenaar.
En al is het resultaat van zijn arbeid
dan ook geen graan of brood, zijn pro
duct gaat regelrecht naar het hart. En
als myn muzikale vrienden straks aan
ernstiger arbeid zijn, zal ik hen heel erg
missen. Ik, lichtzinnige.
V.
met de vertegenwoordigers van de Neder
landsche pers gehouden, vóór, zich niet
tot het verleen en van bemiddeling tusschen
werkzoekenden en werkbiedenden te be
palen.
Het Rijksarbeidsbureau ziet zijn taak
ruimer, het streeft naar een zoodanig
onderbrengen van alle Nederlandsche
arbeidskrachten, dat zooveel mogelijk
ieder op een post staat, die overeen
komt met zijn eigen verlangers en ta
lenten en waarop hij dus de grootst
mogelijke bevrediging in zijn arbeid
kan vinden. Het algemeene doel is dus
niet meer, populair uitgedrukt het
„helpen aan een baantje" doch het op
zoo ruim mogelijke schaal kweeken en
bevorderen van de arbeidsvreugde in
het Nederlandsche volk.
Behalve de arbeidsbemiddeling zooals
die tot dusverre door de gemeentelijke
arbeidsbeurzen werd verleend, zullen dus
de gewestelijke arbeidsbureaux onder lei
ding van het Rijksarbeidsbureau zich óók
bezig houden:
Vooreerst met de bevordering van
een juiste beroepskeuze;
en vervolgens met het herplaatsen van
arbeiders die, gedwongen door de omstan
digheden werk aannamen, dat eigenlijk
niet aan hun scholing en aan hun beroeps
keuze beantwoordde.
Uiteraard is met dit alles geen volledige
verbetering van het arbeidsbemiddelings
instituut verkregen. De fout in dit instituut
zat niet alleen in het gebrek aan samen
werking tusschen de verschillende ge
meentelijke organen, doch ook in de niet
geheel aan de eischen van het bedrijfs
leven tegemoetkomende wijze waarop de
gegevens van de arbeidsbureaux werden
verzameld.
Op den duur stelt de leiding van het
Rijksarbeidsbureau zich voor ook hierin
verbetering te brengen. Deze verbetering
zal worden nagestreefd door de invoering
van het z.g. Arbeidsboekje, dat aan alle ar
beiders zal worden verstrekt en dat alle
gegevens zal bevatten over zijn opleiding,
zijn vroegeren werkkring, zijn loon, enz.
enz. en zonder hetwelk in de toekomst geen
werkgever meer een arbeider mag aan
stellen.
Men stelt zich vervolgens voor, via het
Rijksarbeidsbureau ook in veel grootere
mate dan tot dusverre het geval was, con
tact te zoeken met het buitenland en mét
Indië en tenslotte hangt nog steeds het ont
werp werkloosheidsverzekering indertijd
door Minister Romme bij den Hoogen
Raad van Arbeid ingediend, dat den arbei
der ook in tjjd van bedrijfsslapte aan het
bedrijf bindt en hem dus in dergelijke
tijden niet dwingt tot het aanvaarden van
arbeid die buiten zijn eigen beroep valt.
Op den duur zal dus het Rijksarbeids
bureau alle diensten coördineeren die op
een of andere wijze met de bevordering van
een juiste plaatsing der beschikbaare ar
beidskrachten op de beschikbare posten
samenhangen.
Moge dit uit Nederlandsch initiatief
voortgekomen instituut daadwerkelijk kun
nen bijdragen tot de verhooging van de
totale hoeveelheid arbeidsvreugde in ons
land.