QemengdeSieHicfiim
RECHTZAKEN
Faillissementen
BIOSCOPEN TE LEIDEN
Ik hèb gekozen,
Arkadi...
MAANDAG 16 SEPTEMBER 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
SCHIPPERSZOON VERDRONKEN.
De man sloeg bij het werk overboord.
Gisteravond is op de Surinamekade na
bij ihet gebouw van de Hollandsche Lloyd
te Amsterdam een tragisch ongeval ge
beurd. Een 31-jarige man, zoon van een
schipper van een lichter uit Rotterdam, die
werkzaamheden verrichtte aan het anker
op het voorplecht, is door tot nu toe onbe
kende oorzaak over boord gevallen en ver
dronken.
Het ongeval bleef onopgemerkt, totdat
de schipper zijn zoon miste. De G. D. werd
-gewaarschuwd en ondertusschen begon
een schipper van een in de nabijheid gele
gen vaartuig te dreggen, op de plaats
waar hij de pet van den verongelukten in
het water had zien drijven.
Na korten tijd slaagde men erin het
lichaam van den jongeman op te halen.
Pogingen om door middel van kunstmatige
ademhaling de levensgeesten op te wekken
mochten niet meer baten. Het stoffelijk
overschot is naar het binnengasthuis over
gebracht.
IN DE DUISTERNIS VERDRONKEN
Te 'sGravenhage is, vermoedelijk ten
gevolge van de duisternis, de 80-jarige A.
V., woonachtig aan den Marktweg, in het
water langs de Troelstrakade gevallen en
verdronken.
SCHEEPSBRAND TE NIJMEGEN.
Moeilijke bussching.
Zaterdagavond werd de brandweer te
Nijmegen gealarmeerd voor een brand in
een schip, liggende aan de Waalkade al
daar. Onder een stroomenden regen rukte
de eerste afdeeling ui(. Het vuur bleek te
woeden in de lading van het vrachtschip
„Concordia I" dat ongeveer een uur te vo
ren, komende van Rotterdam en Arnhem,
was gearriveerd. Zware rookwolken ste
gen uit de ruimen op, doch vuurverschijn-
selen waren niet zichtbaar. Bij haar ver
richtingen ondervond de brandweer, be
halve van den rook, veel hinder van de
duistenis. Met rookmaskers verschafte de
brandweer zich toegang tot de ruimen en
toen bleek het vuur geheel achter in het
schip te woeden, zoodat men de lading
moest „verstouwen" om bij den brand
haard te kunnen komen. De brand, die
reeds een aanzienlijken omvang had aan
genomen, woedde voornamelijk in een
groote partij zeeppoeder, chloor en ande
re waschmiddelen en was waarschijnlijk
ontstaan door achteloos omgaan met vuur.
Toen men eenmaal den vuurhaard had be
reikt, was het pleit spoedig 'beslist en kon
het vuur met eenige stralen op de water
leiding worden bedwongen. Het schip zelf
bekwam slechts weinig schade, maar van
de lading is door vuur, rook en water veel
verloren gegaan, zoodat de schade aan
zienlijk ik. Het blusschingswerk vorderde
eenige uren.
BLIKSEM VEROORZAAKT BRAND IN
TWEE BOERDERIJEN
Zaterdagnacht omstreeks twee uur is te
Sexbierum de kapitale boerd# van mevr.
wed. J. Nammensma en bewoond door haar
zoon M. Nammensma, door den bliksem ge
troffen. De schuur met een grooten voor
raad hooi en granen ging in de vlammen
op. Ook een deel van het woonhuis werd
verwoest. Het vee werd gered.
Omstreeks drie' uur werd Zaterdag
nacht de boerderij van den veehouder IJ.
Postma aan het Zuidereind te Tie tjerk door
den bliksem getroffen. Dadelijk stond het
woonhuis in lichte laaie, waarbij de inboe
del, zeven koeien, een paard en klein vee
in de vlammen omkwamen. Dé bewoners
konden zich tijdig redden. Verzekering dekt
gedeeltelijk de schade.
VERDACHTE STRAATHANDEL
TE MAASTRICHT
Zestig menschen gearresteerd
Men meldt uit Maastricht aan de „Msbd.'':
Ip den omtrek van het station werd al
geruimen tijd een clandestiene straathan
del gevoerd met de komende en gaande
Duitsche militairen. Daaraan werd door
oudere personen en ook door kinderen deel
genomen. Er werd van alles aangeboden en
druk verkocht.
Thans heeft de gemeeritepolitie daaraan
een einde gemaakt door zestig menschen
van wie de helft vrouwen, in één slag ge
vangen te nemen. Zij zijn naar het politie
bureau te Wijk overgebracht. Vijftig van
hen brachten daar 24 uur door en enkelen
zijn nog langer vastgehouden, omdat gé-
bleken is, dat aan den straathandel vrij
ernstige misdrijven vooraf waren gegaan.
In totaal werden twee karrevrachten wa
ren in beslag genomen, waarbij artikelen
van den meest uiteenloopenden aard. Het
fruit en de verdere aan bederf onderhevige
levensmiddelen zijn ter beschikking van
het Roode Kruis gesteld, het overige blijft
in beslag genomen.
Gebleken is, dat de aangehoudenen meest
inwoners van Maastricht waren. F rimi-
gen hadden echter hun domicilie r. r el
ders verplaatst. Ten huize van enkelen, o.a.
in het woonwaenpark, zijn nog partijen
goederen in beslag genomen.
Op de meest in kleine hoeveelheden ver
kochte goederen werden vaak woekerwin
sten gemaakt. Zoo bracht koffie tot zestig
gulden per kilogram op; horloges' werden
voor hun tienvoudige waarde verkocht.
Bij de fouilleering van de arrestanten
bleek onder meer, welke winsten met de
zen handel gemaakt werden. Personen, die
enkele maanden geleden nog steun trok
ken, bleken in het bezit van eenige hon
derden gulden.
INBRAAK IN EEN DISTRIBUTIE
KANTOOR.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
is in het distributiekantoor te Purmerend
ingebroken. Een partij pêtroleumbonnen
en zeepbonnen, welke nog ongestempeld
waren werden ontvreemd alsmede een
hoeveelheid boterkaarten, vetkaarten, tex-
tielkaarten en vleeschkaarten, welke ter
uitreiking gereed lagen.
KABELBALLON VEROORZAAKTE
SCHADE
In den nacht van Zaterdag zweefde bo
ven Ouddorp (Zeeland), van Noordwest
naar Zuid-Oost een Engelsche kabelballon.
De kabels sleepten over den grond en ver
oorzaakten schade, o.a. aan de electriciteits-
leiding. Later is de ballon ten Zuidoosten
van het dorp gestreken.
De strijd om de baby
Na de in de zaak van den baby gehou
den enquête is Zaterdagmiddag door de
procureurs van partijen weder gepleit.
Mr. ir. Smalhout, procureur van de fa
milie van der Winden, voerde het eerst
het woord.
De enquête heeft in zooverre ophelde
ring gebracht aldus pleiter dat re
delijkerwijs moet worden aangenomen,
dat beide gevonden kinderlijkjes van zaal
9 afkomstig zijn. Dit sluit echter aller
minst in, dat nu ook boven iederen rede
lijken twijfel verheven is, dat één der
lijkjes dat van het kindje Van der Win
den is. Veel wat verklaard, is in de
enquête niet ter zake dienende. Pleiter
moest toegeven, dat mevr. Van der Win
den meer in aanmerking is gekomen om
den verkeerden baby te hebben meege
nomen. Toch pleiten nog zeer sterke argu
menten vóór mevr. Van der Winden. Plei
ter bracht deze nogmaals naar voren. In
ieder geval achtte hij het onmogelijk, dat
het betwiste kindje dat van Steinmetz
kan zijn. Hiertegen is niets in te brengen.
Zoolang niet op één of andere manier
vast staat, dat het kindje Steinmetz in den
kelder van perceel 6a gekomen is, kan de
betwiste baby, ondanks alles wat ver
klaard is, niet het kindje Steinmetz zijn.
Het betoog kan men slechts sluitend ma
ken, door de objectieve kenmerken van
het kindje-Van dér Winden als niet be
staande aan te nemen, zooals ook de pre
sident gedaan heeft. Het is echter uitge
sloten, dat men hier te doen heeft met
fantasie van de familie Van der Winden.
Men kan ook niet zeggen, dat de familie
leden elkander hun verldaringen hebben
gesuggereerd. Die verklaringen vinden
daarvoor te veel steun in verklaringen van
andere getuigen, die niet gesuggereerd
konden worden. Er moet dus ook recht
vaardige twijfel bestaan, dat de betwiste
baby inderdaad het kindje Steinmetz is.
De baby is nu inmiddels bijna 5 maanden
oud geworden en een deskundig onderzoek
omtrent erfelijkheidsverschijnselen moet
thans resultaat kunnen opleveren, te
meer, daar sterke familiegelijkenis met
het echtpaar Van der Winden aanwezig is.
Pleiter verzocht het hof een comparitie
van partijen met het kindje en alsnog een
erfelijkheidsonderzoek te doen instellen.
De familie Van der Winden ducht zulk een
onderzoek niet en, indien de familie Stein
metz gelijk heeft, verschaft het haar ook
de grootst mogelijke zekerheid, dat zij in
derdaad haar eigen kind opvoedt.
Mr. Van Oven, procureur van partij
Steinmetz, zeide met voldoening gehoord
te hebben, dat mr. Smalhout pleiter ge
slaagd acht in het hem opgelegde bewijs.
Het betoog van mr. Smalhout mist ech
ter samenhang. Pleiter meent, dat niet vol
te houden is, dat de baby het kind van
Van der Winden is. Dan is Van der Win
den dus geen belanghebbende meer. De
plaats, waar het lijkje gevonden is, leidt
alleen reeds tot de conclusie, dat dit was
het kindje-Van der Winden. Er waren vier
jongens op zaal 9. Twee daarvan zijn over
leden en de andere twee zijn herkend. Het
kan dus niet anders of één der lijkjes was
van het kindie-Van der Winden, daar
mevr. Van der Winden op zaal 9 lag. De
eenige vraag, welke nu nog aan de orde is:
Kan het betwiste kind van een ander zijn
dan van de familie Steinmetz? is naar
pleiter meent, reeds afdoende beantwoord.
Er is geen sprake van, dat eenig ander dit
kind opeischt De moeders van zoons zijn
allen als getuigen gehoord. Pleiter had er
geen bezwaar tegen, dat de familie Stein
metz met het kind voor het hof verschijnt
als dat gewenscht wordt geoordeeld. Te
gen een erfelijkheidsonderzoek op zichzelf
heeft pleiter evenmin bezwaar. Het is ech
ter kostbaar en pleiter betwijfelt of er
eenig resultaat van te verwachten is. Men
had ook van het bloedonderzoek veel ver
wacht, maar dat heeft ook niets opgele
verd.
Het hof zal arrest wijzen op 30 Septem
ber.
Radio-programma
DINSDAG 17 SEPTEMBER
JAARSVELD 415,4 M. NCRV-uitzending.
8.00 Nieuwsberichten ANP 8.10
Schriftlezing, Meditatie 8.25 Gewijde mu
ziek (gr. pl.) 8.35 Gramofoonmuziek
9.40 Pianovoordracht 10.15 Gewijde mu
ziek (opn.) 10.30 Morgendienst 11.00
Gramoofonmuziek 11.25 Zang met piano
begeleiding en gramofoonmuziek 12.00
Berichten 12.15 Quintolia 12.45
Nieuws- en economische berichten ANP.
1 00 Quintolia en gramofoonmuziek 2.00
Gramofoonmuziek 2.30 Voor de vrouw
3.00 Trioconcert en gramofoonmuziek
3.45 Gramofoonmuziek 4.00 Bijbellezing
4.30 Gramofoonmuziek 5.15 Nieuws-
en economische berichten ANP 5.30 Or
gelspel en gramofoonmuziek 6.30 VPRO:
Jeugduitzending 6.45 Gramofoonmuziek
7.00 Vragen van den dag ANP. 7.15
Reuortage 7.45 Gramofoonmuziek 8.00
Nieuwsberichten ANP. 8.10 Arnhem-
sche orkestvereeniging 8.50 Schriftle
zing 8.559.00 Nieuwsberichten ANP.
Sluiting.
KOOTWIJK, 1875 M. KRO-uitzending.
7.00 Berichten (Duitsch) 7.15 Berich
ten (Engelsch) 7.30 Wij beginnen den
dag 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15
Gramofoonmuziek (11.1511.30 Berichten
Engelsch) 12.00 Rococo-octet 12.30 Be
richten (Duitsch) 12.45 Nieuws- en eco-
nomicshe berichten ANP 1.00 Gramo
foonmuziek 1.15 KRO-orkest (2.002.15
Berichten Duitsch) 3.00 Gramofoonmu
ziek (3.303.45 Berichten Engelsch) 5.00
Berichten (Duitsch) 5.15 Nieuws- en eco
nomische berichten ANP 5.30 RVU: Cy
clus: omgang met dieren 6.00 KRO-me-
lodisten met solist (6.156.30 Berichten En
gelsch) 7.00 Vragen van den dag ANP.
7.15 KRO-melodisten en solist 7.45
Gramofoonmuziek 8.00 Ber. (Duitsch)
8.15 Nieuwsberichten ANP. eventueel gra-
mofoonplaten 8.30 Berichten Engelsch
8.45 Gramofoonmuziek 8.50 Wij sluiten
den dag 8.559.00 Nieuwsberichten AN
P. Sluiting.
Surséance van betaling:
12 Sept. 1940 is definitief surs. v. bet.
verleend aan de Handelsvenn. o. d. fa.
Kraats en Söner, plantenhandelaar, B o s-
k o o p, en de firmanten P. v. d. Kraats en
N. v. d. Kraats, te Boskoop, voor den. tijdi
van 1 jaar en 6 maanden.
Afgewisseld door fiksche regenbuien werden Zondag op de Sintelbaan te Amster
dam de distrlcts-athletiekkampioenschappen gehouden. De 100 meter dames leverde
een gedecideerde overwinning op voor Fanny Koen.
HOOFDFILMS
De 3 Codona's (Re- Ber. variété
né Deltgen, Lina met driedub-
Norman). bele salto
Spion van den kei
zer (Gustav
Gründgens, Ma-
Rianne Hopper).
Butterfly (Maria
Cebotari, Paul
Kemp)
Savoy Hotel 217
(Hans Albers, Bri
gitte Horney).
Alarm in Peking
(Gustav Fröhlich,
Peter Voss).
Spionnage-
intrige
Naar de be
kende opera
Avontuurlijk
Spanning
AAN VANGSULx»
Iederen avond 7 uur
Zondag van 26.30
uur. Iederen dag
matinée 2 uur.
Iederen avond 7.30 u.
Zondag 2.30 en 4.30
uur. Woensdag en
Zaterdag matinée
2.30 uur.
Iederen avond 7 uur
Zondag 26.30 uur.
Iederen dag 2.15 uur
matinée.
Iederen avond 7 uur
Zondagmiddag 4 u.
Woensdag en Zater
dag matinée 2.30 u.
Iederen avond 7 uur
Zondag van 26.30
uur. Iederen dag
matinée 2 uur.
Goedgekeurd
v. volwassenen
Goedgekeurd
v. volwassenen
Toelaatbaar
v. volwassenen
Toelaatbaar
v. volwassenen
Goedgekeurd
v. volwassenen
FEUILLETON
Een roman uit het hooge Noorden..
Door AGATHE POGNER
28)
Den nacht daarvoor had hij lang en on
afgebroken geslapen en dit geruststellende
verschijnsel deed mij tot Dobrez zeggen:
Let eens op, vandaag zal hij zijn oogen
openen en zich verwonderen, dat wij bei
den aan zijn bed zitten!
En zoo gebeurde het ook.
Waddm ontwaakte, rekte zich uit en keer
de zioh om en om. Hij keek naar mij, ver
volgens naar mijn bed en tenslotte naar den
kalender en toen begreep hij alles. Zyn ge
zicht kreeg weer eenige kleur en zijn
oogen glansden, alsof er tranen in stonden.
Ben ik lang ziek geweest?
Twee weken.
Zoo lang?
Twee weken is niet veel, antwoordde
ik. Een jaar heeft er twee en vijftig.
Hij keerde zijn gezicht naar den muur en
sprak langen tijd geen woord. Daarna slaak
te hij een diepen zucht.
Waarom hebt u mij niet laten sterven?
Het zou zoo mooi zijn geweest te sterven
zonder het te beseffen.
Ik had er geen idee van, dat je wilde
sterven. En daar hij slechts krampachtig
zijn oogen dichtkneep, liet ik er met na
druk op volgen: Ik dacht integendeel, dat
je nog iemand in de wereld bezat, die voor
je leven vreesde.
Wederom haalde hij diep adem.
Ik heb nog een oude, gebrekkige moe
der en
Ik ben niet nieuwsgierig, viel ik hem
in de rede. Alleen één vraag zou ik nog
wel graag beantwoord willen hebben.
Vraagt u maar.
Wat ben je vroeger geweest?
Hij kromp verschrikt ineen.
Heb ik daar in koortsaanvallen over
gesproken? Nee? Niet? Dan zou ik er
liever over zwijgen!
Zooals je wilt!
Ik riep Tychon en Nikita, opdat zij hun
kameraad met zijn herstel zouden kunnen
gelukwenschen. Daarop floot ik mijn hon
den en haastte mij naar buiten. Ik ver
langde met smart naar wat frissche lucht.
Toen ik terugkwam, bleek Wadim uit
mijn kamer te zijn verdwenen. Op tafel
echter lag een stukje papier, waarop slechts
drie woorden waren geschreven: Hartelijk,
hartelijk dank!
Ik borg het briefje als een kostbaar do
cument in mijn portefeuille. Maar op het
zelfde oogenblik bekroop mij een soort
voorgevoel, dat ik Wadim dit briefje nog
eens met inniger dank zou moeten terug
geven.
Gisteren is Wadim den geheelen nacht
opgebleven. Toen de Kerstnacht over de
aarde daalde, begaven wij ons op weg naar
de kruisen, want waar dooden lagen, be
weerde Nikita, daar was het steeds een
vreedzame plaats.
Wij stonden by de kruisen. Niemand
sprak een woord, maar elk van ons dacht
met weemoed aan de mannen, die hier
rustten en die, zoo ver van hun vaderland
den dood hadden gevonden.
De wolkensluier boven ons viél plotseling
uiteen; een kleine, fonkelende ster ver
toonde zich voor onze blikken.
Zoo hebben we altijd Kerstmis ge
vierd, zei Nikita zacht, terwijl hij naar
boven wees. Telkens is zij gekomen. Geen
enkele maal heeft zij ons in den steek ge
laten.
Lang staarde ik omhoog, desondanks kon
ik echter niet met zekerheid zeggen: was
het werkelijk een ster, wat daar boven
flonkerde? Of was het ons geloof?
Maar misschien was het toch een ster.
Want zij straalde ons alle vier uit de oogen.
1 Januari.
Dertig graden vorst. Windstilte. Duister-
De wolken hangen laag en dicht opeen
gepakt aan den hemel. Het scheelt niet
veel, of zij raken de aarde.
Vandaag, op Nieuwjaarsdag, heb ik
weer een gedicht geschreven. Ik weet niet
goed meer, hoe het gebeurdemaar het
stond plotseling op papier. Het was uit de
duisternis geboren. Ik denk, dat ik het
daarom „Verlangen naar het licht" noemde.
Vroeger heb ik af en toe voor Ta ja wel
eens een paar verzen gemaakt. Dat was
eigenlijk vanzelfsprekend, want men be
weert, dat elkeen, die lief heeft, aan het
dichten slaat.
Waarom denk ik, sinds ik hier ben, zoo
zelden aan Taja? Heeft mijn lichamelijke
vermoeidheid daaraan schuld? Of hebben
de wateren van den onmetelijken oceaan
werkelijk alle herinneringen vervaagd en
uitgewischf?
Nochtans drwalen mijn gedachten van tijd
tot tijd nog wel eens naar het vasteland,
naar Maria, naar Tit, naar Pascha en mijn
kleinen broer, dien ik nooit heb gezien.
Maar nu begrijp ik ook, waarom zoovele
gezinnen uiteen vallen, wanneer geen ster
ke, innerlijke band hen samen bindt.
Neen, men mag dan den mensch als
individu nog zoo hoog aanslaan, de zegen
en de kracht liggen slechts in het gezin.
1 Februari.
De eerste tien dagen van het nieuwe jaar
zijn wij het huis vrijwel niet uit geweest.
Sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw! Waar
zij vandaan kwam en waar zij bleef, zal wel
altijd een raadsel blijven! Het grootste
raadsel echter vormde wel het feit, dat wij
onder de ongelooflijke massa nog niet be
dolven waren.
Later brak een mooiere tijd aan, waarin
de maan dag en nacht aan den hemel stond
en het Noorderlicht zijn stralende wonde
ren aan het firmament tooverde.
Natuurlijk gingen we toen direct op pad
en op tal van kleinere en grootere tochten
wisten wij een rijken buit te verzamelen.
Eén van deze tochten had ons bijna het
leven gekost! Wij waren niet ver gegaan,
slechts een paar kilometer en vier prach
tige rendierherten lagen aan onze voeten.
Opgewekt en hoogst voldaan keerden we
met onzen buit naar huis terug. Van de
vier huiden, die wij reeds gelooid hadden,
zouden wij nieuwe bontjassen kunnen
maken, zoodat we tenminste iets behoor
lijks konden aantrekken, als de zon, van
haar winterreis terugkeerend, weer bij ons
haar opwachting zou komen maken.
Opgewekt vervolgden wij onzen weg. Wij
hadden nog maar twee of drie kilometer
af te leggen, toen eensklaps een geweldige
storm opstak. Hij apeelde met ons of we
poppen waren. Nu eens wierp hij ons op
den rug, dan weer voorover, zoodat we
met onze neuzen in de sneeuw terecht kwa
men en een volgende maal tilde hij ons als
een veertje hoog in de ludht.
Langzaam kropen we op handen en voe
ten over de hard bevroren sneeuw, maar
ook hier liet hij ons niet met rust. Steeds
weer sleurde hij den een of den ander van
ons weg. De honden huilden en jankten.
Zij weigerden verder te gaan, of, zooals wij
op hun buik over den grond te kruipen.
Tenslotte wisten we geen anderen uit
weg meer dan ons in te graven. Zes uren
achtereen zaten we bij elkaar in het nauwe
gat. Toen ging de wind liggen. Wij konden
weer verder.
Met de honden renden wij om het hardst
over den laatsten heuvel. Wij waren uit
gelaten als schooljongens, die onverwachts
een dag vrij krijgen. En ik geloof, dat ik
één der vroolijksten was
Laten ze daar op het vasteland el
kaar maar in de haren vliegen en elkaar
beliegen en bedriegen, wat deert ons dat?
Wij zijn hier vrije menschen. En als ze
daar beweren, dat wij hier halve willen
zijn dan zeg :k: lie* er voor ^riekwart of hes
lemaal een wilde, dan eiken dag opnieuw te
moeten oppassen, dat ik me niet aan mijn
medemensch, of aan een wet of aan een
grenspaal stoot. Maar die Semjon. In plaats
van zich over zijn vrijheid en ongebonden
heid te verheugen, heeft hij zich een slaaf,
een gevangene gevoeld. Ach, wat drom
mel. Pleizier moet je in je werk hebben,
pleizier en vreugde, een matelooze vreugde.
(Wordt vervolgt.)