DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De organisatie
boeren
tuinders
WOENSDAG 31 JULI 1940
31ste Jaargang No. 9707
£cid^eHe(Boi4^cmt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V Polilieke wilsvorming
De Rijkscommissaris voor de bezette Ne-
derlandsche gebieden, Rijksminister dr.
Seyss-Inquart heeft in zijn rede voor de af-
deeling Nederland van de buitenlandsche
organisatie der N.S.D.A.P. te Den Haag een
uiterst belangrijke en het oprechte Neder-
landsche harte bemoedigende verklaring af
gelegd, welke, naar men heeft kunnen le
zen, als volgt luidde:
„Ten aanzien van dit land wil ik nog
eens vaststellen, dat naar onzen wil en
wensch het Nederlandsche volk in den
strijd van dezen tijd zijn land en zijn
vrijheid voor de toekomst geheel zal
weten te verzekeren en mannen uit het
Nederlandsche volk, die zich van hun
verantwoordelijkheid bewust zijn en
zich geven willen, het lot van dit land
mogen besturen, gedragen door het ver
trouwen van het gansche Nederland
sche volk. De politieke wilsvorming in
dit land is de zaak der Nederlanders".
Het Nederlandsche volk moet thans too-
nen, wat het wil wat het wil in z'n groo-
te„ overgroote meerderheid.
Wat het Nederlandsche volk wil nu en in
de toekomst kan niet in een tijdperk van
enkele etmalen worden uitgewerkt. Ook
in dezen dynamischen tijdisoverhaaste
spoed niet goed! Vlug moet er worden be
sloten en gehandeld, naar het handelen
moet ook nu, en zelfs vooral nu, zijn door
dacht en wei-overwogen.
Het Nederlandsche volk moet thans too-
nen, wat het wil voor nu en voor de toe
komst, maar voor het nu zoowel als voor de
toekomst kan het zich wat het staatkun
dige betreft slechts uitspreken in enkele
grond-gedachten, in enkele grond-beginse
len.
Het Nederlandsche volk kan verklaren
te zijn voor een autoritairen staatsvorm.
Maar bij e^n uitwerking en bij een meer
volledige, concrete uitwerking van deze ge
dachte komen als vanzelf vraagstukken
naar voren, waarvan de Duitsche autoritei
ten reeds meermalen en om begrijpelij
ke redenen hebben verklaard, dat deze
onder de huidige omstandigheden niet ter
tafel kunnen worden gebracht.
Wij noemen hier een autoritairen staats
vorm. En wij willen er aanstonds op wij
zen, dat het begrip „autoritaire" staats
vorm niet een nauwkeurig omschreven be
grip is, evenmin als het begrip „democrati
sche" staatsvorm. Zij,- die de fouten en
excessen, het verouderde en versletene in
den democratischen staatsvorm, dien wij
kenden, steeds hebben erkend, zullen zeker
niet afkeerig staan tegenover eiken auto
ritairen staatsvorm zeker niet tegenover
een autoritairen staatsvorm in Nederland
schen geest, waarin de den Nederlander zoo
ingeaarde vrijheidsliefde niet wordt onder
drukt, maar tot gezonde levensuitingen kan
komen. Sterk gezag en gezonde volks
invloed op deze beide onder het katho
lieke volk, georganiseerd'in de R.K. Staats
partij, wei-bekende verlangens kan geba
seerd zijn een autoritaire staatsvorm. En
moet gebaseerd zijn een autoritaire
staatsvorm, die in ons volk levenskracht
wil vinden.
Inschrijving voor
dienstplichtigen
ZIJ GAAT DOOR VOOR DE
LICHTING 1942
Naar de „Tijd" verneemt, heeft het de
partement van Defensie een circulaire ge
zonden aan de gemeentebesturen, waarin
wordt medegedeeld, dat de inschrijving van
dienstplichtigen voor 1942 zal doorgaan. In
verband hiermede is men begonnen met het
treffen van de voorbereidende maatrege
len. Het staat immers nog niet vast of de
inschrijving op dezelfde wijze zal gebeuren
als andere jaren, daar de administratieve
formaliteiten toen zeer ingewikkeld waren.
De meeste inschrijvingen zullen vermoe
delijk eerst in October of begin Novem
ber kunnen geschieden, in tegenstelling met
andere jaren, toen men daarmede vroeger
in het jaar begon. Of op deze inschrijvin
gen een keuring zal volgen, staat nog niet
vast. Een desbetreffend besluit zal volledig
afhankelijk zijn van de goedkeuring der
Duitsche autoriteiten.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
MUSSERT EN MEYER.
Het katholieke dagblad De Nieuwe
Dag betoogt, dat noch de heer Mussert
noch de heer Meyer aangewezen kan zijn,
om het Nederlandsche volk achter zich te
verzamelen. Wanneer het blad echter bei
de namen in één adem noemt, wil dat, aldus
genoemd blad, „geenszins zeggen, dat wij
de door deze namen geïdentificeerde bewe
gingen op één en dezelfde lijn zouden wen-
schen te plaatsen. Dat zou niet juist en ook
niet eerlijk zijn."
En het blad vervolgt dan:
„Al waren er punten van overeenkomst
in de methode, waarop de persorganen van
de N. S. B. en die van „Zwart Front", later
omgebouwd tot „Nationaal Front", tegen
toestanden en figuren uit de democratische
periode zijn te keer gegaan, men kan en
mag den heer Meyer, wiens laatste program
katholieken niet voor onoverkomelijke ge
wetensbezwaren plaatst, niet verwijten,
dat hij ooit, zelfs niet in schijn, het zuiver
Nederlandsche karakter van zijn bewe
ging heeft verloochend. De heer Meyer
heeft immers ruiterlijk de consequentie van
zijn daden aanvaard en nooit bangelijk
schuilevinkje gespeeld. Maar hoe gunstig
een vergelijking tusschen de N. S. B. en
Nationaal Front en hun leiders ook mogen
uitvallen voor de laatsten, dit neemt niet
weg, dat de overgroote meerderheid van
het Nederlandsche volk ook aan deze laat
sten tot nog toe haar vertrouwen heeft ont
houden, zoodat wij ook van deze laatsten
weinig practisch heil voor ons land ver
wachten.'"
EEN KLOEK PROGRAM.
In hetzelfde artikel schrijft De Nieu-
w e D a g over het program van de Natio
nale Unie:
„In dit kloeke program vallen ontegen
zeggelijk punten aan te wijzen, die ook in
dat van de N. S. B. en van Nationaal Front
zijn te vinden. Dit is echter begrijpelijk,
want de gedachte van een organischen op
bouw van het bedrijfsleven, van de dienen
de functie van geld- en crediet-wezen tot
nut van de gemeenschap, de verwerping
van de menschen overheerschende en uit
buitende positie van de kapitalistische geld
macht, het praevaleeren van gemeenschaps
belang over eigenbelang enz. waren ook
reeds vóór den oorlog gemeengoed van zeer
vele weldenkende en vooruitstrevende Ne
derlanders. Terwijl het N. S. B.-program
echter slechts van „gebondeiheid in God"
gewaagt en met tittel noch jota op 't chris
tendom zinspeelt, spreekt het program van
de Nederlandsche Unie uitdrukkelijk van
verdieping van den christelij ken geest in
de samenleving. Terwijl N. S. B. en Na
tionaal Front het éénhoofdige leiderschap
van den meest bekwame propageeren, maar
het'vinden van dien meest bekwame tot
nog toe niet al te best geslaagd schijnt,
bepaalt de Nederlandsche Unie zich tot den
eisch van een krachtig en besluitvaardig
gezag. Ook wenscht zij zich niet op paden te
begeven, die naar staatkundige vraagstuk
ken leiden wier oplossing de Nederlan
ders thans niet in hun bereik en hun macht
hebben. De nieuwe mannen en hun pro
gram vormen eén betrouwbaar geheel van
wil en weg. Moge Nederland den onmisken-
baren wil toonen met hen den weg te gaan,
dien zij wijzen naar een nieuwe betere toe
komst."
DE NEDERLANDSCHE
UNIE.
Aan een artikel in de Maasbode over
de Nederlandsche Unie ontleenen we:
„De Nederlandsche Unie, het lijdt geen
twijfel, is zoo goed als de beide andere (N.
S. B. en Nationaal Front) een autoritaire
beweging. Zij lanceert een programma,
niet om er over te discussieeren, doch om
het te doen aanvaarden of verwerpen.
Blijkt een noemenswaardig groot deel der
bevolking bereid te zijn haar op dit begin
selprogramma te volgen, dan leidt zij hier
uit een blanco-volmacht af teneinde het
„vernieuwingswerk" ter hand te nemeïf
Autoritair als zij moge zijn, toch is de
Nederlandsche Unie in doelstelling, even
min als werkwijze radicaal van aard. In
tegenstelling tot de beide andere bewegin
gen denkt zij er in den bestaanden labie-
len politieken toestand niet aan, de staat
kundige vernieuwing als punt van uitgang
aan haar actie ten grondslag te leggen". De
staatkundige vernieuwing, die overigens
zooals mr. Einthoven terecht opmerkte, te
gelegener tijd automatisch uit de cultu-
reele en sociaal-economische vernieuwing
zal voortvloeien, behoort eerst na de Vre
desconferentie aan de' orde te worden ge
steld. Een standpunt, dat stellig door velen
in den lande wordt gedeeld.
De Nederlandsche Unie geeft derhalve
de voorkeur aan geleidelijkheid niet te
De Nederlandsche Unie
Een schrijfbureau met menschen, die
brieven openen, tafels met vele rammelen
de schrijfmachines, menschen, die aan an
dere tafels hun handteekeningen komen
plaatsen en verder brieven, brieven, brie
ven, dat is het voorloopig bureau van de
Nederlandsche Unie in het hoofdkwartier
van de padvinders aan de Alexanderstraat.
Brieven, brieven, brieven, ieder post
brengt ze met manden tegelijk oinnen. Op
het moment, dat wij de kantoorruimte be
treden, is de middagpost al eenigen tijd
binnen, maar men is door de zendingen
van den ochtend nog niet heen. Brieven,
brieven, brieven, daar zijn eenvoudige bij,
simpele adhaesiebetuigingen, maar ook
lange met vele betuigingen van sympathiek
meeleven en goeden raad; daar zijn lijsten
bij van 10, 20, soms van meer dan 100 na
men tegelijk; een lijst van 50 artsen komt"
juist uit de enveloppe, even later een van
60 jongelui, allen leerlingen van een of
anderen handelsoursus. Nog later een van
54 mijnwerkers uit Spekholzerheide en zoo
uit alle deelen van het land en uit alle
lagen der bevolking. Er zijn brieven bij
met geldzendingen, soms een paar postze
gels bij wijze van penningske der weduwe,
een andere maal bankpapier. Een telegra
fische gift van 5Ó00 kwam zoo juist bin
nen en zoo gaat het maar voort, voort,
voort. Er komt geen eind aan. Maandag
was het nog drukker dan de laatste dagen
van de vorige week.
Het aantal menschen, dat thans blijk
heeft gegeven van sympathie met het
optreden cn de doelstelling der Neder
landsche Unie, werd Maandagavond
geschat op meer dan een half millioen.
Hoe deze stroom wordt verwerkt? Aan
stonds nadat de oproep van de Nederland
sche Unie was uitgegaan, boden zich ver
scheidene krachten tot vrijwillige en be-
langelooze hulp aan. Het eerst mevr. A.
G. GoedhartDe Boer, die weldra de lei
ding van het bureau op zich nam en thans
aan het hoofd staat van een groep van 30
vrijwilligers, die steeds onvermoeibaar
's avonds werken zij door en zelfs Zondag
hebben enkelen den arbeid niet willen
neer leggen menschen ontvangen, brie
ven openen, enveloppen tikken, kaarten in
vullen, brieven verzenden, enz. enz. Hon
derdduizenden dubbele kaarten zijn in en
kele dagentijds gedrukt en uitgegaan. Zoo
snel mogelijk immers moeten de sympa
thisanten iets hooren, weten, dat er met
spoed een organisatie wordt gebouwd, die
hen allen omvat, de leiding voelen van het
velband, waarin zij zich spontaan hebben
geplaatst, en maar steeds verder voort.
Een enkel stil kwartiertje zijn het nog
tientallen, bij de honderden hebben wij er
geteld, die hun handteekening komen
plaatsen. Daar zijn jongelui bij, die van
de fiets afstappen en binnenkomen, en
oude menschen, een half blinde oude da
me zelfs, die tastend de trap opkwam om
■haar handteekening nog te kunnen plaat
sen en drie bestellers, ieder met telegram
men. Tusschen den middag en na kantoor
tijd staan de menschen op de trap in de
rij te wachten.
Als het zoo doorgaat, heeft men in en
kele dagen het eerste millioen aanhangers
bereikt. „Tijd."
Geen ongerustheid over
bestelde steenkool
Men behoeft er zich niet ongerust over
te maken of iedereen voor 30 Sept. a.s.
wel de hem toekomende hoeveelheid steen
kool, ten bedrage van 20 pet. van het ver
bruik over 1939 zal kunnen ontvangen.
Dit is het eenparig oordeel der vaklie
den, wien wij de vraag stelden hoe het er
nu voorstaat met de aflevering aldus de
„Telegraaf'.
Het verdiept aanbeveling niet te lang te
wachten met het opgeven der bestelling.
Men dient hiermede naast zijn eigen belang
ook dat der handelaren, daar deze des te
eerder een overzicht hebben van hetgeen
zij moeten leveren en zich daarop geheel
kunnen instellen.
verwarren met traagheid boven over
haasting. Zij is o.L terecht van oordeel, dat
de yernieuwing langs den door haar uit-
gestippelden weg vaster in ons volk zal ver
ankeren, dan wanneer radicaler methodes
worden gevolgd."
De Maasbode besluit
„Slechts op voorwaarde, dat de uitspraak
van een overgroote meerderheid der be
volking haar zienswijze steunt, mag zij (de
Nationale Unie) óp den voor de vervulling
van haar taak onmisbaren invloed hopen.
Die steun mag haar dus ook
niet w o r de n onthoude n."
van
en
Veruit de grootste organisatie van boe
ren- en tuinders in ons land heeft het ini
tiatief genomen om te komen tot een Ne
derlandsche Bedrijfsorganisatie voor Land
en Tuinbouw in corporatieven geest. De
Katholieke Nederlandsche Boeren- en
Tuindersbond hij telt 77.000 leden
heeft hiermede door een forsche daad de
nieuwe periode van de agrarische werk
gemeenschap ingeluid. Moge dit gelui
weerklank vinden bij allen, die den tijd
verstaan, die hem ook goed verstaan.
Allerwege komt de drang naar vernieu
wing, naar concentratie van krachten
ook op agrarisch gebied tot uiting.
Gelegenheidsordenaars mogen zich er
van bewust zijn, dat hun plannen nog geen
vruchtbaren bodem vinden om te gedijen,
indien deze niet op een juiste grondge
dachte zijn gebaseerd Om het gebouw van
de nieuwe maatschappelijke orde inder
daad hecht en sterk te maken en op te
trekken van het beste materiaal, in for-
schen harmonischen stijl, moeten de fun
damenten diep en stevig gelegd zijn en bij
den opbouw vaste richtlijnen gevolgd
worden om niet een krakend en ondoel
matig geheel en een-stijlloos wanproduct
te krijgen.
De leidende gedachten, die de vernieu
wing van de agrarische organisatie ver
wezenlijkt, zullen derhalve op de eerste
plaats gericht moeten zijn op de nieuwe
toekomstige orde in het geheele maat
schappelijk leven. In die maatschappij -
orde zal volledig afgerekend moeten wor
den met de liberale economie, waartegen
reeds lang gevochten is, maar die het we-
ze i de maatschappij nog steeds beheersch-
te. De heerschappij van het kapitaal zal
plaats moeten maken voor de sociale
rechtvaardigheid en de primaire functie
van den arbeid zal onbelemmerd tot zijn
recht moeten komen.
Hierop zal dan ook het doel van de
nieuwe organisatie van boeren en tuinders
gericht moeten zijn en daarop haar taak
ingesteld. De toekomstige organisatie zal
derhalve een volkomen sociaal-econoimi-
sche oriëntatie" in land- en tuinbouw moe
ten brengen en alle groote en kleine boe
ren tuinders en arbeiders samenbinden,
die in verschillende vormen van bodem-
productie hun bestaan vinden. Men ver-
valle niet in de fout, de bedrijven te wil
len samenbinden, maar men vereenige alle
bedrijfsgenooten, de menschen om wier
gemeenschappelijk belang het gaat.
Tenslotte zal de nieuwe agrarische orga
nisatie de nationale landbouwproductie
moeten leiden en regelen, coördineerend
de divergeerende belangen der verschil
lende bedrijfsgroepen, het oog strak ge
richt houdend op het algemeen welzijn
van de geheele Nederlandsche werkge
meenschap.
Kortgeleden publiceerde de heer H. D.
Louwes in de pers zijn meening t.a.v. de
toekomstige landbouworganisatie. Wij moe
ten eerlijk zeggen, dat zijn betoog ons heeft
teleurgesteld, niet op de eerste plaats om
den feitelijken inhoud, maar omdat wij
daarin geen groote gedachte aantroffen als
grondslag, waarop het betoog was opge
bouwd, omdat wij misten het fundament
van een wezenlijke vernieuwing, waarvan
de noodzakelijkheid reeds lang werd ge
voeld en voorbereid, maar waarvan de
verwerkelijking eerst thans een kans krijgt
H. D. Louwes gaat uit van de gedachte,
dat het huidige landbouwórganisatieleven
met zijn eindelooze splitsing „niet meer
van dezen tijd" is en „ondoelmatig". De
oplossing is eenvoudig volgens den heer
Louwes: met behoud van de oude grond
slagen van het organisatieleven moet er
komen één algemeene landbouwvereeni-
ging. Dit moet de vernieuwing zijn, die
„van dezen tijd" is en in „eaht Neder-
landschen stijl". Het moet ons van het
hart, dat wij van den heer Louwes een die
per inzicht in de eischen van dezen tijd
verwacht hadden en een juisteren kijk op
den Nederlandschen stijl. De organisatie
die er komen moet dient bezield te zijn
van geheel andere grondgedachten dan den
ouden liberaal-individualistischen geest.
Die geest moet vervangen door de ge
meenschapsgedachte, het besef, dat de
sociaal economische orde gericht moet zijn
op de belangen van de geheele agrarische
bevolking.
Een z.g. eenheidsorganisatie van
ONDERNEMERS in den ouden geest kan
dus de grondslag van de nieuwe orde niet
zijn, zulk een „vernieuwing" is niet meer
dan het opschilderen van het oude ge
bouw met een eenheidsverf. Met het we
zenlijke van wat de nieuwe tijd eischt, de
omvorming van de landbouw-organisatie
tot een maatschappelijk orgaan, wordt
geen rekening gehouden.
Wij zijn dan ook niet bereid in dit oude
Nieuwe bouwwerken
De regeerir.gscommissaris voor den we
deropbouw maakt onder verwijzing naar
het besluit betreffende den wederopbouw
bekend, dat alle ingediende verzoeken
voor het voortzetten van bouwwerken zijn
behandeld. Aanvragen om goedkeuring van
nieuwe bouwwerken kunnen vanaf Maan
dag 5 Augustus a.s. worden ingediend, en
wel:
1. Door particulieren: door tusschen-
komst van de betrokken gemeentebesturen
(diensten van bouw- en woningtoezicht);
2. Door waterschappen: door tusschen-
komst van Gedeputeerde Staten in de be
trokken provincie;
3. Door andere overheidsdiensten, als
mede door spoor- en tramwegen, mijn-
bouwmaatschappijen en kanaalmaatschap
pijen, afd. goedkeuring van werken, Carel
van Bylanatlaan 30, 's-Gravenhage.
Hiertoe dient gebruik te worden gemaakt
van een formulier, dat door den regee-
ringscommissaiis is vastgesteld. Slechts op
dit formulier gestelde aanvragen kunnen in
behandeling worden genomen. Alle overi
ge aanvragen worden onherroepelijk ter
zijde gelegd.
Voor zoover de formulieren niet recht
streeks aan belanghebbenden worden toe
gezonden, Kunnen zij vanaf 5 Augustus
worden verkregen bij het gemeentebestuur
(c.q. bouw- en woningtoezicht).
In verband met bovenstaande regeling
kunnen vanaf heden tot 5 Augustus geen
aanvragen in behandeling worden geno
men. Aanvragen, welke in die periode in
komen, worden aan den afzender terugge
zonden.
gebouw onzen intrek te nemen, omdat de
geest, die daar heerscht, ons er vroeger
reeds uit verdreven heeft. De tijd vraagt
overigens ook geen LANDBOUW-organi-
satie, maar een levend organisme van
MENSCHEN: boeren, tuinders en hun
medewerkers.
En wat den echt Nederlandschen stijl
betreft, moet het bouwwerk een vorm
geving hebben naar Nederlandschen eigen
aard met inachtneming van onze eigen his
torie en eigen oude cultuur. Deze heeft
steeds de verscheidenheid gekend naar
levensopvatting, die de levenshouding be
paalt. Die verscheidenheid van levensop
vatting is niet door bedekking met een
laag eenheidsverf weg te vagen; te mee-
nen, dat hierin door louter een organi-
satie-VORM verandering kan gebracht
worden is toch wel erg simpel. Door de
oplossing in deze richting te zoeken mis
kent men dus wel zeer het Nederlandsche
volkseigen en bovendien bereikt men er
slechts mede een doode mechanische een
heid, een kunstmatige sohijneenheid, in
plaats van die levende organische eenheid,
welke de gemeenschap is en door de
levende werkgroepen gevormd wordt. Dit
mogen de eenheidsmaniakken van den
laatsten tijd wel bedenken.
Louter door een verzameling individuen
onder te brengen in een vereeniging be
houdt men een veelheid en ontstaat er
evenmin een eenheid als door een hoop
steenen op te stapelen.
Er dient tusschen de vereenigde indivi
duen een onderlinge verbondenheid te be
staan, die sterk gevoeld moet worden. Bij
hen, die de geestelijke waarden hooger
stellen dan de materieele, bestaat een ver
bondenheid van hoogere orde, die het
materieele bedrijfsbelang, dat van lagere
orde is, volkomen beheerscht.
Ik doel hier op de confessioneel georga-
niseerden. Dat men dit toch goed verstaan
moge: niet alleen hun religieuse uitingen,
maar hun geheele levenshouding, der
halve ook hun sociaal-economisch hande
len, hun bedrijfshandelingen worden onbe-
heersoht door hun levensopvatting, moet
doortrokken zijn van den geest daarvan,
moet gericht zijn op het levensdoel.
Het aantal dergenen, die er zoo over
denken in de kringen van boeren, tuinders
en arbeiders, is sterk overwegend en dit is
een realiteit, waarmede men eenvoudig
rekening heeft te houden en die men bij
alle concentratie-pogingen en het ontwer
pen van eenheidsplannen heeft te eerbie
digen.
Wij willen de eenheid ook. niet om de
eeniheid zelve, maar omdat de eenheid
noodzakelijk is voor het algemeen volks
belang. Zoozeer zijn wij overtuigd van die
noodzaak, dat wij onmiddellijk een een
heidsorganisatie zouden aanvaarden, mits
die organisatie volledig gedragen zou wor
den door en doordrenkt zou zijn van een
beginsel van maatschappij-opvatting en
levenshouding, waarmede wij ons konden
vereenigen. Dat deze mogelijkheid in ons
land vooralsnog een utopie is, is ook
een realiteit.
Staande op den bodem der Nederland
sche werkelijkheid moeten wij derhalve
op Nederlandsche wijze een eeniheid vor
men, die zoo sterk is als in Nederland een
volkseenheid sterk kan zijn.
Ir. G. J. HEYMEUER