U vraagt?
1. Naar welk land gaat de ooievaar in
het najaar?
2 Waarom gaan ze zoo vér.
3. Hoeveel Katholieken zouden in Chi
na wonen?
4. Ik lees in mijn kerkboek: „Besproei
mi' met hysop en ik zal gezuiverd worden".
Wat is hysop?
5. Wat is een gala-feest?
Wij antwoorden
1. Naar de moerassen in Transvaal en
Basoetoland. Zij vliegen dus naar Afrika.
2. Zü trekken uit drang en net zoo
lang, als die drang hen beheerscht; ook al
hadden zij een land gevonden, dieveel
dichterbij lag en dat voldoende eten in den
wintertijd hun bood, zij trekken al verder
tot ze zijn, waar hun instinct hun toeroept
„halt"! Zoo heeft het de Schepper gewild
en zoo gebeurt het bij de dieren.
3. Ruim 3 millioen. Telken jare komen
er al een 100.000 bij. Er werken nu al naast
de Europeesche missionarissen 1921 Chi-
neesche priesters. Met de zusters en cate
chisten meegerekend; werken er 50.000 sa
men om dat groote rijk te bekeeren.
4. Een lipbloemige plant met stevige,
houtachtige stengel; welk gewas veel in
het H. Land voorkomt. Zoo'n bundel hy-
sopstengels gebruikte men in de kerk, als
kwast tot besprenkeling met wijwater.
5. Een groot feest, inz. feest ten hove;
zoo is gala hofpracht ook staatsie-kleeding.
Correspondentie
Greet Krol, Haarlem. Dank
voor deze twee bijdragen, die ik direct, een
plaatsje inruim. Mijn vaste medewerksters
hebben begrijperlijkerwijze een streepje
voor. Ik vind het ook niet erg om 10 uur
thuis te moeten zijn, want ik was het voor
dezen ook. Aan den wedstrijd heb ik niet
deelgenomen. Dat de strijd spannend was,
begrijp ik. Hoe gaat het nog op 't kantoor?
Dag Greet! Veel groeten wederkeerig aan
alle huisgenooten. En jou speciaal de hand!
Piet v. d. Meer, Zoeterwoude.
Aan je verlangen is voldaan. Zoo Neefje,
en wat ga je nu doen? Vader helpen? Of
de groote wereld in! Ik wensch je in je
verder leven succes en bovenal de vervul
ling yan eigen wensch en. Groet de ouders
van me en blijf jij maar trouw ons Hoekje
volgen. Er valt in de „Vragenrubriek"
voor ieder wat te leeren; vooral voor hen,
die van school zijn. Hoor ik nog eens wat?
Ina v. d. Ploeg, N'Hout. Zoo, zoo,
wist jij hoeveel broertjes en zusjes ik heb!
Als dat waar is, krijg jij een boek! Schrijf
mij dat eens! Maar dan ook het juiste ge
tal. De fouten zijn hersteld. In Sassenheim
is het leuk te logeeren geweest en wat
hebben jullie genoten in Rijpwetering.
Daar had ik bij willen zijn. En nu groet ik
je en alle huisgenooten en geef je de hand
ten afscheid! Ik hoor nog wel eens wat,
is 't niet Ina? Daag!
Gradda Visser, Alphen. Ik
hoop, dat dit boek beter over komt. Zeker
kun je blijven meedoen en 't adres blijft
voor jou Heerenweg 27 Alphen. En hoe
gaat het nu? Is het al wat rustiger in Al
phen Dag Gradda! Lees prettig!
Annie v. d. Poel, Zoeterwoude.
Dat de jongens binnen 't kwartier be
neden waren, laat zich hooren. Als naar
zee gegaan wordt, of een uitstapje gemaakt
wordt, of men op visite moet gaan,'.'dan is
het altijd „haasje repje" zelfs bij hen, die
in gewone omstandigheden altijd tijd ge
noeg hebben. Wat zal moeder bang ge
weest zijn en hoe blü, toen ze „den ver
loren zoon" weer terug had. En dat de
jongens thuis in het bedje dadelijk in
slaap vielen, begrijp ik volkomen en ieder
een, die vaker op het strand gespeeld heeft.
Dag Annie! Groet vader en moeder en alle
huisgenooten van me!
V e r g e e t-m e-n ietje, Leiden.
Zeker vind ik dit een mooi schuilnaampje
voor jou. Heidi was ook niet kwaad ver
zonnen, maar dat is niet zoo sprekend, zoo
toepasselijk. Dus zullen we maar zeggen:
.,Vergeet-me-nietje". En nu zal ik het ver
haaltje ook maar geven, dan ben je zeker
voldaan en hoor ik vast later nog meer van
je. Dag lief Nichtje! Groet je ouders, en je
twee zusjes van me en voor jou de hand
tot afscheid en tot slot van deze corres
pondentie
Tot de volgende week.
Wie een brief schrijft, krijgt een ant
woord terug.
Oom WIM.
Wie 71111 farig?
Van 5 tot en met 11 October
Op 5 Oct.
Koos Wagenaar, Joh. de Wittstr. 15, Wassen.
Bertha Klijn, Miening E 119
Jootje van Dijk, Julianastr. 100, Lisse
Nel Bierhuizen Stompw.weg 47, Leidschend.
Christina Heymans, Groenendijk, H'woude
Trientje Groenendijk, P. Huibertshof 13
Frans Heemskerk, Seringestr. 56a
Jan de Groot, Bl.laan 24
Corrie Bakker, B 420, R'veen
Op 6 Oct.
Nellie v. d. Ploeg, JulianapL n, N'hout
Corrie van Mil, Garenmarkt 16
Hein Kortekaas, 's Grav.weg 40, N'hout
rj^raivT van Riin. Drechtdiik 29. Kwakel
Toos van Wieringen, Rijndijk, H'woude
Marie van Bergen-Henegouwen, Wald.
Pyrm.str. 46
Truus v. d. Geest Veenestr. 138, Leidschend.
Corrie van Niekerk, Miening E 126 Z'woude
Op 7 Oct
Rietje Molenkamp, Weip. B 8 Z'woude
Theo Kortekaas, 's Grav.weg 40, N'hout
Stientje van Es, Mirakelst. 18
Jan Bijsterveld, Lusthofl. 3a
Op 8 Oct.
Leo Scholtes Bur. Vernèdep. 35 Voorschoten
Rietje Wijnen, Nieuwe Mare 5
Anny Bakker, Koningsstr. 39a
Truusje Hillenaar, Hoogmade B 239
Frits Vosters, H'str. 273a
Henk v. d. Steen, Haven 36
Jos Maat, Hoogewoerd 59
Annie Bakker, St. Aagtenstr. 14
Lucie v. d. Voorerf H. Rijndijk 106
Op 9 Oct.
Marie Versteegen, Weip. B 14 Z'woude
Alie Maarsseveen, Noorden
Mina Verdegaal, Noorsew. 381, Nieuwkoop
Har Verhoog, Sophiastr. 47
Anny den Dubbelden, Wijtenbachw. 111
Oegstgeest
Koos Zandbergen, Z'woude N. B. E 159
Bert Mulder, Watertje D 15 Z'woude
Op 10 Oct.
Gerard Boon Haagweg 94
Cokkie en Corrie Nou wens, Schoolstr. 3
Oegstgeest
Saartje de Zwijger, Vrouwenkerkst. 8
Kitty Edelaar, O. Singel 66
Alie Berenfinger, Middelstegr. 25a
Jan Jansen, Groenendijk A 204
Liesje Jansen, P. Huibertshof 14
Alida Verbaan, Koudekerk B 157
(als voorbeeld)
Beste Oom Wim.
Het is al een heele tijd geleden, dat ik U
een brief geschreven heb. Telkens was ik
van plan U eens te schrijven en telkens
kwam er wat tusschen of kon ik de ver
leiding niet weerstaan, als mijn vriendin
netjes mij kwamen halen om buiten te
spelen. Tótdat ik gisteren uw „attentie" in
de kinderkrant zag. U begrijpt, dat gaf met
een aanleiding om nu aan 't werk te gaan.
Maar ja, om zoo maar ineens een heele
lange brief te schrijven....?!!
Maar ik zal dan eens beginnen, hoe ik
de oorlogsdagen heb doorgebracht.
's Morgens om een uur of half 4 werd ik
gewekt door 't gerook van vliegmachines.
Dadelijk diep ik Vader en Moeder. Vader
zei, manoeuvres, maar Moeder dacht er
anders over en zei, „Het is vast niet pluis".
Samen (Moeder en ik, Vader bleef nog
liggen) stonden we op en liepen naar 't
raam, om toch eens te kijken, wat er te
doen was. We zagen onze buurman buiten
staan en vroegen, wat er toch wel aan de
hand was. „Er is oorlog" verklaarde hij, of
het de gewoonste zaak van de wereld was.
„Dat geloof ik zoo maar, zei ik. „Zet U dan
de radio aan". Die raad volgden we op en
liepen naar beneden. En werkelijk, het was
waar. Toen we weer naar buiten keken,
zagen we zoowat alle menschen uit hun
huis komen; de straat op. Wij kleedden
ons aan. Eerst riepen we Vader nog, en
gingen samen ook. We moesten nog wel
even lachen, omdat het zoo'n komisch ge
zicht was, dat iedereen haast half aange
kleed was. Sommigen met krulspelden m
't haar en ook met slaperige gezichten.
Eigenlijk was 't wel dom om zoo buiten te
staan, terwijl er zoo geschoten werd.
De volgende dagen ging 't al niets beter.
Af en toe was 't wel weer eens rustig en
dan stonden we maar weer te praten. Maar
gelukkig is het weer voorbij. De angsten zijn
weer geweken. Alleen is 't nu vervelend
in de vacantie Oom. Want ik denk dat ik
niet uit logeeren ga. Misschien nog wel
eens een dagje er zoo tusschen door, maar
overigens kan ik 't hier best uithouden.
Wy hebben achter ons huis, een groot wei
land, daar speel ik heel dikwijls. Dat is
wat fijn. Ik zou het land tenminste niet
willen missen. We tennissen daar ook dik
wijls. Of we gaan handballen of trefbal. En
nu hebben we samen, mijn twee vriendin
netjes, Ada en Corrie, en ik, een club op
gericht, „Het klaverblad". Om de beurt
komen we dan bij elkaar thuis, om club te
houden. Dat is echt gezellig, zoo eens een
keertje in de week bij elkaar. We maken
dan reuze pret. Ook ben ik nog op, een
Mule-club. We krijgen na de vacantie een
nieuwe leidster. Onze vorige leidster
heeft soms heel wat met ons te stellen ge
had. Al waren we maar met z'n zevenen,
toch was er herrie genoeg. Met 't Apostel-
feest hebben wij ook een gezellige, dag, van
de club gehad, 't Morgens algemeene II.
Communie met daarna gezamenlijk ontbijt.
En 's Middags moesten we allemaal, groep
voor groep, iets uitbeelden uit 't leven van
de H.H. Petrus en Paulus. Over 'n paar
weken krijg ik de foto's, die op dien dag
genomen zijn. Ik verlang er al naar om ze
te zien.
Verleden jaar heb ik u geschreven Oom,
dat ik naar de le klas Mulo ging en nu ben
ik fijn bevorderd voor de 2e klas. Nu wordt
het natuurlijk wel weer veel moeilijker
en krijg ik ook veel meer huiswerk. Dat
laatste vind ik wel' vervelend, maar er is
niets aan te doen en 't zal heus wel los-
loopen. Er gaan wel vijf meisjes uit mijn
klas van school af, sommigen gaan naar de
vakschool of thuis helpen.
Nu ik een nieuw velletje neem, merk ik
pas hoeveel ik geschreven heb. Ik hoop
maar, dat het u allemaal interesseert. Want
als ik eenmaal bezig ben, dan schrijf ik
haast alles op, wat in mijn hoofd op komt.
Heel mooi heb ik ook niet geschreven,
maar dat komt zoo: Verleden week moest
ik over een hek met prikkeldraad klim
men en daar ben ik nu afgev.-^'en en zoo
bleef ik midden in de prikk^s hangen.
Een kennis kwam mij verlossen. Op het
moment dat 't gebeurde, had ik geen pijn,
maar daarna des te erger. Mijn linkere n
was bij de knie heelemaal open, mijn a
geschaafd en mijn duim (dat moet natuur
lijk weer de rechter zyn) heb ik heele
maal opgehaald. Pijn heb ik niet meer,
maar omdat het verbandje er zoo stijf om
heen zit, kan ik de pen niet zoo goed hand-
teeren. Gelukkig maar, dat het vacantie is.
Maar nu ga ik toch eens eindigen want al
mijn nieuwtjes heb ik geschreven, behalve,
dat ik Zondag naar Rotterdam ga, waar ik
nog al veel familie heb. Maar nu ga ik
toch eens heus eindigen en wensch u ook
een prettige vacantie toe. De hartelijke
groeten van Vader en Moeder maar vooral
van uw nichtje.
ELLY ANTONI
EIGEN WERK
Frans en zi]n vlieger
door ANNIE VAN ZIJP
Frans was een jongen van 14 jaar en
werkte al op een fabriek, maar was toch
altijd nog vol van spelen. Zoo hield hij bij
zonder van vliegeren. Hij maakte de vlie
gers steeds zelf; ja, hij verkocht ze ook voor
1, VA a 2 ct., dan stonden ze op 'n rijtje
voor het raam zoo tegen de gordijnen en hij
kwam soms handen te kort, ze vlogen weg
en hij had er ook waarlijk plezier van. Het
waren nooit „schuddebolletjes" en hij wist
precies welke vlieger bij hem gekocht was.
Op een keer kwam Frans voorbij de tim
mermanswerkplaats, waar hij iedere dag
4 maal voorbij moest en zag daar, dat de
timmerman een paar mooie latten had lig
gen, zoo juist afgezaagd. Zou hij die nog
moeten hebben", dacht Frans „zou ik het
vragen"? Juist keek de timmerman om,
toen sprak hij: „Wat moet je jongen"?
„Heeft U nog een paar stokken voor vlie
gers"? vroeg Frans. O, ja, hier heb je er
eer. paar", en hij gaf twee pracht-stokken
zoo groot, Dat Vvas eile lym „Dank u wel
timmerman" en op een hol ging Frans naar
huis. „Kijk eens Moeder wat een fijne boog
ik heb gekregen een reuze vlieger wordt
dat" En wip, ging hij naar de zolder om
zijn stokken op te ruimen.
Onder 't- eten had hij het steeds maar
over de vlieger; hij keek terwijl maar naar
Moeder, want daar moest toch het geld
vandaan komen, voor papier en touwen.
Hij dorst er haast niet om te vragen, want
aan drie vel had hij niet genoeg, het
moesten vast wel 5 vel wezen.
„Mag ik er dan mee vliegeren", vroeg
zijn broertje Henk „Ja, dan zal ik hem voor
je oplaten is dat goed? en mag jij hem^vast
houden, afgesproken.
Toen hij om twee uur weer naar zijn
werk ging, stopte moeder hem 2 dubbeltjes
in zijn hand voor papier. „Dank U, Moe
zorg u voor stijfsel? „Ja, hoor, dag Frans,
tot vanavond".
Wat zal ik voor papier koopen? dacht
Frans rood, wit en blauw en een vel van
dat mooie oranje glimmende papier voor
sterren, ja dat moet het zijn! Vroolijk
stapte hy om zes uur naar huis met een
rol papier in zijn hand Dag moeder, is
de stijfsel al klaar' „Ja hoor, ga eerst
maar eens aan tafel je boterham op eten,
die vlieger komt wel in orde, zei Moeder.
Na het eten vliegersvlug nr.ar boven met de
stijfsel, touw en papier. Boven had Frans
de ruimte, een groote zolder en werd hij
door niemand in den weg geloopen. O, wat
was het toch een fijne boog, wel zoo groot
als ik zelf ben, en wat spant hij goed. Als
alles zoo vlug gaat, dan komt hij van
avond nog klaar.
En ja wel hoor, voordat hij naar bed
moest, was de vlieger klaar. Wat een pracht
was dat, ik zal er maar meteen de staart
aan doen en het touw, dan kan ik hem
morgen in het middaguur nog wed even op
laten. Weldra sliep Frans in en droomde
van zijn vlieger.
Des anderendaags was hy al vlug van
zijn werk thuis en had haast geen geduld
om te eten. Vlug ging hij zijn vlieger halen
maar, o wat een schrik, de vlieger kon niet
door het trapgat naar beneden toe. Hoe hij
hem ook al hield het ging niet hij was te
groot „Moeder" riep hij en Co dat was zijn
zus", kom eens even helpen, ik krijg hem
niet naar beneden". „Ja dat komt er van",
zei Co „als je zoo wilt opsnijden met je
groote vlieger". Ze stond hem vrolijk uit
te lachen, maar probeerde toch ook nog
eens of het ging. Maar nee, hoor hoe ze
hem ook keerde, het ging njet, „Weet je
wat Frans" zei Moeder „hang hem nu maar
op aan de muur dan kan je er altijd nog
aan denken en naar kijken en ga dan van
middag maar eens een paar kleinere stok
ken vragen misschien heeft den timmer
man er nog wel een paar, zoo ging Frans
naar zijn werk en weldra had hij weer
een andere vlieger gemaakt en was vast
besloten nooit meer zoo'n groote vlieger
te maken. Jaren lang is de groote vlieger
bewaard tot Frans ging verhuizen en toen
werden er maar brandhoutjes van gemaakt.
Dit verhaaltje is echt gebeurd.
Ma rti&n u-eAAe keilen, dc
door Anny v. Diest.
IV.
Gelukkig houdt het noodweer niet Ia
aan; het was een z.g. vliegende storm, j
de storm bedaard is, is 't weer. heerlijk
het dek; nog is de zee eenigszins woel
maar het schip heeft er geen hinder m<
van.
Als het avond geworden is wacht h
nog een nooit verwachtige verrassing. I
overweldigend schouwspel. De heldergr
ne zee weerspiegelt tallooze sterren; doi
sche stilte ^eerscht alom. Zoo ver het
reikt, glinstert en schittert de zee al
milliarden diamanten erover zijn uit
spreid. Vonken spatten van de golven;
gloed van het flikkerend licht 'uit de
werd ten laatste zoo he':ig dat de gl
der sterren verflauwde en als witte p
ten aan een donker firmament schenen
staan.
't Was één der raadselen, waar de
zoo rijk aan is; 't waren millioénen kle
diertjes, die van natuur lichtgevend z
Koen komt op een farm.
De laatste avond op de boot werd een;
zins feestelijk gevierd als afseheidsgr
Toen een geweldige plantengroei, die
de golven op en neerging, aankondi
dat de kust niet ver meer was, rnocht K
door een kijker zien dat het land al zi
baar was. Interessant vond de jongen
's Middags stoomde de boot de ha
binnen; er werd afscheid genomen van
kapitein, men ging aan land. Toch sj
't Koen inwendig wel iets dat die prj
tige reis nu al ten einde was. Maar
wachtte hem nog meer dat de jongen 1
rukkelijk zou vinden, al was dat dan
nog een diep geheim voor hem. Dc
nacht zouden ze doorbrengen in een h
dicht bij de haven. Vanuit hun hotelka
hadden ze een prachtig uitzicht over
drukke straten der stad en de bonte n
gelmoes der bewoners, die daar voc
gingen. Den volgenden dag gingen v<
en zoon verder. Nadat de zaken waren
gedaan, waarmee enkelen dagen ven
ken, vertelde de heer Berends aan K
dat hij een mooi plan had, dat den jor
zeker bevallen zou.
„Vertel eens gauw, Pa", drong Koen
„Je moet weten," begc vader, „dat
ren geleden een schoolkameraad van
naar Amerika vertrokken is, die nu
flinke farm bezit
„Hé vader," viel Koen in de rede, „i
heb ik nooit van gehoord!"
„Nee jongen; eerst hielden we wat b
wisseling met elkaar, maar het drukke
kenleven en het harde werk op de i
maakten daar een eind aan. Toch w:
gelooven dat mijn oude vriend even
zal zijn als ik, wanneer we elkaar nog
terug zien. En daarom had ik ged
eenige weken vacantie te nemen en di
de farm te gaan doorbrengen."
„Heusch vader", vroeg Koen blij
rast.
Wordt verv
NIEUWE RAADSELS
a. Ingestuurd door Ton Staats
Mijn geheel bestaat uit 26 letters en k
waar vele jongens en meisjes verlan,
naar uitzien.
13, 14, 15, 16, 17 is een ander woord
gevecht.
21, 22, 23 is een broer van je vadi
moeder.
14, 19, 20, 14, 8 is een zuster van je
of moeder.
9, 4, 5, 14 is niet vroeg.
24, 25, 23 is een jongensnaam.
18, 11, 3 is niet dichtbij.
10, 4, 1, 6, 2, 20 eilanden liggen voor
Noordkust.
12, 4, 7 is een dier en een kleedingst
b. Ingestuurd door Antje Keizer
Verborgen plaatsnamen.
Hier zijn in het geheel 13 plaatsn
(zie de atlas) en bij goede invulling vo
de eerste letters der gevonden namei
heel mooi gezegde!
1. Is er nog veel turf in het veen,
mers? (Groningen).
2. Heb je Een „Rumpol" al gesp:
Piet? (Groningen).
3. Ried jij Co dat aan te doen? C
land).
4. Hoe vond jij die zuster van Tina,
(Drente).
5. Hou jy van witte of roode r
(Drente).
6. Hè, wat een ommenhaal maak
(Overijsel).
7. Loop langs dien put rechtuit! (Uti
8. Ligt het in Zuid- of West-Broei
(Utrecht).
9. Wat is dat een oud dorpje hè? (I
Holland).
10. Wat diepe putten zijn daar a
(Zuid-Holland).
11. Als de lucht grauw is, is alles
tig! (Zeeland).
12. Moe heeft dat oud gasstel wegg
(Noord-Brabant).
13. Wat ben je aan het doen? (r<
zie ik (Limburg).
'T SCHEEPJE
Naverteld door An ca,
'n Scheepje lag aan d' oever van de vliet,
Verscholen in 't ruisend riet,
Maar toen 'n knaap er in ging staan
Is 't scheepje van de wal gegaan
En hoe de knaap ook schreeuwt en schal,
Het scheepje drijft, ver van de wal.
De angst bekruipt de jongen snel,
En hoe hij schreeuwt, zóó luid zóó schel,
Er is nu niemand bij de hand,
Die 't scheepjevaar'n doet naar den kant.
En 't riet, dat zingt z'n ruisend lied,
Maar dat hoort het knaapje niet.
De jongen drijft daar, in de vliet,
Hij drijft steeds verder; merkt nog niet,
Dat daar aan gindschen overkant,
"""en groote boom licht vast gestrand
En 't riet, dat zingt zijn ruischend lied,
Al aan den oever van de vliet.
Hij botst er tegen, geeft 'n gil,
Maar eensklaps is weer alles stil.
Hij denkt: 't gevaar is nu voorbij,
Maar 't was 'n goede les voor mij".
En 't riet, dat zingt zóó blij, zóó luid:
't Knaapje is 't bootje uit".
DE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
van verleden week waren:
1. Anna, Ella, Annie, Ada.
2. Waalwijk.
3. Venlo.
4. wolf
Aken
rood Warfum.
lief
guur
Marie
J o h a n v. O v o s t. Leiden. In or
de Joh an, alles is veranderd en zusje staat
al in de lange lijst te pronk. En wanneer
kom jij nu eens oodagen met een mooi
verhaaltje of een rijmpje, dat een versje
kan heeten? Dag jongen! Groet je ouders
van me en vergeet dan niet Cobie en Joop
in miin plaats de hand te geven.
..Cl. v. d. Zw„ Voorhout. Aan uw
beleefd verzoek is voldaan. Zijn nog meer
zusjes of broertjes te noteeren, dan hoor
ik dat wel. Met hand en "groet!
Mieke Brunt, Leiden. Het op
stelletje is niet kwaad enhad ik veel
ruimte, dan zou ik het verhaal van Jantje
en Toos en Wies en de juffrouw in den
winkel alle Neefjes en Nichtjes eens laten
hooren. Ik wed, dat ze het allen mooi von
den. En dat zegt veel. Ja ik kan me
Wies best voorstellen, dat ze blij was toen
ze Toos zag. Jammer, dat ze toen net
moest vallen. Dat glaasje limonade zal ze
wel weer opgeknapt hebben. Dag Mieke!
Veel groetjes thufc!
Op 11 Oct.
Truusje Wijnen N. Mare 5
Koos Straathof, Geldersw. A 5, Z'woude
Bertie v. d. Berk, Veldhorststr. 44, Lisse
Peter Versteegen, Weip. Z'woude
Liesje Gerse, Vinkenl. 16, Wassenaar
Corrie v. d. Aart, v. d. Veldstr. 5 Lisse
Nel v. d. Meer, B 483 R'veen
Ik feliciteer de jaren.
Wie zijn of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien, of bij het verlaten der
school van de lijst wenscht afgevoerd te
worden, schryve me minstens 14 dagen
voor den verjaardag.
Zoo ook wie verandert van woonplaats
straat of huisnummer of wie in de lijst
een fout ontdekt.
Oom WIM
DE BRIEF
van
ELLY ANTONI