Het pact van Berlijn
fDe indmk in de V,e%. Sloten
Sk aacHtdwimde aanvatten
ap Handen
Ik hèb gekozen,
Arkadi...
MAANDAG 30 SEPTEMBER 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Spanje's houding
STAATSLIEDEN VERLATEN BERLIJN.
De Spaansche minister van binnenland
sche zaken, Serrano Suner, is Zondagmor
gen met verscheidene heeren van zijn ge
zelschap naar Muenchen vertrokken. Na
een kort bezoek aan de hoofdstad der be
weging zal de Spaansche minister doorrei
zen naar Rome. Ook de overige leden van
de Spaansche delegatie zijn gistermorgen
uit Berlijn vertrokken om via Parijs naar
Spanje terug te keer en.
De Fuehrer heeft Zaterdagmiddag in de
nieuwe rijkskanselarij den Italiaar.schen
minister van buitenlandsche zaken, graaf
Ciano, ontvangen, in tegenwoordigheid van
den rijksminister van buitenlandsche za
ken, von Ribbentrop, voor een langdurige
gedachten wisseling.
Graaf Ciano is Zondagmorgen eveneens
met de heeren van zijn gezelschap uit Ber
lijn vertrokken om naar Rome terug te
keeren.
De Italiaansche bladen wijden uitvoerige
commentaren aan de reis van den Spaan-
schen minister van Binnenlandsche Zaken.
De „Popoio di Roma" wijst op de algeheele
geestelijke solidariteit tusschen Spanje en
de as-mogendheden en noemt in dit ver
band de volgende belangrijke factoren:
le. Serrano Suner was aanwezig bij een
ontvangst, aangeboden door von Ribben
trop ter eere van graaf Ciano en den Ja-
panschen ambassadeur te Berlijn.
2e. Het onderhoud tusschen Ciano. Su
ner en von Ribbentrop, na afloop waarvan
een officieel communiqué meldde, dat vol
komen opheldering tusschen de as en Span
je was bereikt.
Se. De aankondiging van het komendé
bezoek van Serraro Suner aan Rome.
Het blad concludeert, dat het drielanden-
pact inderdaad voor uitbreiding vatbaar is.
De „Telegrafo" schrijft, dat de reactie op
het drielandenpact over het algemeen gun
stig is voor de as-mogendheden. Met be
trekking tot Rusland, aldus het blad, moet
gewezen worden op de verklaring van von
Ribbentrop, betreffende de mogelijkheid
van niéuwe overeenkomsten tusschen de
contracteerende partijen en de Sovjet-Unie,
een verklaring, die op haar volle gewicht
geschat moet worden.
HULL OVER HET DRIEMOGENDHEDEN-
PACT.
In een Zaterdag gehouden persconferen
tie heeft de Amerikaansche minister van
buitenlandsche zaken, Huil, de volgende
formeele verklaring afgelegd:
Het driemogendhedenpact tusschen
Duitschland, Italië en Japan brengt, naar
de meening der Amerikaansche regeering,
niet veel verandering in een toestand, die
reeds sedert verscheidene jaren heeft be
staan. De aankondiging van het bondge
nootschap maakt alleen de geheele wereld
een betrekking duidelijk, die in feite se
dert vrij langen tijd bestond. Dat een der
gelijke overeenkomst in voorbereiding was,
was te Washington sedert eenigen tijd zeer
goed bekend.
De Amerikaansche regeering heeft bij het
bepalen van haar buitenlandsche politiek
met dit feit ten volle rekening gehouden.
Huil weigerde verdere mededeelingen te
doen en verklaarde, dat hij zich over dit
soort vragen niet aan een kruisverhoor
wilde onderwerpen.
De Amerikaansche vice-minister van
buitenlandsche zaken, Sumner Welles,
heeft te Cleveland een rede gehouden,
waarin hij verklaarde, dat de Vereenigde
Staten zullen voortgaan, Engeland allen
steun in der. vorm van leveringen van al
lerlei aard te verleenen.
Wat het Verre Oosten betreft, zeide
Welles, dat elke kwestie hieromtrent op
vreedzame wijze door onderhandelingen
kan worden opgelost. De Vereenigde Sta
ten wenschen, dat in het Verre Oosten de
rechten van Amerika en van de Amerikaan
sche burgers, overeenkomstig de bestaande
verdragen of overeenkomstig het volken
recht zullen worden geëerbiedigd. Alle
handeldrijvende larden dienen daar gelijke
mogelijkheden te hebben. De Vereenigde
Staten verwachten ook, dat de internatio
nale verdragen zullen worden nagekomen.
Zij zijn bereid eventueele wijzigingen in
deze overeenkomsten of verdragen, welke
naar de meening van de betrokken landen
noodig zijn, te overwegen.
Japan, aldus Welles, heeft echter het
voornemen te kennen gegeven, alléén te
willen beslissen, in hoeverre met de be
langen van de Vereenigde Staten en met
de verdragsrechten der Amerikaansche
burgers rekening moet worden gehouden.
Als lichtpunt noemde Welles de toene
mende samenwerking der Amerikaansche
republieken. Ten slotte legde hij den na
druk op de noodzakelijkheid voor de V. S.
met alle kracht en snelheid te gaan bewa
penen.
Reactie in Amerikaansche politieke wereld.
De weerklank van het bondgenootschap-
verdrag van Berlijn uit zich in Amerikaan
sche Congreskringen deels in eischen tot
versnelde bewapening, deels in nadrukke
lijke onverschilligheid, ten deele echter
ook in de aansporing, dat de Vereenigde
Staten er goed aan doen voor de eigen aan
gelegenheden te zorgen en zich van alle
inmenging te onthouden.
STEEDS SLECHTERE BETREKKINGEN
ENGELAND—JAPAN.
Volgens Domei zou de Japansche ambas
sadeur te Londen, Sjigemitsoe, Maandag
een bezoek brengen aan den Britschen mi
nister van buitenlandsche zaken lord Ha
lifax om hem officieel het sluiten van het
drielandenpact mee te deelen. Domei meldt
verder, dat men kan waarnemen, hoe de
betrekkingen tusschen Engeland en Japan
steeds slechter worden. Men overweegt
daarom reeds de in Engeland wonende Ja-
panneezen zoo noodig te doen vertrekken.
De Japansche ambassade te Londen heeft
het departement van buitenlandsche zaken
in Tokio verzocht het thars in Lissabon
liggende Japansche s.s. „Foesjimi Maroe"
voor dat doel naar Liverpool te sturen.
DE POSITIE VAN NEDERLANDSCH
INDIë.
Naar aanleiding van het sluiten van het
pact is volgens United Press te Berlijn van
bevoegde zijde gezegd, dat het anti-komin
ternpact ook nu nog onveranderd bestaat.
Op de vraag of Nederlandsch Indië tot de
Aziatische of Europeesche invloedsfeer be
hoort, werd gezegd: „Deze vraag is bij de
besprekingen over het driemogendheden
pact niet behandeld". De vraag, welke hou
ding Duitschland jegens Zuid-Amerika zal
aanemen, werd in dien zin beantwoord, dat
Duitschland zich nooit gesteld heeft tegen
over de Monroe-leer. „Wij hebben natuur
lijk belang bij goede betrekkingen met bei
de gebieden van Amerika".
Buitenlandsche Berichten
GROOTE ZONNEVLEKKEN
STOREN DE RADIO
Het observatorium te Faenza meldt, dat
de groote storingen, die in de laatste dagen
in geheel Europa by de radiouitzendingen
werden waargenomen, aan kosmische oor
zaken moeten worden toegeschreven.
Op 26 en 27 September werd in het bij
zonder de ultra-kortegolfontvangst tus
schen 12 en 20 meter door een zonnevlek
gestoord. De buitengewoon groote zonne
vlekken, die op het oogenblik circa 20
maal den omtrek van de aarde bedragen,
beïnvloeden rechtsstreeks de electro-
magnetische golven.
Het observatorium wijst er op, dat in
den loop van de maand October eveneens
sterke electro-magnetische storingen zullen
optreden.
DE EERSTE SNEEUWVAL IN EUROPA
In het hooge Noorden van het Europee
sche deel der Sovjet-Unie, aan de mon
ding van de Petsjora, is bij een tempera
tuur van 1 tot 2 graad onder nul de eerste
sneeuw gevallen.
MAATREGELEN TEGEN OUDMINISTERS
IN ROEMENIë
Officieel wordt medegedeeld, dat aan
vijf gepensioneerde generaals en negen po
litici van het oude regime een gedwongen
verblijfplaats is toegewezen. Deze personen
zijn verscheiden malen gewaarschuwd, doch
hebben hun houding niet willen wijzigen.
De justitie-autoriteiten, die het onderzoek
naar het vroegere doen en laten van deze
personen voeren, hebben een borgstelling
geëischt.
Het betreft hier de generaals Argescha-
nu en Zlousch, beiden vroeger van het mi
nisterie van Oorlog, den commandant der
gendarmerie, generaal Marinescu, generaal
Bengliu en den vroegeren chef van den ge-
neralen staf, generaal Tzenescu.
Onder de politici bevinden zich de com
mandant van de jeugdbeweging ten tijde
van ex-koning Carol, Sidorovici, de vroe
gere minister van Binnenlandsche Zaken,
Gelmegeanu, de vroegere ministers van
Binnenlandsche Zaken, Jamandi en Mirto,
vroegere minister van Propaganda, Telea-
nu de schrijver en directeur van het ver
boden blad „Romania". Caesar Petrescu, de
kabinetschef Calinescu-Lobei en de Offi
cier van Justitie, kolonel Leciu, die o.a. Co-
dreanu in staat van beschuldiging gesteld
heeft.
DE POSITIE VAN CANADA.
Het prominente 'Fransch-Canadeesche
blad „Le Jour" pleit voor een aansluiting
van Canada bij de Vereenigde Staten. Vol
gens een bericht uit Montreal schrijft dit
blad o.m., dat hoe de oorlog ook afloopt,
het met Engeland gedaan is. Canada's toe
komst ligt op het Amerikaansche vasteland
en in een zoo nauw mogelijk verband met
de Vereenigde Staten. Thans heeft Canada
een gelegenheid, zooals die in 2000 jaar niet
zal terugkeeren, zoo besluit „Le Jour", om
zich uit de Europeesche oorlogen uit te
schakelen en een zelfstandig Amerikaansch
leven te leiden.
INCIDENT INDO-CHINA—THAILAND
Volgens een bericht, dat te Vichy uit
Hanoi ontvangen is zou zich tusschen Indo-
China en Thailand (Siam) een incident
hebben voorgedaan.
Een Siameesch vliegtuig heeft volgens
dit bericht bommen geworpen op een Indo-
Chineeschen gendarmeriepost, 70 kilome
ter in het binnenland gelegen. In bevoegde
kringen te Vichy kent men aan dit voorval
geen overdreven beteekenis toe.
Vermindert de weerstand?
DUITSCH WEERMACHTSBERICHT.
Het Duitsche weermachtsbericht van
Zondagmiddag luidt als volgt:
De vergeldingsaanvallen van het Duit
sche luchtwapen waren gisteren en in den
nacht van 28 op 29 September met het
zwaartepunt tegen Londen en bovendien
tegen Liverpool en andere havens in het
Zuiden van Engeland gericht. Ernstige
schade werd te Londen aan de Silverton-
docks, te Gravesend, bij de Tilbury-docks,
alsmede in de bocht van de Theems en bij
de East-India-docks aangericht.
Voor de Oostkust van Schotland gelukte
het door aanvallen uit de lucht uit een
krachtig beveiligd konvooi twee koopvaar
dijschepen van elk ongeveer 6000 b.r.t.
door voltreffers tot zinken te brengen.
In het verloop van de aanvallen over
dag ontwikkelden zich boven Londen op
eenige plaatsen heftige voor Duitschland
zeer succesvolle luchtgevechten.
Het Britsche luchtwapen ondernam
nachtelijke aanvallen, vooral op het Wes
telijke en Zuidwestelijke Duitsche grensge
bied. Eenige Britsche bommenwerpers, die
tot dicht bij Berlijn doordrongen, werden
door het af weer vuur van de luchtdoelar
tillerie gedwongen en andere richting te
kiezen, zonder tot het stadgebied van de
rijkshoofdstad te zijn doorgedrongen. In
West- en Zuidwest-Duitschland wierp de
vijand verscheidene bommen, zonder scha
de van beteekenis aan te richten. In een
Westduitsche stad werden opnieuw woon
wijken aangevallen en verscheidene perso
nen, die zich niet in schuilgelegenheden
bevonden, gedood of gewond.
De vy'and verloor gisteren in totaal 28
vliegtuigen, waarvan er drie door lucht
doelartillerie werden neergehaald. Slechts
één Duitsch vliegtuig wordt vermist.
Het D.N.B. meldt voorts uit Berlijn: In
de Roal Albert Docks is Zondagnacht een
pakhuis ontploft, nadat een Duitsch vlieg
tuig een bom van het zwaarste kaliber in
een duikvlucht er op had geworpen. Te
Londen is gisteren viermaal luchtalarm ge
maakt. Verder zijn aanvallen ondernomen
op verscheidene havens aan de Zuid- en
de Oostkust, alsmede op de „Docks" aan
de Beneden-Theems. In de Tilbury Docks
zijn nieuwe hevige branden uitgebroken.
Voor de Britsche Oostkust hebben Duit
sche gevechtsvliegtuigen een sterk verde
digd convooi verstrooid. Tenslotte is nog
met groot succes een bijzonder belangrijke
wapenfabriek in de Midlands gebombar
deerd.
Bij de luchtgevechten, die zich gisteren
in den loop van den dag boven Zuid-En-
geland ontwikkelden, hebben volgens de
tot dusverre ontvangen berichten de Duit
sche jagers 10 Britsche jachttoestellen
neergeschoten zonder zelf verliezen te lij
den.
GROEIEND RESULTAAT DER
DUITSCHE BOMAANVALLEN.
Uit talrijke verschijnselen blijkt, dat de
onafgebroken Duitsche bomaanvallen op
Londen steeds meer resultaat opleveren.
In den laatsten tijd is herhaaldelijk opge
merkt, dat de Britsche afweer door ja
gers zwakker werd, dat buiten Londen
nog slechts zeer belangrijke objecten door
jagers beschermd worden en vooral, dat
de vliegprestaties der jagers aanzienlijk
gedaald zijn. In het bijzonder dit laatste
feit wordt door de verliescijfers van het
weermachtbericht van gisteren zeer dui
delijk geïllustreerd. Van de 28 vliegtuigen,
die de Britsche luchtmacht verloor, zijn
er 25 bij luchtgevechten neergehaald,
waartegenover slechts één Duitsch vlieg
tuig waarschijnlijk verloren ging. Hier is
dus duidelijk de meerderheid der Duit
sche vliegers gebleken en met grond kan
men aannemen, dat de Britsche luchtmacht
den laatsten tijd haar zware verliezen
voor het grootste deel heeft moeten goed
maken door indienststelling van onvol
doende geschoold personeel, waaruit de
hooge verliezen verklaard worden. In dit
verband kan nog opgemerkt worden, dat
de Britsche luchtmacht blijkbaar ook
moeilijkheden heeft bij het bemannen van
de gevechtstoestellen. Van de bemanning
van een vliegtuig, dat in den afgeloopen
n^cht is neergeschoten, zijn twee leden ge
vangen genomen. Zij bleken Australiërs te
zijn. Het Britsche moederland is derhalve
niet meer in staat, zelf genoeg personeel
voor de luchtmacht te verschaffen.
BRANDPLAATJES OP CULTUUR
MONUMENTEN.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
hebben Britsche vliegers, zooals zij dat
iederen nacht doen, getracht den gouw
Weser-Ems te teisteren. Opnieuw strooi
den zij brandplaatjes neer boven dorpen,
akkers en bosschen, gelukkig zonder scha
de aan te richten. Daarbij voerden zij weer
eens, evenals in Potsdam, Friedrichsruh
en Weimar, het speciale bevel van Chur
chill uit om opzettelijk Duitsche cultuur
monumenten te treffen. Zoo werden dien
nacht o.m. talrijke brandplaatjes geworpen
op het groote openluchtmuseum, het mu
seumdorp in Kloppenburg. Deze instelling,
met haar twintig gebouwen, met haar bei
de ruim honderd jaar oude boerenhuizen,
met haar adelijk heerenhuis uit 1680, met
haar molen en dorpsvijver, die ook uit de
luoht duidelijk te herkennen is, vormt
met haar gebouwen en kostbare verzame
lingen boerenhandwerkkunst een uniek
en onvervangbaar vaderlandsch museum
van het Oldenburgsche Muensterland en
een van de schoonste cultuurmonumenten
van den Duitschen boerenstand. Het is
slechts te danken aan de gelukkige om
standigheid, dat geen enkel brandplaatje
op een der daken viel en aan het onmid
dellijke optreden van opsporingstroepen,
dat hier geen onoverzienbare en nooit te
herstellen schade is aangericht. Eenigen
tijd geleden was reeds in de directe nabij
heid van het museumdorp een brisantbom
neergekomen.
ENGELSCHE BOMMEN OP DJIBOUTL
Volgens een te Addis Abeba ontvangen
bericht heeft een Engelsch vliegtuig on
langs Djibouti, de haven van Fransch So-
maliland gebombardeerd. Het toestel vloog
op geringe hoogte. De bommen kwamen
in het centrum van de stad terecht en
maakten een tiental slachtoffers.
PARTIJENFUSIE IN HONGARIJE
Het orgaan van de nationaal-socialistische
beweging „Magyars&g" publiceert een com
muniqué waarbij de partij der Pijlkruisers
met die der Hongaarsche nationaal-socialis-
ten vereenigd wordt. Deze vereeniging moet
op 6 October voltrokken zijn.
De regeering heeft een verordening uit
gevaardigd op grond waarvan het personeel
in overheidsdienst zonder beperking lid
kan worden van elke politieke partij. Het is
hun echter verboden een partij functie uit
te oefenen, in vergaderingen en bijeenkom
sten het woord te voeren, op organisato
risch gebied werkzaam te zijn of tijdens de
kantooruren partij-insignes te dragen.
FEUILLETON
Een roman uit het hooge Noorden.
Door AGATHE POGNER
40)
Zij was den laatsten tijd totaal veran
derd. Als zij door het huis liep, leek het,
of zij een drukenden last torste.
Hield ik haar in het voorbijgaan aan,
dan ontweek ze mij met een nietszeggende
uitvlucht en trachtte ik haar ernstig te be
wegen haar hart voor mij uit te storten, dan
kwam als eenig antwoord een stroom van
tranen. Ik zag wel, dat ze veel zieker was
dan ze zelf wilde toegeven en dat ik mij
niet vergiste, bleek vanmorgen vroeg, toen
zij plotseling in onmacht viel.
Nadat zij weer tot zichzelf was gekomen,
hielp ik haar op de been.
Zonderling, zoo zwak als je bent ge
worden, Kat ja, zei ik hoofdschuddend.
Een oogenblik keek ze mij met groote
oogen aan. Daarna zei ze, bijna fluisterend:
Ik kan niet meer, Semjon!
Die slaapt den slaap des rechtvaardi
gen, antwoordde ik, vol vertrouwen, want
nu begon ik zoo langzamerhand te begrij
pen, wat er in haar omging.
Maar 's nachts in mijn droom zie ik
hem altijd. Bijna eiken dag. Daarom ben ik
bang om in te slapen.
Je hebt toch niets verkeerds gedaan,
Katja. Dan behoef je ook niet bang voor
hem te zijn.
1 Maar waarom komt hy dan altijd?
Waarom? Ja, ik denk, dat hij komt om
je te vragen zijn kind niet te vergeten, als
het andere er eenmaal is. Dat is immers
vanzelfsprekend. Elke vader zou dat doen.
Katja keek hij vragend aan; zij streed
kennelijk tusschen hoop en twijfel.
Denkt u werkelijk, dat het alleen
daarom is?
Daar ben ik van overtuigd! Waar zou
het anders om zijn?
Zij haalde verlicht adem.
Natuurlijk. U hebt gelijk. Wat zou hy
ook anders van mij kunnen eischen?
Merkbaar opgelucht, ging ze weer aan
haar werk.
Ik riep Fedja in njyn kamer en leerde
hem het liedje van den wolf en het grijs-
grauwe geitje.
De kleuter luisterde met groote aandacht
en toen ik de drie coupletten had opgezegd,
sprong hij op mijn schoot en zei: Jy bent de
geit en ik ben de wolf. En nu eet ik je op!
Hij knarste met zijn tandjes als een woe
dende beer, maar direct daarop scheen hij
te vreezen, dat hij zich niet behoorlijk had
gedragen, want zonder dat ik hem daarom
had gevraagd, ging hij op zyn bankje naast
de deur zitten en zei:
Fedja zoet! Fedja heel zoet!
Plotseling klapte hy ongewonden in zijn
handjes.
De groote vogel! De groote vogel!
Met een paar sprongen stond hy naast
mij aan het raam en samen keken wij, hoe
het Noorderlicht zijn stralende wonderen
aan den hemelkoepel penseelde en de
sneeuw met zyn betooverenden glans over
dekte.
Fedja drukte zich nog dichter tegen mij
aan en vroeg met glinsterende oogen:
Is dat nu de lieve God?
15 Februari.
Lang en hard was des winters nacht. Hoe
we ook stookten, zelden was de tempera
tuur in huis hooger dan zes of zeven gra
den. De wind was de schuld van alles, de
wind, die met alles den draak scheen te ste
ken.
Het spreekwoord „Strenge heeren regee-
ren niet lang" bleek hier niet op te gaan,
want hoe strenger de heer, des te langdu
riger zwaaide hij zijn scepter.
Den eersten den besten dag, waarop de
wind ons met rust liet, gingen we naar de
Walvischbaai. Tychon had, in verband met
Katja's toestand, thuis willen blijven, maar
zij drong net zoolang aan tot hij ten slotte
eveneens in de slee plaats nam. Zij wilde
hem met dezen tocht een genoegen doen en
met Fedja aan de deur staande, keek zy
ons lachend na.
In de Walvischbaai was niet veel ver
anderd, zij het dan, dat de dood opnieuw
een offer had geëischt, een zeer jonge
vrouw, die eveneens pas dezen zomer naar
het hooge noorden was gekomen.
Ik vroeg wat haar gescheeld had en het
antwoord luidde, zooals ik dat verwacht
had: „scheurbuik".
Ridion en Wenjamin hadden geluk gehad
op de jacht en onder meer een prachtigen
walrus buit gemaakt.
Grootmoeder had wat gehoest, de verra
derlijke scherpe wind was door de stevige
houten wanden heengedrongen en ze had
zich al die maanden niet behoorlijk kun
nen verwarmen.Maar nu voelde zij zich
toch weer beter en haar oogen straalden
met hun ouden glans.
Stepanida was weer in blijde verwach
ting.
Nog acht of veertien dagen, zei ze. En
ze glimlachte.... het gelukzalige lachje
van de aanstaande moeder.
Pelka was, naar het mij leek, veel lan
ger geworden, maar zy zag angstwekkend
bleek en haar groote oogen stonden als
twee wonderbaarlijke sterren in haar lief
gezichtje.
Toen wij samen wat rond wandelden,
vroeg ik haar, hoe oud zij eigenlijk was.
Ik geloof, dat ik elf word. Maar het
kan ook zien van tien. Ik weet het niet
precies.
Wanneer ben je dan jarig?
In den winter.
De winter is lang.
Nou ja, voor Kerstmis.
Dat is nog langer.
Pelka dacht een oogenblik na. Daarna
zei ze:
In November.
En de dag?
Daarop moest Pelka het antwoord schul
dig blijven. Ze vroeg, of dat dan zoo be
langrijk was.
Ik zweeg. De eenvoud van het kind maak
te me beschaamd. Want niets, niets was be
langrijk. Slechts wij zelf maakten de din
gen belangrijk. Wij legden er ons hart en
onze gedachten in en dan hielden ze ons
als zware ketenen overal en voordturend in
hun macht
Toen we gezamenlijk aan den maaltijd za
ten, vroeg Pelka plotseling.
Mamoesje, wanneer ben ik geboren?
Stepanida wist het evenmin, althans niet
precies. Maar in haar plaats antwoordde
grootmoeder:
Vijftien November.
Zie je wel, praalde Pelka, grootmoe
weet alles. Ze is dan ook, toen ze nog klein
was, vier jaar lang op school geweest.
En ze was altijd de beste leerling,
liet nu ook Rodion zich hooren. Toen de
schoolopziener eens een onderzoek kwam
instellen, was zij de eenige, die wist in
welk jaar Caesar was gestorven. Destijds
was ik leerling in de zaak van haar vader.
En haar vader kwam stralend van trots den
winkel binnen om ons te vertellen, dat zijn
dochter het er op school het beste had af
gebracht. Zij was de eenige, die alles van
Caesar had afgeweten. En hij gaf ons een
handvol kleingeld om er een gezelligen dag
van te maken. Ik wilde natuurlijk weten,
wie die Caesar, wiens dood zoo belangrijk
werd gevonden, was geweest, maar daarom
trent kon mijn baas mij ook hiet wijzer ma
ken. Zweren kan ik het niet, zei hij, maar
pc geloof, dat het een meermalen bekroon
de rashond is geweestLater infor
meerde ik toen by de dochter zelf maar
eens naar Caesar en die zei
Moet je nu per sé die oude koe weer
uit de sloot halen? vroeg grootmoeder glim
lachend, maar het was haar duidelijk aan
te zien, dat ze zich in stilte over het, herin
neringsvermogen van haar man verheugde.
en die zei, vervolgde Rodion zijn
verhaal, ik zal het je bij gelegenheid wel
eens uit mijn schoolboek voorlezen. Ze
heeft weliswaar geen woord gehouden,
maar dat verzuim is later goed gemaakt.
Ze heeft me namelijk bekend, dat ze alleen
daarom zoo graag over Caesar las, omdat
hy zoo trotsch en zoo stoutmoedig was ge
weest en omdat ik zoo veel op hem leek.
i (Wordt vervolgd).