DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Momentje DONDERDAG 10 OCTOBER 1940 32ste Jaargang No. 9768 £eui&elve(5oii/fca/nt Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 1L DU nummer twee bladen. beslaat alt V Verleden en toekomst Met volkomen oprechtheid kan onzer zijds worden verklaard, dat wij reeds lang hebben gepleit voor een radicale wij ziging in ons regeer- en bestuursapparaat, waardoor besluiten spoediger kunnen wor den genomen, waardoor beslissingen op t ij d kunnen geschieden. Wij zijn voorstanders van een staatkun dig systeem, waarin het gezag sterk is, méér bevoegdheid bezit, dan in 't verleden; waarin de volksinvloed gezond is, zich meer beperkt tot adviseeren en controlee ren, dan in 't verleden (wat niet wil zeggen, dat de volksvertegenwoordiging alle macht om besluiten te nemen zou moeten worden ontnomen!) De volksinvloed moet gezond zijn, wat, van den andern kant bezien, be- teekent, dat hij niet zich zou kunnen laten omsluiten in een zwak en onbeteekenend lichaam, dat den naam van volksvertegen woordiging niet verdient. Zonder, zooals gezegd, wetgevende en verordenende be voegdheid uit te sluiten (volstrekt niet), moet die volksinvloed zich voornamelijk demonstreeren, daadwerkelijk de- monstreeren in adviseeren en contro leeren (met opzet is dit laatste vet gedrukt). Wat wij hier opmerken, schrijven wij niet voor de eerste keer. Aanleiding om het weer 'ns te herhalen, vonden wij in een ar tikeltje in het „Dagblad van Noord-Bra bant en Zeeland", waaraan het volgende is ontleend: „In den loop der laatste maanden zijn er verschillende verordeningen verschenen welke zaken van alge meen belang regelen, op welke regelin gen we eigenlijk al jaren hebben zitten wachten. Telkens moet men dan er varen, dat thans zonder veel gepraat, snel en degelijk beslissingen worden ge nomen, waarmee het geheele volk ge diend is. De indruk die daarvan uit gaat is vanzelfsprekend minder vleiend voor het systeem dat in deze versaagde en dergelijke besluiten óf naliet, óf er langen tfjd over vergaderde, om dik wijls tot ontkrachte wetten te komen." Met de strekking van dit artikeltje zijn wij het, zooals uit het bovenstaande blijkt, volkomen eens, inzoover er wordt gepleit voor een snelleren gang van zaken in wetgeving en bestuur, aanpassend in dezen tijd, die nu eenmaal vdak snel han delen eischt en waarin nu eenmaal snel han delen wordt gewenscht. Wij zijn het met die strekking in het betoog van onzen collega heelemaal eens; maar niet heelemaal met wat er in be weerd wordt, met de manier waarop het be toog wordt gegeven. Och, de wetten op het gebied van de ar beidsbescherming, het arbeidsrecht, de so ciale verzekeringen, de onderwijszaken, de volkshuisvesting, de volksgezondheid ze zijn toch niet dikwijls „ontkracht" tot stand gekomen! Dat is toch niet waar, ab soluut n i e t w a a r! En al is niet alles klaar gekomen op den gewenschten tijd en al is er ook niet alles gekomen op wetgevend en verordenent gebied wat er had kunnen en had moeten komen wij kunnen toch zeker ook wijzen opheel veelgoeds heel veel goeds! 'wat in het verleden is tot stand gekomen. Fouten en tekortkomingen wiUeh en moe ten wij erkennen, om die te verbeteren te verbeteren zoo radicaal mogelijk maar wij behoeven op. ons land en ons volk niet een stempel van minderwaardigheid te drukken, onder geen enkel opzicht. Wij verwijzen in dit verband ook naar een uit de „Volkskrant" overgenomen arti keltje in de kolom hiernaast. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN NIEUW FEUILLETON Hoe een jong meisje, dat gevierd is en bekend in de hoogste kringen in de knel kan raken door een bericht in de krant dat bovendien onwaar is kunnen onze lezers ervaren uit het nieuwe feuilleton, waarmede wfj he den een aanvang maken. Zoiets kan natuurlijk alleen maar in Amerika gebeuren, maar Aline had dan ook dien kapitein Holbrook maar min der aardig moeten vinden. En het helpt ook al niets of de kapitein de re dactie van de krant en Aline's vader deze kapitein ter verantwoording roept. Door dat eene berichtje, geraakt Ali ne leelijk in de moeilijkheden, die ge met spanning en interesse zult volgen. En deze nieuwe feuilleton heet dan ook zeer juist: ALINE GRAHAM IN HET NAUW ER IS NOG WEL IETS GOEDS! Verontwaardiging wordt gewekt door het gepraat en geschrijf van enkele land- genooten, als zou er in Nederland zoo goed als niets goeds zijn! De Volkskrant komt op tegen die minachtende bejegening van ons goede va derland en ons goede Nederlandsche volk en schrijft o.m.: „Zijn wij inderdaad zulke slapers aan de eene, geslepen zakenmenschen aan den anderen kant; zijn wij een collectie bour geois satisfaits, onaandoenlijk voor het geen elders de menschheid schokt, als wij maar een dubbel belegde boterham heb ben? Onze landbouwers zijn een onovertrof fen slag menschen, werkzaam, bij de pin ken, tot de toepassing van nieuwe vindin gen bereid. Onze industrie- en andere arbeiders gaan voor niemand op zij: de Nederland sche nijverheid, jonger allicht dan elders, heeft zich een waardige plaats op de we reldmarkt veroverd. Onze ingenieurs hebben een wereld naam: men vraagt hen in Chili en China en overal waar geweldige werken moeten worden tot stand gebracht. Onze zeevaarders hebben de kloekheid en de durf van hun voorouders behouden en klieven alle oceanen en zeeën tot de uithoeken der wereld. Als beheerders en bestuurder van'kolo niën ligt de grootste lof in hetgeen wij in een ontzaglijk gebied onder de keerkrin gen hebben tot stand gebracht. Op het terrein der wetenschappen en cultuur dragen wij ons aandeel bij, en de voorzitter van de Nederlandsche Kuituur kring had waarlijk niet een houding be hoeven aan te nemen als vertegenwoordig de hij een achterlijk en slapend volk. Juist omdat wij in Europa een in het cijfer klein volk zfjn en over een beperkt taalgebied beschikken en daarnaast door onzen handel en koloniën betrekkingen onderhielden met heel de wereld, maakten wij ons de talen van de groote volken eigen, kenden hun letterkunde en ver ruimden zoo onze blik. Neen, wij staan niet mijlen bij andere volken achter en behoeven ons niet te verdeemoedigen tot een volk zonder geest, zonder pit en zonder fut, burgerlijke egoïme en zelfvoldane Spieszbürger. Er is ook in ons land en onder ons volk nog wel iets goeds". DE EERSTE CORPORATIE. Met de afkondiging van het besluit be treffende de organisatie van het filmwe zen is de eerste corporatie of beroepsschap in Nederland ontstaan. Zooals het Dag blad van Noord-Br a b ant opmerkt, vallen daarbij op zoowel de autoritaire in stelling als de overheidsbemoeienis met de corporatie. „De overheid stelt de corporatie in, maar bouwt daarbij voort op de organisa tie, welke uit de vrije maatschappij reeds was opgekomen, zoodat tenslotte alleen het verplichte lidmaatschap en de verre gaande bevoegdheid, welke den voorzit ter wordt verleend, nieuwigheden zijn. Beide kunnen intusschen het filmwezen tot heil strekken en in ieder geval zouden ook bij een niet verplicht lidmaatschap de niet-leden aan de naleving der corpo ratie-voorschriften gebonden moeten wor den. De benoeming van den bondsvoorzitter door de overheid bevreemdt op het eerste gezicht, omdat toch de beroepsschap zelf haar bevoegden leider naar voren moet brengen. Het ligt evenwel voor de hand, dat de overheid aan geen ondeskundige het film wezen zal toevertrouwen en in den vervolge door de benoemingen in den raad van bijstand, welke in overleg met den bondsvoorzitter tot stand komen, vanzelf aanwijzingen krijgt inzake de vooraan staande deskundigen in het beroep". DE REPRESAILLES WEGENS DE INTERNEERING VAN DUITSCHERS I NINDIë Het aantal personen, dat dezer dagen ter vergelding van de behandeling van de Duitschers in Nederlandsch-Indië is ge- interneerd, is tot 130 gestegen. In de komende weken zullen meer inter- neeringen plaats vinden, indien geen be richten uit Indië worden ontvangen over een wijziging in de houding van het gou vernement aldaar. Aan Duitsche zijde heeft men echter nog niet de hoop opgegeven, dat althans ten deele aan de Duitsche verlangens zal wor den voldaan doordat in de behandeling der Duitschers een aanmerkelijke verzachting zal worden gebracht. Het lot van de personen, die thans voor interneering vreezen, hangt dan ook van het Indische gouvernement af. „DE NEDERLANDSCHE UNIE" BOUWT HAAR ORGANISATIE VERDER UIT Eerste der veertien gewestelijke raden van bijstand thans geïnstalleerd Van de zijde van „De Nederlandsche Unie" deelt men ons mede: Zooals men weet, heeft „De Nederland sche Unie" indertijd reeds, bij den opbouw van haar organisatorisch apparaat, Neder land verdeeld in elf provincies en drie ste den: Amsterdam, Rotterdam en 's Graven- hage. Elke provincie of stad kreeg een se cretaris tot leider, wien werd opgedragen, zijn gebied de organisatie van de Unie verder uit te bouwen en het contact met de Nederlandsche bevolking steeds hechter te maken. Om dezen secretaris in zijn werk bij te staan, werd tegelijk tot de spoedige oprich ting van gewestelijke (eventueel stedelijke) raden besloten, waarin alle bevolkingsgroe pen vertegenwoordigd zouden zijn. De eerste van deze raden, en wel die in de landhoofdstad, is thans gereed gekomen en Woensdagmiddag geïnstalleerd. De samenstelling van deze raad is niet alleen voor Amsterdam, maar voor geheel Nederland belangwekkend, omdat juist in deze samenstelling duidelijk tot uiting komt, hoezeer de Nederlandsche Unie op alle deelen van ons volk „vat" heeft gekre gen. In alle gewesten zullen deze raden dus op geheel soortgelijke wijze worden samen gesteld. Dertialve is de Amsterdamsche raad als een goed voorbeeld daarvan te be schouwen. De installatie van den hoofdstedelijken raad geschiedde door den heer J. G. Suur- hoff, van geboorte een echte Amsterdam sche arbeidersjongen, die, al is hij nog maar 35 jaar, reeds zijn sporen in de moderne arbeidersbeweging had verdiend en thans tot de meest-enthousiaste bouwers aan een nieuwe Nederlandsche volksgemeenschap behoort. De Amsterdamsche raad, welke nu voort aan met hem zal samenwerken, bestaat, in alphabetische volgorde, uit de navolgende personen, wier beroep tevens is opgegeven: B. L. Bankwater, 36 jaar, timmerman, leider jeugdwerkloozenwerk; F. de Boer, 48 jaar, directeur eener groo te scheepvaartmaatschappij; C. Brink, 34 jaar, ambtenaar. Dr. H. Brugmans, 34 jaar, leeraar. Dr. J. Gajentaan, 38 jaar, dierenarts; Dr. Jane de Iongh, 39 jaar, letterkundige, voorzitster K.V.V. H. Klaasen, 44 jaar, diamantbewerker; H. Post, 32 jaar, directeur eener midden standsorganisatie; Mr. L. Rijken, 41 jaar, bankier; J. Seylhouwer, 52 jaar, winkelier; B. H. Siep, 34 jaar, typograaf; R. v. d. Veen, 46 jaar, opzichter in scheep vaartbedrijf; en H. A. Vulinks, 49 jaar, vakbondsbestuur der. Zooals uit de vermelding der beroepen wel blijkt, wordt de sociaal-economische verscheidenheid der Amsterdamsche bevol king in dezen Raad op treffende wijze weer spiegeld. Maar ook ongeveer alle religieuze en geestelijke schakeeringen zijn in den raad aanwezig; men treft erin aan leden van vrijwel alle kerkgenootschappen, als ook niet bij een Kerkgenootschap aangeslo- teren; tot dusver niet politiek geïnteres seerden werken in dezen Raad samen met personen van diverse politieke kleur, van AR. af tot S.D.A.P. toe. Wel een bewijs, hoe sterk de Unie nu reeds wortelt in alle lagen der hoofdstedelijke bevolking. De taak van dezen Raad is zeer veelzij dig. Hij fungeert als een soort van commis sie van bijstand voor den leider van het stedelijk secretariaat. Alle plannen en mo gelijkheden voor het werk van de af dee ling Amsterdam der Unie worden in den stedelijken Raad besproken. Daarenboven heeft de Raad een controleerende functie, omdat hem periodiek verslag wordt gedaan van de door het secretariaat verrichtte werkzaamheden. De veelzijdige samenstelling van den Ste delijken Raad zal dan ook naar de leiding hoopt, het vertrouwen van de geheele Am sterdamsche. bevolking in „De Unie" nog aanzienlijk versterken. De heer Suurhoff wees er bij de installa tie van den Stedelijken Raad ook nog op, dat Amsterdam voor de organisatie van. het geheel in zestig wijken zal worden ver deeld. Deze wijkindeeling is reeds gereed. Aan het hoofd van elk district komt als geestelijk en organisatorisch middelpunt een districtsleider te staan, die voor het ver richten van allerlei arbeid (huisbezoek, verspreidwerk, het winnen van abonné's, enz.) een aantal medewerkers uit de leden zal recruteeren. ZOMERTIJD IN DEN WINTER. Zonsopgang- om bij tienen! Zooals men weet, zal de zomertijd voor- loopig gehandhaafd blijven, zoodat het tot nader aankondiging nog een uur en veer tig minuten vroeger zal zijn dan de klok aanwijst. Men komt hierdoor, zoo schrijft de „Maasbode", voor merkwaardige toe standen te staan. Om een voorbeeld te noe men: over een maand; den 8en November, komt de zon om 7 uur 9 min. op, dus bij negenen. Weer een maand later zal de zon bij zonsopgang op 9 uur 37 staan en op den korsten dag, den 21sten December, zal zij bij zonsopgang 11 -min. voor 10 aanwijzen. Dit beteekent weliswaar niet, dat tot dat oogenblik het nachtelijk duister zal -heer- schen, want zooals men weet -begint 'het voor zonsopgang al lichter te worden. Ma-ar dat neemt niet weg, dat bijna alle menschen dan hun dagelijksChe taak bij kunstlicht en.... verduistering zullen be ginnen. Wat den zonsondergang betreft vinden wij als vroegste tijdsstip voor de dagen 7 t/m 18 Dec. 15 u. 46 vermeld dan is het dus volgens de klok 4 minuten voor half 6. HET HOUDEN VAN COLLECTES. .Nogmaals wordt van bevoegde zijde de aandacht erop gevestigd dat openbare col lectes, onverschillig welk karakter deae dragen, zonder vergunnning verboden zijn. Een nauwkeurige officieele bekendmaking is (binnenkort te verwachten. WEDEROPBOUW VAN DOOR OORLOGS GEWELD VERNIELDE OF BESCHADIGDE WONINGEN. Vooorschotregels. Het spreekt vanzelf, dat de regeling en vergoeding van de schade, welke aan wo ningen tijdens de oorlogsdagen is toege bracht, veelal administratieven arbeid en beslommeringen met zich brengen. Tenge volge hiervan was het niet mogelijk de schade op korten termijn voor alle geheel of gedeeltelijk vernielde perceelen vast te stellen en tot een vergoeding over te gaan. Echter is het dringend noodzakelijk den wederopbouw van verwoeste en het her stel van beschadigde woningen - zooveel mogelijk te bespoedigen. Om nu te voorkomen, dat de herbouw zou moeten wachten op verschillende for maliteiten betreffende de financieele af wikkeling, heeft de regeeringscommissaris voor den wederopbouw een regeling ge troffen, welke van -groot belang is voor de eigenaren van vernielde of beschadigde woningen, die om financieele redenen nog niet met den herbouw konden beginnen. Via de gemeentebesturen is de moge lijkheid geopend om van het regee- ringscommissariaat een voorschot te ontvangen in die gevallen, waarin het betreft woningen -met minder dan 450 M3 inhoud (bedrijfsruimte niet mede gerekend). Dit zullen dus in het algemeen middenstand- en arbeiders woningen zijn. Voor geheel verwoeste woningen kan de regeeringscommissaris aan de betrokkenen 80 van de verkoopwaarde van het per ceel op 9 Mei 1940 als voorschot op de te gemoetkoming in de schade uitkeeren. Voorhands zal het voorschot echter niet hooger kunnen zijn dan 80 van 10.000, 8.000.—. Wanneer men niet in staat mocht zijn het overblijvende deel zelf te fi nancieren en geen hulp van derden kan krijgen, kan de regeeringscommis saris het verschil tusschen de kosten van nieuwbouw en 'het voorschot als 'hypotheek leenen. Deze hypotheek zal in normale gevallen tegen 4 wor den verstrekt, doch indien de finan cieele toestand van den betrokkene daartoe aanleiding geeft, -kan de regee ringscommissaris gemakkelijker voor waarden toestaan. Er zijn maatregelen getroffen om deze voorschotregeling zoo vlot en soepel mo gelijk te doen functionneeren. Natuurlijk moet aan eenige eischen worden voldaan. Zoo moet het te bebouwen pand in over eenstemming zijn met de geldende voor schriften en passen in de eventueel in voor bereiding zijnde stadsplannen. Voorts moet het regeeringscommissariaat goedkeuring verleenen voor de uitvoering in verband met de benoodigde materialen. Is -hierover echter overeenstemming be reikt, dan kan de financieele regeling zon- dre. vertraging tot stand komen. In bepaalde gevallen heeft dit systeem reeds tot goede resultaten geleid. In Roo sendaal, Westdorpe en enkele andere plaatsen wordt reeds met voorschotten, welke krachtens deze regeling verstrekt zijn, gebouwd. Het is echter aan geen twij- geï onderhevig, dat er in veel meer ge vallen van deze regeling gebruik gemaakt zou kunnen worden dan tot dusverre ge schied is. Het gemeentebestuur is de instantie, tot welke men zich kan wenden, indien men meent op toepassing van deze voorschot- regeling reoht te hebben. Van de zijde van het regeeringscommissariaat voor den we deropbouw zullen de gemeentebesturen de noodige inlichtingen ontvangen. EEN WACHTKAMER Ik heb dezer dagen weer eens gele genheid gehad wat langer dan ik tot heden gewend was rond te zien in een stationswachtkamertje. Vroeger kwam je precies op tijd of juist die ééne seconde te laat en je vertrok precies op tijd. Maar nu is dat een beetje anders ge worden. Er is met die treinen iets niet in orde. Of zij hebben wat revolution- naire ideeën gekregen en komen wan neer het hun past, óf.het spoorboekje is slecht gecorrigeerd. En zoo kan het voorkomen, dat je wel eens een half uurtje in een klein, dorpsch wachtka mertje moet vertoeven. Dan vraagt men zich af waarom dat in een tijd, waarin alles zoo grondig en zoo snel veranderd is, toch zoo hetzelfde is gebleven. Zoo grauw en groezelig. Zoo zonder eenig comfort Een open cel. Lugubere verblijfplaatsen voor moede menschen, die wachten moeten of zij willen of niet. En dan rollen er heel lange goederentreinen voorbij. Wat zou daar allemaal inzitten? Meer dan wij op onze bonnen kunnen krijgen. Maar die wachtkamer! Is dat nou mo dern, heer Goudriaan?' Noch vlug noch voordeelig. Daarin ben ik geen modern mensch meer, die een leger in drie we ken half Europa ziet veroveren. Dat is onze tijd. Maar dan blik ik mijn wachtkamertje rond en denk ik: Had men de heele we reld maar gelaten als dit wacht kamertje! Wat minder weelde! Dat zou misschien voor ons allemaal toch beter zijn geweest. BOMMEN OP NEDERLAND ENGELSCHE BOMMEN OP ROTTERDAM EéN DOODE. Het A. N. P. meldt: Weer hebben onverantwoordelijke En- gelsche vliegers de vreedzame Rotterdam- sche burgerbevolking met hun brisant bommen bestookt. Gisteravond kondigde het onverflauwde werken van het luchtafweergeschut aan, dat vliegers der „koninklijke luchtmacht" het Jucntruim weer onveilig maakten. Een gelukkige omstandigheid was wel, dat zoo goed als alle burgen binnenshuis waren. Een serie van drie bommen werd in het wilde weg geworpen op den omtrek van den Hofdijk, waar in wijde omgeving zware schade werd aangericht. Op den hoek van den Hofdijk en de Anna Mariastraat sloeg een zware explosieve bom in de F.ijstraat, in den naasten omtrek zware schade aan de omliggende panden berokkenend. Schreven vlogen in het rond en een meisje werd in een woning op slag gedood. Vermoedelijk is het een inwoonster van Ze- \enaar en was zij in Rotterdam in betrek king als buffetjuffrouw, maar het lijk is nog niet geïdentificeerd. Door de overige bommen werd groote verwoesting aangericht aan de rechter Rot- tekade, de v. d. Werffstraat en de Almon- destraat; evenals aan den Hofdijk zijn ook hier vele panden min of meer ernstig be schadigd en eenige huizen zijn zelfs groo- tendeels verwoest. In wijden omtrek sprongen bovendien nog talrijke ruiten, terwijl door de rond vliegende scherven een aantal menschen verwondingen opliepen. Op het eerste sein rukten de hulpdien sten van electriciteits-, gas- en waterleiding bedrijf uit en zij hebben zich den geheelen nacht aan het opruimings- en herstel werk in den omtrek van den Hofdijk bezig gehouden, evenals de opruimingsploegen van den gemeentelijken technischen dienst. BOMMEN OP ARNEMU1DEN. Vanochtend zijn brandbommen gewor pen in de bebouwde kom der gemeente Ar- nemuiden. Een der bommen veroorzaakte brand in een woning aan de Iionstraat, welke grootendeels werd vernield. Op an, dere plaatsen ontstond een begin van brand. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. FABRIEKSAARDAPPELEN. DE TEELT VOOR 1941 WORDT VRIJ GELATEN. Voor den oogst 1940 -kan reeds worden toegestaan de fabriek-aardappelteelt be langrijk uit te breiden. Thans ligt het in de bedoeling, indien althans de omstan digheden niet veranderen, voor den oogst 1941 de teelt van fabrieksaardappelen ge heel vrij te laten. Voor den oogst 1941 bestaat dus geen uitpootbeperking meer, terwijl tevens de uitpoot- en maalvergunninigen vervallen. De fabriekaardappeltelers kunnen dus hiermede rekening houden, zoowel bij het reserveren van het benoodigde pootgoed als -bij het opmaken van him bouwplan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1