De Liturgie der Kerk) Qemetiyde ffiexieftten Geftt&t de froóAcheti ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1940 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 SLACHTOFFERS VAN DE DUISTERNIS Opvarende van sleepboot verdronken. Donderdagavond om ongeveer half twaalf keerden eenige opvarenden van de sleep boot Taunus II, liggende in de haven naar boord terug na een bezoek aan de stad. Een van hen, de machinist C. IJzelenberg, geraakte, door de duisternis misleid, van de kade en viel in de haven. Hulp bieden bleek niet mogelijk. De politie slaagde er eerst tegen drie uur in het het lijk te dreg gen. Fietser te water. Donderdagavond nadat de duisternis reeds was gevallen, kwam de heer P., wo nende aan het einde van den Grindweg te Hillegersberg, dezen weg per fiets afgere den uit de richting Rotterdam. Door de duisternis misleid reed hij in de vaart langs dien weg. Op zijn herhaald hulpgeroep, is hij door omwonenden gered, maar hij had, doordat hij eenige malen onder was ge weest, nogal water binnengekregen. Later bleek dat dit hem geen letsel heeft veroor zaakt. Het rijwiel is gistermorgen opge- visch. Voetganger te water. Ook te Haarlem is gisternacht iemand door de duisternis misleid, te water ge raakt. Om ongeveer half twaalf klonk op de Leidschevaart bij het Leidscheplein luid hulpgeroep. De 56-jarige V., die uit de Brouwersstraat kwam, was in de vaart ge- loopen. Gelukkig slaagde de man er in, den walkant te grijpen, waardoor hij zich boven water kon houden. Een lid van den luchtbeschermingsdienst schoot ijlings toe en hielp den drenkeling op het droge. Hij had blikbaar geen nadeelige gevolgen van dit onvrijwillige bal ondervonden. KNAAPJE VERDRONKEN Donderdagmiddag was de 10-jarige W. Willems aan het spelen op de Zestienho- venschekade te Rotterdam, waar men de straat herstelt. Om „puddinkjes" te ma ken ging de kleine jongen water halen in het haventje van de fa. Ou werker k.~ Hij keerde niet terug en toen hij bij het eten weg bleef, ging men zoeken. Eerst laat werd de politie gewaarschuwd. Bij het dreggen vond met het kind. MEISJES OVERREDEN Donderdag werd de 12-jarige J. Jansen te Hamdijk onder de gemeente Nieuwe Schans door een auto overreden. Het meis je, dat te.Beerta bij familie logeerde, liep zware inwendige verwondingen op. Het slaohtoffer werd naar het R.K. zie kenhuis te Winschoten vervoerd, waar het gistermiddag is overleden. ARBEIDER ONLER KIPKAR. Aan de bekomen verwondingen overleden. Op de „Sonsche Steenfabriek" te Son (N.-B.) heeft zich een ernstig bedrijfsonge val voorgedaan, waarvan de 24-jarige H. Verhoeven, wonende in het onderdeel Breughel, het slachtoffer is geworden. Tijdens het vervoeren van leem uit de leemkuilen naar de fabriek, waarbij van kipkarren gebruik gemaakt wordt, sloeg een der kipkarren plotseling om, juist op het oogenblik, toen de arbeider Verhoeven den wagen passeerde. De arbeider werd door de kar gegrepen en kwam er onder te recht. Ernstig gewond kon hij eenigen tijd later uit zijn benarde positie bevrijd wor den. In het ziekenhuis te Eindhoven is de man aan de bekomen verwondingen over leden. V. was gehuwd en laat vrouw en een kind achter. KAPITALE BOERDERIJ AFGEBRAND Gistermorgen is een felle brand uitgebro ken in de kapitale boerderij van den land bouwer M. van Mistelrooy te Nuland. Om wonenden bemerkten omstreeks half 5, dat het dak van de hofstede fel brandde. Zü waarschuwden in allerijl de bewoners, een gezin met zeven kleine kinderen, dat zich slechts met moeite uit het brandende per ceel in veiligheid kon brengen. Inmiddels had het vuur zich snel uitgebreid. Aange zien de brandweer wegens gebrek aan wa ter niet was uitgerukt kon geen blusschings- werk'worden verricht, zoodat de kapitale boerderij in korten tijd een prooi der vlam men is geworden. Behalve de boerderij is nog een groote landbouwschuur van Van Nistelrooy, waarin de geheele oogst was geborgen, verloren gegaan. Een aantal var kens en kippen is in de vlammen omgeko men en ook de landbouwinventaris en de inboedel zijn door het vuur vernield. De oorzaak van den brand is vermoedelijk kortsluiting. De schade wordt slechts voor een klein gedeelte door verzekering ge dekt. SIGARENAANSTEKERS GEEN KINDER SPEELGOED. In een woning in de Weteringstraat te Amsterdam is gisteren brand uitgebroken als gevolg van het spelen door een kind met een met benzine gevulden sigarenaanste ker. Toen de brandweer arriveerde stond een vóór- en achterkamer alsmede de voor kamer van de eerste verdieping van het perceel reeds in lichte laaie. Met een straal op de motorspuit en een op de brandkraan, kon zij het vuur spoedig meester worden. „INKOOPER VOOR DEN OPBOUW- DIENST" Twee gevallen van oplichting te Amsterdam Opnieuw zijn eenige winkels de dupe ge worden van een persoon, gekleed in de uniform van den Opbouwdienst, die voor doet voor deze instelling inkoopen te doen. Gisteren vervoegde zich een dergelijk persoon bij een koopman aan den de Ruy- terweg te Amsterdam. Hij verklaarde be last te zijn met het doen van inkoopen ter verpleging van 38 man van den Opbouw dienst, die waren ingekwartierd in een schoolgebouw aan de Reijnier Claesenstraat te Amsterdam. Hü verzocht den koopman nog denzelfden avond veertig halve onzen hakworst te willen leveren en verklaarde voor Vrijdag en Zaterdag nog kaas en spek noodig te hebben, waarvan hij nog een na dere bestelling zou doen. Voor direct had hij voorts noodig twee pond koffie en een half ons thee. Te goeder trouw gaf de koopman deze goederen mede, maar bij het bestellen van de hakworst moest hij tot de ontdekking komen, dat er in de R. Clae senstraat geen schoolgebouw was. Een tweede slachtoffer was de eigena resse van een winkel in Amsterdam-Zuid, die Donderdagavond bezoek kreeg van iemand in de uniform van den Opbouw dienst, die beweerde chef-kok te ziin. Hij vroeg haar medewerking bij de levering ge durende vijf dagen van kaas, boter, koffie en thee. Met het oog op het late uur wenschte hij vast eenige koffie en thee me de te nemen, welk verzoek werd ingewil ligd. Ook hier het oude liedje: adres onbe kend. Of men hier met een en dezelfde persoon te doen heeft, staat niet vast. De chef-kok heeft wellicht vroeger bij de bereden troe pen dienst gedaan. Hij droeg tenminste rijlaarzen en sporen. Een en ander zij een waarschuwing voor winkeliers aan onbekenden niet te goeder trouw goederen mede te geven. De gevol gen, welke steeds nadeelig blijken, zijn voor rekening van de winkeliers. ELFHONDERD GULDEN UIT CAFé- BUFFET GESTOLEN. Donderdagavond is door een onbekende een bedrag van ongeveer elfhonderd gul den uit een in de herberg van R. v. d. S. te Maastricht staand buffet ontvreemd. Van den dader geen spoor. KETTINGHANDEL IN LEVENS MIDDELEN TE PIJNACKER Tegen handelaars en koopers is proces verbaal opgemaakt Gemeente- en rijkspolitie te Pijnacker hebben een einde weten te maken aan een uitgebreiden kettinghandel in levensmid delen. Bij den caféhouder van S. werden groote hoeveelheden levensmiddelen in beslag ge nomen, w.o. 65 flesschen slaolie, 3 groote balen koffie, 150 kilo reuzel en vet, groote partijen rij6t en kistc*i met gedroogde vruchten. De caféhouder had den geheelen zolder vol en ontdook de Hamster-, Opdrijvings- en Distributiewet. De klanten werden schandelijk overvraagd en moesten voor een pond koffie 2 gulden, voor een pond thee 5 gulden, enz. betalen. Als verkoopagent fungeerde het ge meenteraadslid L., dat werkloos is. Bij de zen werd een verkoopboek gevonden, waar in de tarieven en namen der klanten ston den vermeld. De klantenkring bleek zeer uitgebreid te zijn en sommige afnemers woonden zelfs in de buurt van Amsterdam en Haarlem. Aan de hand van deze adres sen haalden de rechercheurs met een auto al deze goederen weer terug. Proces-verbaal is opgemaakt tegen den caféhouder S., het raadslid L. eri de ver schillende hamsteraars. WAALWIJKSCHE DISTRIBUTIEPHILOSOPHIE. Ge mot nie zuuken, naar wa ge te kort zult komen, maar ge modt kijken, naar wa ge nog te veul hèt. Het kerkplein is 'n geliefdkoosd punt voor het houden van bespiegelingen der wereldgebeurtenissen. Het .Dagblad van Noord Brabant en Zeeland" heeft er zijn oog te luisteren gelegd (in Waalwijk) en geeft het volgende gesprek weer: „Eddet g'hoord? De textiel is gerantsje- neerd"? „Tekstiel! Is dad iets van de kesumpsie?" „Kunde gij zakdoeken, hemden en borst rokken knaauwen?" „O, is 't datte? Nou dan gaai ik er gloeiend mee accoord. Voor mijn kan da geen kwaad: ik draag één hemd aan m'nnen bast en één in de kast. Maar schuin tegenover ons in da groote huis. Daar zit ten ze tot over d'r ellebogen in de kou sen. Bij ielk kleed (en d'rre garderobbert hangt porpende vol) 'n paar schoentjes van dezelfde kleur. En, denkte gij, da ze kou sen dragen tegen de kou? Vloeipampier, chaans-makersl" „Laet ze koopen, geld mot rollen!" „Jamaar: zakdoekskes mee leterkes, om 't' manvouk te loken. Ze zijn zoo groot as 'n hanveloppe. Den eene mee 'nnen bad handdoek, mee 'nne gewonen handdoek, mee 'n sponske, mee 'n nagelborstelke en 'n „handje" en den andere mee éénen hand doek in de week, da's ongeperremeteerd. Dan maar ieder evenveul tekstiel aan z'n lijf". De man, die hier aan 't woo:rd is, haalt 'n soort servet uit z'n broekzak: „Ier. da's tenminste 'nne zakdoek". Hef toilet artikel ziet er verre van smetteloos uit, en hij verontschuldigi zich: „Proper is ie nie heelemaal meer, maar: „as ge neuzen van zeuven kinderen mot afvegen en as ge zoo nou en dan oe schoenen er mee afslaat." Achter hem staat 'n vrouw. Het is de zijne: „Waar heet-ie 't weer over?" „De textiel wor gerantsjeneerd.witte wat dad is?" „Da kan me niet schillen, maar, witte wa ze moessen rantsjeneeren? 't Geklets van de menschen. Ze maken oe tegeswoordig zoo bang, dagge mee al ie kinderen in den grond zou kruipen." „Wa zal 't worren van de winter"? Heb ben wij één kosje brood te kort gekomen. Heet er een van jullie al es droog brood g'had. Loopt er ééne van jullie op bloote voeten? D'n dieje van mijn, die daar staat, klaagt de steenen uit den grond: „As-ie zenne buik vol mee errepels en slaai en MARIA'S TEN HEMELOPNEMING N.B. In deze week dagelijks Gloria en Credo, indien niet anders wordt aange geven. Vanaf Donderdag Prefatie van Maria (invullen: En U om de ten hemel opneming). ZONDAG 11 Augustus. Dertiende Zondag na Pinksteren. Mis: Respice. 2e gebed v. d. H.H. Tiburtius en Sussanna, Martelaren; 3e A. Cunctis (om de voorbede van de Heiligen); 4e voor den vrede. Prefatie v. d. Allerheiligste Drieëenheid. Kleur: Groen. De belofte van Christus wordt vervuld in hen, die gelooven (Epistel). Daarom vragen wij aan God, dat Hij neerziet op Zijn (Nieuw) Verbond (Introitus, Gra duale) en ons geven wil vermeerdering van geloof. (Gebed). Een geloof zoo sterk, als dat van de tien melaatsen, die zonder genezen te zijn, op weg gingen, om zich te vertonen (alsof zij reeds genezen waren) aan den priester (Evangelie). Vertrou wende, dat ons geloof ons gezond zal ma ken naar de ziel, brengen wij ons Offer, dat, naar wij hopen, God welwillend zal aanvaarden (Offertorium, Stilgebed). Wetend, dat het geloof moet leven door de hoop en vooral door de liefde, bidden wij, dat het Brood, ons door God gegeven in de H. (Communie, ons vertrouwen op de vervulling van de belofte zal versterken en bovenal ons zal doen aangroeien in de liefde. (Gebed). MAANDAG 12 Aug. Mis v. d. H. Clara, Maagd: DilexistL 2e gebed voor den vrede. Geen Credo. Kleur: Wit. In 1193 werd de heilige Clara uit aan zienlijke en godvruchtige ouders geboren te Assisië. Na een zeer vrome jeugd tot huwbare leeftijd gekomen wilden haar ouders, dat zij zou trouwen. Clara had echter andere plannen en wilde zich ge heel aan God wijden. In haar verlegen heid nam zij haar toevlucht tot de heilige Franciscus, die toen reeds geheel Assisië vervulde van de roem zijner deugden en van zijn boetvaardig leven. Op aanreden van den H. Franciscus zeide Clara vaar wel aan de wereld en op 18 jarige leeftijd legde zij in de kerk van de H. Maria te Portiuncula haar kostbare kleederen af voor het altaar van de H. Maagd, liet zich het hoofdhaar afsnijden door den heilige Franciscus en ontving tot kleed een grove pij. Met de andere maagden, die zich bij de H. Clara hadden gevoegd, vormde zij een nieuwe kloosterfamilie, n.L de Cla rissen, aan wier hoofd de heilige heeft ge staan 42 jaar. Op 60 jarige leeftijd stierf de heilige Clara in het jaar 1253. DINSDAG 13 Aug. Mis v. d. H. Wigber- tus, Belijder: Os Justi. (Zie in het feest eigen v. h. Bisdom) 2e gebed v. d. H.H. Hyppolitus en Cassianus, Martelen; 3e A Cunctis; 4e voor den vrede. Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Wit. De heilige Wigbertus was medehelper van de heilige Bonifatius en werkte vooral in Hessen (Duitschland). In ons bisdom wordt zijn feeestdag gevierd ingevolge een oude gewoonte. WOENSDAG 14 Aug. Mis v. d. H. Weren fridus, Belijder: Justus. (Zie in het feest eigen v. h. Bisdom Haarlem) 2e gebed (en laatste Evangelie) v. d. vigilie van spek heet, zeet-ie: „As me van den winter maar geen honger motten lijen", as-ie zit te braaien in 't zonneke zucht ie: „As ne 't van de winter maar nie kou hebben". En dan komt-ie pas uit de kerkGe mot meer vertrouwen hebben in Onzen Lieven HeerGe mot niet zuuken naar wa ge te kort zult komen, maar ge mot kijken naar wa ge nog te veul hèt. Maria's ten Hemelopneming; 3e v. d. H. Eusebius, Belijder; 4e voor den vrede. Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Wit. Of: De H. Mis v. d. Vigilie: Vultum. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Werenfridus; 3e v. d. H. Eusebius; 4e voor den vrede. Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Paars. De heilige Werenfridus woonde te Wer- vershoof (Werenfridus-hoeve) in Noord- Holland en later te Eist, waar hij het heilig geloof predikte evenals te Westervoort, waar hij overleed. DONDERDAG 15 Aug. Feestdag van Maria s ten nenvelopneming. Geboden te vieren als Zondag. Mis: Gaudeamus. Kleur: Wit. Maria is opgenomen ten hemel! De En gelen verheugen zich en lofprijzend zingen zij den Heer. „Door U, allerheiligste triomfeerende Maagd, zijn ons de poorten van het Para dijs 'geopend. Bid voor ons, opdat wij mo gen wandelen in de geur van uwe deug den". VRIJDAG 16 Aug.. Feestdag v. d. H. Joachim, Vader van de allerheiligste Maagd. Mis: Dispersit. 2e gebed voor den vrede. Kleur: Wit. ZATERDAG 17 Aug. Mis v. d. H. Jeroen, Martelaar, eerste pastoor van Noordwijk: Laetabitur. (Zie in het feesteigen v. h. Bisdom). 2e gebed v. d. H. Hyacinthus, Be lijder; 3e v. h. octaaf van Maria's ten hemelopneming; 4e v. d. octaafdag v. d. H. Laurentius; 5e voor den vrede. Kleur: Rood. De adelijke ouders van St. Jeroen ver trouwden de godsdienstige en wetenschap pelijke vorming van hun zoon toe aan be kwame en vrome buitenlandsche geleerden. Naar zijn vaderland teruggekeerd arbeid de Jeroen ijverig aan het geestelijk heil van zijn landgenooten. Priester gewijd stak hij, het voorbeeld van St. Willibrord en Gezellen volgend, over naar ons land. De heilige Hunger, bisschop van Utrecht, wees hem Noordwijk aan als arbeidsveld. Bij de inval van de woeste Noormannen in het rustige Noordwijk, werd natuurlijk ook de pastoor gevangen genomen. Voor den Noorschen hoofdman beleed de heilige pastoor onverschrokken zijn geloof in Jesus Christus en weigerde standvastig te offeren aan de afgoden. Daarop volgden vreeselijke martelingen, welke de heilige pastoor met blijdschap op het gelaat ver duurde en eindelijk volgde het doodvonnis, dat door onthoofding voltrokken werd den 17en Augustus 856. IN DE KERKEN VAN DE E.E.P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Ludovica van Savoye, Weduwe; 3e v. d. H.H. Tiburtius en Susanna; 3e voor den vrede. MAANDAG. Mis v. d. H. Clara: Audi filia. Credo. DINSDAG. Mis v. d. Z.Z. Joannes van Alverna, Vincentius van Aquila en Novel- lonus van Faënza, Belijders: Confiteantur. 2e gebed v. d. H.H. Hippolytus en Cassia nus; 3e A Cunctis; 4e voor den vrede. WOENSDAG. Mis v. d. Z.Z. Sanctes van Monte-Fabri en Franciscus van Pesaro, Belijders: Confiteantur. 2e gebed (en laat ste Evangelie) v. d. Vigilie; 3e v. d. H. Eusebius; 4e voor den vrede. ZATERDAG. Mis v. d. H. Rochus, Be lijder: Justus. 2e gebed v. d. H. Hyacinthus; 3e v. h. octaaf van Maria's ten hemel opneming; 4e v. d. octaafdag v. d. H. Lau rentius; 5e voor den vrede. Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. FEUILLETON Een roman uit Siberië, door Fr. ENSKAT. 42) Hun blikken ontmoetten elkaar. De een kende de taaie vasthoudendheid van den ander. Lansky voelde zich gesterkt door den steun van zijn vriend Koljin, maar hij was verstandig genoeg om te begrijpen, dat er ook zooiets als moreel overwicht be stond, waarop in dit geval de oude Bessin kon bogen. Deze wist van zichzelf, dat hij een rechtschapen mensch was, die het goed recht aan zijn zijde had en deze overtuiging gaf hem den moed zijn zaak tot het uiter ste te verdedigen. Lansky haalde diep adem alvorens hij opnieuw het woord nam. „Je maakt het me wel bijzonder moei lijk Bessin, niettegenstaande je toch heel goed begrepen hebt, waar ik denk heen te sturen. Man 'ftrees toch niet zoo'n stijfkop! Waarom zou je het mij en jezelf lastiger maken?! Bessin lachte spottend. „Misschien wil ik je niet begrijpen, Lansky. Zou daar geen reden voor kunnen zijn?!" „Voor zoo dom zie ik je niet aan, Bes sin. Je mag over mijn voorstel, voor zoo ver ik dat nu heb toegelicht, denken wat je wilt, je zult toch niet kunnen ontkennen, dat het jou heel wat voordeelen biedt". ,,Dat hangt er van af, hoe je het bekijkt". „Maar probeer me dan toch eens te be grijpen, Bessin! Om het dan nu maar kort eu duidelijk te zeggen: Ik verlang Kare tot vrouw! Je behoeft slechts „ja" te zeggen en alle onaangenaamheden waar je nu dage lijks mee te kampen hebt, behooren voor goed tot het verleden. Koljin is een goede vriend van me. Als hij eenmaal weet, dat jij mijn schoonvader wordt, is er tus- schen ons drieën stellig wel een regeling te treffen, waar wij ons allen mee kunnen vereenigen en waardoor jij, m'n waarde Bessin, je volle vrijheid van handelen hier in het dal terugkrijgt. Moskou is een heel eind hier vandaan en wat wij hier onder elkaar uitmaken daar behoeft geen mensch iets van te weten. Als jij je nu maar wat handelbaarder toont, dan garandeer ik je, dat Koljin met zijn troep hier dan lang- sten tijd geweest zijn. Dan zijn jij en ik hier weer baas. Maar zonder offer van jouw kant gaat dat nu eenmaal niet. „Je bent nog altijd de oude, Lansky. Rechte paden schijn je niet te kunnen be wandelen. Is het wel eens tot je doorge drongen, dat je op den duur alleen maar met recht en waarheid kan zegevieren?" „Bewaar je preken maar voor een ander, Bessin! Ik ben man genoeg om te weten, wat ik doe. Laten wij dat er omheen pra ten nu maar staken. Antwoord me liever kort en bondig op mijn vraag, of je mij Kare tot vrouw wilt geven." „Ik denk er niet aan!" „Je zult nog wel eens tot andere gedach ten komen". „Neen nooit!" „Laat die stijfhoofdigheid varen, Bessin! Ik waarschuw je!" „En ik kan daar-alleen maar om lachen!" „En als ik mij nu eens rechtstreeks tot Kare wend wat zou je daar van zeggen?" ,,Die zal het je misschien nog duidelijker vertellen! Haal je toch niet zulke dwaze dingen in je hoofd, Lansky mijn schoon zoon, de hemel sta me bij!" Die dochter van je heeft zeker nog altijd dien aangeloopen kerel, dien Hal Lorne in haar hoofd? Maar daar komt niets van in! Dat zal ik weten te verhinderen, daar kun je staat op maken!" brieschte Lansky. „Daar kan jij heelemaal niets tegen doen! Hoe ik in dat opzicht over Lorne denk is mijn zaak. En wat Kare betreft, ik geloof niet, dat zij zich in gedachten onnoo- dig veel met Lorne op zal houden. Ten minste dat heb ik nooit kunnen ontdek ken". „Nou, dan is toch alles in orde! Waarom geef je dan geen toestemming voor mijn aanzoek?" „Omdat je in mijn oogen een schoft bent, een bedrieger een huichelaar een zeld zaam onbetrouwbaar individuEn zoo wil jij „Man weet weet je zegt!" schreeuwde Lansky, wit van woede. „Ach wat! Het wordt hoog tijd, dat ik je eens precies vertel, boe er over denk!" „Ik waarschuw je nogmaals in alle ernst, Bessin! Nóg heb je niet te klagen gehad. Maar ik zou er voor kunnen zorgen, dat Koljin eens uit een ander vaatje ging tap pen. Je zou dan aan den lijve kunnen onder vinden, hoe de rooden in het nieuwe Rus land met lieden van jouw soort plegen om te springen!" „Spaar mij je praatjes nu maar. Jullie vermogen mij toch niet te imponeeren noch jij, noch een van je andere roode vrienden!" „Die tijd komt dan nog wel, Bessin. En nu voor het laatst: Geef je rnjj Kare tot vrouw, of niet?" „Neen!" „Goed goed! Maar bij den heili gen Rasputin! dat zal je berouwen, ouwe heer. Je zult nog eens aan dit gesprek terug denken!" „Een lafaard als jij hoop ik zoo gauw mo gelijk te vergeten. Zoo'n infame schurk Beide mannen waren opgesprongen. Be vend van woede stonden zij tegenover el kaar met gebalde vuisten. Zij maakten aanstalten elkaar in de haren te vliegen. In deze dreigende seconden, welke aan het onvermijdelijke gevecht vooraf ging, klonk bij de deur een scherpe stem: „Lansky!" De Rus keerde onmiddellijk het hoofd om; hij had de stem herkend. „O, ha de neef! Je hebt zeker ge- spinoneerd, wat vriendje?" Hal Lorne, die nu duidelijk zichtbaar in de deuropening stond, leek volkomen kalm, toen hij antwoordde: „Ik heb genoeg gehoord om volkomen op de hoogte te zijn, Lansky. Dat zou je wel lijken, je smerige handen naar Kare uit te steken! Maar zoolang is er nog ben, komt daar niets van in, vriend! Het zal niet de eerste maal zijn, dat ik je vuile plannen weet te verijdelen." „Ach kom, de hoogmoed schijnt je weer te pakken te hebben, Lorne. Neem de bee- nen, mijn jongen, vor ik je voor goed aan de ketting leg!" Een dolle drift scheen zich plotseling van Lansky meester te maken, toen hij zich nu geheel tot den nieuw aangekomene wend de en met overslaande stem brulde: „Er uit, jij hond!" Langzaam kwam Hal Lorne naderbij. Nog steeds scheen hij zichzelf volkomen meester maar in zijn oogen lag een eigenaardige glans. „Nu is het genoeg, Lansky! Wij zijn het allen beu je nog langer hier te zien. De maat is vol. Ik zal je nu voor het laatst het dal uitjagen en dat wel op een manier, die je voor altijd de lust zal doen vergaan het ooit weer te zien jij, gemeene bandiet! Verdwijn vlug!" De woorden schenen Lansky als zweep slagen te treffen. Alle kleur week van zijn gezicht; zijn oogen oogen fonkelden Hal toe. Beiden mannen botsten op elkaar. Hal denisde achteruit. De verwoede aanval had hem wat verrast. Onbarmhartig trom melden Lansky's vuisten op Hal's schedel. De dreunende slagen schenen nu echter ook hem tot het uiterste te brengen. De aanval van zijn tegenstander moedig trotseerend, greep hij dezen met beide handen in de borst van Lanky's jas, een draaiende bewe ging en het volgende oogenblik hing Lans ky boven den grond. Lang duurde dit ech ter niet, want terwijl Hal, zijn voeten vast op den grond plantend, zich oprichtte, slin gerde hü het zware lichaam van zich af, waardoor het tegen de deur vloog, dat het hout er van kraakte. Als een panter wierp Hal zich opnieuw op zijn prooi. Van zijn overwicht gebruik makend, trok hij met een ruk de deur open en onmiddellijk daarop rolde Lansky bui ten in het zand. Van zijn voorhoofd drupte bloed. Nog gaf de Rus zich evenwel niet gewon nen. Snel kwam hij weer overeind en daar op sloop hij langzaam en ineen gedoken op Lorne toe. Hij scheen nu een andere tactiek te wiilen volgen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 9