U vraagt? 1. Naar welk land gaat de ooievaar in het najaar? 2 Waarom gaan ze zoo vér. 3. Hoeveel Katholieken zouden in Chi na wonen? 4. Ik lees in mijn kerkboek: „Besproei mi' met hysop en ik zal gezuiverd worden". Wat is hysop? 5. Wat is een gala-feest? Wij antwoorden 1. Naar de moerassen in Transvaal en Basoetoland. Zij vliegen dus naar Afrika. 2. Zü trekken uit drang en net zoo lang, als die drang hen beheerscht; ook al hadden zij een land gevonden, dieveel dichterbij lag en dat voldoende eten in den wintertijd hun bood, zij trekken al verder tot ze zijn, waar hun instinct hun toeroept „halt"! Zoo heeft het de Schepper gewild en zoo gebeurt het bij de dieren. 3. Ruim 3 millioen. Telken jare komen er al een 100.000 bij. Er werken nu al naast de Europeesche missionarissen 1921 Chi- neesche priesters. Met de zusters en cate chisten meegerekend; werken er 50.000 sa men om dat groote rijk te bekeeren. 4. Een lipbloemige plant met stevige, houtachtige stengel; welk gewas veel in het H. Land voorkomt. Zoo'n bundel hy- sopstengels gebruikte men in de kerk, als kwast tot besprenkeling met wijwater. 5. Een groot feest, inz. feest ten hove; zoo is gala hofpracht ook staatsie-kleeding. Correspondentie Greet Krol, Haarlem. Dank voor deze twee bijdragen, die ik direct, een plaatsje inruim. Mijn vaste medewerksters hebben begrijperlijkerwijze een streepje voor. Ik vind het ook niet erg om 10 uur thuis te moeten zijn, want ik was het voor dezen ook. Aan den wedstrijd heb ik niet deelgenomen. Dat de strijd spannend was, begrijp ik. Hoe gaat het nog op 't kantoor? Dag Greet! Veel groeten wederkeerig aan alle huisgenooten. En jou speciaal de hand! Piet v. d. Meer, Zoeterwoude. Aan je verlangen is voldaan. Zoo Neefje, en wat ga je nu doen? Vader helpen? Of de groote wereld in! Ik wensch je in je verder leven succes en bovenal de vervul ling yan eigen wensch en. Groet de ouders van me en blijf jij maar trouw ons Hoekje volgen. Er valt in de „Vragenrubriek" voor ieder wat te leeren; vooral voor hen, die van school zijn. Hoor ik nog eens wat? Ina v. d. Ploeg, N'Hout. Zoo, zoo, wist jij hoeveel broertjes en zusjes ik heb! Als dat waar is, krijg jij een boek! Schrijf mij dat eens! Maar dan ook het juiste ge tal. De fouten zijn hersteld. In Sassenheim is het leuk te logeeren geweest en wat hebben jullie genoten in Rijpwetering. Daar had ik bij willen zijn. En nu groet ik je en alle huisgenooten en geef je de hand ten afscheid! Ik hoor nog wel eens wat, is 't niet Ina? Daag! Gradda Visser, Alphen. Ik hoop, dat dit boek beter over komt. Zeker kun je blijven meedoen en 't adres blijft voor jou Heerenweg 27 Alphen. En hoe gaat het nu? Is het al wat rustiger in Al phen Dag Gradda! Lees prettig! Annie v. d. Poel, Zoeterwoude. Dat de jongens binnen 't kwartier be neden waren, laat zich hooren. Als naar zee gegaan wordt, of een uitstapje gemaakt wordt, of men op visite moet gaan,'.'dan is het altijd „haasje repje" zelfs bij hen, die in gewone omstandigheden altijd tijd ge noeg hebben. Wat zal moeder bang ge weest zijn en hoe blü, toen ze „den ver loren zoon" weer terug had. En dat de jongens thuis in het bedje dadelijk in slaap vielen, begrijp ik volkomen en ieder een, die vaker op het strand gespeeld heeft. Dag Annie! Groet vader en moeder en alle huisgenooten van me! V e r g e e t-m e-n ietje, Leiden. Zeker vind ik dit een mooi schuilnaampje voor jou. Heidi was ook niet kwaad ver zonnen, maar dat is niet zoo sprekend, zoo toepasselijk. Dus zullen we maar zeggen: .,Vergeet-me-nietje". En nu zal ik het ver haaltje ook maar geven, dan ben je zeker voldaan en hoor ik vast later nog meer van je. Dag lief Nichtje! Groet je ouders, en je twee zusjes van me en voor jou de hand tot afscheid en tot slot van deze corres pondentie Tot de volgende week. Wie een brief schrijft, krijgt een ant woord terug. Oom WIM. Wie 71111 farig? Van 5 tot en met 11 October Op 5 Oct. Koos Wagenaar, Joh. de Wittstr. 15, Wassen. Bertha Klijn, Miening E 119 Jootje van Dijk, Julianastr. 100, Lisse Nel Bierhuizen Stompw.weg 47, Leidschend. Christina Heymans, Groenendijk, H'woude Trientje Groenendijk, P. Huibertshof 13 Frans Heemskerk, Seringestr. 56a Jan de Groot, Bl.laan 24 Corrie Bakker, B 420, R'veen Op 6 Oct. Nellie v. d. Ploeg, JulianapL n, N'hout Corrie van Mil, Garenmarkt 16 Hein Kortekaas, 's Grav.weg 40, N'hout rj^raivT van Riin. Drechtdiik 29. Kwakel Toos van Wieringen, Rijndijk, H'woude Marie van Bergen-Henegouwen, Wald. Pyrm.str. 46 Truus v. d. Geest Veenestr. 138, Leidschend. Corrie van Niekerk, Miening E 126 Z'woude Op 7 Oct Rietje Molenkamp, Weip. B 8 Z'woude Theo Kortekaas, 's Grav.weg 40, N'hout Stientje van Es, Mirakelst. 18 Jan Bijsterveld, Lusthofl. 3a Op 8 Oct. Leo Scholtes Bur. Vernèdep. 35 Voorschoten Rietje Wijnen, Nieuwe Mare 5 Anny Bakker, Koningsstr. 39a Truusje Hillenaar, Hoogmade B 239 Frits Vosters, H'str. 273a Henk v. d. Steen, Haven 36 Jos Maat, Hoogewoerd 59 Annie Bakker, St. Aagtenstr. 14 Lucie v. d. Voorerf H. Rijndijk 106 Op 9 Oct. Marie Versteegen, Weip. B 14 Z'woude Alie Maarsseveen, Noorden Mina Verdegaal, Noorsew. 381, Nieuwkoop Har Verhoog, Sophiastr. 47 Anny den Dubbelden, Wijtenbachw. 111 Oegstgeest Koos Zandbergen, Z'woude N. B. E 159 Bert Mulder, Watertje D 15 Z'woude Op 10 Oct. Gerard Boon Haagweg 94 Cokkie en Corrie Nou wens, Schoolstr. 3 Oegstgeest Saartje de Zwijger, Vrouwenkerkst. 8 Kitty Edelaar, O. Singel 66 Alie Berenfinger, Middelstegr. 25a Jan Jansen, Groenendijk A 204 Liesje Jansen, P. Huibertshof 14 Alida Verbaan, Koudekerk B 157 (als voorbeeld) Beste Oom Wim. Het is al een heele tijd geleden, dat ik U een brief geschreven heb. Telkens was ik van plan U eens te schrijven en telkens kwam er wat tusschen of kon ik de ver leiding niet weerstaan, als mijn vriendin netjes mij kwamen halen om buiten te spelen. Tótdat ik gisteren uw „attentie" in de kinderkrant zag. U begrijpt, dat gaf met een aanleiding om nu aan 't werk te gaan. Maar ja, om zoo maar ineens een heele lange brief te schrijven....?!! Maar ik zal dan eens beginnen, hoe ik de oorlogsdagen heb doorgebracht. 's Morgens om een uur of half 4 werd ik gewekt door 't gerook van vliegmachines. Dadelijk diep ik Vader en Moeder. Vader zei, manoeuvres, maar Moeder dacht er anders over en zei, „Het is vast niet pluis". Samen (Moeder en ik, Vader bleef nog liggen) stonden we op en liepen naar 't raam, om toch eens te kijken, wat er te doen was. We zagen onze buurman buiten staan en vroegen, wat er toch wel aan de hand was. „Er is oorlog" verklaarde hij, of het de gewoonste zaak van de wereld was. „Dat geloof ik zoo maar, zei ik. „Zet U dan de radio aan". Die raad volgden we op en liepen naar beneden. En werkelijk, het was waar. Toen we weer naar buiten keken, zagen we zoowat alle menschen uit hun huis komen; de straat op. Wij kleedden ons aan. Eerst riepen we Vader nog, en gingen samen ook. We moesten nog wel even lachen, omdat het zoo'n komisch ge zicht was, dat iedereen haast half aange kleed was. Sommigen met krulspelden m 't haar en ook met slaperige gezichten. Eigenlijk was 't wel dom om zoo buiten te staan, terwijl er zoo geschoten werd. De volgende dagen ging 't al niets beter. Af en toe was 't wel weer eens rustig en dan stonden we maar weer te praten. Maar gelukkig is het weer voorbij. De angsten zijn weer geweken. Alleen is 't nu vervelend in de vacantie Oom. Want ik denk dat ik niet uit logeeren ga. Misschien nog wel eens een dagje er zoo tusschen door, maar overigens kan ik 't hier best uithouden. Wy hebben achter ons huis, een groot wei land, daar speel ik heel dikwijls. Dat is wat fijn. Ik zou het land tenminste niet willen missen. We tennissen daar ook dik wijls. Of we gaan handballen of trefbal. En nu hebben we samen, mijn twee vriendin netjes, Ada en Corrie, en ik, een club op gericht, „Het klaverblad". Om de beurt komen we dan bij elkaar thuis, om club te houden. Dat is echt gezellig, zoo eens een keertje in de week bij elkaar. We maken dan reuze pret. Ook ben ik nog op, een Mule-club. We krijgen na de vacantie een nieuwe leidster. Onze vorige leidster heeft soms heel wat met ons te stellen ge had. Al waren we maar met z'n zevenen, toch was er herrie genoeg. Met 't Apostel- feest hebben wij ook een gezellige, dag, van de club gehad, 't Morgens algemeene II. Communie met daarna gezamenlijk ontbijt. En 's Middags moesten we allemaal, groep voor groep, iets uitbeelden uit 't leven van de H.H. Petrus en Paulus. Over 'n paar weken krijg ik de foto's, die op dien dag genomen zijn. Ik verlang er al naar om ze te zien. Verleden jaar heb ik u geschreven Oom, dat ik naar de le klas Mulo ging en nu ben ik fijn bevorderd voor de 2e klas. Nu wordt het natuurlijk wel weer veel moeilijker en krijg ik ook veel meer huiswerk. Dat laatste vind ik wel' vervelend, maar er is niets aan te doen en 't zal heus wel los- loopen. Er gaan wel vijf meisjes uit mijn klas van school af, sommigen gaan naar de vakschool of thuis helpen. Nu ik een nieuw velletje neem, merk ik pas hoeveel ik geschreven heb. Ik hoop maar, dat het u allemaal interesseert. Want als ik eenmaal bezig ben, dan schrijf ik haast alles op, wat in mijn hoofd op komt. Heel mooi heb ik ook niet geschreven, maar dat komt zoo: Verleden week moest ik over een hek met prikkeldraad klim men en daar ben ik nu afgev.-^'en en zoo bleef ik midden in de prikk^s hangen. Een kennis kwam mij verlossen. Op het moment dat 't gebeurde, had ik geen pijn, maar daarna des te erger. Mijn linkere n was bij de knie heelemaal open, mijn a geschaafd en mijn duim (dat moet natuur lijk weer de rechter zyn) heb ik heele maal opgehaald. Pijn heb ik niet meer, maar omdat het verbandje er zoo stijf om heen zit, kan ik de pen niet zoo goed hand- teeren. Gelukkig maar, dat het vacantie is. Maar nu ga ik toch eens eindigen want al mijn nieuwtjes heb ik geschreven, behalve, dat ik Zondag naar Rotterdam ga, waar ik nog al veel familie heb. Maar nu ga ik toch eens heus eindigen en wensch u ook een prettige vacantie toe. De hartelijke groeten van Vader en Moeder maar vooral van uw nichtje. ELLY ANTONI EIGEN WERK Frans en zi]n vlieger door ANNIE VAN ZIJP Frans was een jongen van 14 jaar en werkte al op een fabriek, maar was toch altijd nog vol van spelen. Zoo hield hij bij zonder van vliegeren. Hij maakte de vlie gers steeds zelf; ja, hij verkocht ze ook voor 1, VA a 2 ct., dan stonden ze op 'n rijtje voor het raam zoo tegen de gordijnen en hij kwam soms handen te kort, ze vlogen weg en hij had er ook waarlijk plezier van. Het waren nooit „schuddebolletjes" en hij wist precies welke vlieger bij hem gekocht was. Op een keer kwam Frans voorbij de tim mermanswerkplaats, waar hij iedere dag 4 maal voorbij moest en zag daar, dat de timmerman een paar mooie latten had lig gen, zoo juist afgezaagd. Zou hij die nog moeten hebben", dacht Frans „zou ik het vragen"? Juist keek de timmerman om, toen sprak hij: „Wat moet je jongen"? „Heeft U nog een paar stokken voor vlie gers"? vroeg Frans. O, ja, hier heb je er eer. paar", en hij gaf twee pracht-stokken zoo groot, Dat Vvas eile lym „Dank u wel timmerman" en op een hol ging Frans naar huis. „Kijk eens Moeder wat een fijne boog ik heb gekregen een reuze vlieger wordt dat" En wip, ging hij naar de zolder om zijn stokken op te ruimen. Onder 't- eten had hij het steeds maar over de vlieger; hij keek terwijl maar naar Moeder, want daar moest toch het geld vandaan komen, voor papier en touwen. Hij dorst er haast niet om te vragen, want aan drie vel had hij niet genoeg, het moesten vast wel 5 vel wezen. „Mag ik er dan mee vliegeren", vroeg zijn broertje Henk „Ja, dan zal ik hem voor je oplaten is dat goed? en mag jij hem^vast houden, afgesproken. Toen hij om twee uur weer naar zijn werk ging, stopte moeder hem 2 dubbeltjes in zijn hand voor papier. „Dank U, Moe zorg u voor stijfsel? „Ja, hoor, dag Frans, tot vanavond". Wat zal ik voor papier koopen? dacht Frans rood, wit en blauw en een vel van dat mooie oranje glimmende papier voor sterren, ja dat moet het zijn! Vroolijk stapte hy om zes uur naar huis met een rol papier in zijn hand Dag moeder, is de stijfsel al klaar' „Ja hoor, ga eerst maar eens aan tafel je boterham op eten, die vlieger komt wel in orde, zei Moeder. Na het eten vliegersvlug nr.ar boven met de stijfsel, touw en papier. Boven had Frans de ruimte, een groote zolder en werd hij door niemand in den weg geloopen. O, wat was het toch een fijne boog, wel zoo groot als ik zelf ben, en wat spant hij goed. Als alles zoo vlug gaat, dan komt hij van avond nog klaar. En ja wel hoor, voordat hij naar bed moest, was de vlieger klaar. Wat een pracht was dat, ik zal er maar meteen de staart aan doen en het touw, dan kan ik hem morgen in het middaguur nog wed even op laten. Weldra sliep Frans in en droomde van zijn vlieger. Des anderendaags was hy al vlug van zijn werk thuis en had haast geen geduld om te eten. Vlug ging hij zijn vlieger halen maar, o wat een schrik, de vlieger kon niet door het trapgat naar beneden toe. Hoe hij hem ook al hield het ging niet hij was te groot „Moeder" riep hij en Co dat was zijn zus", kom eens even helpen, ik krijg hem niet naar beneden". „Ja dat komt er van", zei Co „als je zoo wilt opsnijden met je groote vlieger". Ze stond hem vrolijk uit te lachen, maar probeerde toch ook nog eens of het ging. Maar nee, hoor hoe ze hem ook keerde, het ging njet, „Weet je wat Frans" zei Moeder „hang hem nu maar op aan de muur dan kan je er altijd nog aan denken en naar kijken en ga dan van middag maar eens een paar kleinere stok ken vragen misschien heeft den timmer man er nog wel een paar, zoo ging Frans naar zijn werk en weldra had hij weer een andere vlieger gemaakt en was vast besloten nooit meer zoo'n groote vlieger te maken. Jaren lang is de groote vlieger bewaard tot Frans ging verhuizen en toen werden er maar brandhoutjes van gemaakt. Dit verhaaltje is echt gebeurd. Ma rti&n u-eAAe keilen, dc door Anny v. Diest. IV. Gelukkig houdt het noodweer niet Ia aan; het was een z.g. vliegende storm, j de storm bedaard is, is 't weer. heerlijk het dek; nog is de zee eenigszins woel maar het schip heeft er geen hinder m< van. Als het avond geworden is wacht h nog een nooit verwachtige verrassing. I overweldigend schouwspel. De heldergr ne zee weerspiegelt tallooze sterren; doi sche stilte ^eerscht alom. Zoo ver het reikt, glinstert en schittert de zee al milliarden diamanten erover zijn uit spreid. Vonken spatten van de golven; gloed van het flikkerend licht 'uit de werd ten laatste zoo he':ig dat de gl der sterren verflauwde en als witte p ten aan een donker firmament schenen staan. 't Was één der raadselen, waar de zoo rijk aan is; 't waren millioénen kle diertjes, die van natuur lichtgevend z Koen komt op een farm. De laatste avond op de boot werd een; zins feestelijk gevierd als afseheidsgr Toen een geweldige plantengroei, die de golven op en neerging, aankondi dat de kust niet ver meer was, rnocht K door een kijker zien dat het land al zi baar was. Interessant vond de jongen 's Middags stoomde de boot de ha binnen; er werd afscheid genomen van kapitein, men ging aan land. Toch sj 't Koen inwendig wel iets dat die prj tige reis nu al ten einde was. Maar wachtte hem nog meer dat de jongen 1 rukkelijk zou vinden, al was dat dan nog een diep geheim voor hem. Dc nacht zouden ze doorbrengen in een h dicht bij de haven. Vanuit hun hotelka hadden ze een prachtig uitzicht over drukke straten der stad en de bonte n gelmoes der bewoners, die daar voc gingen. Den volgenden dag gingen v< en zoon verder. Nadat de zaken waren gedaan, waarmee enkelen dagen ven ken, vertelde de heer Berends aan K dat hij een mooi plan had, dat den jor zeker bevallen zou. „Vertel eens gauw, Pa", drong Koen „Je moet weten," begc vader, „dat ren geleden een schoolkameraad van naar Amerika vertrokken is, die nu flinke farm bezit „Hé vader," viel Koen in de rede, „i heb ik nooit van gehoord!" „Nee jongen; eerst hielden we wat b wisseling met elkaar, maar het drukke kenleven en het harde werk op de i maakten daar een eind aan. Toch w: gelooven dat mijn oude vriend even zal zijn als ik, wanneer we elkaar nog terug zien. En daarom had ik ged eenige weken vacantie te nemen en di de farm te gaan doorbrengen." „Heusch vader", vroeg Koen blij rast. Wordt verv NIEUWE RAADSELS a. Ingestuurd door Ton Staats Mijn geheel bestaat uit 26 letters en k waar vele jongens en meisjes verlan, naar uitzien. 13, 14, 15, 16, 17 is een ander woord gevecht. 21, 22, 23 is een broer van je vadi moeder. 14, 19, 20, 14, 8 is een zuster van je of moeder. 9, 4, 5, 14 is niet vroeg. 24, 25, 23 is een jongensnaam. 18, 11, 3 is niet dichtbij. 10, 4, 1, 6, 2, 20 eilanden liggen voor Noordkust. 12, 4, 7 is een dier en een kleedingst b. Ingestuurd door Antje Keizer Verborgen plaatsnamen. Hier zijn in het geheel 13 plaatsn (zie de atlas) en bij goede invulling vo de eerste letters der gevonden namei heel mooi gezegde! 1. Is er nog veel turf in het veen, mers? (Groningen). 2. Heb je Een „Rumpol" al gesp: Piet? (Groningen). 3. Ried jij Co dat aan te doen? C land). 4. Hoe vond jij die zuster van Tina, (Drente). 5. Hou jy van witte of roode r (Drente). 6. Hè, wat een ommenhaal maak (Overijsel). 7. Loop langs dien put rechtuit! (Uti 8. Ligt het in Zuid- of West-Broei (Utrecht). 9. Wat is dat een oud dorpje hè? (I Holland). 10. Wat diepe putten zijn daar a (Zuid-Holland). 11. Als de lucht grauw is, is alles tig! (Zeeland). 12. Moe heeft dat oud gasstel wegg (Noord-Brabant). 13. Wat ben je aan het doen? (r< zie ik (Limburg). 'T SCHEEPJE Naverteld door An ca, 'n Scheepje lag aan d' oever van de vliet, Verscholen in 't ruisend riet, Maar toen 'n knaap er in ging staan Is 't scheepje van de wal gegaan En hoe de knaap ook schreeuwt en schal, Het scheepje drijft, ver van de wal. De angst bekruipt de jongen snel, En hoe hij schreeuwt, zóó luid zóó schel, Er is nu niemand bij de hand, Die 't scheepjevaar'n doet naar den kant. En 't riet, dat zingt z'n ruisend lied, Maar dat hoort het knaapje niet. De jongen drijft daar, in de vliet, Hij drijft steeds verder; merkt nog niet, Dat daar aan gindschen overkant, """en groote boom licht vast gestrand En 't riet, dat zingt zijn ruischend lied, Al aan den oever van de vliet. Hij botst er tegen, geeft 'n gil, Maar eensklaps is weer alles stil. Hij denkt: 't gevaar is nu voorbij, Maar 't was 'n goede les voor mij". En 't riet, dat zingt zóó blij, zóó luid: 't Knaapje is 't bootje uit". DE OPLOSSINGEN DER RAADSELS van verleden week waren: 1. Anna, Ella, Annie, Ada. 2. Waalwijk. 3. Venlo. 4. wolf Aken rood Warfum. lief guur Marie J o h a n v. O v o s t. Leiden. In or de Joh an, alles is veranderd en zusje staat al in de lange lijst te pronk. En wanneer kom jij nu eens oodagen met een mooi verhaaltje of een rijmpje, dat een versje kan heeten? Dag jongen! Groet je ouders van me en vergeet dan niet Cobie en Joop in miin plaats de hand te geven. ..Cl. v. d. Zw„ Voorhout. Aan uw beleefd verzoek is voldaan. Zijn nog meer zusjes of broertjes te noteeren, dan hoor ik dat wel. Met hand en "groet! Mieke Brunt, Leiden. Het op stelletje is niet kwaad enhad ik veel ruimte, dan zou ik het verhaal van Jantje en Toos en Wies en de juffrouw in den winkel alle Neefjes en Nichtjes eens laten hooren. Ik wed, dat ze het allen mooi von den. En dat zegt veel. Ja ik kan me Wies best voorstellen, dat ze blij was toen ze Toos zag. Jammer, dat ze toen net moest vallen. Dat glaasje limonade zal ze wel weer opgeknapt hebben. Dag Mieke! Veel groetjes thufc! Op 11 Oct. Truusje Wijnen N. Mare 5 Koos Straathof, Geldersw. A 5, Z'woude Bertie v. d. Berk, Veldhorststr. 44, Lisse Peter Versteegen, Weip. Z'woude Liesje Gerse, Vinkenl. 16, Wassenaar Corrie v. d. Aart, v. d. Veldstr. 5 Lisse Nel v. d. Meer, B 483 R'veen Ik feliciteer de jaren. Wie zijn of haar naam in deze lijst wil opgenomen zien, of bij het verlaten der school van de lijst wenscht afgevoerd te worden, schryve me minstens 14 dagen voor den verjaardag. Zoo ook wie verandert van woonplaats straat of huisnummer of wie in de lijst een fout ontdekt. Oom WIM DE BRIEF van ELLY ANTONI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 8