DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Momentje VRIJDAG 4 OCTOBER 1940 32ste Jaargang No. 9763 Ste Ccicbc1ie0oi4^<Mit Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Giro 103003. Postbns 11. DU nummer bestaat twee bladen. uit WAT ANDERE BLADEN V Vernieuwing Vernieuwing! Iedereen is er vóór. En een ideale samenleving zou er zéker binnen veertien dagen zijn, als iedereen, die over vernieuwing spreekt of schrijft, krachtig zou beginnen met, en volhou dend doorzetten, een vernieuwing.... van zichzelf! 't Is een dwaasheid, te denken, dat de we reld zal worden vernieuwd op, zulk een wijze, dat wij een waarlijk betere samenleving duurzaam verkrijgen, als de menschen niet beter worden, als de menschen niet beter leven naar de be ginselen van het Chris te ndom. „Het is tegenwoordig zoo, dat zij, die zich christenen noemen, dikwijls de grootste hinderpaal vormen voor de bekeering van hen, die buiten de Kerk staan. Want in die christenen open baart zich niet of in niet voldoende mate de grootheid en de kracht van het geloof, zoodat het op buitenstaan ders geen indruk maakt. Deze willen een geloof, een godsdienst met groote- re macht en levenskracht dan het slap pe, vervalschte christendom, dat die christenen ten toon spreiden. In den huidigen tijd zullen wü alleen dan iets kunnen bereiken, wanneer wij tegenover de bruisende kracht en het sterke leven van nieuwe wereldbe schouwingen al de levensenergie en den wereld-vernieuwenden gloed van ons geloof plaatsen. Leven staat dan tegenover leven. En het sterkste leven zal overwinnen". Dit vlammend verwijt, tot óns gericht, trof ons in een beschouwing „Geestelijk leven" van den onbekenden P. C., in de September-aflevering van „De Gemeen schap". Wij willen er nóg 'n citaat uit geven: „Zeker, men kan niet eisohen, dat alle christenen volmaakt zijn. De christen zelf weet maar al te goed, dat hij een onwaardige drager van het heilige is, maar hij is nu eenmaal door God als zoodanig geroepen. Wel echter mag men van den christen eischen, dat hij zich laat leiden door oprechtheid, door een onvoorwaardelijke liefde tot de waar heid en door een volstrekte rechtvaar digheid. De verpolitiseering van het openbare leven heeft de fijngevoelig heid voor deze deugden wel een beetje verminderd. Men moet wel bedenken, dat God de eeuwige waarheid is en dat het voor Hem allerminst noodig is, dat wij Hem door eenige verdraaiing of onjuiste handelwijze gaan verdedigen. De christen zal de waarheid het best dienen en het best tegen de eischen des tijds zijn opgewassen, wanneer hij zon der eenig compromis christen is en geen concessie doet aan de van God ver vreemde methodes eener ontkerstende wereld". De christen moet zich laten leiden door: oprechtheid, onvoorwaardelijke liefde tot de waarheid, volstrekte rechtvaardigheid (natuurlijk slechts in zooverre als in den mensch van „volstrekt" sprake kan zijn). Dit is een kernachtige samenvatting van wat van den christen wordt geëischt, als hij niet.... feitelijk het Christendom in meerdere of mindere mate door zijn ge drag wil tegenwerken. Inderdaad heeft de „fijngevoeligheid" voor deze deugden bij velen geleden. Inderdaad is daaraan „de verpolitisee ring van het openbare leven" niet geheel onschuldig; maar daarnaast staan andere en veel schuldiger oorzaken. En toch, al die oorzaken mogen op ons niet him invloed laten inwerken. Anders werken wij niet voor een vernieu wing, die komen moet, voor een goede, een christelijke vernieuwing! „Wij moeten ons bezinnen op de wach tende taak, door zelfbezinning komen tot de juiste houding en daardoor tot de ver- eischte daden". Aldus besluit P. C. zijn 'beschouwing in „De Gemeenschap". DE NEDERLANDSCHE UNIE, BEREID TOT SAMENWERKING ONDER VOORWAARDEN. In het pas verschenen orgaan van de Ne- derlandsche Unie De Unie schrijft het Driemanschap een artikel, getiteld: Tot samenwerking bereid. „Mits er gewerkt wordt voor het Neder- landsche volk op Nederlandsche wijze". Wij ontleenen aan bedoeld artikel het volgende: „Uit de beste positieve krachten van de verschillende groepeeringen zou een keuze kunnen worden gedaan om (op bepaalde wijze) samen te werken. In het belang van de volkszaak zullen eigen aspiraties en be langen van eigen groep ondergeschikt ge maakt moeten worden aan het algemeen belang. De laatste weken is een dergelijke oplossing in verschillende schakeeringen, van meerdere zijden voorgesteld. De Ne derlandsche Unie verklaart, dat zij tegen over een dergelijke ontwikkeling niet bij voorbaat afwijzend zou staan, aangezien zij van meening is dat op het oogenblik het contact tusschen het Nederlandsche Volk en de Duitsche Overheid onvoldoen de is. Hieraan moet echter de absolute voor waarde worden verbonden, dat intusschen de politieke wilsvorming van ons volk zich vrij verder kan ontwikkelen, overeenkom stig den aard en den wensch van ons volk. Van Duitsche zijde is er herhaaldelijk op gewezen, datdoor haar hierop geen in vloed zou worden uitgeoefend. Het zou een onduldbaren toestand geven, mocht van de nieuwe situatie door binnenlandsche groe- peèringen gebruik worden gemaakt om die politieke yorming door onjuiste middelen te beïnvloeden. En juist op dit laatste punt nu zijn wij niet erg gerust. Die ongerustheid geldt zoowel ten aanzien van de N.S.B. als van Nationaal Front. Ten aanzien van de N.S.B. kan het vol gende worden vastgesteld: In de eerste plaats heeft de N.S.B.-pers voor De Ne derlandsche Unie nog nimmer andere woorden 'gehad dan van hoon, laster en verdachtmaking. Dit begon al daags na de oprichting van de Unie zelf, nog vóór er van haar program ook maar één punt be kend was. Er zijn tallooze voorbeelden van aan te halen. De meest minderwaardige is zeker haar gescherm met „Churchill-Unie", om op die manier een beweging, die op Nederlandsche wijze ons volk naar een nieuwe toekomst wil leiden, verdacht te maken bij de bezettende overheid. Als on- verdragelijk moeten worden bestempeld de intimidatie-pogingen, die zijn aange wend, om ondanks de slechte vooruitzich ten het Arbeidsfront toch nog een kans van slagen te geven. Naast dit optreden van officieele partij-instanties staan de in- dividueele terreurhandelingen van talrijke leden der N.S.B. die een groot gevaar in houden voor ons volk en op den duur zul len leiden tot een desorganisatie van ons openbare leven. Tal van voorbeelden zijn ons hiervan bekend. Van de twee één. Of wel dit optreden wordt gedekt door de of ficieele partij instanties, of wel deze zijn niet in staat ze te voorkomen. Hoe het zij, het een zoowel als het andere veroordee- len wij ten scherpste. Hierbij zij terloops ópgemerkt, dat in gevallen als bovengenoemd ook door offi cieele instanties dikwijls gebrek aan rug- gegraat werd getoond. Wij wenschen hier een uitdrukkelijk be roep te doen op de fierheid en het zelfbe wustzijn van iederen Nederlander. Een dergelijk terroristisch optreden wordt door geen enkele Nederlandsche of Duitsche in stantie gedekt en ieder toegeven werkt de anarchie slechts in de hand. De Nederland sche Unie neemt tegen deze dingen op de scherpste wijze stelling en zal niet nalaten het hare te doen om ze in de toekomst on mogelijk te maken. Het is bedroevend te zien, hoe, met name op het terrein van de fluister-cam- pagnes, ook Nationaal Front menig onbe hoorlijk middel aangrijpt om zijn doel te bereiken. Wat Nationaal Front onder het volk heeft gebracht aan persoonlijke ver dachtmaking, is beneden iedere critiek. Vast staat dat een beweging, die niet langer door innerlijke kracht en overtui ging, maar door leugen en verdachtma king moet probeeren eenigen invloed te verkrijgen, zichzelf veroordeelt. Al deze dingen, zoowel die van de N.S.B. als die van Nationaal Front, zijn op zich zelf, stuk voor stuk, niet zoo erg belang rijk. Maar ze zijn teekenend voor een mentaliteit. Een mentaliteit, die alle mid delen aanvaardbaar acht om niet de zaak van het volk, maar die van de eigen groep te dienen. Een mentaliteit, die misbruik maakt van den noodtoestand, waarin ons volk verkeert. Een mentaliteit ten slotte, die het openbare leven in ons land brengt op het hellend vlak naar de anarchie. Het parool van De Nederlandsche Unie is: Nederlandsch in het ideaal, Nederlandsch in de daad. De Nederlandsche zaak is niet gebaat met dingen, die op zichzelf on-Ne- j derlandsch zijn. Zij z;jn een misdaad, begaan aan de volkszaak. Want in dezen hachelijken tijd kan ons volk alleen maar in eenheid sterk zijn en deze dingen remmen den groei naar de eenheid. In plaats van dichter bij een te brengen maken 2ij de verhoudingen steeds scherper en moeilijker. Daarom ne men wij stelling daartegen, niet terwille van de Unie, maar terwille van ons volk. Ons volk moet tegen die dingen in be scherming worden genomen op de meest stellige wijze. De Nederlandsche Unie is het zij nog maals met nadruk vastgesteld bereid met alle positieve krachten in ons volk sa men te werken, mits voldaan wordt aan deze uitdrukkelijke voorwaarde: dat er ge werkt wordt voor het Nederlandsche volk op Nederlandsche wijze", HET BANKWEZEN. Uit een artikel in de Maasbode: „Hoewel het een verheugend verschijn sel was, dat in de laatste jaren meer en meer in de leemten van het particuliere bankwezen door de regeering werd voor zien, bleef het toch te betreuren, dat het nimmer tot een afdoende controle en lei ding van hooger hand is gekomen. Het is te hopen en wffl vertrouwen er op, dat bij de toekomstige hervormingen op sociaal-economisch gebied aan ons bank en beurswezen een andere doelstelling zal worden gegeven. In een gebonden econo mie behoort het bankwezen een dienend karakter te bezitten, waarbij slechts het algemeene nationale en sociale belang de leiddraad mag vormen. Het eigen belang en het winststreven zullen hun voorname plaats aan andere normen ontleend aan het algemeen be lang moeten afstaan. Daardoor zal aan het particuliere bankwezen, dat door een ver doorgevoerde concentratie een groot machtsvertoon kon ontplooien, het karak ter van een kapitalistisch machtsinstru ment worden ontnomen". DE BISSCHOP VAN HAARLEM GEEFT RICHTLIJNEN VOOR DEZE TIJDS OMSTANDIGHEDEN Wij lezen in „Sint Bavo": Rekening houdende met de ernstige ge varengeestelijke gevaren niet het minst bij het verkeer op bijna geheel donkere wegen, bevelen Wy akn Onze eerw. geeste lijkheid aan: lo. de avond- of namiddag-oefeningen zóó tijdig te beëindigen, dat de geloovigen nog bij voldoende daglicht hun woningen kunnen bereiken. Wanneer dientengevolge de oefening van het 40-uren-gebed het aantal uren niet vol ledig 40 zou zijn, zouden toch privileges en aflaten niet verloren gaan. 2o. Waar dit noodig is, de H.H. Missen op Zondag iets later te zetten, waarbij reke ning kan gehouden worden met de 40 mi nuten speling van M. E. T. In geen enkele H. Mis echter mag de preek vervallen. 3o. Daar meerdere geloovigen, vooral in de week, niet in staat zullen zijn de oefe ningen van de Octobermaand bij te wonen, vragen wij onzen priesters niet op te hou den alle geloovigen krachtig aan te sporen om iederen avond in den huiselijken kring gezamenlijk het Rozenhoedje te bidden met de andere gebeden. Wij hopen en verwachten daarenboven, dat zij, die wel in de gelegenheid zyn om de oefeningen in de kerk mede te maken, dit niet zullen verzuimen, doch in deze tijden een dubbelen ijver zullen toonen voor het gebed, dat zoo dringend noodig is. Haarlem, 28 September 1940. t JOANNES PETRUS, Ep. Harl. NATIONALE GELDINZAMELING WERKKAMPEN KATHOLIEKE JEUGDIGE WERKLOOZEN Op Zondag 20 October e.k. zal door de Nationale R.K. Commissie voor jeugd- werkloozenzorg met goedkeuring van het Hoogw. Episcopaat een Nationale Inzame ling worden gehouden tot instandhouden der verschillende werkkampen voor onze katholieke jeugdige werkloozen. Wij verlangen, dat deze inzameling in alle kerken van ons Bisdom zal worden gehouden en dat deze wordt aangekondigd en aanbevolen op Zondag 13 October a.s. De Katholieke werkkampen zijn voor de Katholieke jeugdige werkloozen èn in geestelijk, èn in maatschappelijk opzicht van zeer groote beteekenis. De inzameling is onmisbaar, omdat de werkkampen niet geheel door de Regeering worden bekostigd en dus de Nationale Com missie het ontbrekende zal moeten kunnen aanvullen. Wij vertrouwen dat de Nationale Com missie door deze inzameling, die wij bijzon der in ieders milddadigheid aanbevelen, daartoe royaal in staat zal worden gesteld. De opbrengst worde rechtstreeks opge zonden aan den „Penningmeester van de Nationale R.K. Commissie voor Jeugdwerk- loozenzorg" te Den Bosch, giro No. 185442. Gegeven te Haarlem, 20 September 1940. t JOANNES PETRUS, Bisschop van Haarlem „Sint Bavo". Nieuwe bonnen BON VOOR BLOEM EN MEEL. De secretaris-generaal waarn. hoofd van het departement van landbouw en vissche- rij maakt bekend, dat gedurende het tijd vak van Zaterdag 5 October tot en met Vrijdag 1 November a.s. de met „78" ge nummerde bon van het algemeen distri butiebonboekje recht geeft op het koopen van 2J4 ons tarwebloem of tarwemeel of roggebloem of roggemeel of zelfrijzend bakmeel of boekweitmeel of gruttenmeel (z.g. gemengd meel). BONS VOOR GRUTTERSWAREN. De secretaris-generaal, waarn. hoofd van het departement van landbouw en visscherij maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Zateradg 5 October tot en met Vrijdag 1 November a.s. de met „76" genummerde bon van het algemeen distributiebon boekje recht geeft op het koopen van 250 gram rijst of rijstemeel of rijstebloem. Voorts geeft gedurende bovengenoemd tijdvak de met „77" genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje recht op het koopen van 250 gram havermout of havervlokken of gort of grutten. BON VOOR VLEESCH EN VLEESCH- WAREN. De secretaris-generaal, waarn. hoofd van het departement van landbouw en visscherij maakt het volgende bekend. Gedurende het tijdvak van Maandag 7 October tot en met Zondag 13 October a.s. geeft der vier met „03. vleesch" gemerkte bonnen van de vleeschkaart recht op het koopen van 100 gram vleesch, been inbe grepen, of een rantsoen vleeschwaren. De met „03. worst, vleeschwaren" ge merkte bon geeft uitsluitend recht op het koopen van een rantsoen vleeschwaren. De bonnen, welke op 13 October a.s. nog niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en met Zondag 20 October a.s. met dien verstande, dat zij gedurende de week van 14 tot en met 20 October a.s. niet ge bruikt zullen mogen worden voor het be trekken van vleesch of vleeschwaren in hotels, restaurants e.d. Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan worden gekocht, bedraagt 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund-, of kalfsvleesch en voor gerookte worst soorten, 100 gram voor gekookte worst soorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenworst en nier- brood en 150 gram voor bloedworst. BON VOOR BROOD. De secretaris-generaal, waarn. hoofd van het departement van landbouw en visscherij maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Maandag 7 October tot en met Zondag 13 October a.s. de met „9" genummerde bonnen van het broodbon- boekje tezamen recht geven op het koo pen van 2500 gram roggebrood of 29100 gram ander brood. Elk der bonnen geeft derhalve recht op het koopen van 125 gram roggebrood of 100 gram ander brood. De bonnen, welke 13 October nog niet gébruikt zijn, zullen voorts nog geldig zijn tot en met Dinsdag 15 October a.s. met dien verstande, dat zy op 14 en 15 October a.s niet gebruikt zullen mogen worden voor het betrekken van brood in hotels, restaurants e.d. JOODSCHE AMBTENAREN. Binnenkort verbod tot benoeming of bevordering te wachten. Het A. N. P. meldt: Naar wij van be voegde zijde vernemen, moet er binnenkort rekening mede worden gehouden, dat Ne derlandsche autoriteiten en publiekrechte lijke lichamen geen personen meer tot ambtenaren benoemen, op arbeidscontract aanstellen of bevorderen mogen, die geheel of gedeeltelijk van Joodsche afkomst zijn of wier echtgenooten geheel of gedeeltelijk van Joodsche afkomst zijn. VERLICHTING MET PETROLEUM. Toegestaan als men geen andere verlichtingsinstallatie heeft. Tot nu toe was, volgens de petroleum- beschikking 1940 I, het gebruik van petro leum in het huishouden slechts toegestaan voor kookdoeleinden, en wel aan hen, die niet over een installatie om zonder petro leum te koken beschikten. Thans is ook het gebruik voor verlich tingsdoeleinden toegestaan, echter ook weer, voor zoover men in zijn woning niet over een andere verlictingsinstallatie be* schikt DE WARMTE. Er is nog in dezen tijd nog wel iets, dat ons het leven veraangenaamt. Wij zyn druk bezig onze kolenbonnen af te halen, maar de menschen schijnen in die bonnen zoo weinig vertrouwen te hebben, dat er op het oogenblik een hausse in electrische kachels is. Nu staan de zaken wel zoo, dat je brood bonnen niet kunt eten en kolenbonnen wel verstoken, maar zy geven geen warmte. En wat doe je met kolenbon nen, als er geen kolen zijn? Maar brood is er ook, waarover zouden wij ons dan zorgen maken over de kolen? Maar de menschen, die nu het vuur uit hun sloffen loopen om een elec- trisch kacheltje, bedenken niet eens, dat zij in vroeger tijden zoo'n ding nooit wilden hebben vanwege de schandelijke electriciteitsprijzen. Dat was eenvoudig niet te betalen. Nu loopen zij het vuur uit hun sloffen om het te mogen betalen en als dat lukt, zouden gij den man, die hun dat ka cheltje levert, mitsgaders den direc teur der electriciteitsfabrieken wel willen omhelzen. En er is geen kachel tje te krijgen, als zijn er op de jaar beurs in Utrecht ook 17.000 van be steld. Maar wij hebben onze kolenkaarten en in moede cogenblikken, dat ons vertrouwen daalt, zullen wy die voor ons op tafel leggen en daaruit nieuwe hoop putten. Als wij er ook maar aan denken, dat behalve de bonnen de kolen ook moe ten worden betaald. Dat zou je met al die bonnen bijna vergeten. Ontmoeting tusschen Hitler en Mussolini Het D. N. B. seint heden uit Berlijn: De Fuehrer zal vandaag met den duce van Italië op den Brenner een ontmoeting hebben. Van semi-officieele zijde wordt gemeld: De Fuehrer en de Duce hebben elkander vanochtend om 11 uur op den Brenner ont moet voor een langdurige bespreking. De speciale trein van den Fuehrer kwam precies om 11 uur op het Italiaansche grensstation Brennero aan. Terwijl de trein binnenliep in het met Duitsche en Italiaansche vlaggen feestelijk versierde station, zette een Italiaansch muziekkorps de volksliederen in der beide verbonden mogendheden. Op het perron verwachtte de Duce den Fuehrer, die als eerste uit den trein stap te en den Duce op de hartelijkste wijze be groette. Even hartelijk verliep de begroeting tus schen de beide ministers van buitenlandsche zaken. De Fuehrer en de Duce inspecteerden de eerecompagnie Alpenjagers, en een eere formatie der fascistische partij,- waarop zij zich begaven naar den aan den anderen kant van het perron staanden Italiaanschen special en trein, waar de bespreking in den salonwagen van den Duce in tegenwoor digheid van de ministers van buitenland sche zaken van beide landen begon. In den specialen trein van den Fuehrer namen aan de reis naar den Brenner deel: de Italiaansche ambassadeur in Berlijn, Dino Alfieri, de chef van het opperbevel der Weermacht, generaal-veldmaarschalk Keitel, rijksperschef dr. Dietrich, rijkslei der Borman en de persoonlijke en militaire adjudanten van den Fuehrer. De Duitsche ambassadeur te Rome, von Mackensen, had den Duce begeleid op zijn tocht naar den Brenner. Van Italiaansche zijde zag men den bevelvoerenden generaal Nacci, den ka binetschef van den Duce, exc. Sebastianini, en den chef van het kabinet van den minis ter van buitenlandsche zaken, gezant An- fuso. ANTOON COOLEN EN DE FILM. „Kinderen van ons volk" en „Dorp aan de rivier." De cinetone filmstudio's te Amsterdam, die zich intensief met het vraagstuk van de goede Nederlandsche film bezighouden, hebben contact gezocht met een onzer be kendste vaderlandsche schrijvers, Anton Coolen, en het resultaat van de besprekin gen is geweest, dat men de verfilming van twee zyner beroemdste werken, „Kinderen van ons volk" en Dorp aan de Rivier" in studie heeft genomen. Deze beide boeken zijn als „Dorf am Flusz" en „Brabanter Volk" bij de Insel verlag in Leipzig verschenen en hebben ook in Duitschland groote bekendheid ver worven. De auteur heeft in de jaren 1938 en 1939 in Duitschland verschillende lezin gen over deze werken gehouden en de toen 'betoonde belangstelling, die nog steeds voortduurt, rechtvaardigt de verwachting, dat voor deze films, afgezien van de groote mogelijkheden, die zij in ons land zullen hebben, ook in Duitschland een afzetge bied gevonden zal kunnen worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1