Britsche activiteit op den Balkan QHiekmland fa owaiótity HET VOELT ZICH BEDREIGD Het Fransche Joden- statuut van kracht Treffen in de Atlantische Oceaan ZATERDAG 19 OCTOBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 ROEMEENSCHE MINISTERS BIJ DEN DUCE Volgens Stefani verluidt te Sofia, dat de Britsche minister van oorlog, Eden,, zich van Egypte naar Turkije en Griekenland zal begeven, om, na het mislukken der Britsche Balkanpolitiek een laatste po ging te ondernemen nog iets te redden. Wat Bulgarije betreft, verneemt men, dat Engeland door zijn vertegenwoordiger te Sofia, die zich naar Istanboel heeft be geven om een bespreking met zijn ambt genoot in die stad te hebben, uiting heeft doen geven aan zijn ernstige afkeuring voor de houding der Bulgaarsche regeering je gens de spilmogendheden. Hij heeft de be dreiging geuit, dat daarmede rekening zal worden gehouden na de „uiteindelijke over winning van Engeland". In Bulgaarsche po litieke kringen verklaart men, aldus Stefa ni verder, dat een land als Engeland niet behoeft te verwachten door dergelijke ma noeuvres resultaten te bereiken. Het vertrek der Engelschen uit Roemenië. Donderdagavond zouden te Constanza 260 Engelschen aankomen. Bij aankomst van den trein bleek, dat 150 Engelschen hadden geweigerd den raad van het ge zantschap op te volgen en het land te ver laten. Zoo scheepten zich slechts 110 Brit ten in op het Roemeensche s.s. „Transsyl- vania", dat hen naar Istanboel bracht, w.o. drie militaire attaché's, kolonel MacNab, de eerste luitenant Forbes en kapitein Brass. MacNab wordt hier beschouwd als leider der Britsche spionnage en sabotage- Engelsche gezant te Boekarest is, naar ger, de zoogenaamde persattaché Pember, is nog te Boekarest. Uit. Istanboel wordt volgens het D. N. P. gemeld, dat met het Roemeensche schip „Transsylvania" verscheidene honderden Engelsche staatsburgers uit Roemenië al daar zijn aangekomen. Bovendien komen dagelijks per trein via Bulgarije groote groepen Engelschen uit Roemenië aan. Daar de mogelijkheden om de reis naar Palestina en Egypte voort te zetten be perkt zijn, zal een groot gedeelte van de Engelschen te Istanboel, Ankara en Smyr na blijven. De in Turkije aangekomen leden van het Britsche gezantschap te Boekarest heb ben naar „Transocean" volgens het A. N. P. meldt in gesprekken laten door schemeren, dat zij rekening houden met de mogelijkheid, dat de Britsche gezant vol gende week uit Roemenië vertrekt. Zij heb ben gemeld, dat tijdens hun reis de anti- Engelsche stemming in Roemenië zich dik werf in vijandige demonstraties uitte. In de omgeving van den Britschen am bassadeur te Ankara werd verklaard, dat men van Britsche zijde rekening houdt met de mogelijkheid, dat de Engelschen in Bul garije en Joego-Slavië binnenkort het voor beeld van hun landgenooten in Roemenië zullen volgen, omdat hun positie heel moei lijk is geworden. De Engelsche gezant te Sofia, George W. Rendel, is gistermiddag te Istanboel aange komen, waar hij den Engelschen ambassa deur te Ankara, Sir Hugh Montgomery Knatchbull-Hugessen, zal ontmoeten. De Engelsche gezant te oBekarest is, naar reeds is gemeld, hier eveneens aangeko men, de gezant te Belgrado wordt binnen enkele uren verwacht. Een dergelijke ontmoeting van Engel sche diplomatieke vertegenwoordigers op den Balkan is reeds eenige maanden gele den te Istanboel gehouden. Welingelichte kringen nemen aan, dat de a.s. besprekin gen zich op den neteligen toestand der En gelschen op den Balkan zullen concentree- ren. Versterking Engelsche propaganda verwacht. Gisteren heeft de Duce prof. Marioilescu, Roemeensch minister, ontvangen en een hartelijk gesprek met hem gevoerd. De diplomatieke redacteur van Stefani schrijft: Roemenië heeft de agenten van den Britschen geheimen dienst uit het land gezet. De Roemeensche minister Manoilescu is belast met een missie te Ro me. De Bulgaarsche minister van land bouw verblijft in de Italiaansche hoofdstad. De Spaansche minister Serrano Suner, die onlangs belangrijke besprekingen heeft ge voerd te Berlijn en Rome, heeft de leiding van het ministerie van buitenlandsche za ken op zich genomen. Deze benoeming heeft in Britsche politieke kringen een zeer le vendige teleurstelling gewekt, daar men zeer terecht van meening is, dat hierdoor de solidariteit tusschen Spanje en de spil mogendheden is versterkt. Aan den ande ren kant blijkt uit de reis van den Brit schen minister van oorlog, Eden, naar Cairo, dat men in Engeland zeer ongerust is over de houding van Egypte, welks lei ders tot dusver krachtig weerstand hebben geboden aan den Britschen druk. Als ge volg hiervan hebben vier ministers, die ge compromitteerd waren door hun Engelsch- gezinde en oorlogszuchtige politiek, ont slag genomen. Engeland ziet dus zijn po ging in Roemenië, Bulgarije en Spanje in eenstorten en is zelfs niet zeker van Egypte. De Londensche bladen erkennen dat Enge land thans geheel alleen staat en zelfs Churchill ziet zich gedwongen te verklaren, dat Engeland vecht voor zijn bestaan. Bij dezen stand van zaken is het volkomen te begrijpen, dat de regeering-Churchill haar onrustzaaiende propaganda vooral in Grie keland en Turkije versterkt. Men kan zelfs voorzien, dat deze propaganda overal zal worden versterkt, naarmate Engeland de dreigende aanvallen van zijn machtige vijanden dichter voelt naderen. DE BIRMA-WEG De veel besproken weg van Birma is 17 October heropend. Veel commentaar is hier over geweest tusschen Japan en Engeland. China zal dus wederom langs dezen weg (die maanden geleden gesloten werd) oor logsmateriaal uit Britsch-Indië ontvangen. De aanvoer gaat van Rangoon per spoor tot Lasjio en te water langs de Ir wadi tot Bhamo. DE WEG NAAR BIRMA Van Lasjio tot Bhamo gaat een weg tot de grens en van daaruit begint de eigen lijke Birma-weg die langs grillige bochten tot Joennan (Koenming) voert. Koenming is een verdeel-centra van wa pens naar Tsjoengking en midden-China, vroeger ontving eerst genoemde stad de wapens via Hanoi (Fr. Indo-China) maar sinds de Japanners deze stad bezet houden is dit uitgesloten. De Birma-weg is een staaltje van ofge- looflijke werklust der duizende Chineesche Koelies die het klaar gespeeld hebben, zon der moderne machines, een weg te banen door moeilijk bergterrein en deze geschikt te maken om er zwaar materiaal over te vervoeren. Om het wegdek te effenen wer den zelfs pletrollen uit de wanden der rot sen gebroken. Het bijgaande kaartje geeft een goed overzicht over dezen weg. Ook de vloot- en vliegsteunpunten der Japanners in de Zuid- Chineesche zee, o.a. de Paracel en Spatley- eilanden. ken moesten de Londenaars gedurende 350 uren in de schuilplaatsen vertoeven, hetgeen overeenkomst met een dagelijk- schen duur van het luchtalarm van bijna elf uren. Een Duitsch gevechtsvliegtuig dat tot opdracht had de uitwerking van een aan val op een vliegveld in het Zuidoosten van Engeland vast te stellen, trof dit vliegveld en de daarbij behoorende gebouwen geheel verwoest aan. In de buurt van het vlieg veld zag de bestuurder een troepenkamp, waar de bemanning juist stond aangetreden. Terstond ging hij tot den aanval over en wierp uit 250 meter hoogte verscheidene bommen, voordat de Britsche soldaten dek king konden vinden. De bommen vielen midden in de formaties. GEEN JODEN IN OPENBARE AMBTEN EN STAATSBETREKKINGEN. Het D.N.B. meldt uit Genève: Het Fransche Jodenstatuut is gisteren in het staatsblad verschenen, waarmede het van kracht geworden is. Het omvat tien artikelen, welke de uitzonderingsbepalin gen opsommen, die in Frankrijk, Algerije, De Fransche koloniën, protectoraten en mandaatsgebieden tegen de Joden zullen worden toegepast. Joden kunnen geen staatsbetrekkingen en openbare ambten bekleeden. De vrije beroepen mogen door Joden nog slechts worden uitgeoefend onder zekere voor waarden en volgens een verhoudingsgetal. Als Jood wordt volgens art. 1 hij be schouwd, die van drie Joodsche groot ouders afstamt of van twee Joodsche grootouders, wanneer de echtgenoot Jood is. Artikel 2 somt de openbare functies op, waarvan Joden uitgesloten zijn, van het ambt van staatshoofd af tot het beroep van onderwijzer, bedrijfsleider, directeur of secretaris-generaal in alle monopoliebe- drijven of bedrijven, werkende met staats - concessie. Volgens artikel 3 staan alle overige ambten voor Joden slechts open, wanneer zij in den wereldoorlog hebben gevochten, in den oorlog 1939—'40 onderscheiden zijn of in het Legioen van Eer voor militaire verdiensten zijn opgenomen. In art. 5 worden echter de volgende be roepen onvoorwaardelijk voor Joden ver boden: Directeur, hoofdredacteur, en re dacteur van dagbladen, tijdschriften, pers agentschappen en periodieken met uitzon dering van zuiver wetenschappelijke pu blicaties; directeur, administrateur en be drijfsleider bij ondernemingen, die zich bezig houden met het vervaardigen, ver huren en vertoonen van films, regisseur, opnameleider, spelleider, directeur, admi nistrateur en bedrijfsleider in schouwbur gen en bioscooptheaters. Dezelfde bepaling geldt voor den radio-omroep. In artikel 7 wordt gezegd, dpt de Jo den, die onder de artikelen 2 en 3 vallen, binnen twee maanden na de publicatie van het Jodenstatuut de uitoefening van hun beroep moeten staken. De wacht aan de Albaneesctie grens (Van onzen V.P.B. correspondent). ATHENE, Oct. 1940. Griekenland leeft op het oogenblik tus schen hoop en vrees. Het eene oogenblik schijnt het alsof een oorlog onvermijdelijk is, en het andere oogenblik leeft men er weer op los alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Natuurlijk heeft de loop van de gebeur tenissen in Roemenië hiertoe veel bijgedra gen. Voor het uiterlijk is alles rustig, doch het feit valt niet te loochenen, dat het wantrouwen van het Grieksche volk is ge wekt. Aan den vooravond van de bespreking, die Hitler en Mussolini op den Brenner hebben gehouden, scheen alles er op te wijzen, dat Griekenland in een gevaar lijke situatie- verkeerde. De betrekkingen tusschen Griekenland en Italië hadden zich in den loop van de voorafgaande week aanzienlijk verslechterd en zelfs de ijs koude vriendschap van Bulgarije was nog kouder geworden. Van beide grenzen wa ren troepenversterkingen gemeld. De gevolgen lieten zich niet wachten in Griekenland. De mobilisatiemaatregelen werden bespoedig en van officieele zijde werd er de nadruk op gelegd, dat Grieken land zich te weer zou stellen tegen eiken vijand, wie het ook zijn mocht. Tegelijker tijd werden de militaire onderhandelingen met Turkije, die reeds sedert het einde van September aan den gang zijn, eensklaps in versneld tempo voortgezet. Niet on waarschijnlijk heeft hiertoe ook de omstan digheid bijgedragen, dat Griekenland zich in de hoogste mate verontrust gevoelde door de ware of vermeende militaire toe bereidselen van Italië. Men keek naar den Brenner. Men kende een buitengewone beteekenis toe aan de ontmoeting op den Brenner. Tot in de hoogste regeeringskringen ver diepte men zich in gissingen over de onder werpen, welke daar konden worden be handeld. Men opperde het vermoeden, dat ook de nieuwe ordening in de landen om het Oostelijke bekken van de Middelland- sche Zee, in Afrika en in het Nabije Oos ten, onder het oog zouden worden gezien en wachtte met koortsachtige spanning het einde der besprekingen en de even tueel genomen besluiten af. Toen nu de Spilmogendheden, zooals ge woonlijk, zich vergenoegden met het pu- bliceeren van een kort communiqué, waar door niemand veel wijzer werd, openbaar de zich plotseling in geheel Griekenland een grenzelooze overspanning, waarvoor geen enkele aanwijsbare oorzaak bestond. Verleden week Zaterdag steeg deze span ning tot openlijke oorlogsvrees. De regee ring was blijkbaar niet in staat deze vol komen ongemotiveerde vrees binnen de perken te houden. De bevolking 'had een voudig het hoofd verloren en de regeering, naar het schijnt, eveneens. Rust na de opwinding. Er werden allerlei overijlde maatrege len getroffen. Bijna alle particuliere auto's en autobussen in Athene werden in beslag genomen. En toen dit gescheid was, keerde plotseling, even onverwachts lis zij gekomen was, de stemming weer om. Op het oogenblik, waarop wij dit schrijven, vertoont Griekenland weer zijn gewone aanzien. Griekenland bevindt zich opnieuw in dien eigenaardigen labielen toestand^ die hier in de laatste maanden karakteri stiek is geworden. Deze rust is echter slechts uiterlijk. In wendig gist het nog steeds onder het Grieksche volk. De intusschen terugge keerde rust kan niet verhinderen, dat aan de grenzen van Albanië nog altijd 240.000 man onder de wapenen worden gehouden, gereed om op het eerste sein den aanval te beginnen of zich te verdedigen. In dezen uithoek van Europa heeft men blijkbaar nog steeds niet veel vertrouwen in de Spilmogendheden. Tal van menschen, die het altijd weten, meen en, dat de oor log thans de phase van den economischen strijd is ingetreden, en hierin zullen na tuurlijk (volgens hun beweringen) de En gelschen het moeten winnen, dank zij hun groote reserves. Want het is merkwaardig, hoe het Grieksche volk nog steeds in zijn groote meerderheid Engelsch gezind is. Griekenland wil zijn neutraliteit bewaren. Voor het oog is Griekenland overigens strikt neutraal. Het beweert, dat het vast besloten is, zijn neutraliteit tegen iederen aanvaller te verdedigen, doch het maakt zich daarbij in stilte de reserve, dat dit niet geldt voor Engeland. Waarop deze sympa thie berust, weet eigenlijk geen enkele Griek te verklaren, maar het is zeker, dat van de tien Grieken minstens acht op de hand van Engeland zijn. Het is dan ook volstrekt niet onwaarschijnlijk, zooals de Italianen beweren, dat zij in het geheim de Engelsche vloot op alle mogelijke wij zen steunen. Dit is een stemming, een gezindheid, waarmede terdege rekening moet worden gehouden. Dit is reeds gebleken in den we reldoorlog. En vooral de Italianen staan hier in een slechten reuk, misschien omdat zij en verkeerden weg hebben ingeslagen naar het hart van het Grieksche volk. Bultenlandsctie Berichten KONING LEOPOLDS BORSTBEELD OP DE NEW YORKSCHE EXPOSITIE. In het Belgische gebouw van de New Yorksche wereldtentoonstelling wordt thans het borstbeeld van koning Leopold, dat na de capitulatie van België verwij derd was, weer opgesteld. De „New York Herald Tribune" ver neemt hieromtrent, dat men in Belgische kringen te New York van meening ver anderd is over 's konings capitulatie. Succes der Duitsche torpedo-jagers Het frontbericht van het D. N. B. luidt als volgt: Voor de eerste maal hebben Duitsche torpedojagers naar het weermachtsbe- richt van Vrijdag meldt in den Atlan- tischen Oceaan strijd geleverd met de En gelschen. Dit feit is hoogst belangrijk. Duitschland is door de verovering van nieuwe kusten uit den „natten driehoek" geraakt. Evenals de Duitsche onderzeeërs thans van nieuwe steunpunten uit den handels oorlog tegen Engeland voeren en onze snel- booten in het Kanaal opereeren, strijden thans ook Duitsche torpedobooten in ge bieden, die de Duitsche marine in den wereldoorlog niet dan met duikbooten kon bereiken. In den besten stijl der torpedo booten hebben deze Duitsche schepen zich op den veel sterkeren vijand gestort en hem een zwaren torpedotreffer doen toe komen. Zoo wordt de Britsdie marine zelfs aan den uigtang van het Kanaal van Bristol bij haar operaties door de kleine Duitsche marine gehinderd. De vervolging van den vijand door vlieg tuigen is een nieuw bewijs voor de schit terend functionneerende samenwerking van de verschillende deelen van de weermacht. Het Duitsche luchtwapen is ook Donder dag en in den nacht van Donderdag op Vrij dag in staat geweest zijn opdracht tot ver gelding met het grootste effect uit te voe ren. De ongunstige weersomstandigheden konden geen vermindering brengen in om vang en uitwerking van de Duitsche aan vallen. Door alle spervuur van het lucht afweergeschut heen vonden lichte gevechts formaties op klaarlichten dag hun weg naar de Britsche hoofdstad. Op Londen is de laatste 24 uur de ge bruikelijk, dagelij ksche hoeveelheid van de verscheidene honderdduizenden kilo's bom men uitgeworpen. Daar het slechte weer het zicht sterker belemmerde, vlogen de ge vechtsformaties, alle afweerpogingen trot- seerende, op geringere hoogte om hun ver derf brengende last trefzeker op de voor geschreven doelen te doen neerkomen. Op de Noordzee werd op 17 October een patrouilleboot door twee Britsche torpedo vliegtuigen aangevallen. Het effectieve luchtafweer van de Duitsche patrouilleboot verhinderde de Britsche vliegtuigen de boot op de goede wijze te naderen, zoodat zij hun torpedo's op grooten afstand neerwier pen. Door handig manoeuvreeren kon de patrouilleboot zich aan deze torpedo-aan vallen onttrekken. Inmiddels is gebleken, dat in de platte landsgebieden, waarheen de meeste ge- evacueerden uit de groote steden gezonden worden, de prijzen voor onderdak en ver zorging geweldig omhoog gegaan zijn. De Engelsche pers heeft zich met dit nieuwe evacuatie-schandaal bezig gehouden en eischt van de regeering dat zij krachtige maatregelen neemt. WEER NACHTELIJKE AANVALLEN OP LONDEN Vrijdagavond zijn formaties Duitsche bommenwerpers weer opgestegen van alle vliegvelden om over het Kanaal naar Enge land te vliegen. Evenals in vorige nachten gingen zij naar Londen en andere Engelsche industriesteden om de groote fabrieken, waarin Engeland zijn wapens maakt, te treffen en haar vernietiging voort te zet ten. Naar het D.N.B. verneemt droeg het op treden van het Duitsche luchtwapen te Londen in den nacht van 17 op 18. October het karakter van een aanval op grooten schaal. Behalve bommen van licht en mid delbaar kaliber werd ook een aantal bom men van het zwaarste kaliber uitgeworpen, zooals tot dusver slechts in enkele gevallen gebruikt zijn. Eenige honderden gevechtsij vliegtuigen bewogen zich boven de stad en lieten hun bommen neerkomen op belang rijke militaire doelen. Het gewicht van de uitgeworpen bommen bedraagt verscheide ne honderdduizenden kilograms. De uit werking van de ontplofbare stoffen viel waar te nemen aan de vele branden die ook Vrijdag nog in Londen woedden. De afweer was betrekkelijk zwak. Er werden slechts enkele nachtjagers gezien, doch deze gingen niet tot den aanval over. Slechts een Duitsch vliegtuig werd bij de nachtelijke aanvallen neergeschoten. Twee toestellen gingen bij de landing verloren. Een statistische berekening van den ge- zamenlijken duur van het luchtalarm in Londen voor den tijd van 15 September tot 17 October 1940, uit zeer betrouwbare bron afkomstig, komt tot belangwekkende ge tallen, volgens welke er in Londen over dag gedurende 120 uren een toestand van luchtalarm heerschte. Des nachts van het invallen der duisternis tot het ochtendkrie- Southampton onder bommenregen. Een luchtopname van het vliegveld der Engelsche havenstad tijdens het bombardement duor een Duitsch vliegtuig- eskader. Duidelijk zijn de explosies op den grond waar te nemen (Foto Weltbild)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5