DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
BINNENLAND
Paul van Kempen dirigeerde te Leiden
WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1940
31ste Jaargang No. 9755
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus U."
V Het beginsel blijft
Veel van wat men tot nu toe als beginsel
heeft beschouwd kan als verouderd over
boord worden geworpen.
Van wat als beginsel werd beschouwd
't Gebeurt heel dikwijls, dat men be
ginsel noemt, wat geen beginsel is. wat
door een redeneering uit een beginsel
wordt afgeleid of wat, in een bepaalden
tijd en onder bepaalde omstandigheden, in
overeenstemming wordt geacht met een
beginsel. Maar dat alles is niet het begin
sel.
Over „beginsel en werkelijkheid" schreef
de „N. Rott. Crt." van gisterenavond:
„Wij leven en we willen leven. De
kracht daartoe zullen we ook nu in ons
beginsel vinden. Als het een vurig en
levenskrachtig beginsel was, dan is het
beginsel, dat ons gisteren staande
hield, ook vandaag nog goed. Misschien
was het een conventioneel en afgesle
ten beginsel, dan moet het in de ruwe
aanraking met de werkelijkheid van
heden worden vernieuwd en verjongd.
Maar wie leven wil en blijven leven,
hij moet zijn beginsel aan de werke
lijkheid wagen; hij moet met vertrou
wen op zijn beginsel de werkelijkheid
doorstaan en haar bestaan. Ja waar
lijk, hij moet haar bestaan, hij moet
een levende kracht in haar worden,
zooals hij een levende kracht in de
werkelijkheid van gister heeft willen
zijn, nu meer dan ooit, omdat het een
zooveel bewogener werkelijkheid is.
De werkelijkheid verandert ons en wij
veranderen de werkelijkheid. Zoo was
het altijd en zoo is het nu".
Zóó is 't inderdaad.
Van het. katholiek beginsel, als
zoodanig, behoeven wij echter niets als
„conventioneel" of „afgesleten" te verwer
pen, om te kunnen mede-werken £an de
vorming van een nieuwe samenleving,
van een nieuwe wereld-orde.
Daarentegen k a n in een nieuwe sa
menleving, in een nieuw wereldorde meer
van het katholiek beginsel tot uitdrukking
worden gebracht, dan tot nu toe mogelijk
was. In pauselijke encyclieken is hierop
meermalen gewezen met wij mogen wel
zeggen: geniale klaarheid.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
ANTI-NEDERLANDSCH.
De Volkskrant constateert zeer te
recht, dat het „valt te betreuren dat nu
hier, dan daar stemmen worden gehoord,
die, zonder slechte bedoelingen ongetwij
feld maar daarom toch even onverant
woordelijk, er behagen in scheppen van
onzen volksaard een caricaturale voorstel
ling te geven".
En het blad vervolgt^
„Wij verlangen geen ophemeling noch
opgeschroefdelofzangen op de deugden
en kwaliteiten van ons volk, doch van den
anderen kant hebben wij er recht op ge
spaard te blijven voor een veralgemeende
discriminatie van het Nederlandsche volk:
wij zijn niet beter, maar ook niet slechter
dan anderen.
Als men leest, dat een belangrijk deel der
bevolking nog op een laag beschavingspeil
staat; dat onze soldaten evenals de arbei
ders, „vooral als zij in kudden te zamen
zijn", niet weten hoe zij zich hebben te
gedragen, dan tast dit den goeden naam
van ons volk aan.
Men vergeet blijkbaar, dat wij in een
glazen huis wonen.
Wanneer de bezettende overheid derge
lijke getuigenissen leest wordt ze in de
verleiding gebracht te gelooven, dat ze met
een volk te doen heeft, dat zich zelf niet
kan besturen en naar de oude school
methode met plak en roede moet worden
getuchtigd.
Het Nederlandsche volk is beter dan het
door zwartgalligen en pessimisten wordt
afgebeeld; het is een goed volk, werkzaam,
vlijtig, bij de pinken, rechtschapen.
Het verdient niet met een zwarte kool
te worden geteekend als een bende vlegels
zonder opvoeding en zelfrespect, de voog
dij verdienend van een sterker ras dat ons
mores zal leeren.
In de gegeven omstandigheden vooral
hebben wij den nationalen plicht onzen
goeden naam te handhaven door een correc
te houding en niet zelf mee te doen aan
de afbraak van wat ons in de oogen van
heel Europa tot een achtenswaardig volk
heeft gemaakt.
Wij hebben de eer van ons vaderland op
te houden, en die eer vergt ons volk niet
onverdiend in discrediet te brengen.
Wie spreekt of schrijft heeft dit nu meer
dan ooit in acht te nemen".
ENGELSCHE ACTIVITEIT IN DE
LUCHT.
In de provincie Drenthe in de omge
ving van Smilde en in Friesland nabij Op-
sterland zijn brandplaatjes gevonden.
Nabij Delfzijl zijn eenige Engelsche
bommen neergekomen. Er is geen noe
menswaardige schade aangericht.
HOE TE HANDELEN BIJ HET VINDEN
VAN BRANDPLAATJES.
Officieel wordt medegedeeld:
Zooals reeds meermalen is bericht, wer
pen Engelsche vliegers steeds weer brand
plaatjes boven Nederlandsch gebied uit.
De bedoeling van deze minderwaardige
wijze van oorlogvoering is niet alleen de
oogst en have en goed der bevolking te
vernietigen, maar ook menschen te ver
wonden. Het is van buitengewoon belang,
dat ieder weet, hoe hij handelen moet bij
het ontdekken van deze plaatjes. Aller
eerst moet verhinderd worden, dat de
plaatjes brand veroorzaken. Ieder voor zich
dient dan ook op te letten, of bij het over
vliegen van Engelsche vliegers brandplaat
jes uitgeworpen zijn. Wanneer men ook
maar kan vermoeden, dat dit het geval is,
moet er onmiddellijk naar worden gezocht.
De plaatjes moeten dan verzameld en op
een plaats, waar ze geen gevaar kunnen
veroorzaken, worden vernietigd.
Hierbij dient men er op te letten, dat
deze plaatjes niet met de hand worden
aangeraakt. Ze moeten met een voorwerp,
bijvoorbeeld met een houten latje opge
licht en in een emmer met water gelegd
worden, aangezien bij aanraking anders
verbranding van huid en vergiftiging mo
gelijk is. In ieder geval moet bij het vin
den van brandplaatjes dit aan de plaatse
lijke politie medegedeeld worden. Deze
verzamelt ze en zorgt voor de vernietiging.
Plaatjes, welke door de bevolking zelf ver
zameld zijn, moeten, in het water liggend,
bij de politie worden ingeleverd. Dus ook
hierbij dient de grootste voorzichtigheid
en oplettendheid in acht te worden geno-
DE CONTROLE OP DE LEGITIMATIE
VERPLICHTING
De commissaris-generaal voor de open
bare veiligheid en hoogere S.S. en politie
leider, deelt offiiceel het volgende mede":
De verordening nr. 129/40 van de secre
tarissen-generaal van binnenlandsche za
ken en van justitie, betreffende de verplich
ting tot legitimatie, treedt voor de Wad
den-eilanden en in het kustgebied van het
bezette Nederlandsche gebied, begrensd
door de lijn Den Helder, Noord-Hollandsch
Kanaal, Alkmaar, Uitgeest, Beverwijk, Vel-
sen, Santpoort, Haarlem, Heemstede, Ben-
nebroek, alsmede voor de geheele provin
cie Zuid-Holland en in de provincie Noord-
Brabant ten Westen van de spoorlijn, loo
pend van de grens der provincies Gelder
land/Noord-Brabant over Orten, 's-Herto-
genbosch, Vught, Boxtel, Best, Acht, Eind
hoven, Valkenswaard in de richting Neer-
pelt, op 1 October 1940 in werking.
Voor het overige bezette Nederlandsche
gebied zal voor 1 November 1940 geen con
trole op de legitimatieverplichting worden
uitgeoefend.
DE CONCENTRATIE VAN
ARCHITECTEN-VEREENIGINGEN
Het bestuur van den georganiseerden
bond van Nederlandsche architecten is
thans door de besturen van de bestaande
organisaties samengesteld. Daarmede is de
opheffing van het Nederlandsch instituut
van architecten en den Nederlandsch en
bond van bouwmeestersgilden een feit ge
worden. De leden van deze vereenigingen
zijn thans tezamen met de oude leden van
den B.N.A. in den bond van Nederland
sche architecten vereenigd. Als voorzitter
zal fungeer en prof. ir. H. T. Zwiers, terwijl
zijn medeleden in het dagelijksch bestuur
zijn de heeren I. de Bloem, voorgedragen
door den Ned. bond van bouwmeesters
gilden, ir. A. J. van der 'Steur, voorgedra
gen door den B.N.A. en C. J. Wierda, voor
gedragen door het N.I.V.A.
De heer Bloem zal optreden als vice-
voorzitter, ir. van der Steur als secretaris,
terwijl de heer Wierda het penningmees
terschap op zich heeft genomen.
Het bestuur heeft de machtiging om de
overige functionarissen aan te wijzen. De
plaatsvervangende leden van het dage
lijksch bestuur zullen niet alleen gekozen
worden uit leden van de drie bovengenoem
de organisaties, maar ook uit die van de
afdeeling bouwkundige ingenieurs van de
Vereeniging van Delftsche ingenieur^ en de
orde van Nederlandsche raadgevende inge
nieurs
NED. ROODE KRUIS-SCHIP
DOOR ENGELSCH OORLOG
SCHIP BESCHOTEN.
Zeven dooden.
In den nacht van 22 op 23 September
heeft zich in de nabijheid van het eiland
Schouwen een gebeurtenis afgespeeld, die
opnieuw de onscrupuleuze strijdwijze van
de Engelschen aantoont. Een Nederlandsch
Roode Kruisschip werd daar, ofschoon de
kenteekenen van het roode kruis verlicht
en van veraf te zien waren, door een En-
gelsch oorlogsschip beschoten. Zeven Ne
derlanders verloren hierdoor het leven.
In den nacht van Zondag op Maandag
lag het Nederlandsche roode kruisschip
dwars van Schouwen voor anker, toen te
gen 3.15 's morgens een Engelsch oorlogs
vaartuig lichtkogels afschoot. De kapitein
van het roode kruisschip verlichtte hierop
het op het schip aangebrachte groote ken-
teeken van het roode kruis en liet de sire
nes loeien. Ondanks dit werd het schip
toch door de Engelschen onder vuur geno
men. Het kreeg een voltreffer in de ke
telinstallatie, welke ontplofte. Bij het te
water laten van een boot verdronken zes
leden van de bemanning. Door het ont
ploffen van de ketel werd een man gedood,
een zwaar en drie andere licht gewond.
Het schip moest de haven binnengesleept
worden.
De militaire bevelhebber in Nederland,
de generaal der luchtmacht Fr. Christian
sen, heeft als eerste hulp den achterblij-
venden van de aan den Engelschen overval
ten offer gevallen zeven Nederlanders een
belangrijk bedrag ter beschikking gesteld.
De
der slachtoffers
De slachtoffers, die bij den laffen over
val van een Engelsch oorlogsschip op het
Nederlandsche Roode kruisvaartuig, dat
naar wij vernemen de L.A.Z. 11 is zijn
te betreuren, zijn de volgenden:
Door het kapseizen van de reddingsboot
worden vermist: tweede-machinist J.
Maarseveen, oud 42 jaar, wonende te
LJmuiden, matroos D. Rood, 21 jaar, wo
nende te Scheveningeni matroos M. L.
Grutters wijk, 22 jaar, wonende te Den
Haag; matroos W. van Leeuwen, wonende
te Haarlem; matroos-.J. W. Koster, 24 jaar,
wonende te Haarlem en matroos A. Sweers,
23 jaar, eveneens wonende te Haarlem.
Door de ketelontploffing is gedood: De
trimmer C. Hermsen, wonende te Haar
lem, zijn leeftijd is 29 jaar.
Door de ketelontploffing zijn gewond: 2e
machinist W. A. Cassee, 32 jaar, wonende te
IJmuiden. Hij kreeg brandwonden aan ge
zicht en bovenlichaam; 2e stuurman M. van
Duyn, 20 jaar, wonende te Katwijk. Hij
heeft lichte brandwonden aan het gezicht
en aan den rechterhand gekregen. De trim
mer C. W. L. Cornet, 29 jaar, wonende te
Haarlem, die een rib-fractuur heeft ge
kregen.
De gewonden zijn overgebracht naar het
gemeente-ziekenhuis aan de Zuidwal te
'3- Gravenhage. Het lijk van den trimmer
Hermsen is vanmiddag van Hoek van Hol
land naar Haarlem overgebracht.
De LAZ 11 is de vroegere „Indus", een
zee-sleeper van de firma Smit en Co. De
tonnage van het vaartuig is ca. 800 ton. De
bemanning bestond uit 18 man. De LAZ 11,
die na den overval werd opgepikt door een
ander Nederlandsch hospitaalschip, is naar
Rotterdam gesleept, waar het vaartuig op
de werven van de Rott. Droogdok Maat
schappij zal worden gerepareerd.
SCHADEVERGOEDING VOOR
VERLOREN GOEDEREN VAN
MILITAIREN
Men wende zich tot de Nat. vereeniging
tot steun aan miliciens
Bij het departement van defensie is een
aanzienlijk aantal verzoeken van militairen
ingekomen, strekkende tot vergoeding van
schade wegens het in verband met de oor
logshandelingen te loor gaan van particu
liere eigendommen.
Aan adressanten zal worden medege
deeld, dat, indien zij niet in staat zijn deze
schade geheel of gedeeltelijk te dragen, zij
zich kunnen wenden tot de Nationale ver
eeniging tot steün aan miliciens, onder over
legging van een verklaring als bedoeld in
art. 857 van het Wethoek van burgerlijke
rechtsvordering (verklaring bevattende zoo
volledig mogelijke gegevens omtrent het
ambt, beroep of bedrijf en het gezin van den
verzoeker en omtrent den stand van de in
komsten en het vermogen van dezen en
zijn gezin).
ONDERSCHEIDING VOOR KORNETTEN-
KAPITEIN CHRISTIANSEN.
De Fuehrer heeft aan den commissaris
voor de zee- en binnenvaart in Nederland,
kornetten-kapitein Karl Christiansen, voor
bijzondere verdiensten in de oorlogsecono
mie als leider van het Hamburger kantoor
voor de walvischvangst, het oorlogskruis
van verdienste verleend, dat hem toege
zonden is met een eigenhandig schrijven
van den Rijksmaarschalk.
NATIONALE RECLASSEERINGSDAG.
Zaterdag 28 September a.s. is de natio
nale reclasseeringsdag. Dan zal in ons ge
heele land gecollecteerd worden ten bate
van de reclasseering.
De opbrengst der collecte zal ten goede
komen aan het Nederlandsche genootschap
tot zedelijke verbetering van gevangenen,
de R. K. Reclasseeringsvereeniging, de Pro-
testantsch Christelijke Reclasseeringsver
eeniging, het Leger des Heils, de Neder
landsche Vereeniging tot afschaffing van
alcoholhoudende dranken, de internationale
Orde van goede Tempelieren en de natio
naal Christelijke Geheelonthoudersvereeni-
ging.
Juist in dezen tijd nu ernstig toezicht
moet worden gehouden op verschillende in
normale tijden lastige, doch nu gevaarlijke
elementen, is de reclasseering zeer belang
rijk en verdient zij allerwege grooten
steun.
DUIVEN VAN BUITENLANDSCHE
HERKOMST.
Eenigen tijd geleden heeft de Duitsche
overheid een bepaling uitgevaardigd, krach
tens welke alle zich in het bezette Neder
landsche gebied bevindende postduiven,
welke van een buitenlandsche ring zijn
voorzien, moeten worden opgesloten ge
in terneerd), na vooraf aan de commissie
ter behartiging van de belangen van Ne
derlandsche postduivenhouders (commissie
Hornstra, Prinsengracht 407, Amsterdam)
te zijn aangegeven.
Ofschoon dit voorschrift nog steeds van
kracht is, heeft de Duitsche overheid be
sloten met ingang van 27 Augustus j.l. het
beheer van deze duiven naar evengenoem-
de commissie over te brengen, met dien
verstande, dat bij het sluiten van den vrede
over de bestemming van de duiven uitein
delijk zal worden beslist.
Mitsdien zullen voortaan alle opgesloten
(geinterneerde) of nog op te sluiten (te in
terneeren) duiven met een buitenlandschen
ring door deze commissie worden geregis
treerd ën verzorgd. De daaraan verbonden
kosten ten bedrage van 2 y2 cent per duif
per dag komen ten laste van de bezitters
dezer duiven; het verschuldigde bedrag
dient bij driemaandelijksche vooruitbeta
ling te worden voldaan. De commissie
waarborgt een goede verzorging. Door
middel van de vakbladen heeft zij den be
zitters van de onder dit voorschrift val
lende duiven verzocht haar ten spoedigste
schriftelijk mede te deelen, dat zij met
deze regeling accoord gaan en dienovereen
komstig zullen handelen.
Het vorenstaande heeft alleen op vrij
willig door de bezitters afgegeven duiven
van buitenlandsche herkomst betrekking.
Duiven van Duitsche herkomst zullen ter
r
Mamentje
BöSE MENSCHEN
Wij hebben allemaal een beetje ver
wonderd gestaan over de zang der
Duitsche soldaten als collectiviteit. Wij
kenden immers niets beters dan:
Wie z'n vader heeft vermoord,
En z'n moeder heeft vergeven,
Die is nog veel te goed
Voor het soldaten-leven!
En uit de laatste periode van ons
leger: Blonde Mina heeft een hart van
prikkeldraad.
En toen hoorden wij opeens, gelijk
van toon en met pauzes, die den zwa-
ren dreun der soldatenpassen sterk on
derstreepten, op suggestieve wijze
zingen: Wir fahren gegen Engeland!
Ik ben nooit tegen muzikale uitspat
tingen geweest, maar bij ons hebben
gedurende langen tijd hoogstens de
saxophoons zóó hartverscheurend ge
jankt, dat dank zij de radio de
melk bij de buren er zuur van werd.
En toch moet er in Amerika een
snoezige oude dame wonen, die ont
dekt heeft, dat ieder mensch doorloo
pend goed kan zijn als hij maar met
de juiste muziek zou zijn opgekweekt.
Volgens haar zou om zoo te zeg
gen Al Capone, opgevoed met
Strauss bij de pap, een zwierig staats
burger zijn geworden met bloemetjes
in de vensterbank, lichtjes in zijn oogen
en een zonnetje in zijn hart.
Die theorie klopt wonderwel met het
aloude adagium: Böse Menschen haben
keine Lieder.
Het lijkt my daarom goed, dat ook
de opbouwers nu behoorlijk aan het
zingen zijn geslagen en heropgevoed
worden met een behoorlijk chanson.
En ik ben nu benieuwd of dat een
betere uitwerking zal hebben dan rats,
kuch en boonen.
beschikking van den Hoeheren Nachrich-
tenfuehrer bij den Wehrmachtsbefehlsha-
ber in Nederland worden gesteld.
Ingevolge den wensch van deze autori
teit heeft de secretaris-generaal, wnd.
hoofd van het departement van binnen
landsche zaken, de hierboven uiteengezet
te regeling ter kennis van de burgemees
ters gebracht, met verzoek door middel
van de gemeentepolitie bij de uitvoering
daarvan medewerking te verleenen.
de Dresdner Philharmoniker.
In Leiden had Zondag een bijzondere
gebeurtenis plaats: een beroemd zoon de
zer stad, Paul van Kempen, dirigeerde het
K.D.F.-weermachtconcert van de Dresdner
Philharmoniker.
De Dresdner Philharmoniker maken
thans, zooals reeds uitvoerig gemeld, een
concertreis door Nederland voor de Duit
sche troepen.
De tournee begon met een concert Vrij
dag j.l. in Den Haag, waarbij ook de rijks
commissaris en hooge vertegenwoordigers
aller troepenonderdeelen verschenen wa
ren. De Philharmoniker bezoeken alle
groote steden van Nederlapd en zij kun
nen onder de vaste leiding van hun diri
gent het eene succes na het andere boeken.
Een bijzondere gebeurtenis blijft echter
het concert te Leiden. Hier speelde Paul
van Kempen in zijn geboortestad voor zijn
bejaarde moeder in dezelfde concertzaal,
waarin hij vroeger als negenjarige kleine
vioolkunstenaar is opgetreden.
Paul van Kempen werd 16 Mei 1893 in
Leiden als zoon van een koopman gebo
ren. Hij stamt uit een kinderrijke familie
en heeft 12 broeders en zusters. Op zeven
jarigen leeftijd begon hij reeds viool te
spelen. Na het beëindigen der school stu
deerde hij aan het conservatorium te Am
sterdam en ontving wegens zijn talent een
studiebeurs. Toen hij 17 jaar was kwam
hij als eerste violist bij Mengelberg in het
Concertgebouworkest, van daar ging hij
in 1916 naar Duitschland, om dirigent te
worden. In 1920 werd hij stedelijk kapel
meester te Dortmund, in 1933 stedelijk mu
ziekdirecteur te Oberhausen. Na groote
buitenlandsche concertreizen door de Bal-
tische en Scandinavische landen haalde
General-intendant Staatsrat Tietjen hem in
1939 naar een gastvoorstelling in Berlijn en
in 1940 kreeg hij een contract bij de Ber-
lijnsche Staatsopera.
Na vele jaren bezocht Paul van Kempen
nu voor het eerst weer zijn geboortestad en
oogstte met zijn orkest een succes, dat zoo
groot was, dat hij zich moest verplichten,
Woensdagmiddag (hedenmiddag) te Lei
den een extra weermachtconcert te geven.
Men ziet hier den dirigent met zijn be
jaarde moeder. Tweede van links de Orts-
kommandant te Leiden, tweede van rechts
mr. A. Tepe, Wethouder van Onderwijs te
Leiden, als loco-burgemeester.