„Stelt u gerust, wij komen" Slede aan SütCei aaat WlnteuAii(,e Engeland zal ineen stort Wederzijdsche luchtactiviteit Britsche perikelen in het Oosten Omwenteling in Roemenië DONDERDAG 5 SEPTEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 BETOOGING IN SPORTPALAST TE BERLIJN In een geweldige, groote betoogïng is, meldt het D. N. B. uit Berlijn, Woensdag in het Sportpalast tt Berlijn het achtste Win- terhilfswerk van het Duitsche volk door den Führer geopend, die in een groote en meesleepende redevoering het Duitsche volk opriep om opnieuw te werken voor het geweldigste sociale werk van alle tijden. Hitier zeide ongeveer in het midden van zijn rede: Men heeft ten aanzien van Engeland ge zegd, dat de oorlog drie jaar duurt en dat men zich heeft ingesteld op drie jaar. Maar ik heb toentertijd tegen den Rijksmaar schalk gezegd: „Goering, bereid alles voor op vijf jaar". Wij handelen zoo niet, omdat ik geloof, dat de oorlog vijf jaar zal duren. Maar wat ook moge komen, Engeland zal ineenstorten. Ik ken geen anderen termijn dan alleen dezen. Wanneer men nu in Enge land zeer nieuwsgierig is en vraagt: „Ja, waarom komen jelui dan eindelijk niet?", dan antwoord ik: „Stelt u gerust, wij ko men". Een donderend applaus volgde op deze woorden. Hitler vervolgde: Men moet niet steeds zoo nieuwsgierig zijn. Deze wereld zal vry worden. Eens en voor altijd moet worden afgerekend met het schandaal, dat het een natie mogelijk kan zijn al naar be lieven een geheel vasteland te blokkeeren. Het moet in de toekomst onmogelijk wor den gemaakt, dat het een piratenstaat van tijd tot tijd steeds weer naar wensch en luim veroorloofd wordt eenvoudig ruim 450 millioen menschen min of meer aan armoe de en ellende ove1 te leveren. Ik vind het onverdraaglijk, dat hier een natie van 85 millioen menschen door een ander volk te allen tijde aan lichaam en leven bestraft kan worden, wanneer het de een of andere horde plutocraten past. Een jaar oorlog Op dezen dag, zoo verklaarde Hitler in den aanvang van zijn rede, eindigt het eer ste oorlogsjaar. De successen van dit eerste jaar zijn uniek. Wij kunnen in het geheel geen vergelijking trekken met het eerste oorlogsjaar van den wereldoorlog, want in dat eerste oorlogsjaar zijn immers overal, ondanks de grootste dapperheid, ondanks den ongehoorden omvang der offers, slechts gedeeltelijke resultaten bereikt en niet een definitief voltrokken oplossing. De Führer wees vervolgens op de ge weldige geographische ruimte, die thans door de Duitsche weermacht wordt be schermd en verklaarde o.m.: Een aantal tegenstanders zijn uit den weg geruimd. Alleen aan zijn gelukkige geographische ligging en aan zijn buitengewone snelheid in het vluchten heeft Engeland het te dan ken, dat hetzelfde lot het nog niet ten deel is gevallen. Want het is niet zoo, gelijk eenige Brit sche politici dit zeggen, dat het Britsche leger als een wild paard aan den teugel rukt brandend van begeerte om eindelijk te wor den losgelaten tegen den Duitschen vijand. Zij waren immers zoo dicht bij ons en 'kon den zonder meer hun begeerte bevredigen. Zij zelf hebben zich van ons verwijderd en het bleef hun voorbehouden deze verwijde ringen als groote overwinning voor te stellen. Telkens onderbroken door' het luide lachen van zijn toehoorders, gaf de Führer eenige voorbeelden van Engelsche oorlogs berichtgeving, die haar onbetrouwbaarheid kenmerken. De Führer herinnerde er vervolgens aan, dat hij het Engelsche volk reeds zoo vaak de hand der overeenstemming had gereikt. Gij weet het zelf, zoo zeide hij: Het was mijn buitenlandsch politiek program. Na een korte verwijzing naar zijn laatste be roep op Engeland, ging Adolf Hitler voort: Ik prefereer thans te strijden tot eindelijk een volkomen duidelijke beslissing tot stand is gebracht. En die duidelijke beslissing kan alleen deze zijn, dat het regime van erbarmelijke en laaghartige oorlogsopruiers uit den weg wordt geruimd en dat een toestand in het leven wordt geroepen, waarin het onmoge lijk is, dat een natie in het vervolg geheel Europa vermag te tyranniseeren. Duitsch- land en Italië zullen er zorg voor dragen, dat dit zich in de geschiedenis niet herhaalt. En hier zullen Engeland ook al zijn bondge- nooten niets helpen, ncch de plannen, die zij mogen ontwerpen. Wy zijn tot alles bereid, tot alles vast besloten en van zins te allen tijde te hande len. En vooral, men maakt ons door niets bang. Wij, Duitsche nationaal-socialisteln, hebben de hardste school doorloopen, die menschelijk slechts denkbaar is. Men kan ons door niets intimideeren, men kan ons door niets verrassen. Generaal Bluff. Toen men in Engeland een jaar geleden ten oorlog trok, vervolgde de Führer, zeide men: wij hebben een bondgenoot, hij heet generaal Revolutie. Zij hadden geen begrip van den nationaal-socialistischen Duitschen volksstaat. Deze generaal Revolutie was niet te vinden. Toen zeiden zij, dat zij nog een anderen bondgenoot hadden, generaal Honger. Wij hebben er van te voren reke ning mee gehouden, dat de groote „men- schenvrienden" evenals in den wereldoor log zouden probeeren, vrouwen en kinde ren uit te hongeren en wij hebben ons er op voorbereid. Ook deze generaal was slechts een verkeerde speculatie. Thans is men een derden generaal op het spoor ge komen: het is generaal Winter. De Engel- schen moesten, wanneer zij al werkelijk zulke generaals nemen, niet vergeten hun belangrijksten generaal misschien tot Brit- schen rijksgeneraalveldmaarschalk te be noemen, nl. den generaal Bluff. Dat is hun eenige solide bondgenoot. Ons verslaat men echter met dezen generaal niet meer. Daar mede kan men het Britsche volk misschien dom maken, maar het Duitsche volk heeft Engeland in feite leeren kennen. Met deze middelen zullen de heeren den oorlog niet winnen. En de andere middelen, zijn, God zij dank, in onze handen en zullen in onze handen blijven. En wanneer het uur geslagen heeft, zullen wij in de plaats van generaal honger, of revolutie, of winter, of bluff, weer den generaal der daad stel len, d.w.z. de actie. En dan zullen wij zien, wie zich hier het beste houdt. Toenemende bombardementen De Engelschen komen in den nacht en werpen hun bommen lukraak en zonder systeem op burgerwoonwijken, op boeren hofsteden en dorpen. Ik heb drie maanden lang daarop geen antwoord laten geven in de meening, dat zij dit schandaal zouden staken. De heer Churchill zag daarin een teekën van onze zwakheid. Gij zult begrij pen, dat wij thans nacht na nacht het ant woord geven (stormachtig gejuich) en wel in stijgende mate. En wanneer de Britsche luchtmacht twee, of drie of vierduizend ki logram bommen laat vallen, dan laten wij thans in één nacht 150.000, 180.000, 230.000, 300.000, 400.000 en meer kilogram vallen. Wanneer zij verklaren, dat zij onze steden op groote schaal zullen aanvallen, dan zul len wij hun steden wegvagen. Wij zullen deze nachtpiraten hun werk onmogelijk maken. Het uur zal komen, dat een vaii ons beiden ineenstort en dat zal niet het nationaal-socialistisch Duitschland zijn. Ik heb reeds eenmaal een dergelijken strijd in mijn leven uitgevochten tot aan de laat ste consequentie en de tegenstander is ge broken, die thans nog in Engeland op een laatste eiland in Europa zit. De opbouw van een nieuwen Staat Juist ten aanzien van dezen strijd echter, zoo ging de Führer verder, is het noodza kelijk te begrijpen, hoe belangrijk de op bouw en vorming van onze Duitsche volks gemeenschap is. Wat den Duitschen soldaat sterk maakt, is het bewustzijn en het weten, dat echter hem in ijzeren aaneensluiting en met fanatieken wil een geheel volk staat. En wel een volk, dat vervuld is van zijn hooge doelstelling. En die doelstelling gaat ver uit boven het alleen maar winnen van den oorlog. Neen, wij willen een nieuwen staat opbouwen. Daarom worden wij thans ook zoo gehaat door de anderen. Het zijn nu eenmaal plu tocratieën, waarin een heel klein groepje kapitalisten de massa's beheerscht, natuur lijk in het nauwste contact met de inter nationale Joden en vrijmetselaars. Zij ha ten ons om ons sociale standpunt en alles wat wij van dat standpunt uit aan plannen ontwerpen en uitvoeren schijnt hun gevaar lijk toe. Zij zijn er van overtuigd, dat men deze ontwikkeling moet opheffen. En ik ben er van overtuigd, dat. de wereld, de toe komst aan deze ontwikkeling behoort. Ik ben er van overtuigd, dat staten, die zich niet aansluiten bij deze ontwikkeling vroeg of laat ineenstorten. Maar omdat wij weten, dat deze strijd in laatste instantie een strijd is om den geheelen socialen grondslag van ons volk, die de substantie van ons leven is en tegen deze substantie is gericht, blijft ons in het geheel niets anders over dan juist in den strijd voor deze idealen ons steeds weer uit te spreken voor die idealen. En zoo is het winterhulpwerk, deze ge weldige sociale hulpinstelling, de grootste, die er ook maar op aarde is, een machtige demonstratie van dezen geest. Het is de geest van onze volksgemeenschap, die ons alles doet verdragen en die ons volk sterk doet zijn voor alle krachtmetingen en be slissingen der toekomst. Hoe meer de an dere wereld ziet, dat dit groote volk één enkele gemeenschap is, des te meer zal zij inzien, hoe kansloos haar onderneming is. Menschen, die, van elkander gescheiden, ieder huns weegs gaan, kan men breken, 85 millioen echter, die denzelfden wil heb ben, hetzelfde besluit en bereid zijn tot de zelfde daad, breekt niemand. RAPPORT VAN Dr. GOEBBELS Voor de rede van den Führer had rijks minister dr. Goebbels rapport uitgebracht over het eerste Winterhilfswerk van den oorlog, welks reusachtige getallen getuigen van de onwrikbare en innige verbonden heid tusschen front en vaderland. In zijn rapport over het Winterhilfswerk 1939/40 heeft rijksminister dr. Goebbels ge weldige cijfers genoemd, vrijwillige bedra- Zij die eveneens medewerken aan de successen van het machtig Duitsche luchtwapen zijn de arbeiders in het vaderland. De motor wordt deskundig nagezien (Foto Weltbild) gen van het Duitssche volk. De totale opbrengst van het eerste „oor- logs-winterhulpwerk" heeft 681 millioen Rm. bedragen (566-millioen het voorgaan de jaar). Er kan dus een stijging met 115 millioen worden geconstateerd. Dienover eenkomstig zijn ook de prestaties verhoogd tot 642 millioen Rm. Dr. Goebbels wees er in het bijzonder op, dat juist eenige gouwen, die eerst in het teeken van het nationaal-socialisme bij het rijk zijn gekomen, zich zelf hebben over troffen in hun vrijgevigheid. Wanneer men het totale resultaat van het groote oorlogs hulpwerk optelt, blijkt, dat het Duitsche volk ieder weekeinde voor sociale doelein den rond 25 millioen Rm. uitgeeft pre cies zooveel als volgens Engelsche gegevens het dagelijksche tekort is, dat Engeland in zijn oorlogshuishouding heeft. By vijf collecten aan huis en twee op straat ten bate van het oorlogshulpwerk voor het Duitsche Roode Kruis is in totaal 221.5 millioen Rm. ingezameld. Bij de op richting van dit oorlogshulpwerk had men een opbrengst van ongeveer 60 millioen verwacht. De vrijwillige totaalprestaties van het jaar 1939-40 bedroegen dus 681 millioen voor het oorlogswinterhulpwerk, 221.5 millioen voor het hulpwerk voor het Duitsche Roode Kruis en 124 millioen bij dragen van leden voor de nationaal-socialis- tische Volkswohlfahrt, zoodat het Duitsche volk als vrijwillige sociale prestatie in het eerste oorlogsjaar in het geheel 1026.5 mil lioen heeft opgebracht. Dr. Goebbels gaf verder antwoord op de vraag wat er met deze reusachtige, bedragen gebeurt. Men heeft plannen gemaakt voor groote sociale inrichtingen, ten einde niet alleen den bestaanden acüten nood op te heffen, maar vooral komenden nood tijdig te verhinderen. DUITSCH FRONTBERICHT Bij de luchtgevechten van Dinsdag heb ben de Duitsche jagers bijzonder veel suc ces gehad. Ook in den nacht op 4 Septem ber konden groepen Duitsche gevechts vliegers haveninstallaties en wapenbedrij- ven duchtig met bommen bestoken. Zware branden en hevige ontploffingen werden waargenomen. Het Duitsche luchtwapen heeft, naar uit een achteraf ontvangen be richt blijkt, in den nacht van 2 op 3 Sep tember in het zeegebied ten Noorden van Aberdeen nog een Britsch convooi van verscheidene koopvaardijschepen aange vallen. Bijzonder effectieve treffers wer den geplaatst op een schip van 8000'en een van 5000 br. t. Beide koopvaardijschepen bleven zwaar brandend stil liggen. Eenigen tijd later werden zij in zinkenden toestand aangetroffen. In het bijzonder de aandacht waard is het tot zinken brengen van zes gewapende vijandelijke koopvaardijschepen met in totaal 51.507 br. t., hetgeen door een duikboot is gemeld. AANVALLEN OP BRITSCHE VLIEGTUIGFABRIEKEN. Gistermiddag hebben Duitsche vliegtui gen nieuwe aanvallen op de Britsche eilan den gedaan. Hun doel waren weer de vliegtuigfabrieken in Zuid-Engeland, die verscheidene treffers gekregen schijnen te hebben. De Duitschers braken op verschil lende plaatsen door de Britsche luchtver- sperring. Bij de luchtgevechten, die ont stonden, zijn volgens dq tot dusverre ont vangen berichten 54 Britsche vliegtuigen neergeschoten. Vijftien Duitsche toestellen worden vermist. Het geheele stadsgebied van Groot-Lon- den heeft tot gisteravond 11 uur 42 minu ten driemaal luchtalarm gehad. ENGELSCHE VLIEGERS BOVEN BERLIJN. Engelsche vliegtuigen, hebben vannacht op verscheidene plaatsen van het Duitsche rijksgebied brisant- en brandbommen uit geworpen. De bommen vielen voor het grootste deel op het open veld. Op twee plaatsen werden woningen en dorpjes, op een andere plaats werd een magazijn ge troffen. Ook in BerTyh is luchtalarm gemaakt. Echter naderden slechts enkele vijande lijke vliegtuigen de rijkshoofdstad. Bij het bereiken van den versperringsgordel van Groot-Berlijn kwam den Britten een com pact vuur van de luchtdoelartillerie tege moet. Boven het stadsgebied van Berlijn kruisten eenige Duitsche jachtvliegtuigen, die met de zoeklichten samenwerkten. Twee vijandelijke toestellen gelukte het boven de rijkshoofdstad te vliegen. De rest moest voordien terugkeeren. Een Engel sche machine werd alvorens de rijkshoofd stad te bereiken, neergeschoten. De vijan delijke vliegtuigen wierpen verscheidene lichtkogels uit. Tot dusver is bekend ge worden, dat brisantbommen op een arbei derswijk aan den rand van Berlijn zijn ge worpen en aanzienlijke schade hebben aan gericht. In een officieele mededeeling wordt na der gemeld, dat op twee plaatsen vier bri santbommen werden uitgeworpen. Een bom sloeg in den dierentuin, en doodde een politiebeambte. Een tweede trof een op slagplaats van de weermacht in een Noord westelijke voorstad, zonder schade van grooten omvang aan te richten. In een Zuidwestelijke voorstad werd een huis door vallende scherven van een luchtdoelgranaat beschadigd. In een stadje ten Zuidoosten van Berlijn sloeg een brisantbom in een ar beiderswijk; daarbij werd één arbeider ge dood en één gewond. ENGELSCHE AANVAL OP BAD KISSINGEN. Britsche vliegers hebben vannacht het wereldberoemde Bad Kissingen met bom men aangevallen. Daarbij werd een woon huis getroffen en in brand geschoten. Eenige personen werden licht gewond. Het D.N.B. heeft uit Kissingen het vol gende ooggetuigen bericht ontvangen: De talrijke zieken, die in het wereldbad Kissingen een kuur ondergaan, werden vannacht plotseling door luchtalarm opge schrikt. Kort daarop klonk een zware ont ploffing, zoodat in een deel van het Kur- haus de ruiten sprongen. Een helle licht gloed verlichtte den nacht. Uit het dak van een huis, waarin verscheidene zieken zijn ondergebracht, sloegen de vlammen. Een arts slaagde er in, een vrouwelijke patiënt, die van schrik het bewustzijn verloren had, door moedig optreden via den reeds bran denden trap te redden. De brand -kon kort daarop door den veiligheidsdienst ge- bluscht worden. ANTI-BRITSCHE BEWEGING IN ARABIë. Omtrent de anti-Engelsche beweging op het Arabische schiereiland meldt de „Mes- sagero", dat de bevolking van Hadramaut de hulp van Ibn Saoed tegen de voortdu rende bombardementen van haar dorpen en kudden door de Engelschen ingeroepen heeft. Boven de sultanaten van Esj-Sjihr en Kesjim vliegen voortdurend Engelsche controlevliegtuigen. Zeer uitzonderlijk zwaar zijn de stammen van Mckad el-Fira door Engelsche vliegtuigen geteisterd. Ibn Saoed heeft aan de Zuidgrens van zijn rijk verscherpte controle ingesteld, terwijl Imam Jahla van Jemer de kust van zijn land aan de Roode Zee ten scherp ste tegen Britsche agenten laat bewaken. Zijn strijdkrachten worden door Syrische officieren georganiseerd en afgericht om tegen een eventueelen coup der Engelschen bestand te zijn. BOTSINGEN IN BRITSCH-INDIë. De „Yorkschire Post" meldt uit Simla, dat het tusschen Britsche troepen en volks stammen aan de Noord-Westelijke grens van Indië tot zware gevechten is geko men. Vijftig Indiërs zijn gedood en een aanzienlijk aantal werd gewond. De En gelschen hadden drie dooden en twintig gewonden. Ook de in het district Daur wo nende stammen hebben den laatsten tijd een vijandige houding aan den dag gelegd. Britsche troepen hebbben daarop het dorp Tappi aangevallen. Een Engelsch officier is bij Mirali in Waziristan gedood, toen vijandige stammen het vuur openden op Engelsche troepen. Generaal Antonescu krijgt volmachten WETGEVENDE LICHAMEN ONTBONDEN. De Roemeensche regeering is afge treden, meldt het D. N. B. uit Boeka rest. Generaal Antonescu is door den koning belast met de vorming van een nieuw kabinet. Hij heeft in den loop van gistermiddag verscheidene bespre kingen gevoerd om zoo spoedig moge lijk tot resultaten te komen. Inmiddels is generaal Antonescu er in geslaagd om een nieuw ministerie te vormen, dat reeds vannacht in han den van den koning den eed van trouw heeft afgelegd. Krachtens een konink lijk besluit wordt de Grondwet van Fe bruari 1938 opgeheven en worden de wetgevende lichamen ontbonden. Krachtens een ander besluit krijgt de minister-president generaal Antonescu volmachten voor de leiding van den Roemeenschen staat. De koning be houdt zich de volgende prerogatieven voor: opperste leiding van de weer macht, het muntstempel, het verlee- nen van ordeteekenen, het verleenen van gratie, het accrediteeren van ge volmachtigde diplomatieke vertegen woordigers, het sluiten van verdragen. Wijziging van de bestaande wetten als mede de benoeming van ministers en onderstaatssecretarissen geschiedt door een koninklijk besluit, dat door den minister-president is gecontrasigneerd. Alle overige bevoegdheden worden door den minister-president recht streeks uitgeoefend. VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN ZWITSERLAND VANNACHT WEER LUCHTALARM. In verscheidene streken van Zwitserland is vannacht weer luchtalarm gemaakt. In Bern duurde de toestand van alarm zelfs veertig minuten, meldt het Zwitsersche Telegraaf Agentschap. Het alarm was be gonnen om tien mihuten voor middernacht. De Zwitsersche generale staf deelt mede: In den nacht van 4 op 5 September hebben vreemde vliegtuigen op verscheidene plaat sen ongeveer te middernacht het Zwitser sche luchtruim geschonden. Deze schen dingen vonden plaats in de buurt van Kleinluetzel, Pruntrut en St. Immer. De vliegtuigen vlogen boven deze lijn in Oos telijke richting en keerden na eenige mi nuten in de richting Noord-Noordoost te rug. DUITSCHE CRITIEK OP DE HOUDING VAN BERN. Van semi-officieele Duitsche zijde wordt gemeld: Betreffende de voortdurende schending van het Zwitsersche grondgebied in de lucht door Britsche vliegers, wordt in po litieke kringen te Berlijn opgemerkt, dat Zwitserland in vroegere gevallen anders gereageerd heeft dan tegenwoordig. Men wijst er hier op, dat de Zwitsersche pers en de Zwitsersche politici vroeger van hun luchtwapen als een instrument ter be scherming van het Zwitsersche luchtruim spraken. Mén herinnert zich verder, dat er toen bepaalde types jachtvliegtuigen opste gen om vreemde vliegtuigen, die de neu traliteit van Zwitserland geschonden had den, neer te schieten of tot dalen te dwin gen. Thans echter constateert de Zwitsersche pers zonderling genoeg ten aanzien van de Engelsche vluchten, waarom het heden uit sluitend gaat, hoe moeilijk het is des nachts vreemde vliegtuigen te faken of hen te verhinderen boven Zwitsersch gebied te vliegen. Men gelooft in de genoemde krin gen hierin een wijziging in de opvatting van de Zwitsersche neutraliteit te zien. Beduidende kwanta rozen worden thans uit hetWestland en Aalsmeer naar Duitschland uitgevoerd. Zorgvuldig wordt de kleurige en fleurige waar in een der kweekerijen ingepakt voor de verzending (Foto Pax-Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5