DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
BINNENLAND
WOENSDAG 23 OCTOBER 1940
32ste Jaargang No. 9779
3)e £cid&eft£(2oii/fca/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Poetbus 11.
V Terug naar de gilden!
„Wat achter ons ligt is voorbij; het had
zich sinds lang uitgeleefd".
Met deze conclusie besluit de „Maasbo
de" van gisteravond een artikel, getiteld
„Dwars door den oorlog heen".
Wat achter ons ligt is uitgeleefd, had
zich al lang uitgeleefd.
Volkomen waar.
En daarom werd er ook al lang geijverd
voor andere vormen, waarin het ge
meenschapsleven zich zou moeten ontwik
kelen; voor een anderen geest in de ge
meenschap; daarom werd er ook al lang
gestreefd naar een nieuwe gemeenschap.
Maar men bedenke bij dat al, dat een
nieuwe gemeenschap niet behoeft te wor
den gebouwd op de ruïne van het ver
leden; dat er in het nabije zoowel als in
het verder verwij derde verleden elementen
zijn, waaruit een nieuwe gemeenschap kan
worden opgebouwd.
Terecht schrijft de „Maasbode" in het
zelfde artikel:
„In 1933, toen het nieuwe regiem in
Duitschland aan het bewind gekomen
was, zeide een Duitscher ons: „dit is
geen Umbruch, het is e^n Durchbruch".
Dat was geen omwenteling, alsof op dat
oogenblik gedachten en strevingen,
welke nooit bestaan hadden, plotseling
aan den horizon waren verschenen en
stormenderhand het zenith hadden be
reikt. Het was een werkelijke door
braak. Wat hoog opgestuwd was bin
nen zware dijken, had een uitweg ge
vonden; de dijken waren doorboord en
de wateren stroomden over de landou-
Het tijdperk van individualisme van
„vrijheid" dat nu wordt afgesloten
en dat, men vergete dit toch ook vooral
niet, reeds lang, dank zij de sociale wet
geving, aan het afbrokkelen was! is
ontstaan, nadat het voorafgaande tijdperk,
radicaal was vernietigd. Van de radi
cale vernietiging van het voorafgaande gil
den-wezen der middeleeuwen heeft de nieu
we tijd wrange vruchten geplukt. Zeker, de
middeleeuwsche gilden beantwoordden niet
meer aan de eischen van den nieuwen tijd;
zij hadden zich reeds lang uitgeleefd. Maar
zij hadden moeten worden „gemoderni
seerd", zij hadden moeten worden aange
past aan den nieuwen tijd met behoud
van het vele goede, wat zij bezaten. Dat
dit niet is geschied, kan nu nog worden be
treurd!
Nu wil men terug naar.het goede van
de gilden. Maar men behoude dan daarbij
het goede, dat ongetwijfeld óók aanwezig
was in het nu afgesloten tijdperk!
Wij noemen hier.de gilden!
De Haagsche briefschrijver van de „Tijd"
die zoo interessant en leerzaam kan keu
velen! ving gisteravond zijn brief aldus
aan:
„Tot mijn niet geringe voldoening
zijn de voorloopig nog schriftelijke
debatten in ons land over de noodige
hervormingen van het maatschappe
lijk en staatkundig leven in ons dier
baar vaderland op een punt beland,
waarop geen man van wetenschap en
staatkunde zich meer behoeft te scha
men om het middeleeuwsche gildewe-
zen ter tafel te brengen.
Toen ik in mijn zéér jonge jaren mij
wel eens met het schrijven of bewer
ken van brochures onledig hield en het
waagde den geest van het bloeitijdperk
van die lang-vervlogen periode in de
herinnering terug te roepen (zonder
dat ik nochtans een simpele kopie van
dien voorbijen organisatievorm zou
hebben aanbevolen), heb ik zoo her
haaldelijk het verwijt van achterlijk
heid over mijn hoofd hooren waaien,
dat ik, ouder geworden, om des lieven
vredes wille het woord „gilde" maar
•niet meer heb gebruikt. Toen anderen
dat, nu een paar jaren geleden, wel
deden, kregen zij in December 1938 in
de „Nieuwe Rotterdamsche Courant"
een drietal geharnaste artikelen van
de hand van dr. A. de Graaf naar het
hoofd geslingerd, waarvan, gelijk men
wel eens zegt, de honden geen brood
konden eten. Maar nu is dat alles weer
anders geworden en sinds een mede
werker van het „Handelsblad" met een
zeker heimwee den familietrek tus-
schen het oude gilde wezen en de mo
derne corporatieve gedachte heeft we
ten te herkennen, laat ik in mijn dage-
lijksche gespreken mijn schroom om
de dingen bij hun naam te noemen met
een zucht van verlichting varen".
Zoo is het De jongeren, die misschien
weinig hebben gehoord en waarschijnlijk
niets hebben bestudeerd over de gilden,
gaan nu vóórop terug naar den gilden-tijd!
De gilden-tijd was een tijd van om
moderne uitdrukkingen te gebruiken
gebonden economie en corpo
ratief bestel!
Moge in den komenden tijd ook terugkee-
ren die middeleeuwschen geest, welke
een schoonheid schiep en een kunst produ
ceerde, waartoe de nieuwe tijd niet bij
machte scheen moge in den komenden
tijd ook terugkeeren d i e middeleeuwsche
geest, welke God erkende als het één en
eenig middelpunt aller dingen....!
V De Duitsche (aal.
Er is de laatste dagen in de pers gedis
cussieerd over het invoeren van de Duit
sche taal op de lagere school.
Voor ons is de kwestie heel eenvoudig;
en wij kunnen volkomen begrijpen de
meening van den Rijkscommissaris Rijks
minister Seyss Inquart, uitgesproken in
de rede, gehouden ter gelegenheid van
het jubileum van de Duitsche School te
Rotterdam, dat n.l de heele discussie op
een misverstand berust.
Niemand, geen van de voorstanders van
het invoeren van de Duitsche taal op de
lagere school wil dat doen ten koste van
de Nederlandsche taal integendeel, men
wil algemeen het onderwijs in de Neder
landsche taal opvoeren, vervolmaken.
Degenen, die het Duitsch op de lagere
school willen invoeren, stellen zich op den
bodem der werkelijkheid en zien dan, van
hoe groot nut de kennis van de Duitsche
taal steeds is geweest, nu is en vooral in
de toekomst zal zijn. 't Is altijd goed, als
men zijn buurman kan verstaan. Maar
vooral is dat gewenscht, als de huurlieden
veel met elkaar te maken hebben, veel
moeten samen doen
„Dat het Fransch voor het vervolg zal
terugwijken voor het Duitsch, ligt voor de
hand en is redelijk" merkte de „Volks
krant" terecht op. En de redelijkheid hier
van zal ieder, die nuchter genoeg is om
de dingen te zien, zooals ze zijn, gaarne
erkennen.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
DE GROOTE BETEEKENIS VAN DE
SÖCIALE VOORZIENINGEN IN ONS
LAND.
Ons Noorden meent, dat in het licht
van het verschrikkelijke drama bij Baflo,
dat niet minder dan dertien personen het
leven heeft gekost, zeker de vraag zal moe
ten worden overwogen, of bij de afge
schermde lichten van trein en auto, welke
bij mistig en nat weer als Woensdagmor
gen het geval was niet te zien zijn, het
vraagstuk van de overwegen niet eens
anders bekeken moet worden dan tot nu
toe het geval was.
Daarnaast wijst het blad er op, hoe ook
in dit geval waar is gebleken, dat de socii-
le voorzieningen in de laatste jaren voor
onze arbeiders getroffen van zeer groote
beteekenis zijn.
Allereerst krijgen zoowel de nagelaten
betrekkingen der overledenen als de echt-
genooten van de gewonden door bemidde
ling van den Raad van Arbeid gedurende
dertig dagen één dag loon. Dat wil dus
zeggen, dat de vrouwen nog gedurende een
maand het volle loon krijgen. Maar aange
zien het ongeluk gebeurd is toen deze ar
beiders op weg waren naar hun werk,
vallen zij onder de invaliditeitswet en krij
gen, zoowel de weduwen van de overlede
nen als de gewonden, die r,iet meer kun
nen arbeiden, levenslang invaliditeitspen
sioen. De grootte van dit pensioen is af
hankelijk van de grootte van het gezin,
maar de bedragen, die ons genoemd wer
den en waarop in het onderhavige geval de
slachtoffers recht hebben, zijn niet gering
te noemen en in elk geval van zoodanigen
aard, dat zeker niet kan gesproken worden,
dat deze menschen eenvoudig nu aan ar
menzorg zijn overgeleverd. Daar is geen
sprake van. Er is intusschen nog meer. De
menschen, die bij de werkverschaffing'
werkzaam zijn en des morgens vroeg en
des avonds laat met het meest ongunstige
weer met bussen over dikwijls niet onge
vaarlijke wegen, naar hun werk gaan, zijn
ook nog afzonderlijk tegen ongevallen ver
zekerd, waarvoor zij zelfs niet behoeven
te betalen. Zoo bleek ons, dat de 26 men
schen, die in deze bus zaten, gezamenlijk
voor een bedrag van ƒ60.000 verzekerd
zijn, dat verdeeld zal worden over de echt-
genooten der dooden en de ernstig gewon
den.
We willen allerminst beweren, dat met
deze materieele verzorging het groote leed,
dat deze menschen en hun nabestaanden
is overkomen, minder erg of minder schrij
nend is. Maar wanneer bij dit alles nu ook
nog kwam, dat deze menschen onverzorgd
achter bleven, dan ware de tragiek van
dit drama toch nog oneindig grooter en
pijnljjkér. Bij een catastrofe als deze ramp
komt duidelijk tot uiting, welke een prach
tige en zegenrijke sociale wetgeving wij in
ons land hebben en hoe achtereenvolgende
regeeringen en parlementen in ons land op
sociaal terrein voor de economische zwak
keren prachtig werk hebben gedaan.
HET „ONZE VADER."
In het Dagblad v. Noor d-B r a-
bant en Zeeland vertelt J. v. G.
over den Missiepater P. Vertenten, die
zestien jaren onder de Koppersnellers van
Borneo en veertien jaren onder de negers
van den Congo heeft gewerkt, die heel wat
van de wereld heeft gezien. Sprekende
over het „Onze Vader", in verband met
zijn bevindingen in de groote menschen -
wereld van blanke, zwarte, bruine en an
ders gekleurde kinderen Gods, had hij ge
zegd: „Het Onze Vader bevat eigenlijk
heel de Christelijke Openbaring!"
Hij vertelt dan verder de volgende twee
treffende voorvallen met het „Onze Va
der":
Op een van de laatste missieposten van
Pater Vertenten werd ees oude broeder
missionaris zwaar ziek. De man had het
hard te verantwoorden: in zijn zieke li
chaam verzwakte ook de geest. Zoo kwam
•het, dat hij er zich over beklaagde niet
meer in staat te zijn de voorgeschreven
drie Rozenhoedjes per dag te bidden. Pa
ter Vertenten troostte hem en zeide: ,,'t Is
ook niet noodig, beste vriend; dat komt
later wel. Zeg eenvoudig: Heer, Uw wil
geschiedde! en dan straks, als ge wat be
ter zijt, bid dan eens één Onze Vader
heel langzaam." Bij een volgend bezoek
zei de eenvoudige missiebroeder: „Pater,
wat is het Onze Vader toch mooi! Ik heb
het nooit geweten!"....
Het tweede voorval is het volgende:
Het was in de dagen der Marxistische
revolutiepoging, nu al weer een groote
twintig jaren geleden. Als secretaris van
het toenmalige Comité van Actie zou ik,
zoo vertelt J. van G. verder, met de com
mandanten van Landstorm en Burgerwacht
een propagandavergadering houden te G.
Het was bar winter: koude sneeuwjachten
joegen over de dijken. De auto uit die da
gen was nog niet zoo wegvast als de Ford
en Chevrolet van heden. Menigmaal maak
ten wij het halve plan om maar terug te
'draaien. Maar ja, den goeden wil van de
menschen daar, die te voet door sneeuw en
ijs moesten, mochten we toch niet teleur
stellen: Dus zetten we door! En maar goed
ook, want de vergaderzaal was propvol.
De voorzitter, Dominé K., heette ons har-
tlijk welkom, dankte ons voor de offer
vaardigheid, waarmede wij weg en weer
getrotseerd 'hadden, maar zeide hij, dat is
niet voldoende: „God moeten we danken,
dat Hij deze mannen gespaard heeft op de
zen moeilijken tocht, en nog meer, wij
moeten Hem bidden, dat Hij hun wederom
een veilige thuisreis geve. Laten we staan
en bidden: „Onze Vader, die in de hemelen
zijt."
En daar stonden we allemaal. Doch nooit
heb ik het Onze Vafler hooren bidden,
zooals ik het daar in dorpsherberg met
schippersknechts en V erenarbeiders, pas
toor en kapelaan, burgemeester en notaris,
"officieren en soldaten, door Dominé K.
heb hooren voorbidden.
Twee en twintig jaren zijn verloopen,
honderden vergaderingen heb ik sinds
dien bijgewoond, honderden redevoeringen
en lezingen gehoord, ik herinner er mij
geen woord meer van, maar het Onze
Vader in die dorpsherberg hoor ik altijd
nog!
Het tragische na dit schoone was wel,
dat diezelfde Dominé in dienzelfden win
ter op een reis voor hetzelfde doel, door
eenzelfden sneeuwstorm overvallen werd
en liggen bleef, 's Morgens vonden arbei
ders op weg naar hun werk het levenloos
lichaam onder een sneeuwhoop bedolven,
zijn ziel was naar Onze Vader in de heme
len.
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD HOLLAND.
L. van der Wal tot gedeputeerde gekozen.
In de gisteren gehouden vergadering van
de provinciale Staten van Noord Holland
heeft de voorzitter, mr. dr. A. baron Roëll,
den heer D. Kooiman herdacht, die in de
provincie op verschillend gebied verdien
stelijk werk heeft verricht.
De heer (N.S.B.) bracht in herinnering,
dat zijn fractie in de zomervergadering der
Staten de bijeenkomst verlaten heeft.
De Rijkscommissaris heeft inmiddels be
paald, dat de werkzaamheden van de Pro
vinciale Staten op de normale wijze zullen
worden voortgezet en daarom hoopte hij,
dat bij het samenstellen van commissies niet
alleen leden van bepaalde partijen geko
zen worden, maar dat ook gedacht zal
worden aan groepen, die er vroeger van
uitgesloten werden.
Bij de verkiezing van een lid van Ge
deputeerde Staten in de vacature van den
heer E. Polak werd gekozen de heer L.
van der Wal (S.D.A.P.) uit Amsterdam,
met 52 van de 63 stemmen. De heer Vlek-
ke verwierf 3 stemmen, de heeren Boisse-
vain (Lib.) en Baas (AJt.) 1 stem, van
onwaarde 6.
De heer van der Wal, die de benoeming
aanvaardde, is oud-voorzitter van den al-
gemeenen Nederlandschen Bouwvakar
beidersbond. en voorzitter van den Natio-
malen Woningraad.
AFLEVERING VAN KOEPOK-ENTSTOF
De waarnemend secretaris-generaal,
waarnemend hoofd van het Departement
van Sociale Zaken heeft aan de Amsterdam-
sche koepokinrichting vergunning verleend
tot het afleveren van entstof ten behoeve
van het geheele land.
AARDAPPELMEEL EN GROENE
ERWTEN ZIJN GEEN VEEVOEDER!
Aangezien gedurende den laatsten tijd
herhaaldelijk is gebleken, dat door veehou
ders aardappelmeel en groene erwten in on-
bewerkten toestand als veevoeder worden
aangewend, wordt door den secretaris-ge
neraal, waarnemend hoofd van het departe
ment van Landbouw en Visscherij, nog eens
met nadruk de aandacht van belangheb
benden er op gevestigd, dat zulks ingevolge
het veevoederbesluit-1939 is verboden.
Ten einde de naleving van dit verbod te
verzekeren, is aan de met het toezicht hier
op belaste ambtenaren opgedragen nauw
lettend daarop toe te zien.
Tevens is eenige malen geconstateerd,
dat aardappelmeel en groene erwten door
handelaren zijn vervoerd en afgeleverd met
bestemming voor veevoeder. Daarom wordt
thans opnieuw het volgende ter kennis van
belanghebbenden gebracht.
Van aardappelmeel is het vervoer en de
aflevering aan uiteindelijke verbruikers
slechts toegestaan in een hoeveelheid van
ten hoogste 1 kg., zoodat een handelaar, die
een grootere hoeveelheid aan een veehou
der aflevert, een strafbaar feit pleegt, ter
wijl ook de veehouder, die deze hoeveelheid
in ontvangst neemt, als medeplichtige aan
dit feit gestraft kan worden.
Groene erwten mogen aan uiteindelijke
verbruikers slechts afgeleverd worden voor
menschelijke consumptie, terwijl deze afle
vering bovendien niet in strijd mag zijn
met het krachtens de Prijsopdrijvings- en
Kamsterwet-1939 bepaalde. Dit houdt in,
dat het afleveren en het in ontvangst ne
men binnen een kalenderweek van een hoe
veelheid groene erwten, welke grooter is
dar. de hoeveelheid, welke de ontvanger
met de bij hem inwonende personen gedu
rende een week pleegt te verbruiken, ver
boden is.
Aan handelaren en veehouders, die in
strijd met bovenstaande bepalingen hebben
gehandeld, wordt thans in hun eigen belang
dringend aangeraden de tusschen hen ge
sloten transacties ongedaan te maken en er
zorg voor te dragen, dat de onrechtmatig
afgeleverde en in ontvangst genomen pro
ducten wederom naar den handelaar wor
den teruggevoerd. Hiertoe dient bij den
plaatselijken bureauhouder een geleide-
biljet te worden aangevraagd.
DE H.T.M. EN DE CHAUFFEUR
Ontslagen personeel weer in dienst
en betere arbeidsvoorwaarden
In de oorlogsdagen van Mei j.L waren
46 chauffeurs bij de Haagsche Tramweg-
Maatschappij ontslagen, terwijl de overige
chauffeurs in lossen dienst waren gekomen
en zoodoende buiten het pensioenfonds
vielen.
Na een onderhoud tusschen de Directie
der H.T.M. en de drie Spoor- en Tramweg
organisaties, om deze ontslagen in te trek
ken en de andere chauffeurs weer in vasten
dienst te nemen, heeft de directie beslist
dat aan dit verzoek voldaan zal worden, en
zoo zullen deze 46 chauffeurs nu allen weer
in vasten dienst terugkomen, en ook wor
den opgenomen in het pensioenfonds, ter
wijl het garantieloon op 40)4 gesteld zal
worden.
Ook de andere chauffeurs, die in lossen
dienst waren gekomen zullen weer in
vasten dienst opgenomen worden en ook bij
ziekte een ruimere uitkeering krijgen.
NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS-
AMBULANCE VAN DERDE TOCHT UIT
FRANKRIJK TERUG
De Nederlandsche Roode Kruis-ambulan-
ce naar Frankrijk is dezer dagen na een
zware reis met 52 ernstige zieke Nederlan
ders van haar derden tocht naar het Zuiden
van Frankrijk in het vaderland terugge
keerd.
Slechts 9 van deze Nederlanders waren in
België woonachtig, de overigen hoorden al
len in Nederland zelf thuis. Deze reis was
wel de moeilijkste van de drie, welke men
tot nu toe gemaakt heeft. Vrijwel alle pa
tiënten moesten liggend vervoerd worden.
Het ligt voor de hand, dat het onderbren
gen in hotels van deze 52 zieken en de 10
leden van het ambulance-personeel, de lei
ding der ambulance voor groote moeilijkhe
den plaatste. Men heeft de zieken uit Mar-
seillex, Nice, Cannes, Juan les Prins, Lyon
(12 personen) enz. gehaald en op den terug
weg van Marseille naar Nederland niet
minder dan zeven keer moeten overnachten.
Groote moeilijkheden leverde ook de voe
ding der patiënten op. De ambulance voert
levensmiddelen en kookgereedschap mede
voor het bereiden van warme maaltijden.
Doch om brood te verkrijgen voor 62 men
schen voor 2 maaltijden per dag moet men
zich broodkaarten bij de gemeentelijke in
stanties zien te verschaffen, wat in Frank
rijk geen gemakkelijke taak is. Doch hoe
het ook zij, de ambulance heeft zich er
dapper doorheen geslagen en haar groote
transport zwaar-zieken behouden thuisge
bracht
Naar wij vernemen, bestaat bij het Neder
landsche Roode Kruis het voornemen om
nog meer tochten door de ambulance te la
ten maken.
STRAATMUZIEK EN VENTEN.
Niet door lieden die werken kunnen.
De secretaris-generaal van Sociale Za
ken heeft aan de gemeentebesturen mede
gedeeld, dat de Duitsbhe autoriteiten bij
herhaling zijn aandacht hebben gevestigd
op het optreden van straatmuzikanten. On
der deze bevinden zich tal van jonge men
schen (meestal geen beroepsmusici), die
in staat zijn tot het verrichten van pro
ductieven arbeid en daarom niet als straat
muzikant werkzaam dienen te zijn.
De secretaris-generaal acht het wensche-
lijk, dat voortaan geen vergunningen tot
het maken van straatmuziek worden ver
leend aan personen in de kracht van hun
leven, die tot het verrichten van meer pro
ductieven arbeid in staat zijn.
Verder is hem gebleken, dat jonge
krachtige personen, die tot werken in staat
zijn, in den laatsten tijd trachten als ven
ter aan den kost te komen, op een wijze,
die veel weg heeft van bedelarij. De se
cretaris-generaal verzoekt den gemeente
besturen dit soort venten, dat als een uit
was dient te worden beschouwd, tegen te
gaan en daarmede rekening te houden bij
het verleenen van venters-vergunningen.
Aan dergelijke personen zal in voorkomen
de gevallen werk, zoo noodig in Duitsch
land, moeten worden aangeboden.
DIERLIJKE HAREN
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van
het departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart deelt mede, dat dierlijke
haren onder de distributiewet zijn ge
bracht. Bij beschikking van 7 October 1940
is daartoe de wolbeschikking 1939 no. 2,
gewijzigd in dien zin, dat dierlijke haren
waaronder wordt verstaan vakenshaar,
paardenhaar, koehaar, geitenhaar, geitjes-
haar en alle andere dierlijke haren, met
uitzondering van schapenwol, alsmede de
afvallen van genoemde haarsoorten on
der genoemde beschikking zijn gebracht,
waardoor alle bepalingen van deze be
schikking thans ook op bovenvermelde
dierlijke haren van toepassing zijn ge
worden.
In een in de advertentiekolommen opge
nomen officieele publicatie zijn de voor
schriften voor de handelaren in en ver
werkers van dierlijke haren vermeld.
Voor het verkrijgen van nadere inlich
tingen kan men zich wenden tot het rijks
bureau voor wol en lompen, Willem II-
straat 4749, Tilburg.
ONTSLAG OPBOUWDIENST
Geen wachtweek voor steun- en
kasuitkeering
De persdienst van het N.V.V. deelt
mede:
In het tijdvak van 915 October 1940,
zijn zooals bekend een groot gedeelte van
de bij den opbouwdienst geplaatste per
sonen uit dezen dienst ontslagen.
De kostwinnersvergoeding en de ver
goeding voor ongehuwden is aan alle ont
slagenen tot en met 19 October doorbe
taald.
Mocht blijken, dat de ontslagene er niet
in geslaagd is vóór of op 14 October toon
gevende arbeid te vinden, dan wordt de
kostwinnersvergoeding en de vergoeding
voor ongehuwden doorbetaald tot en met
26 October.
Zij, die na 26 October nog geen loon-
gevende arbeid gevonden hebben, zullen in
de steunregeling worden opgenomen, of
wel in aanmerking komen voor uitkeering
uit de werkloozenkas. In beide gevallen
rijst de vraag, of de z.g. „wachtweek" moet
worden doorgemaakt.
Het N.V.V. heeft zich tot het departe
ment van Sociale Zaken gewend met een
verzoek om hen, die reeds bij de mobilisatie
steun- of kasuitkeering genoten, nu vrij
te stellen van de z.g. „wachtweek". Het
departement heeft dit verzoek ingewilligd
en dienovereenkomstig de gemeente
besturen geïnstrueerd.
Verder heeft het N.V.V. verzocht om
hun, die bij de mobilisatie nog werkzaam
waren én nu derhalve door hun ontslag
uit den opbouwdienst werkeloos worden,
in gevallen van noodzaak, over de wacht
week, zoowel voor de steunregeling als
voor de werkloozenkassen, toch steun uit
te keeren. Het departement van Sociale
Zaken heeft dienovereenkomstig dit ver
zoek aan de gemeentebesturen geadviseerd,
de z.g. circulaire van 16 Februari 1937 soe
pel toe te passen.
BEDRIJF DER HOOGOVENS EN STAAL
FABRIEKEN KAN NOG EENIGE
MAANDEN WORDEN VOORTGEZET
Naar het „Vaderl." van bevoegde zijde
verneemt, beschikken de Nederlandsche
hoogovens en staalfabrieken over een voor
raad grondstoffen, welke voldoende wordt
geacht om het bedrijf nog enkele maanden
voort te zetten. Zou echter geen aanvulling
van de voorraad erts mogelijk zijn, dan
moet, aldus verklaart de directie, rekening
worden gehouden met de mogelijkheid van
inkrimping van het bedrijf en met name
stopzetting van de productie van ruw ijzer.
Sedert de oorlogshandelingen in ons land
heeft geen. aanvoer van erts plaats gevon
den.