Het pact van Berlijn fDe indmk in de V,e%. Sloten Sk aacHtdwimde aanvatten ap Handen Ik hèb gekozen, Arkadi... MAANDAG 30 SEPTEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Spanje's houding STAATSLIEDEN VERLATEN BERLIJN. De Spaansche minister van binnenland sche zaken, Serrano Suner, is Zondagmor gen met verscheidene heeren van zijn ge zelschap naar Muenchen vertrokken. Na een kort bezoek aan de hoofdstad der be weging zal de Spaansche minister doorrei zen naar Rome. Ook de overige leden van de Spaansche delegatie zijn gistermorgen uit Berlijn vertrokken om via Parijs naar Spanje terug te keer en. De Fuehrer heeft Zaterdagmiddag in de nieuwe rijkskanselarij den Italiaar.schen minister van buitenlandsche zaken, graaf Ciano, ontvangen, in tegenwoordigheid van den rijksminister van buitenlandsche za ken, von Ribbentrop, voor een langdurige gedachten wisseling. Graaf Ciano is Zondagmorgen eveneens met de heeren van zijn gezelschap uit Ber lijn vertrokken om naar Rome terug te keeren. De Italiaansche bladen wijden uitvoerige commentaren aan de reis van den Spaan- schen minister van Binnenlandsche Zaken. De „Popoio di Roma" wijst op de algeheele geestelijke solidariteit tusschen Spanje en de as-mogendheden en noemt in dit ver band de volgende belangrijke factoren: le. Serrano Suner was aanwezig bij een ontvangst, aangeboden door von Ribben trop ter eere van graaf Ciano en den Ja- panschen ambassadeur te Berlijn. 2e. Het onderhoud tusschen Ciano. Su ner en von Ribbentrop, na afloop waarvan een officieel communiqué meldde, dat vol komen opheldering tusschen de as en Span je was bereikt. Se. De aankondiging van het komendé bezoek van Serraro Suner aan Rome. Het blad concludeert, dat het drielanden- pact inderdaad voor uitbreiding vatbaar is. De „Telegrafo" schrijft, dat de reactie op het drielandenpact over het algemeen gun stig is voor de as-mogendheden. Met be trekking tot Rusland, aldus het blad, moet gewezen worden op de verklaring van von Ribbentrop, betreffende de mogelijkheid van niéuwe overeenkomsten tusschen de contracteerende partijen en de Sovjet-Unie, een verklaring, die op haar volle gewicht geschat moet worden. HULL OVER HET DRIEMOGENDHEDEN- PACT. In een Zaterdag gehouden persconferen tie heeft de Amerikaansche minister van buitenlandsche zaken, Huil, de volgende formeele verklaring afgelegd: Het driemogendhedenpact tusschen Duitschland, Italië en Japan brengt, naar de meening der Amerikaansche regeering, niet veel verandering in een toestand, die reeds sedert verscheidene jaren heeft be staan. De aankondiging van het bondge nootschap maakt alleen de geheele wereld een betrekking duidelijk, die in feite se dert vrij langen tijd bestond. Dat een der gelijke overeenkomst in voorbereiding was, was te Washington sedert eenigen tijd zeer goed bekend. De Amerikaansche regeering heeft bij het bepalen van haar buitenlandsche politiek met dit feit ten volle rekening gehouden. Huil weigerde verdere mededeelingen te doen en verklaarde, dat hij zich over dit soort vragen niet aan een kruisverhoor wilde onderwerpen. De Amerikaansche vice-minister van buitenlandsche zaken, Sumner Welles, heeft te Cleveland een rede gehouden, waarin hij verklaarde, dat de Vereenigde Staten zullen voortgaan, Engeland allen steun in der. vorm van leveringen van al lerlei aard te verleenen. Wat het Verre Oosten betreft, zeide Welles, dat elke kwestie hieromtrent op vreedzame wijze door onderhandelingen kan worden opgelost. De Vereenigde Sta ten wenschen, dat in het Verre Oosten de rechten van Amerika en van de Amerikaan sche burgers, overeenkomstig de bestaande verdragen of overeenkomstig het volken recht zullen worden geëerbiedigd. Alle handeldrijvende larden dienen daar gelijke mogelijkheden te hebben. De Vereenigde Staten verwachten ook, dat de internatio nale verdragen zullen worden nagekomen. Zij zijn bereid eventueele wijzigingen in deze overeenkomsten of verdragen, welke naar de meening van de betrokken landen noodig zijn, te overwegen. Japan, aldus Welles, heeft echter het voornemen te kennen gegeven, alléén te willen beslissen, in hoeverre met de be langen van de Vereenigde Staten en met de verdragsrechten der Amerikaansche burgers rekening moet worden gehouden. Als lichtpunt noemde Welles de toene mende samenwerking der Amerikaansche republieken. Ten slotte legde hij den na druk op de noodzakelijkheid voor de V. S. met alle kracht en snelheid te gaan bewa penen. Reactie in Amerikaansche politieke wereld. De weerklank van het bondgenootschap- verdrag van Berlijn uit zich in Amerikaan sche Congreskringen deels in eischen tot versnelde bewapening, deels in nadrukke lijke onverschilligheid, ten deele echter ook in de aansporing, dat de Vereenigde Staten er goed aan doen voor de eigen aan gelegenheden te zorgen en zich van alle inmenging te onthouden. STEEDS SLECHTERE BETREKKINGEN ENGELAND—JAPAN. Volgens Domei zou de Japansche ambas sadeur te Londen, Sjigemitsoe, Maandag een bezoek brengen aan den Britschen mi nister van buitenlandsche zaken lord Ha lifax om hem officieel het sluiten van het drielandenpact mee te deelen. Domei meldt verder, dat men kan waarnemen, hoe de betrekkingen tusschen Engeland en Japan steeds slechter worden. Men overweegt daarom reeds de in Engeland wonende Ja- panneezen zoo noodig te doen vertrekken. De Japansche ambassade te Londen heeft het departement van buitenlandsche zaken in Tokio verzocht het thars in Lissabon liggende Japansche s.s. „Foesjimi Maroe" voor dat doel naar Liverpool te sturen. DE POSITIE VAN NEDERLANDSCH INDIë. Naar aanleiding van het sluiten van het pact is volgens United Press te Berlijn van bevoegde zijde gezegd, dat het anti-komin ternpact ook nu nog onveranderd bestaat. Op de vraag of Nederlandsch Indië tot de Aziatische of Europeesche invloedsfeer be hoort, werd gezegd: „Deze vraag is bij de besprekingen over het driemogendheden pact niet behandeld". De vraag, welke hou ding Duitschland jegens Zuid-Amerika zal aanemen, werd in dien zin beantwoord, dat Duitschland zich nooit gesteld heeft tegen over de Monroe-leer. „Wij hebben natuur lijk belang bij goede betrekkingen met bei de gebieden van Amerika". Buitenlandsche Berichten GROOTE ZONNEVLEKKEN STOREN DE RADIO Het observatorium te Faenza meldt, dat de groote storingen, die in de laatste dagen in geheel Europa by de radiouitzendingen werden waargenomen, aan kosmische oor zaken moeten worden toegeschreven. Op 26 en 27 September werd in het bij zonder de ultra-kortegolfontvangst tus schen 12 en 20 meter door een zonnevlek gestoord. De buitengewoon groote zonne vlekken, die op het oogenblik circa 20 maal den omtrek van de aarde bedragen, beïnvloeden rechtsstreeks de electro- magnetische golven. Het observatorium wijst er op, dat in den loop van de maand October eveneens sterke electro-magnetische storingen zullen optreden. DE EERSTE SNEEUWVAL IN EUROPA In het hooge Noorden van het Europee sche deel der Sovjet-Unie, aan de mon ding van de Petsjora, is bij een tempera tuur van 1 tot 2 graad onder nul de eerste sneeuw gevallen. MAATREGELEN TEGEN OUDMINISTERS IN ROEMENIë Officieel wordt medegedeeld, dat aan vijf gepensioneerde generaals en negen po litici van het oude regime een gedwongen verblijfplaats is toegewezen. Deze personen zijn verscheiden malen gewaarschuwd, doch hebben hun houding niet willen wijzigen. De justitie-autoriteiten, die het onderzoek naar het vroegere doen en laten van deze personen voeren, hebben een borgstelling geëischt. Het betreft hier de generaals Argescha- nu en Zlousch, beiden vroeger van het mi nisterie van Oorlog, den commandant der gendarmerie, generaal Marinescu, generaal Bengliu en den vroegeren chef van den ge- neralen staf, generaal Tzenescu. Onder de politici bevinden zich de com mandant van de jeugdbeweging ten tijde van ex-koning Carol, Sidorovici, de vroe gere minister van Binnenlandsche Zaken, Gelmegeanu, de vroegere ministers van Binnenlandsche Zaken, Jamandi en Mirto, vroegere minister van Propaganda, Telea- nu de schrijver en directeur van het ver boden blad „Romania". Caesar Petrescu, de kabinetschef Calinescu-Lobei en de Offi cier van Justitie, kolonel Leciu, die o.a. Co- dreanu in staat van beschuldiging gesteld heeft. DE POSITIE VAN CANADA. Het prominente 'Fransch-Canadeesche blad „Le Jour" pleit voor een aansluiting van Canada bij de Vereenigde Staten. Vol gens een bericht uit Montreal schrijft dit blad o.m., dat hoe de oorlog ook afloopt, het met Engeland gedaan is. Canada's toe komst ligt op het Amerikaansche vasteland en in een zoo nauw mogelijk verband met de Vereenigde Staten. Thans heeft Canada een gelegenheid, zooals die in 2000 jaar niet zal terugkeeren, zoo besluit „Le Jour", om zich uit de Europeesche oorlogen uit te schakelen en een zelfstandig Amerikaansch leven te leiden. INCIDENT INDO-CHINA—THAILAND Volgens een bericht, dat te Vichy uit Hanoi ontvangen is zou zich tusschen Indo- China en Thailand (Siam) een incident hebben voorgedaan. Een Siameesch vliegtuig heeft volgens dit bericht bommen geworpen op een Indo- Chineeschen gendarmeriepost, 70 kilome ter in het binnenland gelegen. In bevoegde kringen te Vichy kent men aan dit voorval geen overdreven beteekenis toe. Vermindert de weerstand? DUITSCH WEERMACHTSBERICHT. Het Duitsche weermachtsbericht van Zondagmiddag luidt als volgt: De vergeldingsaanvallen van het Duit sche luchtwapen waren gisteren en in den nacht van 28 op 29 September met het zwaartepunt tegen Londen en bovendien tegen Liverpool en andere havens in het Zuiden van Engeland gericht. Ernstige schade werd te Londen aan de Silverton- docks, te Gravesend, bij de Tilbury-docks, alsmede in de bocht van de Theems en bij de East-India-docks aangericht. Voor de Oostkust van Schotland gelukte het door aanvallen uit de lucht uit een krachtig beveiligd konvooi twee koopvaar dijschepen van elk ongeveer 6000 b.r.t. door voltreffers tot zinken te brengen. In het verloop van de aanvallen over dag ontwikkelden zich boven Londen op eenige plaatsen heftige voor Duitschland zeer succesvolle luchtgevechten. Het Britsche luchtwapen ondernam nachtelijke aanvallen, vooral op het Wes telijke en Zuidwestelijke Duitsche grensge bied. Eenige Britsche bommenwerpers, die tot dicht bij Berlijn doordrongen, werden door het af weer vuur van de luchtdoelar tillerie gedwongen en andere richting te kiezen, zonder tot het stadgebied van de rijkshoofdstad te zijn doorgedrongen. In West- en Zuidwest-Duitschland wierp de vijand verscheidene bommen, zonder scha de van beteekenis aan te richten. In een Westduitsche stad werden opnieuw woon wijken aangevallen en verscheidene perso nen, die zich niet in schuilgelegenheden bevonden, gedood of gewond. De vy'and verloor gisteren in totaal 28 vliegtuigen, waarvan er drie door lucht doelartillerie werden neergehaald. Slechts één Duitsch vliegtuig wordt vermist. Het D.N.B. meldt voorts uit Berlijn: In de Roal Albert Docks is Zondagnacht een pakhuis ontploft, nadat een Duitsch vlieg tuig een bom van het zwaarste kaliber in een duikvlucht er op had geworpen. Te Londen is gisteren viermaal luchtalarm ge maakt. Verder zijn aanvallen ondernomen op verscheidene havens aan de Zuid- en de Oostkust, alsmede op de „Docks" aan de Beneden-Theems. In de Tilbury Docks zijn nieuwe hevige branden uitgebroken. Voor de Britsche Oostkust hebben Duit sche gevechtsvliegtuigen een sterk verde digd convooi verstrooid. Tenslotte is nog met groot succes een bijzonder belangrijke wapenfabriek in de Midlands gebombar deerd. Bij de luchtgevechten, die zich gisteren in den loop van den dag boven Zuid-En- geland ontwikkelden, hebben volgens de tot dusverre ontvangen berichten de Duit sche jagers 10 Britsche jachttoestellen neergeschoten zonder zelf verliezen te lij den. GROEIEND RESULTAAT DER DUITSCHE BOMAANVALLEN. Uit talrijke verschijnselen blijkt, dat de onafgebroken Duitsche bomaanvallen op Londen steeds meer resultaat opleveren. In den laatsten tijd is herhaaldelijk opge merkt, dat de Britsche afweer door ja gers zwakker werd, dat buiten Londen nog slechts zeer belangrijke objecten door jagers beschermd worden en vooral, dat de vliegprestaties der jagers aanzienlijk gedaald zijn. In het bijzonder dit laatste feit wordt door de verliescijfers van het weermachtbericht van gisteren zeer dui delijk geïllustreerd. Van de 28 vliegtuigen, die de Britsche luchtmacht verloor, zijn er 25 bij luchtgevechten neergehaald, waartegenover slechts één Duitsch vlieg tuig waarschijnlijk verloren ging. Hier is dus duidelijk de meerderheid der Duit sche vliegers gebleken en met grond kan men aannemen, dat de Britsche luchtmacht den laatsten tijd haar zware verliezen voor het grootste deel heeft moeten goed maken door indienststelling van onvol doende geschoold personeel, waaruit de hooge verliezen verklaard worden. In dit verband kan nog opgemerkt worden, dat de Britsche luchtmacht blijkbaar ook moeilijkheden heeft bij het bemannen van de gevechtstoestellen. Van de bemanning van een vliegtuig, dat in den afgeloopen n^cht is neergeschoten, zijn twee leden ge vangen genomen. Zij bleken Australiërs te zijn. Het Britsche moederland is derhalve niet meer in staat, zelf genoeg personeel voor de luchtmacht te verschaffen. BRANDPLAATJES OP CULTUUR MONUMENTEN. In den nacht van Zaterdag op Zondag hebben Britsche vliegers, zooals zij dat iederen nacht doen, getracht den gouw Weser-Ems te teisteren. Opnieuw strooi den zij brandplaatjes neer boven dorpen, akkers en bosschen, gelukkig zonder scha de aan te richten. Daarbij voerden zij weer eens, evenals in Potsdam, Friedrichsruh en Weimar, het speciale bevel van Chur chill uit om opzettelijk Duitsche cultuur monumenten te treffen. Zoo werden dien nacht o.m. talrijke brandplaatjes geworpen op het groote openluchtmuseum, het mu seumdorp in Kloppenburg. Deze instelling, met haar twintig gebouwen, met haar bei de ruim honderd jaar oude boerenhuizen, met haar adelijk heerenhuis uit 1680, met haar molen en dorpsvijver, die ook uit de luoht duidelijk te herkennen is, vormt met haar gebouwen en kostbare verzame lingen boerenhandwerkkunst een uniek en onvervangbaar vaderlandsch museum van het Oldenburgsche Muensterland en een van de schoonste cultuurmonumenten van den Duitschen boerenstand. Het is slechts te danken aan de gelukkige om standigheid, dat geen enkel brandplaatje op een der daken viel en aan het onmid dellijke optreden van opsporingstroepen, dat hier geen onoverzienbare en nooit te herstellen schade is aangericht. Eenigen tijd geleden was reeds in de directe nabij heid van het museumdorp een brisantbom neergekomen. ENGELSCHE BOMMEN OP DJIBOUTL Volgens een te Addis Abeba ontvangen bericht heeft een Engelsch vliegtuig on langs Djibouti, de haven van Fransch So- maliland gebombardeerd. Het toestel vloog op geringe hoogte. De bommen kwamen in het centrum van de stad terecht en maakten een tiental slachtoffers. PARTIJENFUSIE IN HONGARIJE Het orgaan van de nationaal-socialistische beweging „Magyars&g" publiceert een com muniqué waarbij de partij der Pijlkruisers met die der Hongaarsche nationaal-socialis- ten vereenigd wordt. Deze vereeniging moet op 6 October voltrokken zijn. De regeering heeft een verordening uit gevaardigd op grond waarvan het personeel in overheidsdienst zonder beperking lid kan worden van elke politieke partij. Het is hun echter verboden een partij functie uit te oefenen, in vergaderingen en bijeenkom sten het woord te voeren, op organisato risch gebied werkzaam te zijn of tijdens de kantooruren partij-insignes te dragen. FEUILLETON Een roman uit het hooge Noorden. Door AGATHE POGNER 40) Zij was den laatsten tijd totaal veran derd. Als zij door het huis liep, leek het, of zij een drukenden last torste. Hield ik haar in het voorbijgaan aan, dan ontweek ze mij met een nietszeggende uitvlucht en trachtte ik haar ernstig te be wegen haar hart voor mij uit te storten, dan kwam als eenig antwoord een stroom van tranen. Ik zag wel, dat ze veel zieker was dan ze zelf wilde toegeven en dat ik mij niet vergiste, bleek vanmorgen vroeg, toen zij plotseling in onmacht viel. Nadat zij weer tot zichzelf was gekomen, hielp ik haar op de been. Zonderling, zoo zwak als je bent ge worden, Kat ja, zei ik hoofdschuddend. Een oogenblik keek ze mij met groote oogen aan. Daarna zei ze, bijna fluisterend: Ik kan niet meer, Semjon! Die slaapt den slaap des rechtvaardi gen, antwoordde ik, vol vertrouwen, want nu begon ik zoo langzamerhand te begrij pen, wat er in haar omging. Maar 's nachts in mijn droom zie ik hem altijd. Bijna eiken dag. Daarom ben ik bang om in te slapen. Je hebt toch niets verkeerds gedaan, Katja. Dan behoef je ook niet bang voor hem te zijn. 1 Maar waarom komt hy dan altijd? Waarom? Ja, ik denk, dat hij komt om je te vragen zijn kind niet te vergeten, als het andere er eenmaal is. Dat is immers vanzelfsprekend. Elke vader zou dat doen. Katja keek hij vragend aan; zij streed kennelijk tusschen hoop en twijfel. Denkt u werkelijk, dat het alleen daarom is? Daar ben ik van overtuigd! Waar zou het anders om zijn? Zij haalde verlicht adem. Natuurlijk. U hebt gelijk. Wat zou hy ook anders van mij kunnen eischen? Merkbaar opgelucht, ging ze weer aan haar werk. Ik riep Fedja in njyn kamer en leerde hem het liedje van den wolf en het grijs- grauwe geitje. De kleuter luisterde met groote aandacht en toen ik de drie coupletten had opgezegd, sprong hij op mijn schoot en zei: Jy bent de geit en ik ben de wolf. En nu eet ik je op! Hij knarste met zijn tandjes als een woe dende beer, maar direct daarop scheen hij te vreezen, dat hij zich niet behoorlijk had gedragen, want zonder dat ik hem daarom had gevraagd, ging hij op zyn bankje naast de deur zitten en zei: Fedja zoet! Fedja heel zoet! Plotseling klapte hy ongewonden in zijn handjes. De groote vogel! De groote vogel! Met een paar sprongen stond hy naast mij aan het raam en samen keken wij, hoe het Noorderlicht zijn stralende wonderen aan den hemelkoepel penseelde en de sneeuw met zyn betooverenden glans over dekte. Fedja drukte zich nog dichter tegen mij aan en vroeg met glinsterende oogen: Is dat nu de lieve God? 15 Februari. Lang en hard was des winters nacht. Hoe we ook stookten, zelden was de tempera tuur in huis hooger dan zes of zeven gra den. De wind was de schuld van alles, de wind, die met alles den draak scheen te ste ken. Het spreekwoord „Strenge heeren regee- ren niet lang" bleek hier niet op te gaan, want hoe strenger de heer, des te langdu riger zwaaide hij zijn scepter. Den eersten den besten dag, waarop de wind ons met rust liet, gingen we naar de Walvischbaai. Tychon had, in verband met Katja's toestand, thuis willen blijven, maar zij drong net zoolang aan tot hij ten slotte eveneens in de slee plaats nam. Zij wilde hem met dezen tocht een genoegen doen en met Fedja aan de deur staande, keek zy ons lachend na. In de Walvischbaai was niet veel ver anderd, zij het dan, dat de dood opnieuw een offer had geëischt, een zeer jonge vrouw, die eveneens pas dezen zomer naar het hooge noorden was gekomen. Ik vroeg wat haar gescheeld had en het antwoord luidde, zooals ik dat verwacht had: „scheurbuik". Ridion en Wenjamin hadden geluk gehad op de jacht en onder meer een prachtigen walrus buit gemaakt. Grootmoeder had wat gehoest, de verra derlijke scherpe wind was door de stevige houten wanden heengedrongen en ze had zich al die maanden niet behoorlijk kun nen verwarmen.Maar nu voelde zij zich toch weer beter en haar oogen straalden met hun ouden glans. Stepanida was weer in blijde verwach ting. Nog acht of veertien dagen, zei ze. En ze glimlachte.... het gelukzalige lachje van de aanstaande moeder. Pelka was, naar het mij leek, veel lan ger geworden, maar zy zag angstwekkend bleek en haar groote oogen stonden als twee wonderbaarlijke sterren in haar lief gezichtje. Toen wij samen wat rond wandelden, vroeg ik haar, hoe oud zij eigenlijk was. Ik geloof, dat ik elf word. Maar het kan ook zien van tien. Ik weet het niet precies. Wanneer ben je dan jarig? In den winter. De winter is lang. Nou ja, voor Kerstmis. Dat is nog langer. Pelka dacht een oogenblik na. Daarna zei ze: In November. En de dag? Daarop moest Pelka het antwoord schul dig blijven. Ze vroeg, of dat dan zoo be langrijk was. Ik zweeg. De eenvoud van het kind maak te me beschaamd. Want niets, niets was be langrijk. Slechts wij zelf maakten de din gen belangrijk. Wij legden er ons hart en onze gedachten in en dan hielden ze ons als zware ketenen overal en voordturend in hun macht Toen we gezamenlijk aan den maaltijd za ten, vroeg Pelka plotseling. Mamoesje, wanneer ben ik geboren? Stepanida wist het evenmin, althans niet precies. Maar in haar plaats antwoordde grootmoeder: Vijftien November. Zie je wel, praalde Pelka, grootmoe weet alles. Ze is dan ook, toen ze nog klein was, vier jaar lang op school geweest. En ze was altijd de beste leerling, liet nu ook Rodion zich hooren. Toen de schoolopziener eens een onderzoek kwam instellen, was zij de eenige, die wist in welk jaar Caesar was gestorven. Destijds was ik leerling in de zaak van haar vader. En haar vader kwam stralend van trots den winkel binnen om ons te vertellen, dat zijn dochter het er op school het beste had af gebracht. Zij was de eenige, die alles van Caesar had afgeweten. En hij gaf ons een handvol kleingeld om er een gezelligen dag van te maken. Ik wilde natuurlijk weten, wie die Caesar, wiens dood zoo belangrijk werd gevonden, was geweest, maar daarom trent kon mijn baas mij ook hiet wijzer ma ken. Zweren kan ik het niet, zei hij, maar pc geloof, dat het een meermalen bekroon de rashond is geweestLater infor meerde ik toen by de dochter zelf maar eens naar Caesar en die zei Moet je nu per sé die oude koe weer uit de sloot halen? vroeg grootmoeder glim lachend, maar het was haar duidelijk aan te zien, dat ze zich in stilte over het, herin neringsvermogen van haar man verheugde. en die zei, vervolgde Rodion zijn verhaal, ik zal het je bij gelegenheid wel eens uit mijn schoolboek voorlezen. Ze heeft weliswaar geen woord gehouden, maar dat verzuim is later goed gemaakt. Ze heeft me namelijk bekend, dat ze alleen daarom zoo graag over Caesar las, omdat hy zoo trotsch en zoo stoutmoedig was ge weest en omdat ik zoo veel op hem leek. i (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5