De Liturgie der Kerk)
Qemetiyde ffiexieftten
Geftt&t de froóAcheti
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1940
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
SLACHTOFFERS VAN
DE DUISTERNIS
Opvarende van sleepboot
verdronken.
Donderdagavond om ongeveer half twaalf
keerden eenige opvarenden van de sleep
boot Taunus II, liggende in de haven naar
boord terug na een bezoek aan de stad.
Een van hen, de machinist C. IJzelenberg,
geraakte, door de duisternis misleid, van
de kade en viel in de haven. Hulp bieden
bleek niet mogelijk. De politie slaagde er
eerst tegen drie uur in het het lijk te dreg
gen.
Fietser te water.
Donderdagavond nadat de duisternis
reeds was gevallen, kwam de heer P., wo
nende aan het einde van den Grindweg te
Hillegersberg, dezen weg per fiets afgere
den uit de richting Rotterdam. Door de
duisternis misleid reed hij in de vaart langs
dien weg. Op zijn herhaald hulpgeroep, is
hij door omwonenden gered, maar hij had,
doordat hij eenige malen onder was ge
weest, nogal water binnengekregen. Later
bleek dat dit hem geen letsel heeft veroor
zaakt. Het rijwiel is gistermorgen opge-
visch.
Voetganger te water.
Ook te Haarlem is gisternacht iemand
door de duisternis misleid, te water ge
raakt. Om ongeveer half twaalf klonk op
de Leidschevaart bij het Leidscheplein luid
hulpgeroep. De 56-jarige V., die uit de
Brouwersstraat kwam, was in de vaart ge-
loopen. Gelukkig slaagde de man er in,
den walkant te grijpen, waardoor hij zich
boven water kon houden. Een lid van den
luchtbeschermingsdienst schoot ijlings toe
en hielp den drenkeling op het droge. Hij
had blikbaar geen nadeelige gevolgen van
dit onvrijwillige bal ondervonden.
KNAAPJE VERDRONKEN
Donderdagmiddag was de 10-jarige W.
Willems aan het spelen op de Zestienho-
venschekade te Rotterdam, waar men de
straat herstelt. Om „puddinkjes" te ma
ken ging de kleine jongen water halen in
het haventje van de fa. Ou werker k.~ Hij
keerde niet terug en toen hij bij het eten
weg bleef, ging men zoeken. Eerst laat
werd de politie gewaarschuwd. Bij het
dreggen vond met het kind.
MEISJES OVERREDEN
Donderdag werd de 12-jarige J. Jansen
te Hamdijk onder de gemeente Nieuwe
Schans door een auto overreden. Het meis
je, dat te.Beerta bij familie logeerde, liep
zware inwendige verwondingen op.
Het slaohtoffer werd naar het R.K. zie
kenhuis te Winschoten vervoerd, waar het
gistermiddag is overleden.
ARBEIDER ONLER KIPKAR.
Aan de bekomen verwondingen overleden.
Op de „Sonsche Steenfabriek" te Son
(N.-B.) heeft zich een ernstig bedrijfsonge
val voorgedaan, waarvan de 24-jarige H.
Verhoeven, wonende in het onderdeel
Breughel, het slachtoffer is geworden.
Tijdens het vervoeren van leem uit de
leemkuilen naar de fabriek, waarbij van
kipkarren gebruik gemaakt wordt, sloeg
een der kipkarren plotseling om, juist op
het oogenblik, toen de arbeider Verhoeven
den wagen passeerde. De arbeider werd
door de kar gegrepen en kwam er onder te
recht. Ernstig gewond kon hij eenigen tijd
later uit zijn benarde positie bevrijd wor
den. In het ziekenhuis te Eindhoven is de
man aan de bekomen verwondingen over
leden. V. was gehuwd en laat vrouw en
een kind achter.
KAPITALE BOERDERIJ AFGEBRAND
Gistermorgen is een felle brand uitgebro
ken in de kapitale boerderij van den land
bouwer M. van Mistelrooy te Nuland. Om
wonenden bemerkten omstreeks half 5, dat
het dak van de hofstede fel brandde. Zü
waarschuwden in allerijl de bewoners, een
gezin met zeven kleine kinderen, dat zich
slechts met moeite uit het brandende per
ceel in veiligheid kon brengen. Inmiddels
had het vuur zich snel uitgebreid. Aange
zien de brandweer wegens gebrek aan wa
ter niet was uitgerukt kon geen blusschings-
werk'worden verricht, zoodat de kapitale
boerderij in korten tijd een prooi der vlam
men is geworden. Behalve de boerderij is
nog een groote landbouwschuur van Van
Nistelrooy, waarin de geheele oogst was
geborgen, verloren gegaan. Een aantal var
kens en kippen is in de vlammen omgeko
men en ook de landbouwinventaris en de
inboedel zijn door het vuur vernield. De
oorzaak van den brand is vermoedelijk
kortsluiting. De schade wordt slechts voor
een klein gedeelte door verzekering ge
dekt.
SIGARENAANSTEKERS GEEN KINDER
SPEELGOED.
In een woning in de Weteringstraat te
Amsterdam is gisteren brand uitgebroken
als gevolg van het spelen door een kind met
een met benzine gevulden sigarenaanste
ker. Toen de brandweer arriveerde stond
een vóór- en achterkamer alsmede de voor
kamer van de eerste verdieping van het
perceel reeds in lichte laaie. Met een straal
op de motorspuit en een op de brandkraan,
kon zij het vuur spoedig meester worden.
„INKOOPER VOOR DEN OPBOUW-
DIENST"
Twee gevallen van oplichting te Amsterdam
Opnieuw zijn eenige winkels de dupe ge
worden van een persoon, gekleed in de
uniform van den Opbouwdienst, die voor
doet voor deze instelling inkoopen te doen.
Gisteren vervoegde zich een dergelijk
persoon bij een koopman aan den de Ruy-
terweg te Amsterdam. Hij verklaarde be
last te zijn met het doen van inkoopen ter
verpleging van 38 man van den Opbouw
dienst, die waren ingekwartierd in een
schoolgebouw aan de Reijnier Claesenstraat
te Amsterdam. Hü verzocht den koopman
nog denzelfden avond veertig halve onzen
hakworst te willen leveren en verklaarde
voor Vrijdag en Zaterdag nog kaas en spek
noodig te hebben, waarvan hij nog een na
dere bestelling zou doen. Voor direct had
hij voorts noodig twee pond koffie en een
half ons thee. Te goeder trouw gaf de
koopman deze goederen mede, maar bij
het bestellen van de hakworst moest hij tot
de ontdekking komen, dat er in de R. Clae
senstraat geen schoolgebouw was.
Een tweede slachtoffer was de eigena
resse van een winkel in Amsterdam-Zuid,
die Donderdagavond bezoek kreeg van
iemand in de uniform van den Opbouw
dienst, die beweerde chef-kok te ziin. Hij
vroeg haar medewerking bij de levering ge
durende vijf dagen van kaas, boter, koffie
en thee. Met het oog op het late uur
wenschte hij vast eenige koffie en thee me
de te nemen, welk verzoek werd ingewil
ligd. Ook hier het oude liedje: adres onbe
kend.
Of men hier met een en dezelfde persoon
te doen heeft, staat niet vast. De chef-kok
heeft wellicht vroeger bij de bereden troe
pen dienst gedaan. Hij droeg tenminste
rijlaarzen en sporen.
Een en ander zij een waarschuwing voor
winkeliers aan onbekenden niet te goeder
trouw goederen mede te geven. De gevol
gen, welke steeds nadeelig blijken, zijn voor
rekening van de winkeliers.
ELFHONDERD GULDEN UIT CAFé-
BUFFET GESTOLEN.
Donderdagavond is door een onbekende
een bedrag van ongeveer elfhonderd gul
den uit een in de herberg van R. v. d. S. te
Maastricht staand buffet ontvreemd. Van
den dader geen spoor.
KETTINGHANDEL IN LEVENS
MIDDELEN TE PIJNACKER
Tegen handelaars en koopers is proces
verbaal opgemaakt
Gemeente- en rijkspolitie te Pijnacker
hebben een einde weten te maken aan een
uitgebreiden kettinghandel in levensmid
delen.
Bij den caféhouder van S. werden groote
hoeveelheden levensmiddelen in beslag ge
nomen, w.o. 65 flesschen slaolie, 3 groote
balen koffie, 150 kilo reuzel en vet, groote
partijen rij6t en kistc*i met gedroogde
vruchten.
De caféhouder had den geheelen zolder
vol en ontdook de Hamster-, Opdrijvings-
en Distributiewet. De klanten werden
schandelijk overvraagd en moesten voor een
pond koffie 2 gulden, voor een pond thee
5 gulden, enz. betalen.
Als verkoopagent fungeerde het ge
meenteraadslid L., dat werkloos is. Bij de
zen werd een verkoopboek gevonden, waar
in de tarieven en namen der klanten ston
den vermeld. De klantenkring bleek zeer
uitgebreid te zijn en sommige afnemers
woonden zelfs in de buurt van Amsterdam
en Haarlem. Aan de hand van deze adres
sen haalden de rechercheurs met een auto
al deze goederen weer terug.
Proces-verbaal is opgemaakt tegen den
caféhouder S., het raadslid L. eri de ver
schillende hamsteraars.
WAALWIJKSCHE
DISTRIBUTIEPHILOSOPHIE.
Ge mot nie zuuken, naar wa ge
te kort zult komen,
maar ge modt kijken, naar wa ge
nog te veul hèt.
Het kerkplein is 'n geliefdkoosd punt
voor het houden van bespiegelingen der
wereldgebeurtenissen. Het .Dagblad van
Noord Brabant en Zeeland" heeft er zijn
oog te luisteren gelegd (in Waalwijk) en
geeft het volgende gesprek weer:
„Eddet g'hoord? De textiel is gerantsje-
neerd"?
„Tekstiel! Is dad iets van de kesumpsie?"
„Kunde gij zakdoeken, hemden en borst
rokken knaauwen?"
„O, is 't datte? Nou dan gaai ik er
gloeiend mee accoord. Voor mijn kan da
geen kwaad: ik draag één hemd aan
m'nnen bast en één in de kast. Maar schuin
tegenover ons in da groote huis. Daar zit
ten ze tot over d'r ellebogen in de kou
sen. Bij ielk kleed (en d'rre garderobbert
hangt porpende vol) 'n paar schoentjes van
dezelfde kleur. En, denkte gij, da ze kou
sen dragen tegen de kou? Vloeipampier,
chaans-makersl"
„Laet ze koopen, geld mot rollen!"
„Jamaar: zakdoekskes mee leterkes, om
't' manvouk te loken. Ze zijn zoo groot as
'n hanveloppe. Den eene mee 'nnen bad
handdoek, mee 'nne gewonen handdoek,
mee 'n sponske, mee 'n nagelborstelke en
'n „handje" en den andere mee éénen hand
doek in de week, da's ongeperremeteerd.
Dan maar ieder evenveul tekstiel aan z'n
lijf".
De man, die hier aan 't woo:rd is, haalt
'n soort servet uit z'n broekzak: „Ier.
da's tenminste 'nne zakdoek". Hef toilet
artikel ziet er verre van smetteloos uit, en
hij verontschuldigi zich: „Proper is ie nie
heelemaal meer, maar: „as ge neuzen van
zeuven kinderen mot afvegen en as ge zoo
nou en dan oe schoenen er mee afslaat."
Achter hem staat 'n vrouw. Het is de
zijne: „Waar heet-ie 't weer over?"
„De textiel wor gerantsjeneerd.witte
wat dad is?"
„Da kan me niet schillen, maar, witte wa
ze moessen rantsjeneeren? 't Geklets van
de menschen. Ze maken oe tegeswoordig
zoo bang, dagge mee al ie kinderen in den
grond zou kruipen."
„Wa zal 't worren van de winter"? Heb
ben wij één kosje brood te kort gekomen.
Heet er een van jullie al es droog brood
g'had. Loopt er ééne van jullie op bloote
voeten? D'n dieje van mijn, die daar staat,
klaagt de steenen uit den grond: „As-ie
zenne buik vol mee errepels en slaai en
MARIA'S TEN HEMELOPNEMING
N.B. In deze week dagelijks Gloria en
Credo, indien niet anders wordt aange
geven. Vanaf Donderdag Prefatie van
Maria (invullen: En U om de ten hemel
opneming).
ZONDAG 11 Augustus. Dertiende Zondag
na Pinksteren. Mis: Respice. 2e gebed v. d.
H.H. Tiburtius en Sussanna, Martelaren;
3e A. Cunctis (om de voorbede van de
Heiligen); 4e voor den vrede. Prefatie v. d.
Allerheiligste Drieëenheid. Kleur: Groen.
De belofte van Christus wordt vervuld
in hen, die gelooven (Epistel). Daarom
vragen wij aan God, dat Hij neerziet op
Zijn (Nieuw) Verbond (Introitus, Gra
duale) en ons geven wil vermeerdering
van geloof. (Gebed). Een geloof zoo sterk,
als dat van de tien melaatsen, die zonder
genezen te zijn, op weg gingen, om zich te
vertonen (alsof zij reeds genezen waren)
aan den priester (Evangelie). Vertrou
wende, dat ons geloof ons gezond zal ma
ken naar de ziel, brengen wij ons Offer,
dat, naar wij hopen, God welwillend zal
aanvaarden (Offertorium, Stilgebed).
Wetend, dat het geloof moet leven door de
hoop en vooral door de liefde, bidden wij,
dat het Brood, ons door God gegeven in
de H. (Communie, ons vertrouwen op de
vervulling van de belofte zal versterken
en bovenal ons zal doen aangroeien in de
liefde. (Gebed).
MAANDAG 12 Aug. Mis v. d. H. Clara,
Maagd: DilexistL 2e gebed voor den vrede.
Geen Credo. Kleur: Wit.
In 1193 werd de heilige Clara uit aan
zienlijke en godvruchtige ouders geboren
te Assisië. Na een zeer vrome jeugd tot
huwbare leeftijd gekomen wilden haar
ouders, dat zij zou trouwen. Clara had
echter andere plannen en wilde zich ge
heel aan God wijden. In haar verlegen
heid nam zij haar toevlucht tot de heilige
Franciscus, die toen reeds geheel Assisië
vervulde van de roem zijner deugden en
van zijn boetvaardig leven. Op aanreden
van den H. Franciscus zeide Clara vaar
wel aan de wereld en op 18 jarige leeftijd
legde zij in de kerk van de H. Maria te
Portiuncula haar kostbare kleederen af
voor het altaar van de H. Maagd, liet zich
het hoofdhaar afsnijden door den heilige
Franciscus en ontving tot kleed een grove
pij. Met de andere maagden, die zich bij
de H. Clara hadden gevoegd, vormde zij
een nieuwe kloosterfamilie, n.L de Cla
rissen, aan wier hoofd de heilige heeft ge
staan 42 jaar. Op 60 jarige leeftijd stierf
de heilige Clara in het jaar 1253.
DINSDAG 13 Aug. Mis v. d. H. Wigber-
tus, Belijder: Os Justi. (Zie in het feest
eigen v. h. Bisdom) 2e gebed v. d. H.H.
Hyppolitus en Cassianus, Martelen; 3e
A Cunctis; 4e voor den vrede. Geen Credo.
Gewone Prefatie. Kleur: Wit.
De heilige Wigbertus was medehelper
van de heilige Bonifatius en werkte vooral
in Hessen (Duitschland). In ons bisdom
wordt zijn feeestdag gevierd ingevolge een
oude gewoonte.
WOENSDAG 14 Aug. Mis v. d. H. Weren
fridus, Belijder: Justus. (Zie in het feest
eigen v. h. Bisdom Haarlem) 2e gebed
(en laatste Evangelie) v. d. vigilie van
spek heet, zeet-ie: „As me van den winter
maar geen honger motten lijen", as-ie zit
te braaien in 't zonneke zucht ie: „As ne 't
van de winter maar nie kou hebben". En
dan komt-ie pas uit de kerkGe mot
meer vertrouwen hebben in Onzen Lieven
HeerGe mot niet zuuken naar wa ge
te kort zult komen, maar ge mot kijken
naar wa ge nog te veul hèt.
Maria's ten Hemelopneming; 3e v. d. H.
Eusebius, Belijder; 4e voor den vrede.
Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Wit.
Of: De H. Mis v. d. Vigilie: Vultum.
Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Werenfridus;
3e v. d. H. Eusebius; 4e voor den vrede.
Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur:
Paars.
De heilige Werenfridus woonde te Wer-
vershoof (Werenfridus-hoeve) in Noord-
Holland en later te Eist, waar hij het heilig
geloof predikte evenals te Westervoort,
waar hij overleed.
DONDERDAG 15 Aug. Feestdag van
Maria s ten nenvelopneming. Geboden te
vieren als Zondag. Mis: Gaudeamus. Kleur:
Wit.
Maria is opgenomen ten hemel! De En
gelen verheugen zich en lofprijzend zingen
zij den Heer.
„Door U, allerheiligste triomfeerende
Maagd, zijn ons de poorten van het Para
dijs 'geopend. Bid voor ons, opdat wij mo
gen wandelen in de geur van uwe deug
den".
VRIJDAG 16 Aug.. Feestdag v. d. H.
Joachim, Vader van de allerheiligste
Maagd. Mis: Dispersit. 2e gebed voor den
vrede. Kleur: Wit.
ZATERDAG 17 Aug. Mis v. d. H. Jeroen,
Martelaar, eerste pastoor van Noordwijk:
Laetabitur. (Zie in het feesteigen v. h.
Bisdom). 2e gebed v. d. H. Hyacinthus, Be
lijder; 3e v. h. octaaf van Maria's ten
hemelopneming; 4e v. d. octaafdag v. d.
H. Laurentius; 5e voor den vrede. Kleur:
Rood.
De adelijke ouders van St. Jeroen ver
trouwden de godsdienstige en wetenschap
pelijke vorming van hun zoon toe aan be
kwame en vrome buitenlandsche geleerden.
Naar zijn vaderland teruggekeerd arbeid
de Jeroen ijverig aan het geestelijk heil
van zijn landgenooten. Priester gewijd
stak hij, het voorbeeld van St. Willibrord
en Gezellen volgend, over naar ons land.
De heilige Hunger, bisschop van Utrecht,
wees hem Noordwijk aan als arbeidsveld.
Bij de inval van de woeste Noormannen in
het rustige Noordwijk, werd natuurlijk
ook de pastoor gevangen genomen. Voor
den Noorschen hoofdman beleed de heilige
pastoor onverschrokken zijn geloof in
Jesus Christus en weigerde standvastig te
offeren aan de afgoden. Daarop volgden
vreeselijke martelingen, welke de heilige
pastoor met blijdschap op het gelaat ver
duurde en eindelijk volgde het doodvonnis,
dat door onthoofding voltrokken werd den
17en Augustus 856.
IN DE KERKEN VAN DE
E.E.P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender v. h.
Bisdom, behalve:
ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Ludovica van
Savoye, Weduwe; 3e v. d. H.H. Tiburtius en
Susanna; 3e voor den vrede.
MAANDAG. Mis v. d. H. Clara: Audi
filia. Credo.
DINSDAG. Mis v. d. Z.Z. Joannes van
Alverna, Vincentius van Aquila en Novel-
lonus van Faënza, Belijders: Confiteantur.
2e gebed v. d. H.H. Hippolytus en Cassia
nus; 3e A Cunctis; 4e voor den vrede.
WOENSDAG. Mis v. d. Z.Z. Sanctes van
Monte-Fabri en Franciscus van Pesaro,
Belijders: Confiteantur. 2e gebed (en laat
ste Evangelie) v. d. Vigilie; 3e v. d. H.
Eusebius; 4e voor den vrede.
ZATERDAG. Mis v. d. H. Rochus, Be
lijder: Justus. 2e gebed v. d. H. Hyacinthus;
3e v. h. octaaf van Maria's ten hemel
opneming; 4e v. d. octaafdag v. d. H. Lau
rentius; 5e voor den vrede. Kleur: Wit.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, pr.
FEUILLETON
Een roman uit Siberië,
door
Fr. ENSKAT.
42)
Hun blikken ontmoetten elkaar. De een
kende de taaie vasthoudendheid van den
ander. Lansky voelde zich gesterkt door
den steun van zijn vriend Koljin, maar hij
was verstandig genoeg om te begrijpen, dat
er ook zooiets als moreel overwicht be
stond, waarop in dit geval de oude Bessin
kon bogen. Deze wist van zichzelf, dat hij
een rechtschapen mensch was, die het goed
recht aan zijn zijde had en deze overtuiging
gaf hem den moed zijn zaak tot het uiter
ste te verdedigen.
Lansky haalde diep adem alvorens hij
opnieuw het woord nam.
„Je maakt het me wel bijzonder moei
lijk Bessin, niettegenstaande je toch heel
goed begrepen hebt, waar ik denk heen te
sturen. Man 'ftrees toch niet zoo'n stijfkop!
Waarom zou je het mij en jezelf lastiger
maken?!
Bessin lachte spottend. „Misschien wil ik
je niet begrijpen, Lansky. Zou daar geen
reden voor kunnen zijn?!"
„Voor zoo dom zie ik je niet aan, Bes
sin. Je mag over mijn voorstel, voor zoo
ver ik dat nu heb toegelicht, denken wat je
wilt, je zult toch niet kunnen ontkennen,
dat het jou heel wat voordeelen biedt".
,,Dat hangt er van af, hoe je het bekijkt".
„Maar probeer me dan toch eens te be
grijpen, Bessin! Om het dan nu maar kort
eu duidelijk te zeggen: Ik verlang Kare tot
vrouw! Je behoeft slechts „ja" te zeggen en
alle onaangenaamheden waar je nu dage
lijks mee te kampen hebt, behooren voor
goed tot het verleden. Koljin is een
goede vriend van me. Als hij eenmaal weet,
dat jij mijn schoonvader wordt, is er tus-
schen ons drieën stellig wel een regeling
te treffen, waar wij ons allen mee kunnen
vereenigen en waardoor jij, m'n waarde
Bessin, je volle vrijheid van handelen hier
in het dal terugkrijgt. Moskou is een heel
eind hier vandaan en wat wij hier onder
elkaar uitmaken daar behoeft geen mensch
iets van te weten. Als jij je nu maar wat
handelbaarder toont, dan garandeer ik je,
dat Koljin met zijn troep hier dan lang-
sten tijd geweest zijn. Dan zijn jij en ik
hier weer baas. Maar zonder offer van
jouw kant gaat dat nu eenmaal niet.
„Je bent nog altijd de oude, Lansky.
Rechte paden schijn je niet te kunnen be
wandelen. Is het wel eens tot je doorge
drongen, dat je op den duur alleen maar
met recht en waarheid kan zegevieren?"
„Bewaar je preken maar voor een ander,
Bessin! Ik ben man genoeg om te weten,
wat ik doe. Laten wij dat er omheen pra
ten nu maar staken. Antwoord me liever
kort en bondig op mijn vraag, of je mij
Kare tot vrouw wilt geven."
„Ik denk er niet aan!"
„Je zult nog wel eens tot andere gedach
ten komen".
„Neen nooit!"
„Laat die stijfhoofdigheid varen, Bessin!
Ik waarschuw je!"
„En ik kan daar-alleen maar om lachen!"
„En als ik mij nu eens rechtstreeks tot
Kare wend wat zou je daar van zeggen?"
,,Die zal het je misschien nog duidelijker
vertellen! Haal je toch niet zulke dwaze
dingen in je hoofd, Lansky mijn schoon
zoon, de hemel sta me bij!"
Die dochter van je heeft zeker nog altijd
dien aangeloopen kerel, dien Hal Lorne in
haar hoofd? Maar daar komt niets van in!
Dat zal ik weten te verhinderen, daar kun
je staat op maken!" brieschte Lansky.
„Daar kan jij heelemaal niets tegen
doen! Hoe ik in dat opzicht over Lorne
denk is mijn zaak. En wat Kare betreft, ik
geloof niet, dat zij zich in gedachten onnoo-
dig veel met Lorne op zal houden. Ten
minste dat heb ik nooit kunnen ontdek
ken".
„Nou, dan is toch alles in orde! Waarom
geef je dan geen toestemming voor mijn
aanzoek?"
„Omdat je in mijn oogen een schoft bent,
een bedrieger een huichelaar een zeld
zaam onbetrouwbaar individuEn zoo
wil jij
„Man weet weet je zegt!" schreeuwde
Lansky, wit van woede.
„Ach wat! Het wordt hoog tijd, dat ik
je eens precies vertel, boe er over denk!"
„Ik waarschuw je nogmaals in alle ernst,
Bessin! Nóg heb je niet te klagen gehad.
Maar ik zou er voor kunnen zorgen, dat
Koljin eens uit een ander vaatje ging tap
pen. Je zou dan aan den lijve kunnen onder
vinden, hoe de rooden in het nieuwe Rus
land met lieden van jouw soort plegen om
te springen!"
„Spaar mij je praatjes nu maar. Jullie
vermogen mij toch niet te imponeeren
noch jij, noch een van je andere roode
vrienden!"
„Die tijd komt dan nog wel, Bessin. En
nu voor het laatst: Geef je rnjj Kare tot
vrouw, of niet?"
„Neen!"
„Goed goed! Maar bij den heili
gen Rasputin! dat zal je berouwen, ouwe
heer. Je zult nog eens aan dit gesprek terug
denken!"
„Een lafaard als jij hoop ik zoo gauw mo
gelijk te vergeten. Zoo'n infame schurk
Beide mannen waren opgesprongen. Be
vend van woede stonden zij tegenover el
kaar met gebalde vuisten. Zij maakten
aanstalten elkaar in de haren te vliegen.
In deze dreigende seconden, welke aan het
onvermijdelijke gevecht vooraf ging, klonk
bij de deur een scherpe stem:
„Lansky!"
De Rus keerde onmiddellijk het hoofd
om; hij had de stem herkend.
„O, ha de neef! Je hebt zeker ge-
spinoneerd, wat vriendje?"
Hal Lorne, die nu duidelijk zichtbaar in
de deuropening stond, leek volkomen kalm,
toen hij antwoordde:
„Ik heb genoeg gehoord om volkomen op
de hoogte te zijn, Lansky. Dat zou je wel
lijken, je smerige handen naar Kare uit te
steken! Maar zoolang is er nog ben, komt
daar niets van in, vriend! Het zal niet de
eerste maal zijn, dat ik je vuile plannen
weet te verijdelen."
„Ach kom, de hoogmoed schijnt je weer
te pakken te hebben, Lorne. Neem de bee-
nen, mijn jongen, vor ik je voor goed aan
de ketting leg!"
Een dolle drift scheen zich plotseling van
Lansky meester te maken, toen hij zich nu
geheel tot den nieuw aangekomene wend
de en met overslaande stem brulde:
„Er uit, jij hond!"
Langzaam kwam Hal Lorne naderbij. Nog
steeds scheen hij zichzelf volkomen meester
maar in zijn oogen lag een eigenaardige
glans.
„Nu is het genoeg, Lansky! Wij zijn het
allen beu je nog langer hier te zien. De
maat is vol. Ik zal je nu voor het laatst het
dal uitjagen en dat wel op een manier, die
je voor altijd de lust zal doen vergaan het
ooit weer te zien jij, gemeene bandiet!
Verdwijn vlug!"
De woorden schenen Lansky als zweep
slagen te treffen. Alle kleur week van zijn
gezicht; zijn oogen oogen fonkelden Hal
toe.
Beiden mannen botsten op elkaar. Hal
denisde achteruit. De verwoede aanval
had hem wat verrast. Onbarmhartig trom
melden Lansky's vuisten op Hal's schedel.
De dreunende slagen schenen nu echter ook
hem tot het uiterste te brengen. De aanval
van zijn tegenstander moedig trotseerend,
greep hij dezen met beide handen in de
borst van Lanky's jas, een draaiende bewe
ging en het volgende oogenblik hing Lans
ky boven den grond. Lang duurde dit ech
ter niet, want terwijl Hal, zijn voeten vast
op den grond plantend, zich oprichtte, slin
gerde hü het zware lichaam van zich af,
waardoor het tegen de deur vloog, dat het
hout er van kraakte.
Als een panter wierp Hal zich opnieuw
op zijn prooi. Van zijn overwicht gebruik
makend, trok hij met een ruk de deur open
en onmiddellijk daarop rolde Lansky bui
ten in het zand. Van zijn voorhoofd drupte
bloed.
Nog gaf de Rus zich evenwel niet gewon
nen. Snel kwam hij weer overeind en daar
op sloop hij langzaam en ineen gedoken op
Lorne toe. Hij scheen nu een andere tactiek
te wiilen volgen.
(Wordt vervolgd).