De beschieting van de LAZ 11 Land- en Tuinbouw Ik hèb gekozen, Arkadi... r DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6' Kapitein De Graal vertelt Hier volgt een verhaal van een Nederlandschen zeeman, een man uit één stuk, een rondborstigen kerel, zooals ons vaderland er reeds zoovelen heeft voortgebracht. Zijn naam is Meindert Cornelis de Graaf, zijn leeftijd 50 jaren en hij woont te Rotterdam. Kapitein De Graaf vaart sinds eenigen tijd op een Nederlandsoh Roode-Kruisschip. Men kent deze schepen. Zij kruisen dag en nacht langs de kusten en op de open zee op zoek naar in nood verkeerende menschen, naar verongelukte zeelieden en vlie gers, onverschillig van welke nationa liteit. Hun bemanningen verrichten een mensch- lievend werk, waaraan groote gevaren zijn verbonden. Maar zij trotseeren deze ge varen, wetende dat haar aanwezigheid noodig is, dat dan hier, dan daar armzalige schipbreukelingen hulpeloos ronddobberen of verongelukte vliegers den horizon af turen naar een reddingbrengend schip. Kapitein De Graaf voer Zaterdag voor de tweede maal met zoo'n reddingbrengend schip het zeegat uit. Dit vaartuig is ge doopt „Laz II" en is de vroegere zee- sleeper van Smit en Co. „Indus". De be manning bestond uit 18 personen. Zij was vol goeden moed en verheugde zich bij voorbaat op het goede werk, dat zij straks wellicht zou kunnen doen. Het heeft niet zoo mogen zijn. Hier volgt dan het relaas van gezag voerder De Graaf, zooals hij dat aan een verslaggever van het A.N.P. vertelde. In den nacht van 22 op 23 September zoo begon kapitein De Graaf bevond ik mij met de Laz 11 op 51 graden 55 minuten Noorderbreedte en 3 graden 31 'minuten Oosterlengte, d.i. ongeveer 15 zeemijlen be westen Goeree. De nacht was helder en het schip lag in het licht van de maan. De windkracht was 6 en onze koers Oost-Noord-Oost. Om drie uur 's nachts zagen wij oranje- roode lichtkogels in de lucht. Zij werden in de richting van ons schip afgevuurd. Roode Kruisverlich'ting helpt niet. Hierop deed ik direct de Roode Kruis- lichten ontsteken. Ook gaf ik signalen op de stoomfluit. Natuurlijk dachten wij, dat men aan boord van het andere schip nu wel zou weten, dat wij volkomen onschul dig waren en dat ons vaartuig een Roode' Kruisschip was. Tot onzen grooten schrik echter loste de oorlogsbodem eenige seconden later een salvo. De projectielen kwamen voor ons schip in het water terecht. Direct daarop volgde een tweede salvo en dezen keer vielen de granaten achter ons vaartuig in het water. Het derde salvo, dat onmiddellijk na het tweede werd afgevuurd, sloeg mid scheeps in en beschadigde niet alleen het dek, maar veroorzaakte een ketel explosie, terwijl tot overmaat van ramp het roer buiten werking werd ge steld. Ook de scheepsverlichting viel uit. Onder deze omstandigheden besloot ik, dat wij het schip onmiddellijk zouden ver laten. Ik gaf opdracht de stuurboord-sloep te strijken. Bij het vieren van de sloep, dat in volslagen duisternis moest gebeuren, is door onbekende oorzaak de voorste takel uitgehikt, waardoor de geheele bemanning het meerendeel der équipage was in de sloep gegaan in het water viel. De sloep sloeg vol water en het zag er voor ons allen niet best uit. Aan boord bevond zich echter nog de eerste machinist Groeneveld. Deze dappere behield zijn tegenwoordigheid van geest en wierp ons een vanglijn toe, waardoor wij de sloep, waaraan wij ons hadden vastge grepen, langszij van het schip konden brengen. Op deze wijze slaagden wij erin, weer aan boord van het schip te komen. Ik hield onmiddellijk appèl en nam den toestand van het schip op. De beschieting van het schip zoo ging de kapitein verder had ongeveer 10 minuten geduurd. De aanvallende oorlogs bodem was door niemand van ons verkend. Alleen het mondingsvuur hadden we kun nen Waarnemen. Een granaat was aan bak boordzijde in het dek ingeslagen en had groote schade in de kombuis en in de pro viandkamer aangericht. Andere treffers hadden een ketel vernietigd, waardoor zich heete stoom over het geheele schip verspreidde, terwijl verder door den eer sten stoomdruk kolen en gruis aan dek waren geslingerd. Een ander projectiel had het stuurgerei volkomen onbruikbaar ge maakt. Tengevolge van de ravage in het ketel- ruim had de tremmer C. Hermsen zware brandwonden gekregen, waaraan hij, zooals bekend is, eenige uren later is bezweken. Ook de tweede machinist W. A. Cassee, die zich tijdens den aanval in de machine kamer bevond was met brandwonden over dekt, evenals ten slotte de tweede stuur man M. van Duyn, die in het logies, dat naast het ketelruim is gelegen, uitrustte. Bij het omslaan van de reddingboot wa ren zes opvarenden in de diepte verdwe nen. Het was hun althans niet gelukt de vanglijn te grijpen of zich aan de sloep vast te houden. Het waren de tweede ma chinist J. Maarseveen, de matrozen D. Rood, M. L. Grutterswijk en W. van Leeu wen en de stokers J. W. Koster en A. Sweers. Pogingen om hen te redden werden zeer bemoeilijk doordat het schip volkomen on- manoeuvreerbaar was. Zij hadden dan ook helaas geen resultaat. s.o.s. Direct heb ik verbinding met radio- Scheveningen gezocht en spoedig gekre gen. Ik vroeg onmiddellijk hulp. Omstreeks 10 uur Maandagochtend ver scheen boven het schip een land vliegtuig. Het was geen Duitsch toestel. Dit vlieg tuig cirkelde op een hoogte van circa 200 meter driemaal rond het schip. De vlieger seinde met een morselamp de letter P, waarop ik het internationale noodsein N C heesch en bovendien een tweede Roode Kruisvlag. Ook gaf ik eenige malen met een Nedinscolamp „S.O.S." en ten slotte het woord „Position" om te kennen te geven, dat ik mijn positie wenschte te bepalen. Hierop seinde de vlieger „Can 't help you", waarna hij in Westelijke rioh- ting verdween. Later het was inmiddels 11 uur ge worden naderden eenige Duitsche water vliegtuigen, die voortdurend in onze nabij heid zijn gebleven. Naar ik later hoorde zoo vertelde kapitein De Graaf had een dezer vliegtuigen een dokter aan boord, maar vanwege den hoogen golfslag durfde de piloot niet op het water neer strijken. 's Middags om 3 uur kwam het Laz-schip 46 langszij, dat een half uur later een sleepverbinding tot stand bracht en ons in de richting van Hoek van Holland ver sleepte. Twee uren later naderde een Duitsch marinevaartuig, dat een dokter en een verpleger afgaf, die zich onmiddellijk met de verzorging van de gewonden bezig hielden. Het schip nam het sleepen van de Laz 46 over en bracht ons om 8 uur 's avonds te Hoek van Holland binnen. Een half uur eerder had de dokter het over lijden van den tremmer Hermsen gemeld. Een moedig machinist. Kapitein De Graaf was vol lof over het moedige gedrag en het beleidvol optreden van den eerste-machinist D. Groeneveld. Onder levensgevaarlijke omstandig heden en terwijl de anderen zich reeds j in de reddingboot begaven, daalde hij af in het ketelruim, waar Hermsen zich bevond en dat vol heeten stoom stond. Hy drong door tot de plaats, waar de tremmer met zware brandwonden over dekt lag en bracht hem aan dek. He laas mocht deze dappere daad niet meer helpen. Voorts was het Graeneveld, die de verbinding met de omgeslagen reddingboot tot stand bracht, waar door vele opvarenden, die anders zeker zouden zijn omgekomen, konden wor den gered. Tenslotte was het weer Groeneveld, die alle zorgen besteedde aan de eerste hulp der gewonden. Op bijzonder lofwaardige wijze heeft hij deze slachtoffers bijgestaan. Kapitein De Graaf was door het zeer be treurenswaardig incident allerminst ver slagen. Hij houdt van de zee, waarop hij reeds 35 jaar heeft rondgezwalkt en van het menschlievende werk, dat in deze oor logsdagen op zee verricht kan worden. Hij verzekerde dan ook oprecht dat hy, even als zijn bemanning ook de drie gewon den, die in het gemeenteziekenhuis te 's-Gravenhage zijn opgenomen en die het gelukkig goed maken zoo spoelig mo gelijk met de gerepareerde „Laz 11" of met een ander Roode Kruisvaartuig op nieuw zal gaan uitvaren. VRACHTAUTO DOOR PERSONENAUTO GERAMD. Van de inzittende arbeiders zes gewond. Vanochtend zeven uur is op den weg MiddelburgVlissingen onder de gemeente Koudekerke een vrachtauto door een per sonenauto aangereden, waardoor eerstge noemde wagen tegen een paal van het elec- trische net reed. Zes personen werden hier bij gewond, van wie twee ernstig. De vrachtauto kwam uit Middelburg en vervoerde werklieden naar Vlissingen. Drie mannen zaten in de cabine, terwijl zich twintig menschen in den bak bevonden. Op den nieuwen Vlissingschen weg werd de wagen door een personenauto, die uit een zijweg kwam, aangereden. Door de bot sing reed de vrachtwagen in volle vaart tegen een paal van de electrische tram; dit verhinderde, dat de auto in de watergang terecht kwam. De schok was echter zoo he vig, dat de twintig mannen uit den bak werden geslingerd. Het bleek, dat zes per sonen waren gewond, van wie twee ernstig. Geneeskundige hulp werd verleend door dokter Simons uit Koudekqrke, die de ge wonden liet vervoeren naar het ziekenhuis te Middelburg, waar zy zijn opgenomen. Het zijn vijf werklieden uit Apeldoorn en een uit Middelburg. De overige inzittenden van de vrachtauto werden niet,gewond en zijn met een andere auto naar hun werk vervoerd. IN DE DUISTERNIS TE WATER GERAAKT EN VERDRONKEN. De politie te Leeuwarden heeft uit den Vliet opgehaald het lijk van een 61-jari- gen man, die sinds eenige dagen werd ver mist. Hij is vermoedelijk door de duister nis misleid, te water geraakt. IN DE DUISTERNIS VERDRONKEN Dinsdagavond is de 21-jarige mej. v. d. W,. wonende in Blokland onder de gemeente Montfoort, tengevolge van de duisternis Lmet haar fiets in een diepe sloot gereden. ^Daar zy niet zwemmen kon en niemand het ongeluk bemerkt had, is zy verdronken. DE DIEFSTAL VAN DISTRIBUTIE BONNEN. Nog een arrestatie. Inzake den diefstal van distributiebon- nen uit het kantoor Laanweg te Amster dam heeft de politie van het bureau Ade- laarsweg wederom een man gearresteerd, die bij den handel in de bonnen betrok ken is geweest. Deze man had bonnen van den rijwielhandelaar, bij wien gisteren een deel van den buit gevonden is, gekocht. ONGEOORLOOFDE HANDEL IN ZEEP. Gistermiddag ontdekten een paar Amster- .damsche rechercheurs, dat uit een opslag plaats aan het Waterlooplein een groote partij zeep ongeveer 150 160 dozyn stukken op een bakfiets werd geladen. Toen de bakfiets vol was, gingen de re chercheurs informeeren naar de bestem ming van de zeep en de bonnen of de toe wijzingen, welke voor den handel noodig zijn. Deze waren er niet en toen boven dien bleek, dat de zeep verkocht was voor 600 a 700, d.w.z. ongeveer 30 pet. onder den normalen prijs, achtten zij het beter in te grijpen. Tegen de handelaren is pro- ces-verbaal opgemaakt inzake de overtre ding van de zeepdistributiebeschikking. OFFERBLOKKEN GEPLUNDERD. Zes jongens gegrepen. Den laatsten tijd werden herhaaldelijk in R.-K. kerken te Boxtel en omstreken offer blokken opengebroken en geledigd, zonder dat men een spoor van de daders kon ont dekken. Thans is de gemeentepolitie er, na een uitgebreid onderzoek, in geslaagd de bedryvers van deze wandaden in te reke nen, aldus lezen we in de „Msbd." Het ble ken zes jongens van 16 tot 18 jaar te zijn, allen afkomstig uit Boxtel. De jongelui werden danig aan den tand gevoeld en leg den een volledige bekentenis af. De leider van het complot bleek de 18-jarige J. v. K. te zijn. In totaal hebben de jongens twaalf offerblokken geledigd. Allen zullen op transport worden gesteld naar Den Bosch, waar zy ter beschikking van de justitie zul len worden gesteld. GROOTE PARTIJ HAVER IN BESLAG GENOMEN. Bij een dezer dagen ingesteld onderzoek door controleurs van de afdeeling algemee- ne controle van den centralen crisiscontro ledienst bij een der grootste transportonder nemingen te Amsterdam, werd op een der zolders een partij van ongeveer 12.000 k.g. haver aangetroffen. Daar het, in verband met de huidige bepalingen, uitgesloten is, dat een veehouder een dergelijk enkelvou dig voer, waarvan het vervoederen even eens verboden is, in voorraad kan hebben, werd een verder onderzoek ingesteld. Hier- by kwam vast te staan, dat na het tydstip, van het in werking treden van het konink lijk besluit van 2b Augustus 1939 Staats blad 679 j, door diverse leveranciers tot en met heden totaal ongeveer 70.000 k.g. haver en ongeveer 5500 k.g. ander veevoe der frauduleus werd afgeleverd. Wegens het vervoederen van deze partij haver werd de afnemer verbaliseerd, ter wijl de nog aanwezige haver in beslag werd genomen. Het onderzoek wordt met spoed voortge zet en naar het zich laat aanzien, zullen de vele verdachten in deze zaak zich straks niet alleen hebben te verantwoorden voor deze frauduleuze leveringen, doch ook we gens het misdrijf genoemd in de prysop- drijvings- en hamsterwet van 1939, daar de prijzen in sommige gevallen uitermate hoog waren. DE ONTSLAGVERORDENING IN DEN LANDBOUW. Regeling voor een minimum aantal arbeidskrachten. De ondervinding opgedaan met de ont slagverordening in de agrarische bedrijven is voor het centraal secretariaat voor land en tuinbouw aanleiding geweest naar een regeling te zoeken. Na vele besprekingen, ook met de ver tegenwoordigers van landbouworganisaties en landarbeidersbonden in alle deelen des lands, is het secretariaat thans met een re geling gereed gekomen. De normen, welke de landbouwers by de Radio-programma VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1940. V JAARSVELD, 414,4 M. VARA-uitzen- ding. 8.00 Nieuwsberichten A.N.P., gra- mofoonmuziek 10.00 Declamatie 10.20 Klarinet en piano 10.50 Declamatie 11.10 Esmeralda en solist 12.00 Berich ten 12.05 Orgelspel en zang 12.45 Nieuws- en economische berichten A.N.P. 1.00 VARA-orkest en solist 1.45 Gra- mofoonmuziek 2.15 VARA-orkest 2.45 Declamatie 3.15 Trio Hartvelt 3.45 Gramofoonmuziek 4.00 Gramofoonmu- ziek (met toelichting) 4.30 Voor de kin deren 5.00 Gramofoonmuziek 5.16 Nieuws- en economische berichten A.N.P. 5.30 Esmeralda en soliste 6.10 Cause rie „Kunst en opvoeding" 6.30 VPRO.: Cyclus „Bij de herdenking van Geert Groo te" 6.45 Berichten 6.50 Felicitaties 6.55 Gramofoonmuziek 7.00 Vragen van den dag (A.N.P.) 7.15 VARA-orkest en solisten 7.45 Propaganda toespraak 7.50 Gramofoonmuziek 8.00 Nieuwsbe richten A.N.P. 8.10 VARA-orkest, VARA operettekoor en feolisten 8.559.00 Nieuwsberichten A.N.P., sluiting. KOOTWIJK, 1875 M. NCRV-uitzending. 7.00 Berichten (Duitsch) 7.15 Berich ten (Engelsch) 7.30 Gramofoonmuziek 8.00 Nieuwsberichten A.N.P. 8.10 Schriftlezing en meditatie 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 8.45 Gramofoonmuziek 9.45 Marcando-ensemble en gramofoon muziek 11.15 Berichten (Engelsch) 11.30 Gramofoonmuziek 12.30 Berich ten (Duitsch) 12.45 Nieuws- en econo mische berichten A.N.P. 1.00 Celesta ensemble en gramofoonmuziek 2.00 Be richten (Duitsch) 2.15 Celesta-ensemble 2.45 Gramofoonmuziek 3.30 Berich ten (Engelsch) 3.45 Zang met pianobe geleiding en gramofoonmuziek 4.25 Gra mofoonmuziek 5.00 Berichten (Duitsch) 5.15 Nieuws- en economische berichten A.N.P. 5.30 Canzonetta-sextet en gramo foonmuziek 6.15 Berichten (Engelsch) 6.30 Canzonetta-sextet 7.00 Vragen van den dag (A.N.P.) 7.15 Berichten 7.30 Reportage of muziek 8.00 Berich ten (Duitsch) 8.15 Nieuwsberichten A.N.P., gramofoonmuziek 8.30 Berichten (Engelsch) 8.45 Gramofoonmuziek 8.559.00 Nieuwsberichten A.N.P., slui ting. tewerkstelling van het aantal werkkrach ten in acht moeten nemen, willen zij voor het overige personeel vallen buiten de ont slagverordening, zijn de volgende; 1. Voor het weidebedrijf gedurende het geheele jaar één arbeider per 10 H.A.; 2. Voor het akkerbedrijf gedurende de zomerperiode één arbeider per 8 H.A.; 3. Voor het akkerbouwbedrijf gedurende de winterperiode één arbeider per 12 H.A.; 4. Voor gemengde bedrijven vinden de normen voor weide- en akkerbouwbedrij- ven verhoudingsgewijze toepassing. Voor het geheele land, zoowel voor wei de- als akkerbouwbedryven van alle groot ten, wordt voor den arbeid van den onder nemer een aftrek toegepast van 10 H.A. Van de meewerkende inwonende zoons geldt een zoon van 21 jaar als een volle dige arbeidskracht en bedraagt de aftrek eveneens 10 H.A. Voor jongere zoons is de aftrek van 20 jaar 9 H.A., 19 jaar 8 H.A. enz. tot een leeftijd van 14 jaar 3 H.A. De winterperiode is gesteld op 4. de zo merperiode op 8 maanden. Aangenomen v. -^at de zomer als regel begint half Maart en eindigt half November. Van deze indeeling kan ook worden afgeweken, in die zin, dat de landbouwers vergunning kunnen vragen om de zomerperiode twee weken langer te laten 4,4wen. Na"!* ™en ons meldt, heeft de directeur- generaal van den arbeid aan bovenstaande regeling, welke algemeene normen stelt voor het geheele land, reeds zijn goedkeu ring gehecht. G'werkt v/ordt aan een regeling voor de tewerkstelling van een minimum aantal aibeiders in het tuinbouwbedrijf. FEUILLETON Een roman uit het hooge Noorden. Door AGATHE POGNER 37) Ik was zelf bijzonder tevreden met dit idéé, maar toen Pelka mij gisteren met haar grootvader kwam bezoeken, bleek mijn handelwijze in haar oog en geen onver deelde instemming te kunnen vinden. Het portret vond ze werkelijk prachtig, maar de rozen daarboven wekten haar bevreem ding. Waarom heb je die bloemen aan mijn uortret gestoken, Arkadi? vroeg ze, zonder ling ernstig. Ik ben toch niet dood! Maar Pelka! Meer vermocht ik op dat oogenblik niet over mijn lippen te brengen. De schrik scheen myn tong te hebben verlamd. Maar Pelka, hoe kom je daar nu by? Ik dacht maar zoo. Mamoesje versiert papoesja's portret ook altijd met bloemen. Ik wilde de rozen van den wand scheu ren, want mijn hart begon plotseling on stuimig te kloppen en ik voelde mij ten prooi aan even droeve als raadselachtige voorgevoelens. Maar Pelka verzette zich er tegen, de rozen zagen er zoo mooi uit; ik moest het maar zoo laten als het was. Daarna wild eze met me gaan wandelen, maar daarvan kwam voorloopig niets, want iit had nog een groote verrassing voor haar: Maria's geschenken. Met stralende oogen van opwinding keek ze toe, hoe ik de eene doos na de andere op tafel zette. Het waren er in het geheel zes. En is dat allemaal voor mij? Allemaal. En zit in elke doos hetzelfde? Nee, in elke doos zit wat anders. Pak ze maar uit. Met bevende handjes, blozend van ver bazing en bewondering, maakte Pelka de doozen open. Daar lagen louter dingen die zy tot dusver nog nooit gezien had. De eer ste doos bevatte een groot aantal dingetjes van goud papier, die met gekleurde zijde moesten worden bestikt. In de tweede la gen kleine stokjes en houtjes, waaruit meu bels en huisjes konden worden opgebouwd, de derde bevatte een groote hoeveelheid riet voor het vlechten van mandjes en bord jes, de vierde alle hulpmiddelen voor het maken van kunstbloemen, de vijfde een ark van Noach met ruim honderd dieren en in de zesdeneen, bij de zesde wer den Pel ka's oogen nog eens zoo groot en kwamen er zelfs tranen. Want in de zesde doos lagen kralen, Kralen in alle grootten en kleuren. Pelka werd er stil van en zei stamelend: Dat kan toch niet alles voor my zijn. Dat is veel te veel. Maar zij liet zich graag en snel gerust stellen. Er waren nog geen twintig minu ten verloopen, of zij had reeds een halsket ting en een armband geregen. My werden minzaam deze sieraden aangeboden, maar toen ik betoogde, dat ik mij als man toch bezwaarlijk met een halsketting en een armband kon tooien, viel Pelka's kaus op 'n horlogeketting en daar kon ik niet onder uit. Tot haar gTOote tevredenheid beves tigde ik het geschenk onmiddellijk aan mijn horloge en met een wijs gezichtje gaf Pel ka als haar meening te kennen, dat de ket ting mij bijzonder goed stond. Toen mijn gasten vertrokken waren, liet ik mijn nieuwe bezit direct aan mijn vier- voetigen vriqnd zien. Hij besnuffelde den ketting van alle zijden en wilde er op hon denmanier ook dadelijk in bijten, maar dat kon ik natuurlijk niet toestaan. Niet waar, oude jongen, zei ik tegen hem, de waarde van een of ander ding komt er minder op' aan. Hoofdzaak is, dat het ons bevalt. Drie dagen geleden nam ik een dag rust om naar de Walvischbaai te gaan. Daar de zee volkomen stil was, koos ik den water weg. De plechtige stemming, die over de golven lag, beheerschte weldra ook mij. Zoo geheel alleen te zijn tusschen hemel en water een niets in een schommelenden •notedop en daarnaast toch ook, krach tens je gedachte en je wil, meester over al les, dat is een verheffend bewustzijn en het verzoent den mensch met den dood. In de Walvischbaai had dézen dag een opwinding geheerscht van belang. Een van de bergen komende ijzige wind, iets verra derlij kers dan deze op ons eiland plotseling opstekende verschrikkelijke wind bestaat er op de geheele wereld niet, had de boot, waarin Pelka zat te visschen, van den oever losgetrokken en binnen een paar minuten ver van de groote baai ingedreven. Pelka had geen kik gegeven en geen oogenblik zelfs maar een spoor van angst getoond, maar 'Rodion, die op den wal getuige was geweest van het gebeurde en de mogelijke verschrikkelijke gevolgen onmiddellijk had I overzien, was gekleed en wel te water ge- I sprongen en de boot achterna gezwommen. Toen hij het vaartuigje bereikt had, had hy het touw gegrepen en zwemmend de boot naar den oever getrokken. Toen grootvader mij bij het theedrinken het gebeurde meedeelde, glimlachte Wen- jamin op zijn gewone, goedmoedige wijze en zei: Rodion is van ijzer. Zulke menschen als hij worden maar eens in de honderd jaar geboren. Waarop Rodion zijn schoonzoon op den schouders sloeg en antwoordde: En zulke als jij, Wenjamin, maar eens in de duizend. Toen er genoeg over het voorval ge praat was, verlangde grootmoeder, dat Pel ka een brief aan Maria zou schrijven om haar, zooals dat behoorde, hartelijk et be danken voor al die mooie dingen. Pelka bedacht zich dan ook niet lang en schreef: Lieve Maria, Die dingen zijn heel mooi, ik kon eerst haast niet gelooven, dat alles voor mij was, maar Arkadi zei, dat het allemaal voor mij was. Grootmoeder zegt, dat je een heel goed mensch moet zijn, omdat je me al die din gen hebt gestuurd en me heelemaal niet kent. Ik heb voor mezelf een halsketting gemaakt en een armband en voor Ar kadi een horlogeketting. Grootmoe is juist bezig bloemen te maken en Arkadi maakt ook bloemen. Arkadi en ik spelen wat fijn met elkaar. Ik heb hem mijn lievelingspop gegeven, omdat hij zulke groote, droevige oogen heeft net als Dobrez. Hij gaat heel veel op jacht. Hier gaan alle mannen op jacht. Als zij niet op jacht gaan, dan slapen ze. Groot moe zegt, ik moet de groeten doen en Ar kadi zegt ook, ik moet de groeten doen. Kom ons toch eens opzoeken. Daar zouden we blij om zyn. Gegroet van PELKA. Grootmoeder betuigde haar tevredenheid over den brief en daarna schaarden wij ons rond de tafel om een beetje „Ark van Noach" te spelen. Volgens de spelregels moest elke medespeler telkens dat dieren geluid nabootsen, waarop zijn nummer viel. Mijn nummer viel op een hen en ik be gon zoo opgewekt te kakelen, dat Rodion en grootmoeder de tranen over de wan gen liepen van het lachen. Ja, er gebeuren nog wonderen. En het grootste wonder is de mensch. 31 Augustus., De zee brult. De zee tiert. De zee raast. Het is of hij millioenen stemmen heeft ge leend en daarmede zijn ontembare woede ten hemel slingert. Er ligt iets grootsch, iets verschrikkelijks, iets adembenemends in dit gebrul. Iets, dat den mensch weer te rugwerpt in den oertijd, toen het water op aarde nog alleenheerscher was en de geest der eeuwigheid beschermend daarboven zweefde. De zee huilt. De zee brult. De toorn heeft haar wateren zwart gekleurd. Als zij zich verheffen en weer dalen, ontwaart men si nistere, duistere diepten en als zij zich openen, spuwen zij heele bergen in woede geboren schuim. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5