DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Momentje
DINSDAG 27 AUGUSTUS 1940
31ste Jaargang No. 9730
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V Het voordeel van fusie
Met belangstelling zullen óók niet-voet-
ballers in onze courant van j.l. Zaterdag
hebben gelezen het artikel van rector Beu-
ne over „Fusie in de voetbalsport" en in
dat artikel met voldoening hebben gecon
stateerd, dat fusie niet beteekent ophef
fen der katholieke t vereenigingen; dat de
plaatselijke katholieke vereenigingen
volkomen gehandhaafd blijven.
Een fusie is er echter gekomen die in
houdt moer centrale leiding, meer samen
werking, meer contact.
Wal die samenwerking en dat contact be
treft, memoreeren wij hier deze woorden
van rector Beune uit bovenbedoeld artikel:
Meer dan voorheen krijgen wij kans
de niet-katholieke medeburgers de
gaafheid en de schoonheid en de nut
tige levenskracht onzer katholieke be
ginselen meer van nabij te doen ken
nen.
Hier opent zich een perspectief van een
mooien tijd! Wij zijn door enkelen of
meerderen misverstaan, toen wij als onze
meening neerschreven, dat het speciaal
voor de jeugd een mooie tijd wordt. Wij
houden deze opvatting nóg vast. En zij is
hierop gegrond, dat de jeugd, los en vrij
van veel ouden sleur, zal gaan mee-opbou-
wen een nieuwen tijd, waarbij zij zich
zal moeten inspannen, om de Christe
lijke beginselen te doen dóórdringen,
waarbij zij, met behoud van al het goe
de in het oude, nieuwe vormen zal moe
ten mee-scheppen, om deze te vullen met
het leven van haar Christelijke idealen.
Dat is een mooie toekomst voor de jeugd!
Een andere mooie kant in de toekomst
van allen, maar zeer bijzonder ook in die
van de jeugd, belicht rector Beune, als hij
er op wijst, dat de katholieken „meer dan
voorheen" aan de niet-katholieke medebur
gers hun beginselen kunnen laten zien in
de practijk van het volle maatschappelijke
leven.
Zeker wij hebben altijd deze gelegen
heid gehad, en wij hebben die altijd te wei
nig zóó gébruikt, als we ze behoorden te
gebruikenMaar in de toekomst hoe
deze staatkundig ook moge zijn zal die
gelegenheid er (nog) „meer dan voorheen"
zijn En de uiterlijke omstandigheden zijn
dan inzoover en onder dit opzicht gun
stiger, cat men zooals we reeds schre
ven los en vrij zal zijn van veel ouden
sleur
V »Uit de oude doos".
De Oegstgeester Crt. van 23 dezer be
vatte het volgende bericht:
„ln de vacature-Sommeling is voor
zien door het besluit van den Raad
waarbij als gemeente-ontvanger is be
noemd de heer W. van Essen, hoofd
ambtenaar ter secretarie van het na
burige Rijnsburg.
De heer van Essen was na het ont-
slagnemen van burgemeester-secreta
ris J. L. Bosschieter eenigen tijd waar
nemend secretaris, doch ofschoon de
Raad ten volle zyn bekwaamheden er
kende moest zijn vaste benoeming als
zoodanig achterwege blijven, daar de
heer van Essesn tot de A.-R. partij be
hoort, terwijl de Raad van Rijnsburg
deze functie wilde zien bezet door een
C.H.-man, daar de nieuwe burgemees
ter mr. Höweler eveneens A.-R. is."
Het „Nationale Dagblad" van gister
avond merkt hierbij op:
Het lijkt waarachtig wel, alsof we
nog vóór 10 Mei leven! Ze schijnen
daar in Rijnsburg ook nog niet bij hun
verstand te zijn met hun partijgedoe.
Het „Nationale Dagblad" vergist zich. De
gemeente-secretaris van Rijnsburg is niet
benoemd na 10 Mei, maar is rgeds in func
tie getreden op 16 Januari j.l.
Met de strekking van de gemaakte op
merking zijn wij het echter geheel eens.
Ook toen reeds had men een dergelijke
wijze van benoemen moeten beschouwen als
„uit de oude doos", zooals het „Nationale
Dagblad" boven bovenstaande stukje
schrijft.
't Is een dwaasheid, iemand die krach
tens bekwaamheid en antecedenten voor
100 aanspraak maakt op een benoe
ming, ongeschikt te achten vanwege zijn
politieke kleur. En als dan alleen de reden
is, dat de betrokkene niet is Chr.-H. maar
A.-R. een betrekkelijk gering verschil
dan is.de dwaasheid ergerlijk.
Maar er zijn in het verleden meer en
yéél meer zulke dingen gebeurd. En de ka-
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
NATIONAAL FRONT EN
ONDERWIJS.
Ontleend aan een driestar in de Volks
krant:
„In een manifest van Nationaal Front
hebben we gelezen, dat het wil: handha
ving van gewetensvrijheid en eerbiediging
van het christelijk karakter van ons volks
leven; bescherming van het gezin, wat
inhoudt, „dat de rechten van het gezin ook
in het schoolonderwijs zullen worden ge
waarborgd".
En in het beknopte beginselprogram van
Nationaal Front ontmoeten we deze pas
sus:
„Met behoud van de vrijheid der ouders
om de godsdienstige opvoeding der kinde
ren naar eigen inzicht te waarborgen,
diene het onderwijs er op gericht te zijn,
de kinderen tot goede en volwaardige
„Nederlanders te maken".
Hieruit behoeft men niet noodzakelijk te
lezen, dat het tot dusver de ouders koud
liet, of hun kinderen tot goede en volwaar
dige Nederlanders werden opgevoed.
Wel erkent de passus in verband me
de met hetgeen wij uit het manifest aan
haalden dat de ouders voor hun kinde
ren recht hebben op onderwijs dat met
hun godsdienstige inzichten strookt.
Nu klinken in de organen van Natio
naal Front af en toe stemmen op uit de
onderwijswereld, die met hetgeen Natio
naal Front waarborgt niet te best in over
eenstemming zijn te brengen.
Bij het woord van den heer Einthoven
één van het driemanschap der Nederland-
sche Unie „Vooral de vrijheid van
school, waarvoor in den boezem van ons
volk zooveel jaren gestreden is, is ons hei
lig"; wordt aangeteekend: „Dat deze strijd
in al die jaren verworden was tot een
strijd om de politieke macht van partijen
en kerkgenootschappen, zegt de heer Eint
hoven er niet bij".
Daar ligt onze schoolstrijd, waaraan de
namen van een ander driemanschap:
Schaepman, Kuyper en Lohman onverbre
kelijk verbonden zijn, gevonnist.
Partijen en kerkgenootschappen hebben
den schoolstrijd zoo niet uitgevonden dan
toch gevoerd tot vergrooting van hun po
litieke macht.
Zoo worden, tegen de feiten in het
mandement der bisschoppen van 1868, het
petitionnement van het geloovige volks
deel tegen Kappeyne's scherpe resolutie en
zooveel andere niet mis te verstane uitin
gen anti-papisten en vrijmetselaars als
Van Houten en Lieftinck in het gelijk ge
steld".
BOMMEN BIJ MIDDELBURG.
Uit Middelburg wordt gemeld: In den af-
geloopen nacht omstreeks 12 uur zijn door
een Engelsch vliegtuig drie zware bommen
in de omgeving van den Noordweg uitge
worpen, die tot ontploffing kwamen; een
vierde bom viel op een weiland in dezelfde
omgeving en is op het oogenblik nog niet
ontploft. Aan de woningen in de buurt en
aan een bloemisterij is vrij veel schade toe
gebracht, doch persoonlijke ongelukken
kwamen niet voor. Uit de weide, waarin de
nog niet ontplofte bom ligt, had de eige
naar juist gisteren zijn vee weggehaald.
Enkele woningen in de omgeving worden
thans ontruimd, om verdere schade bij
eventueele ontploffingen te voorkomen.
BOMMEN OP EINDHOVEN
In den nacht van Zaterdag op Zondag
is ca. half een ludhtalarm gemaakt, toen
Engelsche vliegtuigen een aanval deden,
waaromtrent het hoofd van den luchtbe
schermingsdienst meedeelt, dat twee bri
santbommen en een groot aantal brand
bommen werden uitgeworpen, waarvan
reeds 25 zijn opgespoord. Alle projectielen
kwamen neer in het veld tusschen Strijp
en Gestel, waar zij slechts geringe schade
in het land aanrichtten. Persoonlijke onge
lukken vielen niet voor, evenmin zijn er
gebouwen beschadigd. In wijden omtrek
bevinden zich geenerlei militaire objecten.
DEPARTEMENT VAN SOCIALE ZAKEN
Mr. Dr. Scholtens van zijn functie ontheven.
Officieel wordt medegedeeld:
De Rijkscommissaris voor de bezette
Nederlandsche gebieden heeft den secre
taris-generaal van het departement van
sociale zaken, Mr. Dr. A. L. Scholtens, van
zijn functie ontheven. Met de leiding van
het Departement van Sociale Zaken is de
ambtenaar met het grootste aantal dienst
jaren, Ir. R. A. Verwey, belast.
tholieken, die het slachtoffer zijn gewor
den van dergelijke opvattingen, zijn rela
tief niet het kleinst in aantal!
Met een dergelijke partijpolitiek moet 't
voor goed gedaan zijn!
Het ontslag
van
arbeidskrachten
DE HUIDIGE REGELING.
Tusschen den directeur-generaal van
den Arbeid en het hoofd van de afdeeling
sociale zaken van het commissariaat voor
oeconomische zaken en financiën, presi
dent R. Jakob, is een regeling getroffen
betreffende het ontslag van arbeidskrach
ten.
Algemeene bepalingen.
Aan de ontslagbepalingen ontleenen wij:
De directeur-generaal van den Arbeid is
bevoegd tot inwilliging van verzoeken om
vergunning tot ontslag.
De districtshoofden der Arbeidsinspectie
hebben een algemeene machtiging tot ver-
leenen van ontslagvergunningen in de vol
gende gevallen:
1. indien het bedrijf niet meer dan 5
werknemers in dienst heeft (het bouwbe
drijf vormt hierop een uitzondering).
2. indien het bedrijf tengevolge van
krijsgverrichtingen verwoest is of door ge-
heele of gedeeltelijke inbeslagneming niet
in staat is verder te werken;
3. indien het betreft arbeiders van 65
jaar of ouder en onbekwame of ongeschik
te arbeiders; tewerkgestelden ten behoeve
van de Duitsche weermacht en arbeiders,
die na een ongeval ter herverkrijging hun
ner vakbekwaamheid tijdelijk worden te
werkgesteld;
4. voor bepaalde regionale bedrijven;
5. indien het betreft arbeiders, op wie
de algemeene vergunning voor tijdelijk
personeel d.d. 11 Juli 1940 van toepassing
is en de in deze vergunning gestelde ter
mijn met niet meer dan een week wordt
overschreden.
In overige gevallen, waarin niet recht
streeks door den directeur-generaal van
den Arbeid vergunning wordt verleend,
zijn de districtshoofden daartoe bevoegd
na bekomen bijzondere machtiging van
den directeur-generaal.
De hoofden van de districten der Ha
venarbeidsinspectie zijn gemachtigd ver
gunning tot ontslag te verleenen voor de
bedrijven van jacht, scheepvaart en vis-
scherij.
De hoofden van de districten der Ar
beidsinspectie zijn bevoegd, aanvragen om
ontslag aan werknemers af te wijzen, in
dien deze in verband met de bijzondere
verhoudingen in het bedrijf niet gemoti
veerd blijken.
Vergunningen mogen in het algemeen
niet worden verleend, zoolang in het be
drijf of de betrokken afdeeling nog meer
dan 36 uren gewerkt wordt.
Uitzonderingen.
Voor bepaalde werken, welke niet lan
ger dan drie weken duren, is een alge
meene uitzonderingsvergunning verleend.
Arbeiders, voor dergelijke werken in
dienst genomen, kunnen individueel na
beëindiging dezer werkzaamheden zonder
bijzondere vergunning worden ontslagen,
maar dan inbeten bij hun indienstneming
bepaalde mededeelingen aan de districts
hoofden der Arbeidsinspectie zijn gedaan.
(Ned. Stscrt. 2 Juli 1940).
Voor personeel, dat ten behoeve van tij
delijke werkzaamheden in dienst wordt
genomen, kan reeds direct bij het in
dienst nemen vergunning tot ontslag wor
den verleend, indien de werktijd tot 36 of
40 uur wordt verkort.
Loonconflicten zijn geen reden tot ver
leenen van vergunning tot ontslag, terwijl
by ontslag wegens onbekwaamheid de
voorwaarde wordt gesteld, dat inplaats
van de ontslagenen een gelijk aantal nieu
we werknemers voor ongeveer hetzelfde
loon wordt in dienst genomen.
Werknemers, die inplaats van gemobili-
seerden in dienst worden genomen, mogen
in het algemeen niet worden ontslagen,
wanneer de gedemobiliseerde terugkomt.
Gedemobiliseerden hebben gelegenheid om
bij den Opbouwdienst te komen of in
Duitschland werk te krijgen.
Uitzonderingen zijn toegestaan wanneer
de eigenaar van het bedrijf of diens zoon
uit militairen dienst terugkeert, als zij ook
voor hun oproeping de desbetreffende
werkzaamheden verricht hebben.
De volgorde voor ontslag is behou
dens uitzonderingen 1. arbeiders van
65 jaar en ouder; 2. vrouwelijke werkne
mers, gehuwd, die geen kostwinster zijn;
3. ongehuwde vrouwelijke werknemers,
die geen kostwinster zijn; 4. ongehuwde
mannelijke werknemers, die geen kostwin
ner zijn; 5. vrouwelijke werknemers, die
kostwinster zijn; 6. ongehuwde mannelijke
werknemers, die kostwinner zijn en 7 ge
huwde mannen.
De ondernemers moeten bij ontslagaan
vrage aan de districtshoofden der Ar
beidsinspectie een nominatieve opgave in
drievoud van de voor ontslag voor te dra
gen arbeiders doen toekomen en een aan
het gemeentebestuur.
Werknemers, die zonder vergunning
zijn ontslagen, ontvangen geen steun, om
dat de ondernemer verplicht is, loon of
salaris door te betalen, zoolang geen ver
gunning tot ontslag is verleend.
Sociale Studiedagen
van den
Volksbond
De volgende les werd ingeleid door den
heer Henri G. M. Hermans uit Den Haag
met het onderwerp: „De Sobriëtas-
beweging in den modernen tij d".
Deze inleider, die op de Sociale Studie
dagen zeker geen onbekende is toonde aller
eerst aan dat al hetgeen hij nu gaat zeggen
geen nieuwe stof is. Het is niets nieuws te
beweren dat drankmisbruik voor een
groot deel in sociale ellende zijn oorsprong
heeft gevonden, en onder invloed van
betere sociale toestanden aanzienlijk is
verminderd. Daarom is een verderfelijk
genotsstreven in dezen tijd verklaarbaar en
moet zulks door ons met klem worden be
streden.
Het goede van den nieuwen tijd dat wij
verhopen, kan niet dpor wetten of voor
schriften van dwang alleen ons worden
geschonken; wy moeten ook overtuigd zijn
van het goede en daarnaar onze daad
richten. Onze actie, zegt spr., moet er op
worden gericht de matigheidsgedachte, de
christelijk offervaardigheidsidee na te
streven. Sobriëtas heeft door volk en
leiders aan alcohol te onttrekken krachtig
sociaal werk verricht. Het drankmisbruik
evenwel is nog lang niet verdwenen en de
noodlottige gevolgen evenimin. Dat is zeker
een reden temeer om het werk van
Sobriëtas te behouden, ware het slechts
in he't belang van de Katholieke Actie.
Sobriëtas heeft dus nog een zeer nuttige
taak te vervullen. De Christelijke offer
gedachte van Sobriëtas moet daarom ook
versterkt worden en mede gericht tegen de
vele volkskwalen van onmatigheid om
daardoor de Christelijke consumenten
moraal te bevorderen.
De volgende in de serie lessen was ge
titeld: „Veredeling van het ont
spanningsleven" en werd gegeven
door den heer Jos. Veldman, hoofdbestuur
der van het R.K. Werkliedenverbond.
Voor de arbeiders zegt spr. is er sinds
jaren gestreefd naar vermeerdering van
vrijen tijd, onder meer de vacantie. Deze
actie bracht noodzakelijkerwijs met zich
mee dat het vraagstuk van de vrije tijd
besteding belangrijker is geworden.
Heden ten dage mag het dan niet zoo
actueel zijn, het neemt niet weg dat aan
stonds het vraagstuk op het eerste plan zal
staan, en dan moeten we klaar zijn. Spr.
zet nader het verbond uiteen tusschen
godsdienstig en cultureel leven eenerzijds
en de besteding van den vrijen tijd ander
zijds. De Katholieke Arbeidsbeweging
toont dit verband te hebben begrepen.
Onze taak zegt spr. is veel breeder dan
alleen ontspanning, ook de ontwikkeling
moet er zijn. De materieele verbetering,
door de geheele arbeidsbeweging geduren
de een halve eeuw bereikt, vormt de
grondslag voor de geestelijke verheffing
van de arbeiders zelf. Tenslotte deelt spr.
mede, dat bij het R.K. Werkliedenverbond
plannen levendig worden gehouden om
voor de besteding van den vrijen tijd
straks een specialen dienst in het leven te
roepen en spr. durft hiervan veel goed
resultaat te verwachten.
Nadat de koffie was genuttigd .volglde
de 6e in de serie lessen met het onderwerp:
„Sociale en economische ge
bondenheid in de Middel
eeuwen", gegeven door den heer Max
van Poll.
Allereerst geeft spr. een uiteenzetting
van het algemeen maatschappelijk karakter
van dé middeleeuwen. Meer in het bijzon
der ging spr. in op de speciale toestand
van de arbeiders, die nieLbij de „meesters"
uit dien tijd in dienst waren, doch zuiver
in loonveihouding stonden.
Het bestuur van de gilden leidde ertoe
dat alle conflicten langs gerechtelijken
weg en niet door klasse strijd werden opge
lost. Eerst de hervorming en het kapitalis
me met hun individueele vrijheid hebben
de sdhoone en heilzame traditie gebroken.
Na het diner volgde de 7e en laatste
les getiteld: „Sociale vooruitgang
en economische welvaart" waar
van Drs. H. L. Jansen uit den Haag de in
leider was. De grondgedachten van deze
les willen tot uitdrukking brengen, dat er
een innige samenhang bestaat tusschen
sociale vooruitgang en economische wel
vaart. Deze samenhang werd eerst erkend
in de periode van individualisme die
achter ons ligt, doch uitsluitend in de een
zijdige zin van absolute afhankelijkheid
van die sociale vooruitgang van het eco
nomische leven. Sociale vooruitgang moest
bij voortduring bevochten worden. Ook de
z.g. koopkracht theorie, de kapitaalvorming
en de verdeeling van het maatschappelijk
inkomen vormden een niet onbelangrijk
onderdeel dezer les.
Rector Olierook hield een slotrede, een
ware apotheose na deze schitterend ge
slaagde dagen. Spr. steekt zijn menschen,
als een vader dat doen kan, een hart
onder de riem. Spoort hen aan tot en
vertrouwt op de ware beleving van het
christendom.
Aan het einde brengt de voorzitter
woorden van dank aan Br. Tarcisius,
Directeur der school voor diens goede
zorgen die de stoutste verwadhtigen heb-
OM nummer beslaat
twee bladen.
alt
PAUZE.
Ik lees in een van mijn lijfbladen een
pleidooi voor het afschaffen van de
pauze.
Ik verklaar direct, dat ik daar vier
kant tegen ben, en ik zou tal van rede
nen kunnen opsommen om mijn mee
ning te staven.
De voornaamste is natuurlijk wel
deze, dat er massa's menschen alleen en
uitsluitend naar de theaters gaan van
wege de pauze. Als de pauze weg is, is
er geen aardigheid meer aan. Waarom
zullen de dames dan nog 87 drukknoop
jes aan htm avondjapon dicht drukken,
als zij toch den heelen avond in het
donker komen te zitten.
Hetzelfde geldt voor de heeren: geen
pauze, geen smoking.
Maar er is nog meer.
Geen pauze, geen bier.
Geen pauze, geen koffie.
Geen pauze, geen gesprek meer van
de eene mevrouw met de andere over
de japon van verleden jaar van de der
de mevrouw.
Kortom: de leuze geen pauze be
gint ontstellende afmetingei> aan te ne
men.
Wat zouden met het oog op al deze ar
gumenten, C. en A., P. en C., de bier
brouwerijen, de kellners en het cen
traal distributiekantoor (vanwege de
koffie) moeten beginnen, als de pauze
zou worden afgeschaft.
Laten wij met het oog op de econo
mie de zaak liever omdraaien.
De opvoeringen afschaffen en de
pauze behouden.
U zoudt eens zien hoe het bezoek
zou toenemen.
ben overtroffen. Om onder de omstandig
heden van thans studiedagen te organisee-
ren is zeker geen sinecure. Daarom brengt
spr. ook dank aan den geestelijken vader
van dit alles rector Olierook en de diverse
inleiders. Ook den burgemeester van
Voorhout, Mr. G. F. W. van Berckel, wordt
dan dank voor diens medeleven overge
bracht. Tenslotte is spr. erkentelijk voor
de aanwezigheid ook van Pater Alexander
O.C.M. Spr. dankt de leden deelnemers
voor him studie-ijver en studie-lust. Moge
Gods zegen op het werk neerdalen, en in
practijk worden omgezet, hetgeen in deze
dagen is bestudeerd.
Verwerking van fabrieks
aardappelen tot
griesmeel
Van dezen oogst zal 30 mill,
kilo veenkoloniale aardappelen
tot 7.5 mill, kilo gries worden
verwerkt.
Het „Hbld." verneemt, dat na een onder
zoek door het Centraal Instituut voor
Industrialisatie en de Aardappelcommis
sie door de autoriteiten toestemming is
verleend tot het verwerken van dertig
millioen kilo fabrieksaardappelen van den
oogst 1940 tot aardappelgries.
De bemoeiing van de overheid beperkt
zich uitsluitend tot het geven van toestem
ming, om de aardappelen tot dit doel te
verwerken, terwijl hij tevens eischen stelt;
het kapitaal is gefourneerd door particu
lieren. Men hoopt over twee maanden met
de productie te beginnen. Per dag zal 120
ton aardappelen worden verwerkt; gedu
rende de geheele campagne van negen
maanden zal rond 30 millioen kilo wor
den verwerkt tot 7 1/2 millioen kilo gries.
De samenstelling van het product is:
9,2 pet. eiwit, 0.2 pet. vet, 2.9 pet. mine
rale zouten, 10.7 pet. vocht en 77 pet. kool
hydraten. Bij verwerking tot gries wordt
22 1/2 pet. droge stof verkregen.
Aangezien in de laatste jaren 700 a 800
millioen kilo aardappelen werd verwerkt
tot aardappelmeel, komt het er op neer,
dat thans rond 4 pet. tot gries zal wor
den verwerkt, overeenkomende met een
areaal van ruim duizend hectoren. Per
hectare verkrijgt men dus ongeveer 700
kilo gries, d.w.z. bij een oogst van 425
mud.
Tenslotte verneemt het „Hbld.", dat de
autoriteiten tevens hebben besloten, om
het aantal grasdroog-installaties te ver
dubbelen. Vorig naj-ar zijn 44 inrichtin
gen gebouwd, welke dit jaar voor het
eerst in werking zijn. Thans zullen er 50
worden gemaakt, die dan volgend jaar in
bedrijf kunnen komen.
Aangezien bij het kunstmatig drogen
van gras veel meer voedende bestanddee-
len worden gehouden, speciaal eiwitten,
verdient ook dit besluit alle waardeering,
aldus het „Hbld.".